• No results found

Afstuderen op portfolio - Linde te Koppele

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Afstuderen op portfolio - Linde te Koppele"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)



    

Opdrachtkaart Kidsweek Leesmeter Wat heb ik nodig?

deze opdrachtkaart Kidsweek leesmeter kleurpotloden

Wat moet ik doen?

1 Vraag aan jouw juf of meester of hij of zij de Kidsweek Leesmeter wil kopiëren. 2 Schrijf je naam op de leesmeter. Hang daarna de leesmeter op. 3 Lees artikelen naar keuze uit Kidsweek of op www.kidsweek.nl. 4 Kleur een balkje op de Kidsweek Leesmeter wanneer je volgens het schema hieronder genoeg artikelen

hebt gelezen.

 Groep 4  Als je een artikel gelezen hebt, mag je een balkje inkleuren.  Groep 5/6  Als je drie artikelen gelezen hebt, mag je een balkje inkleuren.  Groep 7/8  Als je vijf artikelen gelezen hebt, mag je een balkje inkleuren. 5 Heb je je leesmeter vol? Laat jouw juf of meester jouw volle meter zien. Misschien krijg je wel een kleine

beloning, zoals een sticker. Of misschien mag je wel vijf minuten achter de computer? Overleg het maar! LEESMOTIVATIE & LEESPLEZIER

TIP! De Kidsweek Leesmeter is gemaakt om jouw leesmotivatie te vergroten. Het inkleuren van de balkjes en de beloning motiveert je hopelijk om te lezen. Krijg je de balkjes heel snel of juist heel langzaam vol? Vraag dan aan je juf of meester om met je mee te denken. Samen kunnen jullie bepalen wanneer je een balkje mag inkleuren.

Opdrachtkaart

Kidsweek leesmeter

Wat leer ik hiervan? Je leert je

leesmotivatie te vergroten.

Wat heb ik nodig?  Kidsweek leesmeter  deze opdrachtkaart  kleurpotloden Wat moet ik doen? 6 Print de Kidsw

eek Leesmeter uit.

7 Schrijf je naam op de lees meter. Hang de leesmeter op.

8 Lees artikelen na ar keuze uit de Kidsweek

of op kidsweek.nl.

9 Kleur een balkje op de leesmeter in wanne

er je volgens het schema hieronder genoeg artikelen hebt

gelezen. • Groep 4

– per gelezen artikel m ag een balkje gekleurd worden. • Groep 5/6 – wanneer drie artikelen gelezen zijn, mag

een balkjes gekleurd worden.

• Groep 7/8 – wanneer vijf artikelen gelezen zijn, m

ag een balkje gekleurd worden.

10 Heb je je leesmeter vol? Laat de lera ar jouw volle meter zien voor een kleine beloning!

LEESMOTIVATIE & LEESPLEZIER Kidsweek Leesmeter LEESMOTIVATIE & LEESPLEZIER Goed bezig! Je bent al op de helft! Hoera, je leesmeter is vol, goed gedaan! Je bent er bijna! Nog maar een paar artikelen.

Laten we beginnen met deze leesmeter invullen! Yes! De eerste balkjes

zijn al gekldoor! eurd, ga zo Deze leesmeter is van ………

……… Kidsweek Leeswijzer Wat heb ik nodig? deze opdrachtkaart de Kidsweek Leeswijzer knutselspullen pen/stift Wat moet ik doen?

1 Vraag aan jouKidsweek Leeswijzerw juf of meester of hij o voor je wil kf zij de opiëren.

2 Bekijk het voorbeeld hiernaast.

3 Schrijf jouw naam op de leeswijzer.

4 Versier de Kidsweek Leeswijzer zoals jij het w ilt. Je kunt gebruikmaken van de afbeeldinge

n naast en onder de boekenleg

ger. Ook kun je zelf dingen erop tekenen of plakken.

5 Lees een a rtikel uit Kids

week en gebruik de leeswijzer. Leg de leeswijzer onder de zin die je leest. Sch

uif telkens een zin naar beneden. Zo weet je bij wel

ke zin je gebleven bent en kun je geconcentreerd blijven lezen.

