• No results found

In de bres voor je buurt : hoe ver zou jij gaan?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "In de bres voor je buurt : hoe ver zou jij gaan?"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Bachelor These Sociale Psychologie

In de Bres voor je Buurt

Hoe ver zou jij gaan?

02-06-2017 Ezra de Bie 10372504

Universiteit van Amsterdam Begeleider: Guido Valk Aantal woorden: 5369

(2)

2

Inhoudsopgave

1. Abstract blz. 3 2. Inleiding blz. 4 2.1. SIMCA-model blz. 5 2.2. Huidig onderzoek blz. 7 3. Methode blz. 8 3.1. Deelnemers blz. 8 3.2. Materialen blz. 8 3.3. Procedure blz. 11 4. Resultaten blz. 11 4.1. Post-Hoc Analyses blz. 16 5. Discussie blz. 18 6. Literatuurlijst blz. 21 7. Bijlage blz. 23

(3)

3

Abstract

In dit onderzoek werd onderzocht of het Social Identity Model of Collective Action (SIMCA) normatieve en non-normatieve collectieve actie in buurten kan voorspellen. Ook werd onderzocht of woede en minachting een mediërend effect hebben op de relatie tussen onrecht en non-normatieve of normatieve collectieve actie. Daarnaast werd gekeken naar het verband tussen de mate van efficacy en de soort collectieve actie. Naar aanleiding van de bouw van een parkeergarage waar veel protest tegen is, werd in de Willibrordusbuurt in Amsterdam (N = 94) via vragenlijsten de mate van onrecht, efficacy, sociale identiteit, normatieve en non-normatieve collectieve actie, woede en minachting gemeten bij de buurtbewoners. Uit de resultaten bleek dat het SIMCA-model zowel normatieve als non-normatieve collectieve actie kan voorspellen. Ook bleek dat minachting een mediërend effect heeft op de relatie tussen onrecht en non-normatieve collectieve actie maar niet voor

normatieve collectieve actie. Tot slot bleek de mate van efficacy geen significante voorspeller voor de soort collectieve actie.

(4)

4

Tegenwoordig doppen steeds meer buurtbewoners hun eigen boontjes. Ze nemen initiatieven, beslissen mee in bestemmingsplannen en komen in actie tegen ongewenste veranderingen in de woonbuurt (van de Wijdeven, de Graaf & Hendriks, 2013). Veel

gemeentes moedigen deze maatschappelijke initiatieven aan; de gemeente Amsterdam heeft bijvoorbeeld ‘Ruimte voor Initiatief’ opgericht waarbij ze projecten opzetten met

buurtbewoners waarin er een samenwerking ontstaat tussen de gemeente en de buurt (Gemeente van Amsterdam, z.d.). Wanneer belangen van verschillende partijen te veel uit elkaar liggen ontstaat een strijd tussen wat de buurt wil en wat anderen partijen, zoals de gemeente of projectgroepen willen. De buurtbewoners kunnen dan samen overgaan tot een collectieve actie (CA) om te strijden tegen een bepaald onrecht (van Zomeren, Postmes & Spears, 2008). Dit kan zich uiten op verschillende manieren, denk aan buurtacties waarbij de buurtbewoners zelf de algemene tuinen verzorgen, een stille tocht die wordt georganiseerd voor een overleden iemand. Of een vredige demonstratie zoals de Women’s March op 11 maart 2017. Maar CA kan ook een non-normatief karakter krijgen, wat inhoudt dat de CA niet volgens de regels verloopt. Hieronder wordt onder andere het bezetten van gebouwen, het gebruiken van geweld, het verstoren van de openbare orde, maar ook het lastig vallen van personen en het belemmeren van werkverkeer verstaan (Tausch, Becker, Spears, Christ, Saab, Singh & Siddiqui, 2011). Voorbeelden hiervan zijn de gewelddadige demonstraties rondom het plaatsen van grote asielzoekerscentra de afgelopen jaren. In Geldermalsen werd vuurwerk in een raadszaal gegooid, hekken werden vernield en er werden in totaal 44 mensen

aangehouden (Bolle, 2016). Laatst zijn no in Amsterdam-West Turkse Nederlanders de straat opgegaan vanwege een diplomatieke rel tussen Nederland en Turkije. Hierbij werd het

verkeer ontregeld, geluidsoverlast veroorzaakt en bakstenen naar politie gegooid. Uiteindelijk moest de ME ingrijpen om de rust te laten terugkeren. (NOS, 2017).

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar deze vorm van CA (Tausch et al., 2011; Wright, 2009). Daarom is het belangrijk om te onderzoeken wat de oorzaken zijn bij het ontstaan van non-normatieve CA, wat uiteindelijk kan helpen om bijvoorbeeld een gewelddadige

(5)

5

Het SIMCA-model

Van Zomeren et al. (2008) zijn begonnen met het onderzoeken van de predictoren die leiden tot CA. Dit deden ze door middel van een meta-analyse over drie predictoren:

waargenomen onrecht, waargenomen groepsefficacy en sociale identiteit. Uit de resultaten bleek dat alle drie de predictoren een even sterke relatie hadden met CA. Op basis hiervan formuleerden zij het Social Identity Model of Collective Action (SIMCA) waar vandaan de relaties tussen de drie eerdergenoemde predictoren en het ontstaan van CA wordt beschreven.

Waargenomen Onrecht houdt in dat een groep het subjectieve gevoel heeft

ongelijkwaardig of slechter behandeld te worden dan dat zij acceptabel vinden (Van Zomeren et al. 2008). Dit kan uitgelegd worden door middel van de Relative Deprivation Theory (RDT; Walker & Smith, 2002). RDT stelt dat gevoelens van onrecht zich ontwikkelen door het sociale vergelijken met specifieke anderen. En alleen wanneer die sociale vergelijkingen resulteren in een subjectief gevoel van onrechtvaardigheid, bestaat een kans dat CA ontstaat om het onrecht te herstellen. Smith en Ortiz (2002) vonden, wanneer men groepsongelijkheid ervaart, de kans op het ondernemen van CA groter is dan wanneer individuele ongelijkheid aanwezig is.

In 2011 deden van Zomeren et al. onderzoek naar groeps-gebaseerde emoties als mediatoren op Onrecht. Aan het onderzoek participeerden 81 deelnemers. De deelnemers lazen een artikel over discriminatie wat een gevoel van onrecht op moest wekken, waarna zij verschillende vragenlijsten invulden. Aan de hand van de vragenlijsten werd de mate van Woede, Onrecht, CA-intentie en Sociale Identiteit gemeten. Uit de resultaten bleek dat de groeps-gebaseerde emotie Woede een mediator is tussen Onrecht en Normatieve CA. De focus op emotionele reacties van groepen is gebaseerd op de intergroup emotion theory (IET; Mackie, Devos & Smith, 2000; aangehaald in Tausch et al., 2011). Deze theorie stelt dat in situaties waarin individuen zichzelf zien als leden van een sociale groep, zij gebeurtenissen die gekoppeld zijn aan de groep, zien als relevant voor hun eigen identiteit. Wanneer de groep onrechtvaardig behandeld wordt zal dit (groeps-gebaseerde) emoties van woede aanwakkeren bij ieder groepslid en actie-intenties oproepen om als groep tegen dit onrecht te strijden. Tausch et al. (2011) deden verder onderzoek naar het mediatie-effect van groeps-gebaseerde emoties op Onrecht en hun invloed op CA. Zij concludeerden dat naast Woede ook Minachting sterk gerelateerd is aan CA-intenties. Beide emoties impliceren een negatieve evaluatie van anderen. Niettemin zijn er belangrijke verschillen tussen beide emoties, Fischer en Roseman (2007) ontdekten dat woede vaker voorkomt bij relaties waar enige controle is over de andere persoon en waar verzoening gewenst is. Ook vonden ze dat minachting aan de

(6)

6

andere kant voorkomt bij relaties waar minder controle wordt ervaren over de relatie en het behouden van de relatie niet meer van belang is. Tevens is minachting als groeps-gebaseerde emotie gerelateerd aan outgroup dehumanisatie, wat extremere actie legaliseert (Esses, Veenvliet, Hodson & Mihic, 2008).

