• No results found

Best practices Interview Tessa Koudijs Belangrijkste quotes:

In document De digitale libelle (pagina 87-90)

Over Margriet

 ‘Voor mijn ogen is de lettergrootte wel oké, maar ik kan mij voorstellen dat mijn moeder (doelgroep Margriet) deze lettergrootte te klein vindt. Je kan natuurlijk inzoomen, maar je wilt een pagina eigenlijk meteen goed kunnen lezen. Daarom denk ik dat de tekst aan de kleine kant is.’

 ‘Ik kan aan deze vormgeving niet zien dat er is nagedacht over het maken van een digitaal magazine. De papieren versie van het blad is in dit geval gewoon digitaal overgenomen, er is een PDF van gemaakt. Er is verder eigenlijk niets extra’s aan gedaan.’

 ‘Wat je ziet is dat ze hier de vormgeving van een geprint blad digitaal hebben gemaakt en er voor de rest niet naar hebben gekeken hoe dat digitaal uitkomt. Ze hebben hierbij geen rekening gehouden met lettergrootte of iets dergelijks.’

 ’De buttons op de cover vallen op omdat er een contrasterende kleur is gebruikt.’  ‘Wat ik jammer vind is dat ik iedere keer die gele button zie. Elke keer in dezelfde

hoedanigheid. Ze zouden daar veel beter in kunnen variëren. Ik word niet uitgenodigd om op zo’n button te klikken.’

Over LINDAnieuws.nl

 ‘Wat ik slecht vind aan de website van LINDA. is dat er hiërarchie ontbreekt. Ze proberen op de homepage wel hiërarchie te creëren door drie verschillende kolomgroottes te gebruiken, maar als lezer weet ik niet zo goed waar ik moet beginnen met lezen.’  ‘Alle koppen zijn even groot en daarbij ook allemaal vet gedrukt. Ik kan hieruit als lezer

niet opmaken welk artikel het belangrijkst is. Als lezer wil ik dat iemand mij door de website heen leidt en zegt dit moet je als eerst lezen. Als ik nu naar de website kijk heb ik het gevoel dat ik alle artikelen moet lezen. Maar daar heb ik natuurlijk geen tijd voor.’  ‘Wanneer ik een artikel aan het lezen ben staan er alsnog twee kolommen naast dit artikel

met andere nieuwtjes, dit leidt af tijdens het lezen.’

 ‘De lettergrootte die is gebruikt is goed, daarbij hebben ze een goede interlinie gebruikt. Dat leest fijn.’

Over KLM iFly magazine

 ‘Je ziet aan dit magazine meteen dat dit door mensen is gemaakt die bewust een digitaal magazine aan het maken waren.’

 ‘Ik kijk hier naar een pagina die écht voor online is vormgegeven, dat zie je meteen aan de opmaak. Het magazine is speciaal gemaakt voor het medium.’

 ‘Wat ik leuk vind is dat ik kan klikken op verschillende pictogrammen in het intro. Ik weet meteen wat ik met het magazine kan.’

 ‘De tekst is over het beeld heen geplaatst. Hierdoor combineer je het beeld met de tekst.’  ‘De inhoud die KLM iFly magazine biedt is erg overzichtelijk.’

 ‘Het beeld dat in het magazine staat is erg mooi.’

 ‘Als je een productie gaat vormgeven voor een online uiting moet je heel goed nadenken hoeveel tijd mensen hebben om online een stuk tekst te lezen. Ik denk dat KLM dit heel goed doet. Ze gebruiken kleine stukjes tekst in combinatie met pagina groot beeld.’  ‘Online lees je vluchtiger, daarom wil je in vergelijking met het papieren blad online

kortere artikelen lezen.’

 ‘De navigatie moet duidelijker. Het is niet duidelijk hoe je door het magazine moet bladeren. Ik zag net wel een button tevoorschijn komen maar die was ook heel snel weer weg.’

 ‘Dit is eigenlijk ‘de vloek van de kennis’. De mensen die dit magazine hebben gemaakt weten precies hoe het magazine werkt. Maar als lezer weet je dit natuurlijk niet.’ Over GQ magazine

 ‘Ik vind het leuk dat je als lezer de cover mét en zonder cover- tekst kan bekijken, maar vind het stom dat je vanuit de cover niet door kunt linken naar een artikel. Dat zou moeten kunnen. Gemiste kans.’

 ‘Het is goed leesbaar. Voor mij is de lettergrootte bijna iets té groot. Ze hebben er voor gekozen om de lezer niet te laten inzoomen, zodat de tekst voor de gehele doelgroep leesbaar is.’

 ‘Veel tekst en weinig beeld. Het leest goed. In de lopende tekst mogen van mij wel wat meer streamers. Het is nu nogal sober.’

 ‘De vormgeving is erg mooi, ze gebruiken een goede letter, en daarbij een goede lettergrootte.’

