Proefstation voor de Groenten- en F r u i t t e e l t onder glas te 1'aaldwijk.
2 8 AUG 6 1S3L3CTI2PRCCV2LT 13T CAIC30LASIA'S 1952 - 1953.
Doel.
•••".-.evenals voorgaande jaren is ook nu weer getracht door doelbewuste kruisingen uit te voeren, rassen te'kweken welke zich . goed lenen voor een cultuur in een druivenserre en voldoen aan de gestelde eisen.
Verloor van de Droef.
M i l ||' »I I I * • " || • Uil T U I I 'I I * * I I I I I
Van de in 1952 uitgevoerde kruisingen werd eind juni het zaad uit-gezaaid. De slechte zaadkietning hij enkele rassen had tot gevolg dat deze.groepen maar uit enkele planten hestonden.
3ind augustus werden de planten verspeend en in de hak verder gekweekt.
De derde "week...van september werden de jonge planten opgepot in pottnaat
14« Tevens werden de planten na het overpotten in de kas gebracht en in-gekuild. Gedurende de vanter werden ze regelmatig omgezet en de normale cultuurwerkzaanheden uitgevoerd.
De volgende selectie's werden opgekweekt: Groep 1952-'5; G.p'.m. G z 1 G z 2 G z 3 GT z 1 GT z 2 DSxG x ' Gx DBx
0 z 1
0 z 2,
0 z 3
0 z 4
OST p.a.
DS z 1
DSz 2
kleur van de zaadplant L i - " ' -<-tt II fl geel getijgerd ti » 1 pi.donkerrood,1 pi.geel 1 pi.geel, 1 pi. donkerrood oranje• «
tl
II ' • - • . • ' '
oranje rood getijgerd donkerrood
11
wijze van bestuiving
kruisbestuiving zelfbestuiving H » 11 II kruisbestuiving'in eigen zin 11 • -zelfbestuiving » 11 11 kruisbestuiving zelfbestuiving " Groep'I95I-; . -»52 G.p.m. 3)2 x G 1 " DE x G 3 DS x G 4 DB x G f
DS x G
f.
-DS x G 1 DS x G 2 DS x G 1 DS x G 3 DS x G 4 ' DS x G 'OST p.ta.1 DE x G 1 DS x G 32.
Beschrijving van de groepen»
G.p.m. De planten van deze groep bloeiden voor 90^ geel» IO53 kwam geel getijgerd voor de dag. Eet blad '.vas dof-donkergroen, vrij sterk be-haard en weinig glanzend. Goede gelijke groep zondsr chlorose. De groei v/as zeer matig.
G z 1. De bladkleur was licht groen tot groen, zeer matig behaard, iets glanzend. Groei matig, doch wel gelijk. De bloedkleur was bij 83'^ van de planten geel en bij 11^ geel getijgerd. Eet resultaat is dus
gun-stig te noemen.
G z 2. Bladkleur lichtgroen, -matig behaard. Ten opzichte van de lengte der planten, groeiden deze breed uit. De bloemen waren klein. De bloedkleur- was voor 100^ geel. De vorm der planten was echter slecht.
G z 3« De bladkleur was lichtgroen; vrij sterk behaard, weinig glanzend. Groei was goed. De bloei voldeed niet aan de verwachting, 23'^
bloeide geel terwijl 4&f» ^er planten oranje bloeide. De rest was
over-vragend geel getijgerd.
GT z 1. De bladkleur was dofgroen, vrij sterk behaard, weinig glan-zend. De groei was matig, doch wel gelijk, 945* bloeide met geel getij- .
gerde bloemen, 6p geel. Ook deze groep was dus homogeen wat de
bloem-kleur betreft.
GT z 2. Blad gelijk aan de vorige. De groei was iets beter. De
bloemen waren vrij groot. De planten bloeiden voor $Tp roet geel
getij-gerde bloemen.'De rest was geel. .-.
D S x G x . Deze groep bloeide voor 5Ctfo geel, 25?> oranje en 25^ 'rood
getijgerd. De groei v/as matig. De bladkleur dofgrosn, vrij sterk behaard, weinig of niet glanzend. Ongelijk van:.-- bloei.
G x D S x . Deze groep viel op vanwege de zware groei der planten, ook de bloenen waren fors van afmetingen. De bladkleur was matgroen, weinig behaard, zonder,glans. 85$ bloeide met oranje bloemen, dit lag vrij
gunstig, verder 13;ó oranje-rood en 2$ donkerrood.
O z 1. Bladkleur lichtgroen, matig behaard, licht glanzend. De groei was goed en de bloei gelijk. Deze groep was geheel uitgesplitst. 38;a bloeide met oranje bloemen, verder 205» rood, 20> geel. De rest was overwegend oranjerood, donkerrood en geel getijgerd.
0 z 2. De groei was goed. Bladkleur groen tot donkergroen., vrij
sterk behaard, iets glanzend. De bloemen groot van afmetingen. Van deze groep bloeide 815S met gele, 19^ met geel getijgerde bloemen.-Dit is gunstig 'fe noemen.
3.