6 Tip! Gebru ik de leeswijzer ook als bo

ekenlegger. Zo vergeet je nooit meer op welke bladzijde je bent gebleven met lezen! Opdrachtkaart Opdrachtkaart LEESMOTIVATIE & LEESPLEZIER Scoop

 

    

Remediëringsbladen - strategie 1 e n 2 – Niveau C | 3     

2 Heb jij weleens één van deze tekstsoorten gelezen? Zo ja, welke t

ekst was of welke

teksten waren dit? _________________________________ _____________________________________ _______________________________ __________________________________________ _____________________________________ ______________________

3 Ga in Kidsweek op zoek naar v

erschillende tekstsoorten. Bespr eek met elkaar:

Welke tekst soort is dit? Waaraan

kun je dat zien? Hoe zou jij deze tekst lezen? Voor het lezen

Voordat je een tekst gaat lezen is het ook goed om te kijken welke soort tekst je gaat lezen. Dan k

un je bedenken hoe je deze tekst het best kunt lezen.

De afbeelding hieronder helpt je hierbij.

Tekstsoort

Waarom ga ik deze tekst lezen en hoe lees ik deze tekst? Informatieve tekst (nieuwsartikel, weet-tekst)

Ik leer wat van deze tekst. Ik lees alle in formatie heel precies en sla geen zinnen over. Soms lee s ik een stukje nog een keer. Mening-tekst (recensie, column)

Ik lees wat de schrijver va n iets vindt. Ik bedenk waarom de schrijver dit vi

ndt en vraag mij af of ik dezelfde mening heb. Uitleg-tekst (gebruiksaanwijzing)

De schrijver legt iets uit. Ik lees de tekst stap voor stap. Verhaal-tekst (leesboek, stripverhaal)

De schrijver wil mij vermaken. Ik lees de tekst rustig. Reclame-tekst (advertentie)

De schrijver wil mij iets verkopen. Ik bekijk de tekst en lees wat ik wil weten.

Remediëringsbladen - st rategie 1 en 2 – Niveau C | 5 

  

 Bekijk de tekst hieronder.

Veel van de tekst is weggevallen,

toch kun je de

tekst voorspellen. Beantwoord

na het bekijken van de tekst de vragen op de volgende pagina.  Remediëringsbladen Algemene instructie remediëringsbladen Opdrachten + antwoorden niveau A Opdrachten + antwoorden niveau B Opdrachten + antwoorden niveau C

Strategietoets begrijpend lezen - strategie 1 en 2 – Niveau A | 3 Bekijk de tekst en de afbeelding

hieronder. Beantwoord daarna vraag 4. 4 Waar denk je dat deze tekst over zal gaan

? A Over een babyaapje

die Rieke heet. B Over een kleine kangoeroe. C Over een lange rij. D Over een wachtrij bij een supermarkt.

1 IN DE RIJ VOOR

RIEKE 2 Door Bouwien Jansen en Kim Einder - ‘Nu i

k, nu ik, nu ik!’ Het was 3

afgelopen weekend dringen geblazen voor een pi epklein raampje 4

in de dierentuin van de Du itse hoofdstad Berlijn. Achter het glas 5 zat het schattigste wezen ter wereld: de orang-oetan Rieke.

Je kent 6

haar vast nog. Een maand geleden werd ze geboren. Haar moeder 7 liet haar links liggen

. Nu wordt ze achter de scherm en verzorgd. 8

Zaterdag kon het publiek voor het eerst een halfuurtje meegluren

. 9

Rieke lurkte aan een flesje, kreeg een schone luier en werd 10 gewogen. Erg lang kunnen de

Duitse bezoekers ni et van het 11 kleintje genieten. Zodra ze sterk genoeg is, verhui

st Rieke naar een 12 apenweeshuis in G

root-Brittannië. Daar weten ze alles van ukkies 13 die in hun uppi

e zijn. Bovendien wonen er vriendjes om mee te 14 spelen.