Met Sociale Identiteit wordt in dit onderzoek het gevoel van identificatie met de groep bedoeld (Van Zomeren et al. 2008). Dit construct komt voort uit de Social Identity Theory (SIT; Tajfel, 1978; aangehaald in Van Zomeren et al., 2008). Deze theorie stelt dat mensen een positief gevoel ervaren wanneer ze zichzelf identificeren als lid van een groep. Dit houdt in dat iemands zelfconcept afhankelijk is van de status groep. Niettemin identificeren mensen zich ook met een groep die negatief behandeld wordt, zoals minderheidsgroepen. Volgens SIT heeft dit onder andere te maken met de permeabiliteit van de groep. De permeabiliteit van een groep is de mate waarin een individu in of uit de groep kan stappen. Wanneer de permeabiliteit van een groep hoog is kan iemand makkelijk uit groep stappen en zich naar een hogere status groep begeven. Wanneer de permeabiliteit laag is kunnen individuen niet uit hun lage status groep stappen. Als groepsleden ervaren dat het verlaten van hun groep onmogelijk is, komt hun zelfconcept in gevaar. Om dit tegen te gaan zullen ze eerder CA ondernemen om hun status te veranderen en hun zelfconcept te beschermen.

Groepsefficacy is de mate waarin individuen denken dat zij als groep de invloed hebben om de situatie van hun groep te veranderen (Van Zomeren et al. 2008). Dit betekent dat hoe groter het gevoel van groepsefficacy is, hoe groter de kans is dat de groep CA gaan ondernemen (Drury & Reicher, 2005).

Van Zomeren et al. (2008) onderzochten wat voor invloed de predictoren uitoefenden op Normatieve CA. Dit is CA die conform is met de sociale en wettelijke regels van de maatschappij. Om meer te weten te komen over Non-normatieve CA is het interessant te onderzoeken wat de invloed is van de drie predictoren wanneer een groep bereid is Non-normatieve CA te ondernemen (Collins, 2013; Boen, 2000). Zodat demonstraties, zoals die in Geldermalsen of Amsterdam, beter begrepen kunnen worden en wellicht in de toekomst kunnen worden beïnvloed.

Tausch et al. (2011) onderzochten deze drie predictoren en hun invloed op Non-normatieve CA. In hun eerste studie deden 332 studenten uit Hessen, Duitsland mee. De onderzoekers hadden voor deze plek gekozen aangezien daar in 2005 besloten werd om de studiefinanciering af te schaffen en elke staat apart kon beslissen hoeveel collegegeld aan de studenten gevraagd zou worden. Hierdoor ontstonden veel CAs, zowel Normatief als Non-normatief, desondanks werd in 2006 de beslissing toch doorgevoerd. De studie werd

(7)

7

uitgevoerd in 2008. De deelnemers werden via e-maillijsten benaderd en konden online vragenlijsten invullen. De vragenlijsten vroegen Onrecht, Efficacy, Woede, Minachting en CA-intenties uit. Uit de resultaten van dit onderzoek bleek dat Woede een mediator is op de relatie tussen Onrecht en Normatieve CA maar niet op de relatie tussen Onrecht aan Non-normatieve CA. Ook bleek dat Minachting alleen een mediator is op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve CA en niet op de relatie tussen Onrecht en Normatieve CA. Daarnaast kwam naar voren dat een hoge Efficacy gerelateerd was aan Normatieve CA en een lage Efficacy gerelateerd was aan Non-normatieve CA. Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden de predictoren Onrecht en Efficacy op zowel Normatieve CA als Non-normatieve CA van invloed zijn. En dat er een verschil is tussen het mediatie-effect van Woede en

Minachting op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve of Normatieve CA.

Om het SIMCA-model verder uit te breiden moet onderzoek gedaan worden naar de effecten van de drie predictoren op zowel Normatieve CA als Non-normatieve CA. Zodat in het vervolg alle vormen van CA met het model beschreven kunnen worden. Daarnaast werd in het onderzoek van Tausch et al. (2011) achteraf gekeken naar de invloed van Onrecht en Efficacy op Non-normatieve CA. Om de intentie tot Non-normatieve CA te voorspellen, moet onderzoek gedaan voordat CA heeft plaatsgevonden. Tot slot gaan de meeste eerdere onderzoeken over grote maatschappelijke problemen waar veel mensen bij betrokken zijn. De vraag is of het SIMCA-model ook toe te passen in een buurtomgeving bij wellicht minder grote maatschappelijke problemen, maar wel voor de buurt belangrijke veranderingen. In het huidige onderzoek wordt daarom onderzocht of het SIMCA-model zowel Normatieve als Non-normatieve CA kan voorspellen in een buurt. Ook wordt gekeken naar de mediërende effecten van Woede en Minachting op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve en Normatieve CA. En of een hoge Efficacy een verband heeft met Normatieve CA en een lage Efficacy een verband heeft met Non-normatieve CA.

Huidig Onderzoek

In het huidige onderzoek is onderzocht wat de invloed van de predictoren van het SIMCA-model is op de intentie tot Non-normatieve en Normatieve CA bij bewoners in een buurt van Amsterdam. De gemeente wilt in deze buurt een parkeergarage bouwen onder een plein waar de buurt veel gebruik van maakt. Door de parkeergarage zal de gehele indeling van het plein veranderen, waardoor het niet meer gebruikt kan worden voor de sociale activiteiten van de buurt en wordt het plein onveilig om voor kinderen op te spelen. De buurt

(8)

8

heeft al meerdere normatieve CAs ondernomen, maar de gemeente heeft hier geen gehoor aan gegeven.

In het onderzoek zal de invloed van Efficacy en de mediërende invloed van Woede en Minachting op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve/Normatieve CA onderzocht worden.

Verwacht wordt dat de invloed van Efficacy verschillend is voor Normatieve en Non-normatieve CA (Tabri & Conway, 2011). Zoals hierboven beschreven is een hoge Efficacy positief gerelateerd aan Normatieve vormen van CA en negatief gerelateerd aan Non-normatieve vormen van CA (Tausch et al., 2011). Een lage Efficacy zal eerder zorgen voor non-normatieve CA, aangezien de groep zich machteloos voelt en ze het gevoel hebben dat ze geen toegang hebben tot de conventionele kanalen van politieke beïnvloeding (Wright, 2009). Tevens wordt verwacht dat Minachting een mediërend effect heeft op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve CA, en dat Minachting geen mediërend effect heeft op de relatie tussen Onrecht en Normatieve CA. En Woede een mediërend effect heeft op de relatie tussen Onrecht en Normatieve CA, en geen mediërend effect heeft op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve CA. Tot slot wordt verwacht dat het SIMCA-model zowel de intentie tot Normatieve als Non-normatieve CA kan voorspellen.