0 z 3« Bladkleur dofgroen, vrij sterk behaard, iets glanzend. De groep was vrij sterk uitgesplitst, 33$ bloeide'met oranje, 42$ met gele bloemen. De rest overwegend rood. De groei was goed.
0 z 4» Lichtgroen van bladkleur, matig behaard, geen glans. De
groei was goed en gelijk. Van deae groep bloeide 56$ me"fc oranje, 19$"
met oranje getijgerde bloemen. De rest was-overwegend'geel.
CQTp.m. Van deze groep bloeide 57$ mQ^ oranje rood getijgerde,
28$ met roodgetijgerde en 14$ set oranje getijgerde bloemen. Trots deze uitsplitsing bleef de eigenschap getijgerd toch gehandhaafd. De blad-kleur was ongelijk, van licht tot donkergroen, vrij sterke beharing, lichte glans. De groei varieerde van matig tot goed.
DS z 1. De bladkleur licht tot dofgroen, licht behaard. De groei was matig terwijl deze groep totaal was uitgesplitst. Slechts 29$ bloei-de met donkerrobloei-de bloemen.
DS z 2. De bladkleur was dofgroen, licht behaard. De groei was matig, terwijl ds bloemen flink van afmetingen waren. Van deze groep bloeide 53$ met donkerrode bloemen, de rest bez-at overwegend gele bloemen. '.. ;
-Besultaten.' •
In tabel 1_is de kleur verhouding in groepen en in $ van het totaal opgetekend. Benevens de kleur van de zaadplanten waarvan werd uitgegaan.
Tabel 2 geeft een omschrijving van de bladkleur, de mate van beha-ring en de glans.' • ,
In I953 uitgevoerde kruisingen.
Uit de groepen werden.de beste planten uitgekozen en bestemd voor de zaadwinning. De kruisingen werden als.volgt uitgevoerd.
a. Positieve massa selectie . (kruisbestuiving waarbij niet werd ge-castreerd.
b. Kruisbestuiving waarbij wel ?/erd gecastreerd. c. Zelfbestuiving.
ju •Positieve massaselectie.
1. G.p.m. Uit deze groep werden 4 planten gekozen T/elke alle met gele bloemen bloeiden. Ze werden onderling met elkaar bestoven, van alle planten werd zaad gewonnen. Bij 3 planten was het blad stomp eirond, bij 1 plant eirond. De bladkleur was dof tot donkergroen, alls licht behaard.
bedroeg
Het aantal zijasssen resp.8-5-7-8« Bij alle 4 planten bloeiden deze ge-lijk met de* hoofdassen.
2 2. GT z 1. Aangezien deze groep voor "bijna 10C^ aan da gestelde
eisen voldeed, Y/as het niet moeilijk om 4 planten uit te kiezen ?;elke
alle met geel getijgerde "bloemen "bloeiden. Ze werden onderling met
el-kaar bestoven, van elke plant werd zaad gewonnen. Het "blad was bij alle
planten eirond, licht tot dofgroen van kleur en sterk "behaard. Eet
aan-tal zijassen bedroeg resp. 9-7-7-8. Bij 2 planten bloeiden ze gelijk met
de hoofdassen, bij 2 planten iets later.
Kenmerk 1953-'54 GT p.m.
3»
0
x DE x. Uit deze groep werden 4 planten uitgekozen welke alle
bloeiden met oranje kleurige bloenen. Eet waren alle grof groeiende
plan-ten met veel zijassen, n.1. bij 2 planplan-ten 9 assen, 1 plant 11 zijassen
en 1 plant 8. Al deze planten werden onderling met elkaar bestoven; van
iedere plant werd zaad gewonnen.
Bij 2 planten was het blad bread eirond, 1 plant langwerpig eirond
ter-wijl de bladeren van één plant spits eirond v/aren. Bij ieder was de
blad-kleur lichtgroen en licht behaard. Alle zijassen bloeiden gelijk met de
hoofdas. - ;>
Kenmerk 1953-'54 OH p.m.
4« OST p.m. Uit groep CS? p.m. werden 4 planten gekozen, welke alle
oranje getijgerde bloemen' droegen. De planten werden onderling bestoven,
van alle.4 planten werd zaad
gewonnen.
Eet aantal zijassen was resp.
6-6-6-7» Deze zijassen bloeiden bij 3 van deze planten ongelijk met de
hoofdas. Eet blad was eirond, groen en vrij sterk behaard.
Kenmerk l?53-'54 OST p.m.
b_. Kruisbestuiving. -\ -2'.
G z 1 x Cz 2. Uit de groep Gz1 werd een geelbloeiende plant gekozen,
terwijl uit Oz2 een donkerrood bloeiende plant ?/erd genomen. Eet doel
hiervan is een oranje groep uit de F.. terug te winnen. De donkerrode
plant werd gecastreerd en daarbij tevens zaadplant. Eet blad van deze
was spits-eirond, donkergroen van kleur en licht behaard. De plant
bloeide met 7 sijassen ongelijk met de hoofdas.