Lees nu de tekst ‘In de rij voor Rieke’ en beantwoord de vrag

en 5 t/m 7.

5 Wat voor so

ort tekst is dit? A Een interview in een tijdschrift. B Een nieuwsartikel in een krant. C Een recept in een kookboek. D Een verhaal in een boek. 6 Aan welke kenmerken kun je zien wat voor soort tek

st dit is? A benodigdheden, stap voor stap, ingrediënten B feiten, kop, vaak een intro C uitleg, stap voor stap, vaak foto’s D vragen en antwoord

en, meningen

7 Welke zin over het onderwerp is waar?

A Een onderwerp vertelt je in een paar wo orden waar de tekst over gaat. B

Een onderwerp vertelt je waar het verhaal zich afspeelt. C Een onderwerp vertelt je wann

eer het verhaal zich afspeelt. D Het onderwerp

vertelt je over wie de tekst gaat. Strategietoets begrijpe

nd lezen - strategie 1 en 2 – Niveau A | 6

13 Welke tekstsoorten zie je hieronder? Kies uit : nieuwsartikel, recept, verhaal, gebruiksaanwijzing. Vul je antwoorden onde

raan de pagina in.

Tekst 1 Tekst 2 Tekst 1: ___ _____________________________ _____________________________________ __________________________________  Tekst 2: _____________ ______________________________________ ____________________________ ________________________  Tekst 3: _______________________ ____________________________ _____________________________________ _______________  Tekst 4: _______________________ _____________________________________ ___________________________________________  Tekst 4 Tekst 3   Strategietoetsen Algemene instructie strategietoetsen Toetsen + antwoorden niveau A Toetsen + antwoorden niveau B Toetsen + antwoorden niveau C

    



EXTRA LESKAART

~ Wie leeft waar in de oceaan? ~ in samenwerking met:

De oceaan

Lees pagina 4 in Kidsweek week 20. Beantwoord de vragen hieronder en vul de puzzel in. 1.Als een dier in de oceaan zichzelf niet goed beschermt, wordt hij …. 2.De aarde wordt ook wel de … planeet genoemd. 3.Dieren graven zichzelf in … op de zeebodem om zich te beschermen. 4.Wat kan niet doordringen tot de diepste bodem van de oceaan? 5.Op welk soort grote vissen jagen dolfijnen onder andere? 6.Welk dier wordt ook wel de zwemmende vuilnisbak genoemd? 7.Over welk onderwerp gaat de film Disneynature’s BLUE? 8.Doordat zoogdieren geen … hebben, kunnen ze niet ademen onder

water.

In deze opdracht werk je samen met twee andere klasgenoten. Jullie gaan een poster over dieren in de oceaan maken. Het stappenplan hieronder kan je helpen. Stap 1 Verdeel jullie poster in twee vakken. Schrijf bovenaan in het linker vak ‘warmere tropische gedeeltes’ en schrijf in het rechter vak ‘diepste bodems van de oceaan’. Stap 2 Zoek informatie in Kidsweek en op internet over dieren die in de tropische oceaan leven. Schrijf deze informatie op jullie poster. Maak er gerust tekeningen bij of ga op zoek naar afbeeldingen.

Stap 3 Ga op zoek naar informatie over de dieren die in het donkere, koude gedeelte van de oceaan leven. Ook deze informatie schrijven jullie op de poster. Zorgen jullie weer voor tekeningen en afbeeldingen? Zorg ervoor dat de poster een mooi geheel wordt. Stap 4 Hang de posters op in de klas en bekijk de posters van jullie klasgenoten. Schrijf

samen met je groepje op een memo wat jullie mooi vinden aan de posters van jullie klasgenoten. Plak de memo onder de posters.

Willen jullie met de hele klas kans maken om samen de bioscoopfilm Disneynature’s Blue te zien? Maak dan een foto van jullie posters en stuur ze voor zondag 10 juni naar

info@kidsweek.nl.

Beantwoord de vragen hieronder. 1.Wat weet jij al over dieren die in de

oceaan leven? Maak een woordveld. 2.Welk dier dat in de oceaan leeft vind jij het leukst? Waarom?

