STEM-, SPRAAK- EN
T
AALPATHOLOGIE
Vol. 18, No. 02, 2013, pp. vii-ix
32.8310/02/1813-vii c
Groningen University Press
BERICHTEN 18-02
CONFERENTIEVERSLAG
-51st ANNUAL MEETING ACADEMY
OF APHASIA
Soms wordt de jaarlijkse samenkomst van de Amerikaanse Academy of Aphasia in Eu-ropa georganiseerd, zoals dit jaar van 20 tot 22 oktober in Luzern, Zwitserland, wat dan een uitgelezen kans biedt om dit ge-renommeerde congres te bezoeken. In dit verslag zijn een aantal lezingen samenge-vat. Abstracts van de conferentie zijn te vin-den op
http://www.sciencedirect.com/
science/journal/18770428/94
(open ac-cess).De spits werd zondagochtend afgebeten door Valantis Fyndanis tijdens een sessie over agrammatisme. Hij toonde in zijn praatje aan dat sommige gerapporteerde dis-sociaties tussen categorieën van werkwoords-inflectie in agrammatisme veroorzaakt kun-nen zijn door een artefact. Hij noemde het voorbeeld van studie waarin een dissociatie tussen inflectie voor tijd en getal gevonden werd (Nanousi, V., Masterson, J, Druks, J. & Atkinson, M. (2006). Interpretable vs. unin-terpretable features: Evidence from six Greek-speaking agrammatic patients. Journal of Neurolinguistics, 19, 209-238.). In deze stu-die zaten er enkele woorden tussen een tijds-bepaling en het werkwoord met tijdsinflectie, maar niet tussen het onderwerp en het werk-woord met getalsinflectie. Yasmeen
Faroqi-Shah gaf in dezelfde sessie een overzicht van
studies naar ‘tense’ (eigenlijk tijdsverwijzing) in agrammatisme. De verklaringen van de on-derzoekers deelde ze in als syntactisch, ver-werkingsgerelateerd, en referentieel. Umesh
Patil presenteerde computationele
model-len van hoe syntactische theorieën oogbewe-gingspatronen van eyetracking-studies kun-nen verklaren.
’s Middags vond er een symposium plaats over het in beeld brengen van neurologische processen tijdens herstel van afasie. Marina
Laganaro vertelde dat het doel hiervan is om
afasieherstel te voorspellen door middel van neuro-imaging methodes. Ze presenteerde een studie waarin correlaten werden gevon-den tussen hersenpotentialen (gemeten door middel van het elektro-encefalogram; het EEG) tijdens taalproductie in de post-acute fase van afasie en herstel een jaar na het be-gin van de afasie. De locatie van de laesie leek geen invloed te hebben op de gevonden correlaten. Jean-Marie Annoni presenteerde EEG-correlaten van verbetering van de eerste en tweede taal van afatische mensen die in hun tweede taal behandeld werden. Swathi
Kiran rapporteerde resultaten van een
stu-die waarin de hersens van 8 mensen met afa-sie voor en na een tienweekse afaafa-siebehande- afasiebehande-ling werden gescand. In de inferieure frontale cortex traden de meeste veranderingen op in de connectiviteit. Cornelius Weiler heeft on-derzocht welke hersenactiviteit bevorderlijk
viii BERICHTEN
is voor herstel in de subacute fase van afasie. Als in de acute fase een puur auditieve taak het auditieve systeem activeert, is dit bijvoor-beeld een voorspeller van herstel na 3 maan-den.
Op maandagochtend werd er een sessie ge-wijd aan begrip. Murray Grossman hield een praatje over de verstoring van neurale net-werken in primaire progressieve afasie. Een van zijn bevindingen is dat bij dit type niet-vloeiende afasie de meeste degradatie van de grijze massa plaatsvindt in de linker hemis-feer. Maria Garraffa hield een interessante voordracht over zinsbegrip en geheugenbe-lasting bij afasie. Ze ziet syntaxis als een soort ZIP-compressie. Ze presenteerde resul-taten van een zinsbegrip- en geheugentaak die suggereren dat er een niet-modulair ge-heugensysteem bestaat, waarmee zowel zin-nen als niet-syntactische informatie verwerkt worden. Myrna Schwartz heeft met haar
collega’s een empirische studie uitgevoerd naar de neurocognitieve componenten van woordverwerking. Ze gebruikte hiervoor de MRI-scans van 99 mensen met afasie en hun testscores van een testbatterij met semanti-sche en fonologisemanti-sche begrips- en productie-taken en een kortetermijngeheugentest. De laesie-voxels (de volume-elementen) werden met de scores van de testbatterij gecorreleerd. Scores op semantisch begrip bleken te corre-leren met een voxelcluster in de putamen en anterieur in de interne capsula, en een voxel-cluster in het midden van de frontaalplooi. Lexicaal-semantische output correleerde met grote gebieden in de temporaalkwab. Fonolo-gische input en output correleerden met een gebied boven de Sylvische fissuur. Deze ge-bieden liggen heel dicht bij elkaar, maar be-staande dissociaties tonen aan er twee afzon-derlijke systemen zijn voor fonologische in-put en outin-put.
