• No results found

Braille_Nederlands_VMBO-GLTL_2012_2e-TV_deel 2 van 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Braille_Nederlands_VMBO-GLTL_2012_2e-TV_deel 2 van 2"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage VMBO-GL en TL 2012

Nederlands CSE GL en TL

deel 2 van 2

Tekstboekje tijdvak 2

(2)

Symbolenlijst

" aanhalingsteken * sterretje

(3)

Inhoud

Tekst 1 2 Tekst 2 4 Tekst 3 6 Tekst 4 7

(4)

bladzijde 2

Tekst 1

Naar een artikel van Annemarie Kas, NRC Next, 3 september 2009 Veertig vrachtwagens op één binnenvaartschip

alinea 1

1. Opa Van der Linden was in de vorige 2. eeuw binnenvaartschipper. Omdat hij zijn 3. vracht uit Rotterdam in het Brabantse 4. Drunen moest afleveren, maar met 5. zijn schip maar tot Waalwijk kon komen, 6. besloot hij met auto's zijn lading vanaf de 7. Waalwijkse haven verder over de weg te 8. vervoeren. Uit dat familiebedrijfje groeide 9. het Regionaal Overslagcentrum

10. Waalwijk, waarover kleinzoon John van 11. der Linden nu de leiding heeft. Aan zijn 12. kade tilt een heftruck containers uit een 13. klein binnenvaartschip; er passen 24 14. grote of 48 kleine containers in. De

15. containers slaat hij op zijn terrein op of hij 16. vervoert ze direct met vrachtauto's naar 17. zijn klanten. Hij biedt scheepvaart aan in 18. combinatie met vervoer over de weg.

alinea 2

19. "Dat zou veel meer moeten

20. gebeuren", zegt econoom Tilman Platz, 21. die onlangs promoveerde aan de

22. Radboud Universiteit Nijmegen. Platz 23. constateerde in zijn proefschrift dat de 24. binnenvaart nog veel te weinig benut 25. wordt, met name voor het vervoer van 26. containers. De binnenvaart neemt slechts 27. 5 procent van het totale Europese

28. vrachtvervoer voor zijn rekening. Volgens 29. Platz kunnen de Europese rivieren met 30. gemak twee keer zoveel vracht aan als 31. op dit moment. Om succesvol te

32. concurreren met vervoer over de weg 33. moet, volgens hem, vrachtvervoer over 34. water op drie gebieden goed scoren:

(5)

35. geld, tijd en dienstverlening.

alinea 3

36. De Europese Commissie pleit al jaren 37. voor meer vervoer over water. Het is 38. goedkoper, ontlast de drukke snelwegen 39. in Europa en is beter voor het milieu. 40. Vrachtschepen stoten per 1.000 kilo 41. vracht zes maal minder CO2 uit dan 42. vrachtauto's. En: in een middelgroot 43. binnenvaartschip van bijna 70 meter past 44. al snel de inhoud van veertig

45. vrachtwagens. Daarnaast heeft zo'n 46. schip niet alleen geen last van files, het 47. veroorzaakt er ook geen.

alinea 4

48. Het vervoer over de weg blijft des-49. ondanks verreweg het populairst. Het 50. aandeel scheepvaart binnen het vracht-51. vervoer wil maar niet stijgen, ondanks de 52. subsidie die de Europese Commissie al 53. jaren verstrekt aan bedrijven die hun 54. vervoer verplaatsen van weg naar water 55. of spoor. Dit jaar werd het bedrag dat 56. bedrijven krijgen per 500 tonkilometer 57. zelfs verdubbeld van 1 naar 2 euro. 58. Jaarlijks stelt Brussel 62 miljoen euro 59. beschikbaar voor bedrijven die proberen 60. om het vervoer op de weg te ontlasten.

alinea 5

61. "Om de binnenvaart echt te laten

62. groeien, moet vooral de transportservice 63. beter", meent onderzoeker Platz. "Omdat 64. niet alle bedrijven in de buurt van een 65. waterweg liggen, moet de vervoerder 66. transport van deur tot deur aanbieden. 67. Pas als het vervoer soepel verloopt en de 68. klant geen extra moeite hoeft te doen 69. voor vervoer van zijn goederen over 70. water, wordt het ook aantrekkelijk", zegt 71. Platz. "Complete uitvoering van de 72. wensen van de klant is een vereiste."