NU IN DE BIOSCOOP

Lees pagina 6 van Pokon Moestuin Magazine goed door en maak de vragen hieronder. a. Hebben jullie thuis een moestuin? Ja? Wat hebben jullie allemaal in de moestuin staan? Nee? Zou je graag een moestuin willen? Leg je antwoord uit. b. Wat weet je al over het verbouwen van groenten en kruiden in een moestuin? Maak een woordveld. c. Wat is de zaaiafstand? d. Wat is het ezelsbruggetje voor de juiste zaaidiepte? e. Welke tip wordt gegeven als je een klein balkonnetje hebt of geen ruimte hebt voor een moestuinbak?

Stel: Je mag zelf een moestuin inrichten. Hoe zou die er dan uitzien? Teken jouw moestuin hieronder. Schrijf bij elke plant de naam.

Willen jullie op school een moestuin winnen met 7 zakken moestuingrond? Stuur dan een mailtje naar prijsvraag@kidsweek.nl met de reden waarom jullie een moestuintje willen winnen. Pokon kiest 20 scholen uit die ze blij kunnen maken met de moestuin. Wat leer ik hiervan?

 Je leert van alles over het maken van een eigen moestuin. Wat heb ik nodig?

 Pokon Moestuin Magazine  deze opdrachtkaart  pen, potlood, stiften Wat moet ik doen?

 Deze opdrachtkaart kan je gebruiken bij Pokon Moestuin Magazine pag. 6 en 7. Schrijf je antwoorden op een oefenblaadje.

Lees pagina 7 van Pokon Moestuin Magazine goed en zoek de vijf groente in de puzzel hieronder.

1. Deze groente kun je in de maanden februari, maart en april zaaien. 2. Deze groente moet je planten in een diepe pot. 3. De zaadjes van deze plant kun je in een potje op de

vensterbank kweken. 4. Deze groente kan bijna overal groeien als die maar

genoeg ruimte heeft. 5. Deze groente heeft weinig ruimte nodig om te

groeien. L W E T N J L D O D O E A A L O O K R R A M H A D K R X T N S R I M X L R E M M O K M O K R L B I E T E N T



 ­€‚

ƒ 

„…

  

Die exotische soorten worden exoten genoemd. Ze                    

Zelfstandig werkkaart 2 ~Studievaardigheden

Lees het artikel ‘Maartje over break-up video’s’ op pagina 2 van Kidsweek. a Wie is de schrijver van deze tekst? b Wat is er gebeurd met Enzo Knol en Dee? c Welke woorden passen bij YouTube? Kleur de juiste woorden.

d De titel van het artikel is ‘Maartje over break-up video’s’. Wat zijn break-up video’s?

e Stel: je wilt weten of er nog meer break-up video’s van Nederlandse vloggers op internet staan. Wat zou jij in de zoekbalk van Google typen om antwoord te krijgen op jouw vraag? Schrijf het hieronder.

Opdracht 1

14

Bekijk de grafiek op pagina 15 hiernaast. a Welk doel heb je met het bekijken van de grafiek?

A. Ik wil weten hoeveel kijkers Enzo Knol elke week heeft. B. Ik wil weten hoeveel abonnees Enzo Knol heeft. C. Ik wil weten hoeveel video’s Enzo Knol heeft. D. Ik wil weten hoe oud Enzo Knol is. b Omcirkel het juiste woord.

Het aantal abonnees van Enzo Knol is alleen maar gestegen/gedaald.

c Hoeveel abonnees had Enzo Knol ongeveer in juni 2014? d Hoeveel abonnees had Enzo Knol in december 2015 meer dan in

december 2014? Opdracht 3 vloggen shoplog teksten schrijven bellen tutorial

Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. a Je hebt gelezen wat het verschil is tussen feiten en meningen. Kleur in

tekst 2 drie feiten GROEN en drie meningen ROOD. b Streep het foute woord in de zin door.