Methode

Deelnemers

Aan dit onderzoek deden 132 bewoners rondom het Willibrordusplein in Amsterdam mee, waarvan 94 geïncludeerd werden (48 vrouwen, 46 mannen, leeftijd M=39.51,

SD=14.16). Alle deelnemers waren minimaal 18 jaar en woonden rondom of in de buurt van

het Willibrordusplein in Amsterdam. De deelnemers werden zowel via een facebookpagina als huis aan huis benaderd om mee te doen aan het onderzoek. Onder alle deelnemers werd als beloning een Bol.com waardebon van 50 euro verloot.

Materialen

Het SIMCA-model werd gemeten door zelfgemaakte vragenlijsten aan de hand van eerder gemaakte vragenlijsten voor Onrecht, Sociale Identiteit, Efficacy, Normatieve en Non-normatieve CA. De factoren Woede en Minachting werden gemeten door een zelfgemaakte vragenlijst aan de hand van de vragenlijsten gebruikt in het onderzoek van Tausch et al. (2011). Voor de volledige vragenlijst zie Bijlage 1. Aan het begin van de vragenlijst kregen de deelnemers een informed consent en algemene vragen zoals leeftijd, aantal kinderen en

(9)

9

geslacht. Ook lazen zij een beschrijving van de situatie rondom het Willibrordusplein, wat een beeld schetste waarbij Normatieve CA niet effectief bleek om het probleem te verhelpen. Voorafgaand aan de studie is een pilotvragenlijst afgenomen bij 16 bewoners rondom het Willibrordusplein. Over deze data zijn PCA’s en betrouwbaarheidsanalyses uitgevoerd.

De mate van Efficacy werd gemeten door een zelfgemaakte vragenlijst op basis van de vragenlijst van Van Zomeren et al. (2008). De vragenlijst bestond uit 10 vragen waarbij de deelnemers op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot en met 5 (helemaal mee eens) moesten aangeven in hoeverre de stelling op hen van toepassing was (vb. ‘Ik denkt dat wij,

als buurtbewoners rondom het Willibrordusplein, controle hebben over het veranderen van de herindelingsplannen’). De mate van Efficacy werd berekend door het gemiddelde van de

itemscores te nemen. Een hoge score stond voor een hoge mate aan Efficacy, een lage score stond voor een lage mate aan Efficacy. Op basis van een PCA en betrouwbaarheidsanalyse over de data van de pilotstudie zijn alle items behouden.

Minachting werd gemeten aan de hand van een zelfgemaakte vragenlijst op basis van de vragenlijst van Tausch et al. (2011). Deze vragenlijst bestond uit drie vragen waarbij de deelnemers op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot en met 5 (helemaal mee eens) moesten aangeven in hoeverre de stelling op hun van toepassing was (vb. ‘Ik voel afschuw

tegenover de gemeente die de beslissingen over de verandering van het Willibrordusplein heeft genomen’). De mate van Minachting werd berekend door het gemiddelde van de items

te nemen. Een hoge score stond voor een hoge mate aan Minachting, een lage score stond voor een lage mate aan Minachting. Op basis van een PCA en betrouwbaarheidsanalyse over de data van de pilotstudie is besloten om één item uit de vragenlijst te verwijderen. Hierdoor werd de betrouwbaarheid van het construct verhoogd.

Woede werd gemeten aan de hand van een zelfgemaakte vragenlijst op basis van de vragenlijst van Tausch et al. (2011). Deze vragenlijst bestond uit drie vragen waarbij de deelnemers op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot en met 5 (helemaal mee eens) moesten aangeven in hoeverre de stelling op hun van toepassing was (vb. ‘Ik ben boos over

de herindeling van het Willibrordusplein door de gemeente’). De mate van Woede werd

berekend door het gemiddelde van de items te nemen. Een hoge score stond voor een hoge mate aan Woede, een lage score stond voor een lage mate aan Woede. Op basis van een PCA en betrouwbaarheidsanalyse over de data van de pilotstudie is besloten om alle items te behouden.

Onrecht werd gemeten aan de hand van een zelfgemaakte vragenlijst op basis van de vragenlijst van Van Zomeren et al. (2008). Deze vragenlijst bestond uit vijf vragen waarbij de

(10)

10

deelnemers op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot en met 5 (helemaal mee eens) moesten aangeven in hoeverre de stelling op hun van toepassing was (vb. ‘De manier waarop

de gemeente heeft gehandeld is onjuist’. De mate van Onrecht werd berekend door het

gemiddelde van de items te nemen. Een hoge score stond voor een hoge mate aan Onrecht, een lage score stond voor een lage mate aan Onrecht. Op basis van een PCA en

betrouwbaarheidsanalyse over de data van de pilotstudie is besloten om alle items te behouden.

Sociale Identiteit werd gemeten aan de hand van een zelfgemaakte vragenlijst op basis van de vragenlijst van Van Zomeren et al. (2008). Deze vragenlijst bestond uit zes vragen waarbij de deelnemers op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot en met 5 (helemaal mee eens) moesten aangeven in hoeverre de stelling op hun van toepassing was (vb. ‘Ik heb

veel gemeen met de andere bewoners rondom het Willibrordusplein’). De mate van Sociale

Identiteit werd berekend door het gemiddelde van de items te nemen. Een hoge score stond voor een hoge mate aan Sociale Identiteit, een lage score stond voor een lage mate aan Sociale Identiteit. Op basis van een PCA en betrouwbaarheidsanalyse over de data van de pilotstudie is besloten om alle items te behouden.

Normatieve CA-intentie werd gemeten aan de hand van een zelfgemaakte vragenlijst op basis van de vragenlijst van Van Zomeren et al. (2008). Deze vragenlijst bestond uit zeven vragen waarbij de deelnemers op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot en met 5

(helemaal mee eens) moesten aangeven in hoeverre de stelling op hun van toepassing was (vb. ‘Om de situatie rondom het Willibrordusplein te verbeteren, zou ik deelnemen aan een

demonstratie met andere buurtbewoners’). De mate van Normatieve CA-intentie werd

berekend door het gemiddelde van de items te nemen. Een hoge score stond voor een hoge mate aan Normatieve CA-intentie, een lage score stond voor een lage mate aan Normatieve CA-intentie. Op basis van een PCA en betrouwbaarheidsanalyse over de data van de pilotstudie is besloten om twee items uit de vragenlijst te verwijderen. Deze twee items laadden niet op hetzelfde component als de andere items.

Non-normatieve CA-intentie werd gemeten aan de hand van een zelfgemaakte vragenlijst op basis van de vragenlijst van Tausch et al. (2011). Deze vragenlijst bestond uit zes vragen waarbij de deelnemers op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) tot en met 5 (helemaal mee eens) moesten aangeven in hoeverre de stelling op hun van toepassing was (vb. ‘Om de veiligheid en functie van het Willibrordusplein te beschermen, zou ik samen met

de buurt het Willibrordusplein bezetten zodat de gemeente de plannen gaat aanpassen’). Om

(11)

11

situatie in de Willibrordusbuurt werd beschreven en waarin werd geprobeerd het Onrecht over het plan scherp te stellen. De inhoud van het tekstje is bijgevoegd in Bijlage 1. De deelnemers moesten zich zo goed mogelijk in die situatie inleven en aan de hand daarvan vragen beantwoorden. De mate van Non-normatieve CA-intentie werd berekend door het gemiddelde van de items te nemen. Een hoge score stond voor een hoge mate aan Non-normatieve intentie, een lage score stond voor een lage mate aan Non-Non-normatieve CA-intentie. Op basis van een PCA en betrouwbaarheidsanalyse over de data van de pilotstudie is besloten om één item te verwijderen. Dit item laadde niet op hetzelfde component als de andere items.