(6)

alinea 6

73. Voor Nederland zou meer vervoer via 74. de binnenvaart positief zijn; ruim de helft 75. van de West-Europese binnenvloot vaart 76. onder Nederlandse vlag. Al is volledige

(7)

bladzijde 3

77. transportservice niet zo eenvoudig te 78. verwezenlijken, denkt Kees de Vries, 79. directeur van Schuttevaer, de Neder-80. landse belangenvereniging voor de 81. binnenvaart. Veel binnenvaartschippers 82. zijn zelfstandige ondernemers en varen 83. maar met één of twee schepen. "Dat ze 84. een kraan of vervoer erbij moeten 85. regelen, is gemakkelijk gezegd, maar 86. voor veel schippers ingewikkeld om te 87. realiseren."

alinea 7

88. De Vries ziet liever dat bedrijven bij 89. de keuze van hun locatie juist kijken of er 90. vaarwater in de buurt is. "Daar moeten 91. bedrijven dan ook subsidie voor krijgen", 92. meent hij. Want zodra er sprake is van 93. voor- of natransport moeten de goederen 94. ook weer overgeslagen worden van schip 95. naar truck. Dat kost tijd en moeite en dus 96. stijgen de kosten weer.

alinea 8

97. Die tijd en moeite is al snel reden toch 98. voor direct vervoer over de weg te 99. kiezen. Daar heeft John van der Linden 100. in Waalwijk een mooi voorbeeld van. Hij 101. vervoert al jaren gevaarlijke chemische 102. stoffen voor chemiebedrijf DSM vanuit de 103. Rotterdamse haven. Dat gebeurde altijd 104. over het water, maar sinds enkele 105. maanden komen de stoffen op een

106. andere locatie binnen, waar geen binnen-107. vaartschip kan komen. Dus besloot Van 108. der Linden de stoffen meteen in de 109. vrachtauto te laden.

(8)

alinea 9

110. Platz: "Ook in de havens zelf valt nog 111. tijd te winnen. Veel havens in bijvoor-112. beeld Frankrijk zijn niet 24 uur per dag 113. open of de sluizen zijn niet standaard 114. bemand, zodat schepen niet kunnen 115. doorvaren. Vaak ook zijn bruggen te laag 116. of waterwegen niet diep genoeg. Dat 117. komt de betrouwbaarheid van de levering 118. niet ten goede: bij een lage waterstand 119. kan een binnenvaartschip in plaats van 120. 1.500 ton ineens bijvoorbeeld maar 600 121. ton vervoeren, terwijl een uitgediepte 122. vaarweg een minimumdiepte garandeert. 123. De verschuiving van transport van weg 124. naar water zal dus alleen kunnen groeien 125. als de infrastructuur van de vaarwegen 126. wordt verbeterd." De Vries van

127. Schuttevaer vindt: "De oplossing van dat 128. probleem ligt toch echt bij de overheid. 129. Vrachtwagenchauffeurs leggen toch ook 130. niet zelf snelwegen aan?"

alinea 10

131. "Het is niet helemaal fair om voor

132. een grotere binnenvaartsector in Europa 133. alleen naar de overheid te wijzen", vindt 134. schipper Ronald Versloot. "Het wordt wel 135. degelijk tijd om onze blik eens te

136. verruimen en het voorstel van econoom 137. Platz voor complete dienstverlening 138. serieus te nemen. Collectief zouden we 139. veel meer kunnen regelen wat opslag en 140. overslag betreft. Zo'n nieuwe logistieke 141. keten zou best te organiseren zijn. De 142. binnenvaart mag dan een individualis-143. tische branche zijn, waarin schippers 144. 'van nature geïsoleerd' waren, maar die 145. tijden zijn voorbij. Ook op een schip is op 146. het gebied van communicatie en techniek 147. tegenwoordig van alles mogelijk," aldus 148. Versloot.