Een stelling is WEL/NIET een mening.

c ‘Duimpje omlaag voor break-up video’s.’ Ben je het hiermee EENS of ONEENS? Leg je antwoord uit.

Duimpje omlaag voor break-up video’s. Opdracht 2                0 500 1000 1500 2000 jun Ͳ13 dec Ͳ13 jun Ͳ14 dec Ͳ14 jun Ͳ15 dec Ͳ15 jun Ͳ16 dec Ͳ16 jun Ͳ17 AANTAL ABONNEES X1000 AbonneesEnzoKnol AbonneesEnzoKnol Grafiek 15 Maartje over break-up video’s

Het is voorbij. Maar dat weet jij natuurlijk al. En met jou nog héél véél anderen. Een week geleden maakten Enzo Knol en Dee op YouTube bekend dat ze uit elkaar zijn. ‘Het is gewoon op’, vertelden ze aan hun volgers. Dee snotterde er op los. Enzo hield zich groot. Waar Dee voor twee huilt, doet hij het liever als hij alleen is, vertrouwde hij zijn volgers toe.

Deze break-up-video is al bijna drie miljoen keer bekeken en er is heel veel op gereageerd. Veel volgers zijn totaal in shock dat het over is. Anderen begrijpen niet dat je een video maakt over dat het uit is met je vriend(in).

Ik hoor bij die laatste groep. Heus, ik begrijp dat het gek zou zijn als Dee ineens na vier jaar uit Enzo’s video’s zou verdwijnen zonder daar iets over te zeggen. Ook vind ik het goed dat mensen op social media niet alleen de leuke dingen delen, maar ook laten zien als het eens minder gaat. Maar om er nou elf minuten over door te gaan? En er een heel tranendal van te maken, met schrale snotterneus en tissues en al? Houd dat lekker voor jezelf en stort je hart uit bij je beste vrienden!

Stelling: Duimpje omlaag voor break-up video’s!

Feiten en meningen In artikelen staan vaak feiten en meningen. Hieronder wordt uitgelegd wat een feit en een mening is.

Feit Mening

Een feit kun je bewijzen of controleren. Bijvoorbeeld: De tas kost €45,-. Over een feit kun je niet van mening verschillen. Bijvoorbeeld: Het regent nu. Een feit kun je opzoeken. Bijvoorbeeld: Het boek heeft 323 bladzijdes.

Een mening is iets wat jij of iemand anders van iets vindt. Een ander kan hier anders over denken. Bijvoorbeeld: lezen is leuk. Een mening is een ander woord voor 'standpunt'. Bijvoorbeeld: sporten is belangrijk.

TEKST 2 TEKST 1 



Jaargang 9, week 40, 5 oktober 2017 Kidsweek in de Klas is een uitgave van Uitgeverij Young & Connected BV Redactie Femke Ruiter, Susan Schaeffer, Linde te Koppele, Marinde Hurenkamp (eindredactie) Contact mail naar lezersservice@kidsweek.nl of bel 020-6304707 van ma t/m vrij tussen 9.00 -17.00 uur Druk Rodi Media, Diemen Bezorging PostNL Copyright 2017, Kidsweek in de Klas. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van enige methode of vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de directeur. De inhoud van Kidsweek in de Klas is auteursrechtelijk beschermd. Eventuele rechthebbenden die wij niet hebben kunnen achterhalen, verzoeken wij contact op te nemen met de uitgeverij.

Nieuwspuzzel HORIZONTAAL

4. Op welk socialmedia-kanaal post Eiko Mori haar kunstige ontbijtjes? (pag. 12)

6. Hoe heet het dier dat 'Dier van het Jaar 2017' is geworden? (pag. 10-11) 8. Wat is de achternaam van de Nederlandse Formule 1-coureur die de

Grand Prix van Maleisië won? (pag. 13) 10. In welk land is de nieuwste ‘Dummie de Mummie’ film gefilmd? (pag. 19) 12. Wat doet Maartje omlaag voor break-up video's? (pag. 2) 13. In de film 'De Kleine Vampier' is Anton beste ... met vampier Rudolph.