Procedure

De deelnemers werden benaderd via een online vragenlijst in een facebookgroep die bestond uit bewoners rondom het Willibrordusplein. Of via een huis-aan-huisbezoek waarbij een groep van vijf onderzoekers langs ging bij de huizen rondom het Willibrordusplein. De deelnemers vulden hier een papieren vragenlijst in. Alleen bewoners die minimaal 18 jaar waren mochten mee doen aan het onderzoek. Bij de papieren vragenlijst kregen de

deelnemers een informatie over het onderzoek (zie ook Bijlage 1), vulden zij een informed

consent in en werd de vragenlijst na het invullen weer meegenomen door de onderzoeker. Bij

de online vragenlijst werd de informed consent getekend door de deelnemer via een virtuele handtekening die met de muis gemaakt kon worden.

Resultaten

Aanvankelijk deden 132 deelnemers mee aan het onderzoek. Hiervan zijn 94

deelnemers bij het onderzoek geïncludeerd. De overige 38 deelnemers zijn niet meegenomen in het onderzoek. Een deel hiervan had de vragenlijst niet compleet ingevuld, het andere deel kon de vragenlijst niet compleet invullen door een fout in het systeem van de

onlinevragenlijst.

Na het aanpassen van de items aan de hand van de pilotstudie, zijn er nogmaals PCA’s en betrouwbaarheidsanalyses uitgevoerd over de items om te zien of alle items op de juiste componenten laden en de items meten wat ze beogen te meten. Uit de resultaten van deze analyses blijkt, zoals te zien in Tabel 1, dat alle variabelen een hoge betrouwbaarheid hebben en op één factor laadden. Afgezien van de variabele Efficacy, deze items laadden op twee componenten. Er is besloten om alle items te behouden, gezien de hoge betrouwbaarheid en

(12)

12

het belang om zoveel mogelijk componenten van Efficacy te meten en zo een hogere interne validiteit te behalen.

In Tabel 2 zijn de gemiddelde scores en standaarddeviaties van alle componenten te zien. In Tabel 3 zijn de correlaties tussen alle componenten te zien.

(13)

13

Om te toetsen of Sociale Identiteit, Onrecht en Efficacy, Normatieve CA voorspellen is een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd. Aan alles assumpties is voldaan. Uit de resultaten blijkt dat het SIMCA-model, zoals verwacht, een significante voorspeller is van Normatieve CA, R2=.67, F(3,90)=59.49, p<.001. Uit deze resultaten kwam ook naar voren dat, zoals verwacht, Efficacy een positief verband heeft met Normatieve CA, β=.28, t=4.52,

p<.001. De resultaten zijn te zien in Tabel 4.

Om te toetsen of Sociale Identiteit, Onrecht en Efficacy ook Non-normatieve CA kunnen voorspellen is een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd. Aan alle assumpties is voldaan. Uit de resultaten blijkt dat het SIMCA-model, zoals verwacht, een significante voorspeller is van Non-normatieve CA, R2=.56, F(3,90)=37.80, p<.001. Uit deze resultaten kwam ook naar voren da t Efficacy een positief verband heeft met Non-normatieve CA,

(14)

14

β=.21, t=2.94, p=.004. Dit kwam niet overeen met de verwachting dat Efficacy een negatief

verband zou hebben met Non-normatieve CA. De resultaten zijn te zien in Tabel 5.

Om te toetsen of Woede en Minachting een mediatie-effect hebben op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve en Normatieve CA zijn er verschillende mediatieanalyses gedaan, met PROCESS van Andrew F. Hayes.

Uit de mediatieanalyses met Non-normatieve CA en Onrecht lieten de resultaten een

significant totaal effect zien tussen Onrecht en Non-normatieve CA (b=.76, t=9.72, p<.001). Daarnaast bleek er een significant direct effect van Onrecht op Non-normatieve CA, terwijl rekening werd gehouden met het effect van de mediator Minachting (b=.36, t=2.93, p=.004). Tot slot bleek er een significant indirect effect van Onrecht op Non-normatieve CA via de mediator Minachting (b=.41, BCa CI [.212, .639]). Een Sobel-Test bevestigde het

significante indirecte effect (b=.41, z=3.83, p<.001). Dit sluit aan bij de verwachting dat Minachting een mediator is op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve CA. Tevens lieten de resultaten zien dat er geen significant direct effect was tussen Onrecht en Non-normatieve CA terwijl rekening werd gehouden met de mediator Woede (b=.14, t=.93,

p=.354). Wel werd er een significant indirect effect gevonden van Onrecht op

Non-normatieve CA via de mediator Woede (b=.63, BCa CI [.406, .792]). Een Sobel-Test bevestigde het significante indirecte effect (b=.63, z=5.21, p<.001). Dit sluit niet aan bij de verwachting dat Woede geen mediator zou zijn op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve CA. De resultaten staan afgebeeld in Figuur 1 en 2.

(15)

15

Uit de mediatieanalyses met Normatieve CA en Onrecht lieten de resultaten een significant totaal effect zien tussen Onrecht en Normatieve CA (b=.76, t=9.72, p<.001). Daarnaast bleek een significant direct effect van Onrecht op Normatieve CA, terwijl rekening werd gehouden met het effect van de mediator Minachting (b=.55, t=3.39, p=.001). Tot slot bleek geen significant indirect effect van Onrecht op Normatieve CA via de mediator Minachting (b=.27, BCa CI [-.005, .552]). Een Sobel-Test bevestigde het niet significante indirecte effect (b=.27,

z=1.93, p=.053). Dit sluit aan bij de verwachtin dat Minachting een mediator zou zijn op de

relatie tussen Onrecht en Normatieve CA. Ook lieten de resultaten zien dat er geen significant direct effect was tussen Onrecht en Normatieve CA terwijl rekening werd gehouden met de mediator Woede (b=.09, t=.53, p=.598). Wel werd een significant indirect effect gevonden van Onrecht op Normatieve CA via de mediator Woede (b=.73, BCa CI [.431, 1.019]). Een Sobel-Test bevestigde het significante indirecte effect (b=.73, z=5.23, p<.001). Dit sluit aan bij de verwachtingen dat Woede mediator zou zijn op de relatie tussen Onrecht en

(16)

16

Post-Hoc Analyses

Ondanks dat de invloed van Efficacy niet verschilt voor resultaten van Normatieve of Non-normatieve CA kan het wel van belang zijn om te onderzoeken of Minachting een mediërende factor is op de relatie tussen Efficacy en Non-normatieve en Normatieve CA. Aangezien Minachting ook een effect heeft op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve CA maar niet op de relatie tussen Onrecht en Normatieve CA. Het is interessant om na te gaan of Minachting dit verschil tevens heeft over Efficacy en CA. Om dit te onderzoeken is een mediatieanalyse gedaan met PROCESS van Andrew F. Hayes. Uit de mediatieanalyses met Non-normatieve CA en Efficacy lieten de resultaten een niet significant totaal effect zien tussen Efficacy en Non-normatieve collectieve actie (b=.21, t=1.56, p=.121). Daarnaast bleek een significant direct effect van Efficacy op Non-normatieve CA te zijn, terwijl rekening

(17)