(9)

bladzijde 4

Tekst 2

Naar een artikel van Marte Kaan, NRC Next, 25 januari 2010 Wie aardig is, gunt de ander het goede

alinea 1

1. "Alstublieft, eet smakelijk", zegt de

2. serveerster. Ze klinkt warm,

vriende-3. lijk, alsof ze het meent. Wantrouwend

4. kijk ik haar na. Bij die vriendelijke

5. serveerster blijft het niet. Ook de

tram-6. conducteur, de barman en de portier

7. zeggen me vriendelijk gedag en

8. wensen me een goede dag, avond of

9. nacht. Wat is iedereen hier toch

10. aardig. En dat terwijl ik een Amster-11. dammer ben, te gast in Rotterdam. Ik 12. zou eerder het omgekeerde

13. verwachten.

alinea 2

14. Aardigheid voor anderen is geen 15. kwaliteit die doorgaans wordt

16. nagestreefd. Het algemene oordeel is 17. juist, dat mensen beter voor zichzelf op 18. kunnen komen, assertiever moeten zijn 19. en hun grenzen beter aangeven. 'Ik moet 20. aardiger voor mezelf leren zijn' hoor je 21. wel eens. Bijna nooit zegt iemand dat hij 22. aardiger voor anderen wil zijn.

alinea 3

23. Misschien komt dat doordat het oor-24. deel 'Dat is een aardig iemand' meestal 25. niet als een aanbeveling klinkt. 'Aardig-26. heid' is een begrip dat bij gebrek aan 27. beter wordt gebruikt. Je kunt iemand 28. beter grappig, intelligent, spannend of

(10)

29. gewoon geweldig vinden. Als er weinig 30. over iemand te zeggen valt, dan is hij of 31. zij altijd nog aardig. Met andere woorden: 32. dan is hij of zij een grijze muis.

alinea 4

33. Waardoor gedragen mensen in de

34. ene stad zich aardiger dan in de andere? 35. Het verschil in de manier waarop iemand 36. benaderd wordt in Amsterdam en Rotter-37. dam heeft volgens de schrijver Cas 38. Wouters te maken met de rangorde 39. tussen mensen. In Rotterdam bestaan 40. meer verschillen tussen de mensen dan 41. in Amsterdam. De Rotterdamse manier 42. van omgaan met elkaar kent meer 43. rangordeverschillen dan de Amster-44. damse: in Rotterdam zijn met andere 45. woorden meer rangen en standen dan in 46. Amsterdam. Je mag dus in Amsterdam 47. eigenlijk meer aardige mensen ver-48. wachten dan in Rotterdam. Vandaar mijn 49. verbazing. Aardigheid lijkt dus deels 50. bepaald te worden door sociale 51. gewoonten.

alinea 5

52. Op dezelfde manier heeft ook het 53. veronderstelde arrogante, onaardige 54. gedrag van Fransen tegenover Neder-55. landse toeristen, z'n grondslagen in 56. verschillende omgangsgewoonten. 57. Fransen zijn traditioneler, kennen meer 58. standsverschillen en hebben meer 59. gevoel voor privacy. Ze houden afstand 60. en nodigen je niet zomaar uit voor een 61. wijntje voor hun tent op de camping. Een 62. houding die de nieuwsgierige en op 63. gezelligheid beluste Hollander vaak een 64. doorn in het oog is.

(11)

alinea 6

65. Er zijn dus enerzijds plaatselijke

66. verschillen, maar aardigheid verandert 67. ook in de loop van de tijd. Volgens Cas 68. Wouters zetten in onze tijd sociale 69. processen, zoals toegenomen afhanke-70. lijkheid van elkaar, aan tot aardige

71. omgangsvormen. Omdat wij steeds meer 72. afhankelijk van elkaar zijn, moeten wij 73. gewelddadig en agressief gedrag 74. inperken. Volgens Wouters word je 75. tegenwoordig sterker op onaardigheid 76. afgerekend dan vroeger, toen stands-77. verschillen en afstandelijke omgangs-78. gewoonten normaal waren. Vroeger gold 79. het als normaler dan tegenwoordig als je 80. onaardig was tegen mensen van

81. zogenaamde lagere stand. Mensen die 82. nu niet aardig en innemend zijn,

83. bederven hun kansen in hun huwelijk en 84. arbeidsrelaties. "Persoonlijke kwaliteiten 85. als inlevingsvermogen en aardig zijn, zijn 86. vooral sinds de jaren zestig belangrijker 87. geworden", zegt hij.