(pag. 17) 15. De tekst op de voorpagina gaat deze week over .... (pag. 1) 16. Het testteam testte deze week de ... over

griezelschrijver Paul van Loon. (pag. 14-15) VERTICAAL

1. Als beoordeling krijgt het spel 'Project Cars 2' vier .... (pag. 23) 2. Wat hadden veel modellen in hun haar tijdens een modeshow voor een

Frans modemerk? (pag. 12) 3. Tegen welk land speelt Oranje dinsdag een voetbalwedstrijd? (pag. 13) 5. In welke Spaanse regio is het onrustig? (pag. 6) 7. Over welke dieren gaat 'Vraag het aan dokter Job' deze week? (pag. 9) 9. In 'Find The Balance' draait alles om .... (pag. 23) 11. Jodiumpillen beschermen tegen gevaarlijke ... bij een eventueel ongeluk

met een kerncentrale. (pag. 4-5) 14. In welke Franse stad staat de kathedraal waar voor één keer dieren naar

binnen mochten? (pag. 9)

16      Woordenschat Lees het artikel ‘En het Dier van het Jaar is…’ op pagina 10/11 van Kidsweek. a KNGF Geleidehonden is een goed doel. Welke woorden horen bij

een goed doel? Kleur deze woorden groen.

b KNGF Geleidehonden is een stichting. Dit is een organisatie die geen winst mag maken en geen leden heeft. Noem nog een stichting. ……… c Het woord hulphonden bestaat uit twee woorden. Hak het woord

hieronder in twee stukken. .………..………..……….…… - ………..………..……….……

Wat zijn hulphonden?

……… d Lees: ‘Hier kunnen we een heleboel hulphonden mee opleiden.’

Het woord opleiden kun je vervangen door een ander woord met dezelfde betekenis. Omcirkel het juiste woord. pakken trainen arresteren kwijlen

Politiehond Bumper leert bij de politie Rotterdam om een politiehond te worden. Weet jij waar Rotterdam ligt? Zet een kruisje op het kaartje hieronder. Opdracht 1

KLAAR? Maak jouw eigen speciale Kidsweekwoordenschrift. Zoek de betekenis van de moeilijke woorden van deze week op en schrijf ze met de betekenis in je schrift.

11

Opdracht 2

Nieuwsplaatsen

e Mary Visser van KNGF Geleidehonden nam de cheque in ontvangst. Wat staat er op een cheque? Teken hieronder een cheque.

geld inzamelen helpen lening afsluiten winst maken

 

  

20-12-2018

LessonUp - Verwerkingsles leerlingen niveau A

https://www.lessonup.com/app/embed/bWK823yZg4Ag2LfZS?print=true

1/3 VERWERKINGSLES LEERLINGEN NIVEA

U A

VERWERKINGSLES LEERLINGEN NIVEA U A Introductie Introductie Begrijpend lezen Aherdershonden B herdershond Ingo en steenuil Poldi C Ingo D steenuilen A chagrijnig B gemeen C honden D vriendelijk Welkom bij de les begrijpend lezen van Kidsweek in de Klas!

Begrijpend lezen

Begrijpend lezen       Lesdoelen Je leert deze les meer over een bijzondere vriendschap en

schoenen met een technisch snufje. Je leert deze week wat je kunt doen als je een tekst niet goed meer begrijpt. Je oefentmet moeilijke woorden, verwijswoorden en signaalwoorden.

Bedenk wat jij al over deze onderwerpen weet!

Lees nu het artikel ‘Uil ♥ hond'  hiernaast. Lees: ‘Ze zijn nors, onopgevoed en hebben een hekel aan vreemden.’ (regel 2 en 3) Wie zijn nors, onopgevoed en hebben een hekel aan vreemden? 

Wat is een ander woord (synoniem) voor nors in regel 2? 