17

werd gehouden met het effect van de mediator Minachting (b=.31, t=3.35, p=.001). Tot slot bleek geen significant indirect effect van Efficacy op Non-normatieve CA via de mediator Minachting (b=-.10, BCa CI [-.292, .105]). Een Sobel-Test bevestigde het niet significante indirecte effect (b=-.10, z=-.94, p=.347). De resultaten gaven een significant totaal effect weer tussen Efficacy en Normatieve CA (b=.33, t=2.36, p=.021). Tevens lieten de resultaten een significant direct effect zien tussen Efficacy en Normatieve CA terwijl rekening werd gehouden met de mediator Minachting (b=.43, t=4.42, p<.001). Er werd geen significant indirect effect gevonden van Efficacy op Normatieve CA via de mediator Minachting (b=.01, BCa CI [-.277, .117]). Deze resultaten staan afgebeeld in Figuur 5 en 6. Een Sobel-Test bevestigde het niet significante indirecte effect (b=-.10, z=-.94, p=.348). De resultaten geven weer dat Minachting niet hetzelfde effect heeft op de relatie tussen Efficacy en

(18)

18

Discussie

In deze studie werd onderzocht of het SIMCA-model zowel de intentie tot

Normatieve als Non-normatieve CA in buurten kan voorspellen. Uit de resultaten bleek dat het SIMCA-model een goede voorspeller is voor de intentie tot Normatieve en

Non-normatieve CA. Tevens kwam naar voren dat de relatie tussen Efficacy en Non-Non-normatieve CA sterker is dan de relatie tussen Efficacy en Normatieve CA. Tot slot is onderzocht of Woede en Minachting mediatoren zijn op de relatie tussen Onrecht en zowel Non-normatieve als Normatieve CA. Uit de resultaten bleek dat Minachting een mediator was op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve CA en geen mediatie-effect had op de relatie met

Normatieve CA. Woede bleek een zeer grote mediator te zijn op de relatie tussen Onrecht en zowel Normatieve als Non-normatieve CA. Het directe effect van Onrecht op beide

afhankelijke variabelen viel hierdoor weg. Tevens bleek dat Woede een groter effect had op de relatie met Normatieve dan met Non-normatieve CA.

De resultaten die werden gevonden bij het toetsen van de voorspellende waarde van het SIMCA-model over de intentie tot Normatieve CA sluiten aan bij het eerdere onderzoek van Van Zomeren et al. (2008). Dit toont aan dat door middel van de factoren, Sociale Identiteit, Onrecht en Efficacy voorspeld kan worden of buurtbewoners de intentie hebben om tot Normatieve CA over te gaan. Met betrekking tot de bewoners aan het

Willibrordusplein, hebben zij de intentie om Normatieve CA te ondernemen in de vorm van bijvoorbeeld petities of demonstraties wanneer de herinrichtingsplannen door gaan zonder verder overleg met de buurt. Daarnaast gaven de resultaten weer dat het SIMCA-model toepasbaar is voor het voorspellen van de intentie tot Non-normatieve CA. Dit is een toevoeging op het onderzoek van Tausch et al. (2011) waarbij achteraf gekeken werd of mensen die meededen aan Non-normatieve CA voldeden aan het SIMCA-model. Het huidige onderzoek bewijst dat het SIMCA-model ook de intentie tot Non-normatieve CA kan

voorspellen. In de Willibrordusbuurt zou dit tot uiting kunnen komen wanneer de eerdere CA niet hebben geholpen en zij overgaan tot het bezetten van het plein. Dit toont aan dat het SIMCA-model alle vormen van intentie tot CA kan voorspellen, waardoor de dynamiek van deze acties beter te begrijpen zijn en het Non-normatieve CA wellicht kan beïnvloeden. Waardoor mogelijk gevaarlijke situaties, zoals de rellen in Geldermalsen, vermeden kunnen worden. Tevens is bevestigd dat mensen die Minachting ervaren eerder aan Non-normatieve CA zullen deelnemen dan mensen die geen Minachting ervaring; dit sluit aan bij het

(19)

19

geneigd zijn om extremere acties te ondernemen wanneer zij een bepaalde mate van Onrecht ervaren (Esses et al., 2008). Toevoeging van Minachting aan het SIMCA-model zorgt ervoor dat onderscheid gemaakt kan worden tussen mensen die Non-normatieve of Normatieve CA gaan ondernemen. Dit kan zich uiten wanneer de bewoners van het Willibrordusplein zich echt niet gehoord voelen en geen goede relatie meer zien met de Gemeente, waardoor zij Minachting gaan ervaren. Hierdoor wordt de kans op Non-normatieve CA veel groter en zou de Gemeente acties kunnen ondernemen om de relatie te herstellen en het gevoel van

Minachting te verminderen.

De resultaten waaruit blijkt dat Woede een mediërende factor op de relatie tussen Onrecht en Non-normatieve en Normatieve CA. Dit was niet zoals verwacht en anders dan de resultaten uit het onderzoek van Tausch et al. (2011). Zij voorspelden dat Woede wel een effect zou hebben op Normatieve CA maar niet op Non-normatieve CA. In het huidige onderzoek had Woede op beide vormen van CA een effect, hoewel het effect van Woede op normatieve CA groter was dan het effect op Non-normatieve CA. Dit verschil in resultaten met het onderzoek van Tausch et al. (2011) kan verklaard worden doordat zij onderscheid maakten tussen gewelddadige Non-normatieve CA en niet-gewelddadige Non-normatieve CA. Hierbij heeft Woede wel een effect bij niet-gewelddadige Non-normatieve CA maar niet bij gewelddadige Non-normatieve CA. In het huidige onderzoek is hier geen onderscheid in gemaakt, en blijkt na het terug lezen van de vragen dat de meeste vragen niet- gewelddadig zijn of kan uit de vraag niet opgemaakt worden of deze gewelddadig is of niet. Aangezien de vragen ambigu waren kan dit betekenen dat ze voornamelijk als niet-gewelddadig zijn geïnterpreteerd, waardoor het beeld vertekend kan zijn. In vervolg onderzoek zou hier wel onderscheid in gemaakt moeten worden door de Non-normatieve CA vragen zowel

gewelddadig als niet-gewelddadig te maken. Zodat de mediërende factor van Woede goed onderzocht kan worden .

De gevonden relaties tussen Efficacy met enerzijds Non-normatieve en anderzijds Normatieve CA kwamen niet overeen met de verwachtingen en de resultaten van Tausch et al. (2011). Er was voorspeld dat een hoge Efficacy samenhangt met Normatieve CA en een lage efficacy met Non-normatieve CA. Uit de resultaten bleek dat een hoge Efficacy bij beide vormen van CA een verband heeft. Dit kan wederom verklaard worden doordat er geen onderscheid is gemaakt tussen gewelddadige en niet-gewelddadige Non-normatieve CA. Zoals eerder uitgelegd blijken de items ambigu te zijn, en kunnen deze eerder geïnterpreteerd zijn als niet-gewelddadige items, waardoor er een scheef beeld is ontstaan. Om dit in

(20)

20

vervolgonderzoek te voorkomen zou er duidelijk onderscheid moeten zijn tussen gewelddadige en niet-gewelddadige CA vragen.

Naast dat in het meten van Non-normatieve CA geen onderscheid is gemaakt tussen gewelddadige en niet-gewelddadige acties, is er nog een aandachtspunt belangrijk voor dit onderzoek. Er is geen longitudinale studie gedaan waarin aangetoond kan worden of de intentie tot CA, die nu voorspeld wordt door het SIMCA-model, ook daadwerkelijk tot uiting zal komen. Voor volgend onderzoek is van belang dat de voorspellende waarde van het SIMCA-model verder onderzocht wordt met een longitudinale studie, zodat kan blijken of de CA-intentie tot uiting komt. Tevens is het interessant om meerdere meetmomenten toe te voegen aan het onderzoek zodat gekeken kan worden hoe en of Normatieve CA over kan gaan tot Non-normatieve CA. Hierdoor kan meer inzicht worden verkregen in de

ontwikkeling van de verschillende vormen van CA en hoe deze elkaar beïnvloeden.