(12)

bladzijde 5

alinea 7

88. De Zweedse arts Stefan Einhorn 89. betoogt in zijn boek Aardig zijn is een 90. kunst allereerst dat aardig zijn een

91. belangrijk overlevingsmechanisme is. De 92. mens is een kuddedier; zijn bestaan is 93. afhankelijk van de groep waar hij in leeft. 94. Goed zijn voor anderen betekent dus 95. goed zijn voor jezelf. Gold die gemeen-96. schapszin vroeger voor de stam of het 97. dorp, nu is die uitgebreid naar grotere 98. gemeenschappen als de stad of het land.

alinea 8

99. Een ander kenmerk is dat dat gevoel 100. voor gemeenschappelijk welzijn 101. verandert naarmate de groep groter 102. wordt. Einhorn haalt onderzoek aan 103. waaruit blijkt dat het gevoel voor het 104. welzijn van de gemeenschap het sterkste 105. is bij groepen van 150 mensen. Dat is 106. gelijk aan de omvang van de dorpen van 107. jagers en verzamelaars, en ook aan de 108. omvang van een militaire eenheid. 109. Overstijgt het aantal personen de 150, 110. dan vermindert het gemeenschapsgevoel 111. ten gunste van het individualisme en 112. zullen mensen dus minder aardig voor 113. elkaar hoeven te zijn.

alinea 9

114. Aardigheid is volgens Einhorn ook 115. welwillendheid. Hij doelt op

116. welwillendheid in de breedste zin van het 117. woord: dat je de ander het goede gunt. 118. Dit betekent niet alleen dat je aardig 119. handelt, maar ook dat je iemand aan-120. dacht geeft, luistert, niet jaloers bent op 121. andermans succes. Dat blijkt volgens 122. Einhorn bijvoorbeeld uit het verband 123. tussen gierigheid en aardigheid: gierige 124. mensen zijn niet aardig. Want gierige

(13)

125. mensen hebben volgens hem niet alleen 126. moeite om geld uit te geven, maar ook 127. om aan anderen aandacht en hulp te 128. geven. Einhorn onderstreept dat het 129. steeds gaat om de aardige handeling, 130. dus om wat je doet en niet om de 131. aardige gedachte. Als je aardig doet, 132. iemand helpt, iets geeft, luistert, steunt, 133. aandacht geeft, dan is dat wat telt.

alinea 10

134. Ten slotte zijn wij volgens Einhorn, 135. of we nu in een stam, een dorp of in een 136. stad leven, door de natuur uitgerust met 137. een neiging tot aardigheid. Die neiging is 138. dus aangeboren. Het blijkt dat samen-139. werken en aardig zijn bepaalde

140. processen in het brein in gang zetten, die 141. zorgen voor een prettig gevoel. Aardig 142. zijn levert daadwerkelijk voordeel op en 143. verspreidt zich vanzelf.

(14)

bladzijde 6

Tekst 3

Naar een advertentie in de Volkskrant, 2 mei 2010 Tegen welke prijs mag het in de winkels liggen?

Omschrijving afbeelding:

De afbeelding bestaat uit twee puzzelstukjes, die in elkaar passen.

In het ene puzzelstukje zie je een foto van Aziatische kinderen, die achter een naaimachine zitten. In het andere puzzelstukje zie je een blanke vrouw, die bij een rek vol spijkerbroeken staat.

Er zijn modemerken die garanderen dat zij niet betrokken zijn bij kinderarbeid. Desondanks verkopen ook modemerken die zo'n garantie niet geven nog steeds goed. Is dit omdat de consument geen kritische vragen stelt, of omdat er te weinig over bekend is? Moeten we de handel in deze producten verbieden, of wordt de situatie voor de kinderen daardoor juist slechter? Welke mogelijkheden zijn er om te stimuleren dat de modemerken werken aan verbeteringsprogramma's? Internationale handel met ontwikkelingslanden is één van de vele maatschappelijke vraagstukken waar je bij het Rijk mee bezig kunt zijn. Het Rijk is de verzamelnaam van alle

ministeries, diensten en onderdelen, verspreid over het hele land. Je kunt er werken aan zeer uiteenlopende thema's, zaken die ons allemaal raken. Spreekt dat je aan? Op www.werkenbijhetrijk.nl vind je meer informatie over werken bij het Rijk en alle actuele vacatures.

