Proefexamen Middellandse Zeegebied
1Verschillende klimaten in het Middellandse Zeegebied1 Klimaatgrafiek A is een Cs-klimaat.
2 De kleine letter a betekent dat de temperatuur in de warmste maand warmer is dan 22 graden Celcius. 3 Je kunt de kleine letter a toevoegen, omdat de temperatuur in juli ongeveer 24 graden is.
4 A = Gibraltar, B = Port Saïd, C = Algiers, D = Triëst. 2Reliëf in het Middellandse Zeegebied 5 De gebergten maken deel uit van de Alpine plooiingsgebieden.
6 Dit gebergte is ontstaan in het Tertiair (zie atlaskaart Geologie – Aarde). 7 Het Tertiair begon zo’n 70 miljoen jaar geleden.
8 Door endogene krachten bewegen de platen op verschillende manieren naar elkaar toe en van elkaar af. Wanneer twee even zware platen naar elkaar toebewegen, ontstaat door plooiing van de aardkorst een plooiingsgebergte.
9 1 = laagland, 2 = laagland en heuvelland, 3 = hooggebergte, 4 = laagland, heuvelland en middelgebergte.
3 Reliëf en klimaat
10 Een gebergte kan werken als een regenscherm. Aan de kant van de berg waar de wind vandaan komt (de loefzijde), valt veel neerslag. Aan de andere kant van de berg (lijzijde) valt juist weinig neerslag.
11 Dit type neerslag noem je stuwingsneerslag.
12 Je kunt de Alpen en de Karpaten herkennen aan de grotere hoeveelheid neerslag in de omgeving van deze gebergten.
4Bodemerosie in het Middellandse Zeegebied 13 Het juiste antwoord is D.
14 Door het reliëf stroomt het water van een helling naar beneden en neemt daarmee bodemmateriaal mee.
15 Het klimaat wordt gekenmerkt door periodes van droogte, waardoor planten uit kunnen drogen. De grond is dan onbedekt. De droogte wordt vervolgens gevolgd door een periode met stortbuien. Het regenwater valt op de onbegroeide grond en neemt daardoor veel bodemmateriaal mee.
16 Het antwoord op deze vraag kun je lezen in het bijschrift onder de kaart. De classificatie is voor de noordelijke landen anders dan voor de zuidelijke landen.
17 Twee menselijke oorzaken voor bodemerosie zijn: overbeweiding en het niet onderhouden van de terrassen.
5 Ontstaan van het reliëf
18 In bron 5 zie je dat ten zuiden van Kreta diepe aardbevingen voorkomen. Die diepe aardbevingen worden veroorzaakt doordat de Afrikaanse plaat onder de Grieks-Turkse plaat duikt.
19 A = Afrikaanse plaat, B = Euraziatische plaat.
20 Op de lijn Izmit-Erzurum bewegen de platen langs elkaar. In de omgeving van Kreta duikt de ene plaat onder de andere plaat.
21 Het begrip subductiezone hoort bij Kreta.
6Israël: klimaat, reliëf en aanbod van water
22 Het Cs-klimaat komt ook voor in Israël. Je ziet dat aan de zeer kleine hoeveelheden regen in de zomermaanden. 23 In januari zie je dat er een kern van hogedruk ligt boven Italië. De wind die in Israël waait, is aanlandig en brengt dus neerslag. In juli ligt een lagedrukgebied boven het Midden-Oosten. De wind in Israël waait minder lang over de
Middellandse Zee. Bovendien is het in juli zomer in Israël. Vocht in de lucht verdampt meteen door de hoge temperaturen boven land.
24 De atlaskaart die je gebruikt is de kaart Geologie/aardbevingen en vulkanisme – Aarde. Op die kaart zie je dat er sinds 1900 geen zware aardbevingen waren in Israël.
25 Nee, er zijn geen werkzame vulkanen in Israël.
26 De gebergtes in Israël horen tot de categorie middelgebergte. Het gebergte is niet hoger dan 1500 meter.
27 De gebergtes in Israël horen niet tot de Alpiene plooiingsgebieden. Dat zie je op kaart Geologie/geologische bouw en gebergtevorming – Aarde.
28 Israël heeft wel te maken met waterschaarste.
29 De problemen zullen in het jaar 2050 erger zijn. Er is dan namelijk nog minder water beschikbaar per persoon per jaar.