Daarentegen blijkt er wel enig bewijs te zijn dat de CA-intentie tot uiting komt bij de bewoners. Dit wordt duidelijk door de krantenberichten die over het probleem op het

Willibrordusplein zijn geschreven. In een artikel in het Parool (Vugts, 2017), drie weken na de dataverzameling geschreven, staat dat de buurt zich steeds heviger verzet tegen de parkeergarage. Dit laat zien dat het SIMCA-model weldegelijk een voorspellende waarde heeft. Tijdens de dataverzameling waren de ondernomen CAs nog minimaal. Nu heeft de buurt een website opgericht tegen de parkeergarage, metershoge spandoeken opgehangen tegen de gevels van omringende gebouwen en organiseren ze een buurt-barbecue om iedereen in te lichten. Het is interessant om te zien wat verder nog gaat komen.

Samengevat ondersteunen de resultaten de voorspellende waarde van het SIMCA-model op de intentie tot Normatieve en Non-normatieve CA binnen een buurt. Daarnaast is er gebleken dat Minachting bijdraagt aan het ontstaan van Non-normatieve CA, en dat Woede ook een grote invloed heeft in het ontstaan van zowel Normatieve als Non-normatieve CA. Door middel van deze resultaten kan dit model bijdragen aan het begrijpen van de dynamiek en het wellicht beïnvloeden van CA.

(21)

21

Literatuurlijst

Boen, F., & Vanbeselaere, N. (2000). Responding to membership of a low-status group: The effects of stability, permeability and individual ability. Group Processes & Intergroup

Relations, 3, 41-62.

Bolle, J. (2016, 5 april). 32 verdachten van rellen Geldermalsen voor rechter. NRC. Geraadpleegd op 15 mei 2017, van https://www.nrc.nl/nieuws/2016/04/05/32- verdachten-van-rellen-geldermalsen-voor-rechter-a1408139

Collins, C. (2013). The neighborhood as a social structure for collective action: The role of

bonding social capital, civic engagement, and neighborhood racial homogeneity

(Doctoral dissertation, Michigan State University).

Drury, J., & Reicher, S. (2005). Explaining enduring empowerment: A comparative study of collective action and psychological outcomes. European Journal of Social

Psychology, 35, 35-58.

Esses, V. M., Veenvliet, S., Hodson, G., & Mihic, L. (2008). Justice, morality, and the dehumanization of refugees. Social Justice Research, 21, 4-25.

Fischer, A. H., & Roseman, I. J. (2007). Beat them or ban them: the characteristics and social functions of anger and contempt. Journal of personality and social psychology, 93, 103.

Gemeente van Amsterdam (z.d.). Ruimte voor Initiatief. Geraadpleegd op 5 mei 2017, van https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/ruimte-initiatief/

Mackie, D. M., Devos, T., & Smith, E. R. (2000). Intergroup emotions: explaining offensive action tendencies in an intergroup context. Journal of personality and social

psychology, 79, 602.

Mackie, D. M., & Smith, E. R. (2002). Intergroup emotions and the social self: Prejudice reconceptualized as differentiated reactions to outgroups. The social self: Cognitive,

interpersonal, and intergroup perspectives, 309-326.

NOS.nl. (2017, 12 maart). ME grijpt in, Turks-Nederlandse demonstranten Amsterdam naar

huis. Geraadpleegd op 15 mei 2017, van http://nos.nl/artikel/2162878-me-grijpt-in-

turks-nederlandse-demonstranten-amsterdam-naar-huis.html

Schwarzmantel, J. (2010). Democracy and violence: A theoretical overview.

Democratization, 17, 217-234.

(22)

22

development, and integration, 91-115.

Tabri, N., & Conway, M. (2011). Negative expectancies for the group's outcomes undermine normative collective action: Conflict between Christian and Muslim groups in

Lebanon. British Journal of Social Psychology, 50, 649-669.

Tausch, N., Becker, J. C., Spears, R., Christ, O., Saab, R., Singh, P., & Siddiqui, R. N.

(2011). Explaining radical group behavior: Developing emotion and efficacy routes to normative and nonnormative collective action. Journal of personality and social

psychology, 101, 129.

Van de Wijdeven, T. M. F., de Graaf, L. J., & Hendriks, F. (2013). Actief burgerschap: lijnen in de literatuur.

Van Zomeren, M., Postmes, T., & Spears, R. (2008). Toward an integrative social identity model of collective action: a quantitative research synthesis of three socio-

psychological perspectives. Psychological bulletin, 134, 504.

Van Zomeren, M., Postmes, T., Spears, R., & Bettache, K. (2011). Can moral convictions motivate the advantaged to challenge social inequality? Extending the social identity model of collective action. Group Processes & Intergroup Relations, 14, 735-753. Van Zomeren, M., Spears, R., Fischer, A. H., & Leach, C. W. (2004). Put your money where

your mouth is! Explaining collective action tendencies through group-based anger and group efficacy. Journal of personality and social psychology, 87, 649-664.

Vugts, P. (2017, 8 mei). Peperdure garage nekt sportplein De Pijp. Het Parool. Geraadpleegd op 15 mei 2017, van http://www.parool.nl/amsterdam/-peperdure-garage-nekt-

sportplein-de-pijp~a4493215/

Walker, I., & Smith, H. J. (2002). Fifty years of relative deprivation research. Relative

deprivation: Specification, development, and integration, 1-9.

Wright, S. C. (2009). The next generation of collective action research. Journal of Social

(23)

23

Bijlage

1.

INFORMATIE BROCHURE VOOR DEELNEMERS AAN ONDERZOEK “IN DE BRES VOOR JE BUURT”

Beste deelnemer,

Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk dat u op de hoogte bent van de procedure die in dit onderzoek wordt gevolgd. Lees daarom onderstaande tekst zorgvuldig door en aarzel niet om opheldering te vragen over deze tekst, mocht deze niet duidelijk zijn. De

onderzoeksleider zal eventuele vragen graag beantwoorden.

Doel van het onderzoek

Het doel van het onderzoek is na te gaan welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van collectieve actie in buurten. Dit doen we door middel van een vragenlijst.

Gang van zaken tijdens het onderzoek

U krijgt een vragenlijst aangeboden, waarbij u alle vragen in moet vullen. Uw taak is om u zo goed mogelijk in te leven in de beschreven situaties. De antwoordopties variëren van zeer mee oneens tot zeer mee eens, probeer het antwoord aan te kruisen dat zo goed mogelijk op u van toepassing is. Het onderzoekt duurt ongeveer 10 minuten.

Vertrouwelijkheid van gegevens

Alle onderzoeksgegevens blijven volstrekt vertrouwelijk en worden anoniem verwerkt. Persoonlijke gegevens worden niet ter beschikking gesteld aan derden zonder uw uitdrukkelijke toestemming.

Vrijwilligheid

Als u nu besluit af te zien van deelname aan dit experiment, zal dit op geen enkele wijze gevolgen voor u hebben. Als u tijdens het onderzoek zelf besluit uw medewerking te staken, zal dat eveneens op geen enkele wijze gevolg voor u hebben. Tevens kunt u 24 uur na dit onderzoek alsnog uw toestemming om gebruik te maken van uw gegevens intrekken. U kunt uw medewerking dus te allen tijde staken zonder opgave van redenen. Mocht u uw

medewerking staken, of achteraf, zij het binnen 24 uur, uw toestemming intrekken, dan zullen uw gegevens worden verwijderd uit onze bestanden en vernietigd.