Werken bij het Rijk. Als je verder denkt www.werkenbijhetrijk.nl

(15)

bladzijde 7

Tekst 4

Naar een artikel van Bastienne Wentzel, Life Sciences, 7 april 2009 Planten met pit

alinea 1

1. De kranten staan er bol van: brand-2. stoffen zoals steenkool, aardgas en 3. aardolie raken op! Teveel CO2-uitstoot 4. veroorzaakt klimaatverandering!

5. Bedrijven en landen moeten energie 6. besparen en naar andere mogelijk-7. heden zoeken. Maar eigenlijk is er 8. helemaal geen tekort aan energie op 9. aarde. De zon straalt driehonderd maal 10. zo veel energie op de aarde als de 11. mens nodig heeft. Een groot deel daar-12. van gebruikt de plantenwereld om te 13. groeien. De energie die planten op die 14. manier opslaan, kunnen wij weer 15. benutten.

alinea 2

16. Ook een land als Nederland draait 17. mondjesmaat mee in de bio-energie. 18. Zo produceerde Lelystad Airport in 19. 2007 zo'n 15.000 liter koolzaadolie van 20. planten die op 10 hectare van het 21. eigen terrein waren gezaaid. Men had 22. berekend dat hiermee alle voertuigen 23. van de luchthaven een jaar lang 24. konden rondrijden. In 2005 werd ruim 25. 4 procent van het Nederlands elektri-26. citeitsverbruik opgewekt uit plantaardig 27. materiaal dat gekweekt is voor de 28. energieproductie.

(16)

alinea 3

29. In een land als Saudi-Arabië wordt 30. zo'n 90 procent van alle gewassen 31. gebruikt voor de productie van brand-32. stoffen als bio-ethanol*1 en biodiesel*2.

*1 bio-ethanol: brandstof gemaakt uit planten

*2 biodiesel: brandstof die wordt gewonnen uit plantaardige oliën 33. Verder werken de

afvalverbrandings-34. installaties van verschillende landen 35. op gft- en papierafval en zijn er enkele 36. kleine centrales die groene stroom 37. opwekken door houtsnippers te 38. verbranden. Veel kolencentrales 39. voegen dierlijk en plantaardig afval toe 40. en mogen hun product eveneens 41. duurzaam noemen. En dan is er nog 42. Synthetic Natural Gas, 'groen aardgas' 43. dat via vergisting*3 of een ander 44. vergassingsproces wordt gemaakt uit 45. plantaardig materiaal.

*3 vergisting: reactie waarbij suikers met behulp van bacteriën worden omgezet in alcohol en koolstofdioxide

alinea 4

46. Onlangs hebben Wageningse 47. onderzoekers onderzocht welke 48. gewassen de meeste energie 49. opleveren. Voor de winning van 50. brandstoffen kwamen tropische

51. gewassen zoals oliepalm en suikerriet 52. als beste uit de bus. Dat komt vooral 53. doordat die het hele jaar door groeien, 54. waardoor de productie per hectare 55. hoog is. Gras kwam eveneens naar 56. voren als een goede kandidaat voor 57. groene grondstof. Een minpuntje van 58. gras is, dat de opbrengst per hectare 59. vrij laag is.

(17)

alinea 5

60. Maar het produceren van biobrand-61. stoffen kent ook een keerzijde. Kool-62. zaad, maïs, suikerriet en soja worden 63. veel gebruikt voor de productie van 64. biobrandstoffen. Deze gewassen 65. nemen vruchtbare landbouwgrond in 66. beslag. Het verbouwen van voedsel-67. gewassen voor energiewinning kan 68. leiden tot voedseltekorten. Moet een 69. Afrikaan verhongeren zodat een 70. Amerikaan in zijn grote auto kan rond-71. rijden? Daar komt bij dat veel olie-72. houdende gewassen worden gekweekt 73. in tropische, meestal arme landen. 74. Grootschalige teelt van energie-75. gewassen kan nadelige sociale en

(18)

bladzijde 8

76. maatschappelijke gevolgen hebben 77. voor de lokale bevolking. Hoe is het 78. bijvoorbeeld gesteld met de arbeids-79. omstandigheden en met kinderarbeid?