De lunchspreker was dit jaar Stanislas
De-haene. Hij hield een uitgebreide lezing over
studies naar geletterdheid. In één van die (MRI-)studies werd onderzocht hoe de her-sens veranderen als ongeletterde volwassen mensen leren lezen. Bij ongeletterde mensen bleek het hersengebied voor visuele woord-vormen actief te zijn bij gezichtsherkenning. Bij voormalig ongeletterde volwassenen zijn tijdens het lezen dezelfde gebieden actief als bij mensen die op jonge leeftijd hebben le-ren lezen. In één van zijn nog lopende studies onderzoekt hij of kinderen er baat bij hebben om op hun vierde in plaats van zesde al te le-ren lezen.
Maandagmiddag vond er weer een sympo-sium plaats, ditmaal over taalonderzoek van-uit verschillende onderzoeksdisciplines. Eén van de sprekers in deze sessie, Stephanie
Ries, doet onderzoek naar of het taalsysteem
modulair georganiseerd is in de hersens. Het onderzoek dat ze besprak toont aan dat ten-minste een deel van de netwerken die voor lexicale selectie en spraakcontrole gebruikt worden, gedeeld worden met niet-talige pro-cessen. Yingying Tan nam het praatje van
Randy Martin over. Ze besprak experimenten
met syntactische en semantische interferen-tie waaruit naar voren kwam dat ons taalsys-teem waarschijnlijk zowel een fonologische als een semantische en een syntactische ge-heugenbuffer gebruikt.
Het onderwerp van de laatste ochtend was de neurale basis van taal. Rajani Sebastian en
Argye Hillis bespraken een onderzoek
waar-bij uit een grote database patiënten met een geïsoleerd infarct in de thalamus: 9 hadden die links en 11 rechts. Van deze patiënten werden scores uit een testbatterij vergeleken met de doorbloeding van de verschillende hersengebieden. De stoornis in benoemen correleerde niet met corticale hypoperfusie of de grootte van de laesie links. Waarschijn-lijk werden benoemstoornissen na een
lae-BERICHTEN ix
sie links in de thalamus veroorzaakt door dia-schisis. Neglect komt waarschijnlijk voort uit corticale hypoperfusie.
Het congres sloot af met een sessie over behandeling en diagnostisering. Evy
Visch-Brink deed verslag van de opzet en eerdere
bevindingen van de The Rotterdam Aphasia Therapy Studies (RATS). De RATS-3 vergelijkt afasiepatiënten in de acute fase die ofwel intensieve logopedische behandeling ofwel niet-linguïstische therapie krijgen. Tijdens het congres waren er nog geen resultaten van deze derde studie bekend. Michael Dickey besprak daarna een studie naar de
hersenmechanismes die samenhangen met verwerving en generalisatie, twee processen die worden nagestreefd bij de behandeling van afasie. Als hier meer over bekend is, kan de intensiteit en strategie van afasie-behandeling worden geoptimaliseerd. Uit een literatuurstudie kwam naar voren dat de verwerving van taalconstructies toeneemt met de tijd, maar de snelheid ervan neemt af. Voor generalisatie naar andere taalcon-structies ging de snelheid juist met de tijd omhoog. Myrna Schwartz presenteerde
de resultaten van een benoemstudie. De afatische studiedeelnemers moesten drie sets plaatjes benoemen. Bij één set plaatjes
wer-den de woorwer-den gecued met de beginletter, bij de tweede set moest het doelwoord wor-den herhaald en bij een derde set moest een poging worden gedaan het woord te benoe-men. Voor aanvang van elke sessie werden alle woorden een maal gezien/gelezen door de deelnemers. De resultaten toonden aan dat 10 minuten, een dag en een week na aanvang van de sessie met alle drie de me-thodes een hogere benoemnauwkeurigheid behaald werd. Dat betekent dat alleen de poging om het plaatje te benoemen ook leidde tot een verbetering. Schwartz con-cludeerde verder naar aanleiding van de data dat een benoemenbehandeling die een beroep doet op het langetermijngeheugen effectiever is dan een die dat niet doet. De laatste spreker van het congres was Stefanie
Abel, die de ontwikkeling van een nieuw
afasiescreeningsintrument besprak, Novel Speech-systematic Aphasia Screening (SAPS). Laura S. Bos
International Doctorate for Experimental Ap-proaches to Language and Brain (IDEALAB), Rijksuniversiteit Groningen, Nederland & Universiteit Potsdam, Duitsland