(24)

24

Verzekering

Omdat dit onderzoek geen risico’s voor uw gezondheid of veiligheid met zich meebrengt, gelden de voorwaarden van de reguliere aansprakelijkheidsverzekering van de UvA.

Nadere inlichtingen

Mocht u vragen hebben over dit onderzoek, vooraf of achteraf, dan kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker, Dr. Guido Valk, tel. 0205256850 e-mail G.H.valk@uva.nl, Nieuw Achtergracht 129-B, 1018 WT Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit

onderzoek kunt u zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek, Dr. Mark Rotteveel, tel. 0205256713, email M.Rotteveel@uva.nl, Nieuwe Achtergracht 129, 1018 WT Amsterdam

TOESTEMMINGSVERKLARING

Dit formulier hoort bij de schriftelijke informatie die u heeft ontvangen over het onderzoek waar u aan deelneemt. Met ondertekening van dit formulier verklaart u dat u de

deelnemersinformatie heeft gelezen en begrepen. Verder geeft u met de ondertekening te kennen dat u akkoord gaat met de gang van zaken zoals deze staat beschreven in de informatiebrochure. Als u nog verdere informatie over het onderzoek zou willen krijgen kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke onderzoeker en lid van de Commissie Ethiek, Dr. Guido Valk, email G.H.valk@uva.nl, Nieuw Achtergracht 129-B, 1018 WT Amsterdam. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kunt zich wenden tot het lid van de Commissie Ethiek, Dr. Mark Rotteveel, tel. 0205256713, email M.Rotteveel@uva.nl, Nieuwe

Achtergracht 129, 1018 WT Amsterdam [DEELNEMER] “Ik heb de informatie gelezen en begrepen en geef toestemming voor deelname aan het onderzoek en gebruik van de daarmee verkregen gegevens. Ik behoud daarbij het recht om zonder opgaaf van reden deze

instemming weer in te trekken. Tevens behoud ik het recht op ieder door mij gewenst

moment te stoppen met het experiment.” aldus hieronder tekenen door met muis (computer) of vinger (mobiel) handtekening te schrijven

Q2.1 Wat is uw geslacht?  Vrouw

 Man

(25)

25

Q2.2 Wat is uw leeftijd?

Q2.3 Wat is uw hoogst afgeronde opleiding?  Basisonderwijs  VMBO  HAVO  VWO  MBO  HBO  WO

Q2.4 Ik heb op dit moment een (bij)baan  Ja

 Nee

Q2.5 Hoeveel thuiswonende kinderen heeft u?  Ik heb geen thuiswonende kinderen  Ik heb één thuiswonend kind  Ik heb twee thuiswonende kinderen  Ik heb 3 of meer thuiswonende kinderen

Q2.6 Mijn burgerlijke status op dit moment is:  Alleenstaand

 Samenwonend  Gehuwd

 Anders, nl: ____________________

Q2.7 Bent u nog bezig met een opleiding? Zo ja welke?  MBO

 HBO  WO

(26)

26

 Nee, al afgerond

Q2.8 Ik heb thuiswonende kinderen in de leeftijd van (als u meerdere thuiswonende kinderen heeft kunt u meerdere hokjes aankruisen):

 Ik heb geen thuiswonende kinderen  0 - 5 jaar

 6 - 11 jaar  12 - 17 jaar  18 jaar of ouder

Q2.9 Bent u in het bezit van een auto?  Ja

 Nee

Q2.10 Hoeveel jaar bent u woonachtig op uw huidige adres?  Tussen de 0 - 5 jaar

 Tussen de 5 - 10 jaar  Tussen de 10 - 15 jaar  Meer dan 15 jaar

Q2.11 Ik verdien netto:

 Minder dan 2000 euro per maand  Tussen de 2000 - 3000 euro per maand  Tussen de 3000 - 4000 euro per maand  Meer dan 4000 euro per maand

(27)

27

Q2.12 Bent u woonachtig in de buurt van het Willibrordusplein?  Ja

 Nee

Q3.1 Willibrordusplein, een parkeergarage? In het herinrichtingsplan voor het

Willibrordusplein is de bouw van een parkeergarage opgenomen. De gemeente heeft de buurtbewoners er ten tijde van het opstellen van dit bestemmingsplan van verzekerd dat zij mede inspraak zouden krijgen over de herinrichting van het plein. Jullie aanwijzingen zijn echter niet meegenomen in het herinrichtingsplan. Om hier tegen te strijden hebben jullie vergaderingen gehouden, brieven geschreven en andere mate van actie ondernomen. Stel je nu eens voor dat alle acties die jullie tot nu toe met de buurt hebben ondernomen om de veiligheidssituatie, de functionaliteit, de ruimtelijke kwaliteit en het unieke karakter van het ontwerp te verbeteren niet zijn meegenomen door de gemeente. Hierdoor zal het

Willibrordusplein zijn kracht in de buurt verliezen. En zullen vele dingen verloren gaan, waaronder de ruimte voor basketballen, skeeleren, gymlessen, uitjes voor de crèche of het bejaardencentrum en fietsplekken. Niet alleen verandert de functie van het Willibrordusplein maar deze wordt zelfs gevaarlijk om op te spelen. Door de nieuwe inrichting ontstaan er veel onveilige situaties. Hierdoor neemt de kans op ongelukken toe. Echter geeft de gemeente geen gehoor aan de geluiden die jullie als bewoners hebben laten horen. Vul nu de volgende stellingen in:

Om de veiligheid en functie van het Willibrordusplein te beschermen, zou ik samen met de buurt het Willibrordusplein bezetten zodat de gemeente de plannen gaat aanpassen.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(28)

28

Q3.2 Om de veiligheid en functie van het Willibrordusplein te beschermen, zou ik de gemeente dwingen tot het ondernemen van actie.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q3.3 Om de veiligheid en functie van het Willibrordusplein te beschermen, zou ik net zo lang blijven demonstreren tot er naar ons geluisterd wordt, zelfs al komt daar geweld bij kijken.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q3.4 Omdat geen van onze vorige acties (o.a. petitie tekenen, vergaderingen) de gemeente tot inzicht hebben laten komen, zou ik nu meedoen aan acties van hardere aard.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(29)

29

Q3.5 Om de veiligheid en functie van het Willibrordusplein te beschermen, zou ik samen met mijn buren werkzaamheden op het Willibrordusplein onmogelijk maken zodat het niet

verbouwd kan worden.  Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q4.1 Ik voel afschuw tegenover de gemeente die de beslissingen over de verandering van het Willibrordusplein heeft genomen.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q4.2 Ik voel minachting tegenover de gemeente die de beslissingen over de verandering van het Willibrordusplein heeft genomen.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(30)

30

Q5.1 Ik ben boos over de herindeling van het Willibrordusplein door de gemeente.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q5.2 De plannen van de gemeente over de herindeling van het Willibrordusplein maken mij kwaad.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q5.4 Het maakt mij woedend dat de veiligheid van buurtkinderen in gevaar komt door de herindeling van het Willibrordusplein van de gemeente.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q6.1 Ik ben verdrietig over de herindeling van het Willibrordusplein door de gemeente.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(31)

31

Q6.2 De plannen van de gemeente over de herindeling van het Willibrordusplein maken mij bang.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q7.1 Ik denk dat de buurtbewoners samen de plannen over de herindeling van het Willibrordusplein kunnen beïnvloeden.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q7.3 Wij, als buurtbewoners, hebben het idee dat het geen effect heeft als wij onze mening over de herindeling van het Willibrordusplein laten horen.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q7.4 Als buurtbewoners zich als groep verenigen, kunnen zij samen veel teweegbrengen.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(32)