alinea 6

80. Het telen van algen als materiaal 81. voor biobrandstof is veel ingewikkelder 82. dan het verbouwen van maïs of soja. 83. Daardoor was het lange tijd veel te 84. duur en werd er vroeger geen onder-85. zoek naar gedaan. De stijgende olie-86. prijs heeft daar verandering in

87. gebracht, want kleine bedrijven die 88. onderzoek doen naar de ontwikkeling 89. van biobrandstof, schieten als padden-90. stoelen uit de grond. Eén daarvan is 91. HR BioPetroleum, een partner van 92. Shell, die eind 2008 een demonstratie-93. fabriek in Hawaï opende. In Nederland 94. experimenteert Ingrepro met een 95. proeffabriek in het Friese Hallum. Zelfs 96. de KLM heeft aangekondigd dat het 97. bedrijf met algenproducent AlgaeLink 98. gaat samenwerken voor de ontwikke-99. ling van kerosine uit algen. Rond 2010 100. moeten er vliegtuigen op biokerosine 101. vliegen.

alinea 7

102. Voorstanders van algenolie 103. bejubelen de voordelen van het 104. kweken van algen. Daarbij wordt 105. immers geen beslag gelegd op land-106. bouwgrond. Verder verdubbelen de 107. algen zich onder gunstige omstandig-108. heden elke dag. Sommige algen-109. soorten bestaan van nature al voor 110. bijna de helft uit olie. De olieopbrengst 111. van een vijvertje algen kan dus enorm 112. zijn. De opbrengst hangt in de praktijk 113. sterk af van de omstandigheden waar-114. onder het kweken plaatsvindt en de

(19)

115. gekozen algen. Er is dus nog veel 116. onderzoek nodig. HR BioPetroleum 117. ontwikkelde een eigen algensoort en 118. claimt daarmee op Hawaï tussen de 119. 60.000 en 140.000 liter olie per hec-120. tare per jaar te kunnen produceren.

alinea 8

121. Doordat de proeffabrieken nog niet 122. lang genoeg hebben gedraaid, blijven 123. de precieze kosten voor het produ-124. ceren van een vat algenolie tot nu toe 125. onduidelijk. Sommige producenten 126. claimen dat 80 of zelfs 50 dollar per 127. vat haalbaar zou zijn. De kosten 128. worden voor een belangrijk deel 129. bepaald door kweekmethoden en het 130. oliegehalte van de gebruikte algen-131. soort. Er is in elk geval nog veel 132. onderzoek nodig naar het verbeteren 133. van de efficiëntie van het proces. 134. Daarbij ligt de nadruk op vermindering 135. van het energieverbruik bij het oogsten 136. en mengen van de algenbrij. Ten slotte 137. moet niet alleen het oliebestanddeel, 138. maar 100 procent van de algenbio-139. massa nuttig worden gebruikt. Pas dan 140. zou het proces economisch rendabel 141. kunnen worden, zeggen onderzoekers. Einde

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1) steen (als natuurlijk materiaal, een deel van de geologische gesteentencyclus): toegepaste technieken gaan van petrografie over mineralogie tot geochemie, zonder

Het gesprek tussen theologie en muziek..

Erfenis van de hereniging Economische reconversie Economische reconversie Innere Vereinigung.

• Waarom is er in het Westen een scepsis ten aanzien van alle landbouwkundig onderzoek en wat zijn er de gevolgen van. • GGO’s zijn een noodzaak voor

Lucht: de toestand verbetert maar is nog niet goed Fijn stof:. 600 extra jaarlijkse doden in Vlaanderen door fijn stof 5 miljoen ‘verloren gezonde levensjaren’

• IE hoeft geen hinderpaal te zijn voor open innovatie • Sleutel tot verzoenen “open” innovatie en “afsluitende”. IE:

7. Goldstone, “Understanding the Revolutions of 2011. Weakness and Resilience in Middle Eastern Autocracies”, Foreign Affairs, mei/juni 2011, 8-16. • Jef Lambrecht, De

In de Anglo-Amerikaanse wereld waren de externe bestuurders klassiek door het management aangezocht, maar weliswaar, zoals het vennootschapsrecht dat vraagt, aangesteld door