 ‘Het is grappig dat je zelf kunt kiezen of je productinformatie bekijkt’

 ‘Het is een mooi tijdschrift. Mooi beeld, mooie typografie. Ze doen veel leuke dingen met bewegende elementen maar het wordt hierdoor niet te druk.’

 ‘Een achter de schermen filmpje is leuk, dat geeft echt een extra’tje in vergelijking met een geprint blad.’

 ‘Je maakt een magazine digitaal omdat je er dan meer mee kan dan op print. Er is zoveel mogelijk met bewegende beelden, geluidjes, filmpjes. GQ magazine speelt hier heel goed op in, zonder dat het onoverzichtelijk wordt.’

 ‘Ik vind het verwarrend dat je soms horizontaal en soms verticaal artikelen leest. Ze zijn in dat opzicht niet consistent.’

 ‘Om het minder ingewikkeld te maken zou ik tussen producties horizontaal scrollen en in een artikel verticaal.’

 ‘Dit is echt een voorbeeld voor andere tijdschriften die hun papieren magazine digitaal gemaakt hebben door middel van een PDF. Al zou je maar een paar elementen uit dit tijdschrift halen, dat maakt zo’n digitale versie al beter. Mensen waarderen die grappige interactieve elementen. En dat maakt ook dat je als lezer nieuwsgierig bent naar een volgende editie.’

 ‘Ik denk dat de valkuil bij bijvoorbeeld Margriet nu is van: We hebben een goed product; het geprinte blad. Maar in het huidige klimaat moeten we iets gaan doen met digitaal. Er is alleen geen mankracht die zo’n digitale editie uit kan werken. Dus daarom doen we maar een PDF, en als we een keer een filmpje hebben zetten we er een linkje bij. Terwijl juist bijvoorbeeld zo’n tekst die opeens in een spread komt waaien, ik denk dat Libelle dat ook wel zou kunnen. Dat is technisch misschien lastiger, maar het geeft de lezer wel echt iets extra’s. Dat krijgt de lezer nu niet tijdens het lezen van de digitale Margriet en de digitale Libelle. Dus dan kan ik me voorstellen dat de lezer kiest voor papier in plaats van digitaal.’ Over Katachi magazine

 ‘Ik vind Katachi heel erg hysterisch in de vormgeving. Ik vind het ook ingewikkeld.’  ‘Het zit vol met trucjes en interactieve elementen, dat is wel leuk. Maar het verslechtert

de leesbaarheid van het magazine.’

 ‘Wat ik leuk vind is dat dit één artikel is waarvan ik snap dat ik naar beneden scroll, want de tekst loopt door. Ik lees verticaal, dat is prettig.’

 ‘De tekst is ondergeschikt aan alle interactieve ‘gadgets’ die in de vormgeving zitten. Ik ga hier swipen want ik denk ‘oh dit is leuk’ en ‘oh ja dit is ook nog een artikel’. Er gebeurd heel veel. Het is hysterisch.’

 ‘Qua tekstgrootte zit het goed. Qua verhouding tekst beeld; ik moet zeggen dat ik de artikelen wat lang vind.’

 ‘Aan de modereportage zit geen inhoudelijke toevoeging. Zo kun je niet zien waar de kleding vandaan komt en hoeveel het kost.’

 ‘De leesbaarheid is niet goed.’

 ‘Door middel van het balletje aan de zijkant van het beeld zie je op welke bladzijde van een artikel je zit.’

 ‘Ik mis hiërarchie. Waar moet ik beginnen met lezen?’

 ‘Er mist eenheid. Er is geen huisstijl gebruikt in het blad. Elk artikel heeft een hele andere kleurstelling. Er is waarschijnlijk niet met een moodboard gewerkt.’

 ‘Het ziet er heel leuk uit, maar qua leesbaarheid is het niks. Hoewel er qua vormgeving wel leuke elementen in zitten.’

 ‘Het blad is echt hysterisch, dat is denk ik het goede woord er voor.’ Over Rue magazine

 ‘Dit is een vormgeving gebaseerd op print. Ze houden zich heel erg vast aan het opmaken van spreads. Dat is jammer want dat hoeft helemaal niet. Juist omdat zij content voor online maken, zou je juist kunnen zeggen ‘ik ga daar helemaal mee los’. iFly magazine heeft deze manier van opmaken bijvoorbeeld helemaal losgelaten.’

 ‘De letters zijn heel klein, vaak bijna onleesbaar. Daarbij zijn de letters ook nog eens heel lichtgrijs qua kleur.’

 ‘Ik houd van lucht op de pagina.’

 ‘Spreads zijn hier opgemaakt zoals in een papieren blad. Dit zie je terug in de verhouding tekst/beeld. Hoewel Rue magazine het qua balans tekst/beeld wel beter doet dan de Margriet. Ze plaatsen niet te veel tekst in het blad en maken gebruik van veel beeld.’

Bijlage V – Interview Anneke Blok – Print Screens

In document De digitale libelle (pagina 87-90)