De geelbloeiende plant bloeide mat 4 zijassen eveneens ongelijk met de
hoofdas. Eet blad was stomp-eirond, donkergroen van kleur en licht
be-haard. '.'...
Groepskenmerk 1953-'54 D3 x' G 1.
G z 1 x DS z 1. Evenals bij de vorige werd uit de groep G z 1 een
geel bloeiende plant gekozen, terwijl uit DS z 1 een donkerrode plant
werd genomen. Het doel hiervan is, ook weer een oranje bloeiende groep
terug te vannen. De geelbloeiende plant werd gecastreerd en dus zaadplant. let blad van daze plant v/as spits-eirond, dofgroen van kleur en licht be-haard. Ze bloeide net 8 zijassen gelijk net de hoofdas. Se donkerrode plant had eironde bladeren, die lichtgroen van kleur en licht behaard waren. De plant bloeide met 8 zijassen iets later dan de hoofdas.
Groepskenmerk 1953-'54 DH x G 2. .
DR z 1. Uit deze groep werden 2 planten gekozen, welke beide bloei-den met lichtrode bloemen. De bladvorm was eirond, het blad was licht dofgroen van kleur en licht behaard. 3eide planten bloeiden met 9 zij-assen gelijk met de hoofdzij-assen.
Groepskenmerk 1953-'54 DR x 1.
DH z 2. Ook uit. deze grpep werden 2 planten gekozen die beide
bloeiden met donkerrode bloemen. Deze planten zijn met elkaar bestoven; van beide planten is zaad gewonnen. Bij beide planten was het blad lang-werpig eirond, dofgroen van kleur en licht behaard. Ze bloeiden met 9 en
10 zijassen gelijk met de hoofdassen.
Groepskenmerk 1953-'54 DH x 2.
£• Zelfbestuivinp;.
DR'z 1. Uit deze groep werd een plant gekozen welke bloeide met rode bloemen. Eet blad was spits eirond, licht tot dofgroen en licht be-haard. De plant bloeide met 9 zijassen gelijk met de hoofdas.
Groepskenmerk 1953-'54 DE z 1.
DS z 2. Ook uit deze groep werd een plant gekozen v/elke bloeide'met donkerrode bloemen. Het blad was langwerpig eirond, dofgroen van kleur en licht behaard. De plant bloeide met 10 zijassen gelijk met de hoofdas. Groepskenmerk l953-'54 DH z 2.
De proefnemer, A.G.A. v.d. lies
okt.«58
Kleurbeschrijving van de Calceolaria's 1952-1953. Tabel 1.
G p.m.
G
z
1
G z 2
G a 3
GT z1
G? z2
EHxGx
GxDSx
0 z 1
0 z 2
C z 3
0 z 4
OETpm
DR z 1
DH z 2
donker-rood
aan-tal
*2.0
4.0
4.0
29.0
53.0
rood
aan-tal
i
4.0
20.08.0
18.04.0
rood ge-tijgerd aan-tali
25.0
28.0
1.0
oranje rood aan-tal ft? • P1.0
4.0
I3.O 12.04.O
1.0
11.0 oranje rood ge-_ tijis-erd aan-tal < p3.0
57,0 "• '; • '! •'• oranje aan-tal 17.02.0
< P2.0
46.O 25.O 85.O 38.O 33.0 56.O ? oranje getijgerd aan-tal < P1.0
1.0
4.0
19.0 14.0 oranje geel- aan-tal si 7° oranje geel ge-tijgerd aan-tal •1*
geel aan-tal-4
p 90.0 83.O 100.0 23.06.0
3.0
50.O 20.0 81.0 42.0 16.0 20.0 31.0 geel geti aan-tal jgerd1°
: 6.0
17.0
23.0
94.0
97.0
4.0
19.0
4.0
6.0
4.0
8.0
Totaal aantal planten 154.116
96
24 ;89
46
5
155 . 95 25 22 34 122 107 91Kleur der zaadplanten
geel geel geel geel geel getijgerd geel getijgerd donkerrood x geel geel x donlcerrood oranje oranje oranje oranje
oranje rood getijgerd donkerrood
Beschrijving van het blad en beoordeling van de groei. Tabel 2.
G p.m.
G z 1
G z 2
G z 3
G? z1
G? z2
DHxGx
GxKlx
0 z 1
0 z 2
0 z 3
0 z 4
CBTpra r?. z 1 DR z 2 Kleur dof donkergroen lichtgroen tot groen lichtgroen lichtgroen dofgroen dofgroan dofgroen matgroen lichtgroen groen tot donkergroen dofgroen
lichtgroen licht tot
donker-groen licht tot
dof-groen dof groen.. Beharing vrij sterk weinig of niet matig vrij sterk vrij sterk vrij sterk vrij sterk weinig matig vrij sterk vrij sterk matig vrij sterk licht licht Glans weinig iets glanz3nd weinig weinig weinig weinig weinig
ge ™
licht
weinig
iets glanzend
geen
licht
vreinig ' weinig Groei zeer matig matig breeduitgroeiend goed matigmatig tot goed matig zeer goed goed goed goed goed
matig tot goed
matig