32

Q7.5 Ik denk dat het starten van een petitie de gemeente kan overtuigen om het herindelingsplan te wijzigen.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q7.6 Ik denk dat wij, als bewoners rondom het Willibrordusplein, controle hebben over het veranderen van de herindelingsplannen.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q7.2 Ik denk dat de buurtbewoners samen met succes de beslissingen over de herindeling van de gemeente kunnen beïnvloeden.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q7.7 Ik denk dat wij, als bewoners rondom het Willibrordusplein, onze mening krachtig kunnen laten horen aan de gemeente.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(33)

33

Q7.8 Ik constateer dat wij als buurtbewoners effectief zijn in het veranderen van de herindelingsplannen van het Willibrordusplein.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q8.1 De beslissingen die gemaakt zijn door de gemeente over het Willibrordusplein zijn oneerlijk.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q8.2 De manier waarop de gemeente heeft gehandeld is onjuist.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q8.3 De gemeente heeft het recht om deze herindeling zonder overleg met de buurt door te voeren.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(34)

34

Q8.4 Ik heb het gevoel dat de gemeente niet luistert naar de meningen van de buurtbewoners.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q8.5 Als de gemeente plannen in andere buurten wijzigt en de herindelingsplannen voor het Willibrordusplein niet vind ik dat onverdiend.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q8.6 Ik voel mij boos over de manier waarop de gemeente heeft gehandeld ten opzichte van de buurtbewoners.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q9.1 Om de situatie rondom het Willibrordusplein te verbeteren, zou ik deelnemen aan een demonstratie met andere buurtbewoners.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(35)

35

Q9.3 Ik zou meedoen aan een buurtinitiatief van andere bewoners om de situatie rondom het Willibrordusplein te verbeteren.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q9.4 Om de situatie rondom het Willibrordusplein te verbeteren, zou ik zelf een buurtinitiatief starten.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q9.5 Het is een goed idee om het Willibrordusplein te bezetten om de situatie te verbeteren.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q9.7 Om de situatie rondom het Willibrordusplein meer aandacht te geven, zou ik een post op Facebook of een vergelijkbare site zetten.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(36)

36

Q10.1 Ik heb veel gemeen met de andere bewoners rondom het Willibrordusplein.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q10.2 Ik voel een sterke band met de andere bewoners rondom het Willibrordusplein.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q10.3 Ik spreek kennissen/vrienden uit de buurt regelmatig voor een gezellig praatje.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q10.4 Het voelt goed om een medebewoner van het Willibrordusplein te zijn.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(37)

37

Q10.5 In het algemeen is het zijn van een bewoner rondom het Willibrordusplein een belangrijk deel van mijn identiteit.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q11.1 Ik denk vaak aan het feit dat ik een bewoner ben rondom het Willibrordusplein.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q11.2 Het zijn van een bewoner van het Willibrordusplein is van invloed op hoe ik mij over mezelf voel.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q11.3 Het feit dat ik een bewoner rondom het Willibrordusplein ben, komt regelmatig in mij op.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(38)

38

Q11.4 Ik ben tevreden over mijn keuze om rond het Willibrordusplein te gaan wonen.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q11.5 Het zijn van een bewoner rondom het Willibrordusplein geeft mij een goed gevoel.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q12.1 Ik zou willen verhuizen naar een andere buurt.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q12.2 Ik hecht veel waarde aan de uiterlijke kenmerken van het Willibrordusplein.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

(39)

39

Q12.3 Ik ben trots op de ligging van mijn buurt in Amsterdam.  Helemaal mee eens

 Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q12.4 Ik zou het betreuren, als ik door omstandigheden naar een andere buurt zou moeten verhuizen.

 Helemaal mee eens  Enigszins mee eens  Noch eens noch oneens  Enigszins mee oneens  Helemaal niet mee eens

Q101 Het onderstaande is het laatste gedeelte van de vragenlijst. Klik de optie aan die het beste bij u past. Hierbij geldt een schaal die loopt van HELEMAAL MEE ONEENS tot HELEMAAL MEE EENS.

Q13.2 Ik ben bang dat ik mijn verantwoordelijkheden en verplichtingen niet na kan komen.  Helemaal mee oneens

 2  3  4  5  6  7  8

(40)

40

Q13.14 Ik zie mijzelf als iemand die er allereerst naar streeft om mijn wensen en verlangens te vervullen.

 Helemaal mee oneens  2  3  4  5  6  7  8

 Helemaal mee eens

Q13.3 Ik fantaseer vaak over hoe ik mijn inspiraties en wensen kan bereiken.  Helemaal mee oneens

 2  3  4  5  6  7  8

(41)

41

Q13.4 Ik ben bang om te worden wie ik niet wil zijn.  Helemaal mee oneens

 2  3  4  5  6  7  8

 Helemaal mee eens

Q13.5 Ik denk vaak aan de ideale persoon die ik zou willen zijn.  Helemaal mee oneens

 2  3  4  5  6  7  8

(42)

42

Q13.7 Ik maak mij regelmatig zorgen dat ik faal in het behalen van mijn doelen.  Helemaal mee oneens

 2  3  4  5  6  7  8

 Helemaal mee eens

Q13.9 Ik fantaseer vaak over vervelende ervaringen waarvan ik bang ben dat die mij zouden overkomen.

 Helemaal mee oneens  2  3  4  5  6  7  8

(43)

43

Q13.10 Ik denk vaak aan hoe ik mislukkingen in mijn leven kan vermijden.  Helemaal mee oneens

 2  3  4  5  6  7  8

 Helemaal mee eens

Q13.13 Mijn belangrijkste doel is het voorkomen dat ik faal in de dingen die ik doe.  Helemaal mee oneens

 2  3  4  5  6  7  8

(44)

44

Q13.15 Ik zie mijzelf als iemand die er allereerst naar streeft om mijn verantwoordelijkheden, plichten en verplichtingen te vervullen.

 Helemaal mee oneens  2  3  4  5  6  7  8

 Helemaal mee eens

Q13.12 Mijn belangrijkste doel is het behalen van mijn ambities.  Helemaal mee eens

 1  2  3  4  5  6  7  8

 Helemaal mee oneens (10)

Q99 Super bedankt voor het invullen van deze vragenlijst! Wilt u meer weten over de

resultaten van dit onderzoek? Vul dan hieronder uw mailadres in zodat wij u de resultaten en conclusies kunnen toe mailen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

A ls de sociale economie door een analyse to t de slotsom komt, d at de vrije internationale ruil van goederen leidt tot een optimale bevrediging der behoefte

The CJEU also noted the methods on how companies usually establish themselves in another States by focusing on Article 49 TFEU, which extends freedom of establishment to

This resulted in the following research question: “What is the performance of a shallow approach, compared to a deep learning one, for estimating time coherent full-body poses

John Council. A review of the role of cost-benefit analysis as an input to the management of safety. {In CCPS of AlChE, US EPA, Japan Society of Chemical Engineers, European

In addition to the direct effects of depression, accommodative coping, perceived health and somatic comorbidity, there were sig- nificant indirect associations between fatigue and

Sterker nog, in sommige ziekenhuizen werd deze techniek alleen voor die lastige patiënten ingezet omdat ze anders niet behandeld zouden kunnen worden.. Uit cijfers van de EVAS

LJL'-' of, om het in thans wat ouderwetse termen te zeggen, in een kapitalisti- sche economische orde; het past niet erg bij de verhouding tussen overheid en haar

De causale relatie tussen collectieve actie en nationalistische identificatie wordt niet onderkend door de leden van de natie- staat of de nationale beweging;..