Projectopdracht leerjaar 3
1
Opdracht Staalbouw per projectgroep.
Leerjaar 3
Onderdeel: Cremonadiagram tekenen en stangkrachten berekenen met de knooppuntmethode of de snedemethode van Ritter.
Constructie ontwerpen door de juiste berekeningen te maken.
Constructieleer Leerjaar 3 Mei 2020
Een constructie bestaat uit 2 spanten, zie tekening, Je ziet één spant De afstand tussen de spanten is 6 meter.
De verbindingen, knooppunten zijn boutverbindingen met schetsplaten. Een spant bestaat uit HE-balken en gelijkbenige hoekstaven.
De dakbelasting op een spant is een gelijkmatig verdeelde belasting van: q = 500 N/m2
Projectopdracht leerjaar 3
2
Gevraagd:
Zie eerst de tekening op blz. 3 :
Opdracht 1
Bereken eerst de krachten op één spant. Uitleg:
(We verwaarlozen het eigen gewicht van de profielen en het gewicht van de vloer) Hint:
Bereken het gewicht Q1 van het geprojecteerde dakoppervlak.
Q1 = q * geprojecteerd dakoppervlak.
(Q1 afronden op een geheel getal deelbaar door 6)
(Toon aan dat het geprojecteerd dakoppervlak ongeveer 125 m2 is.)
We gaan ervan uit dat één spant dit gewicht moet kunnen dragen.
Gewicht Q1 wordt over 6 punten gelijkmatig verdeeld. De steunpunten A en B tellen
samen voor één knooppunt. Fc = Fd = Fe =Ff = Fg = 1/
6 van Q1
Rekenvoorbeeld: Als Q1 = 60000 N → Fc = Fd = 10000 N enz.. En op de steunpunten werkt dan 5000 N.
En FRa = FRb = 30000 N. Nu kun je beginnen:
Verdeel Q1 over de kooppunten zoals hierboven is uitgelegd.
Ieder tekent het Cremonadiagram en maakt een tabel met de staafkrachten.
Vergelijk de resultaten met elkaar en maak vervolgens één tabel met alle resultaten. Stang 4 staat loodrecht op de stangen 1 en 2. Voor stang 6 geldt hetzelfde.
De lengte van de stangen 1,2 en 3 zijn gelijk.
Dus opleveren: de cremonadiagrammen van ieder afzonderlijk en één tabel met duw en trekkrachten per stang.
Projectopdracht leerjaar 3
3
Nu verder…
Opdracht 2
Ieder berekent de staafkrachten m.b.v. de Snede methode van Ritter of met de knooppunt methode of een combinatie van beide.
Maak weer een tabel en controleer je uitkomsten door deze met opdracht 1 te vergelijken.
Opleveren: Van ieder de berekeningen van de staafkrachten en samen één tabel met staafkrachten gecombineerd met de tabel uit opdracht 1
Opdracht 3
Nu telt het eigen gewicht E van de profielen mee.
Kies zelf welke HE - B balk je gebruikt en welke dubbele hoekstaven je gebruikt. Maak een tabel met alle stangen. Zie voorbeeld blz. 4
Dus van elke stang, het profielnummer, de lengte in meter, het eigen gewicht in Kn/m en het eigen gewicht in Kn.
Projectopdracht leerjaar 3
4
Stang Profiel Lengte in m Q2 in Kn/m Q2 in Kn
Stang 1
Bepaal nu het totale eigen gewicht van de profielen E
De kracht Q op één spant wordt nu berekend door: Q = Q1 + E
Om veiligheidsredenen wordt een veiligheidsfactor gebruikt van 30 %
Opleveren: Een tabel met het totale eigen gewicht E en de berekening van Q
Opdracht 4
Het nieuwe Gewicht Q wordt weer over 6 punten gelijkmatig verdeeld.
Teken vervolgens weer het Cremonadiagram en maak een tabel met de staafkrachten.
Dus opleveren: de cremonadiagrammen van ieder afzonderlijk en één tabel met duw en trekkrachten per stang.
Opdracht 5
Bereken de staafkrachten m.b.v. de Snede methode van Ritter of met de knooppunt methode of een combinatie van beide.
Maak weer een tabel en controleer je uitkomsten door deze met opdracht 4 te vergelijken.
Opleveren: van ieder de berekeningen van de staafkrachten en samen één tabel met staafkrachten gecombineerd met de tabel uit opdracht 4
Opdracht 6
Zie hiervoor de kik tabel: → https://techniekvenlo.nl/documenten/knik-berekenen/
Bereken alle stangen op knik. Vul alles in de knik tabel in.