Wat wordt bedoeld met die in regel 7?  SLIDE SLIDE SLIDE SLIDE SLIDE QUIZVRAAG QUIZVRAAG OPEN VRAAG

Lesplan Lesduur School Groep

Vak

30 min PO

4-8

Begrijpend lezen

20-12-2018 LessonUp - Verwerkingsles leerlingen niveau A

https://www.lessonup.com/app/embed/bWK823yZg4Ag2LfZS?print=true 2/3

A Brandtde hond B C de vogelhet uiltje D

AZe zijn nors, onopgevoed en hebben een hekel aan vreemden. (regel 2 en 3)Hij bleef maar achter deB

vogel aansjokken. (regel 8 en 9) A DuitslandFrankrijk B C IndiaNederland D A DuitslandFrankrijk B C IndiaNederland D A DuitslandFrankrijk B C IndiaNederland D

Abijzonder materiaalschoenen van eenschoenen met eenspeciale functieB Cschoenen met een

speciale geurschoenen met wieltjesD eronder

Werk samen met een klasgenootje

Bedenk zelf schoenen die iets bijzonders kunnen. Teken de schoenen op een oefenblaadje. Schrijf erbij waarom de schoenen zo bijzonder zijn. Lees: ‘Volgens Brandt vond Ingo het uiltje meteen leuk.’ (regel 8). Wie is Ingo?

Ingo vond het uiltje meteen leuk. Uit welke zin blijkt dit?

Hiernaast staan twee zinnen. Welke woorden horen in de zinnen? Typ de goede zinnen hieronder.

Hoe heet het baasje van de hond en de uil? 

Lees de tekst 'Snuggere schoenen' hieronder. In welk land werden schoenen bedacht voor oudere mensen met een soort omval-alarm erin?

In welk land werden schoenen verkocht met een ingebouwde OV-kaart?  

In welk land hebben ontwerpers een zool geknutseld die gaat trillen als je de goede kant op loopt?

Wat is het nadeel van de bijzondere schoenen?  Wat bedoelt de schrijver met

‘stappers met een slim snufje’ ?

Vind jij de schoenen met een soort omval-alarm erin een goede uitvinding?  Waarom wel of waarom niet?

QUIZVRAAG QUIZVRAAG

OPEN VRAAG OPEN VRAAG

SLIDE QUIZVRAAG

QUIZVRAAG QUIZVRAAG

OPEN VRAAG QUIZVRAAG

OPEN VRAAG SLIDE

20-12-2018

LessonUp - Verwerkingsles leerlingen niveau A

https://www.lessonup.com/app/embed/bWK823yZg4Ag2LfZS?print=true

3/3

A heel moeilijk

B

een beetje moeilijk

C niet zo moeilijk

D

helemaal niet moeilijk Hoe moeilijk vond je dezeles?

Tot de volgende keer! Tot de volgende keer!Begrijpend lezen

SLIDE QUIZVRAAG

(2)

Casus 1

Hoe kan het prototype van ‘Kidsweek - Het allerleukste begrijpend lezen oefenboek’ uitgewerkt worden naar een volwaardig boek op drie niveaus? Door uitgeverij Young & Connected werd mij de vraag gesteld hoe het prototype van ‘Kidsweek – Het allerleukste begrijpend lezen oefenboek’ uitgewerkt kon worden naar een volwaardig boek op drie niveaus. Voorafgaand aan deze vraag hebben ze eerder een afstudeerstagiaire gevraagd een product voor de thuismarkt te ontwikkelen voor Kidsweek in de Klas waarbij kinderen in een werkboekvorm extra konden oefenen met begrijpend lezen. Na haar onderzoek heeft ze een prototype voor het begrijpend lezen oefenboek voor niveau B ontwikkeld. Deze versie was echter niet klaar om de markt op te gaan en daaruit kwam de vraag aan mij. De vraag vanuit Y&C was hierbij of ik het prototype voor niveau B kon analyseren en verbeteren om daarna voor niveau A en C ook een boek te ontwikkelen. Hierbij lag de regie volledig in mijn handen en was ik verantwoordelijk voor zowel de tekstuele inhoud als de vormgeving van de boeken.

Kidsweek - Het allerleukste begrijpend lezen oefenboek is, zoals de naam al zegt, een oefenboek voor begrijpend lezen voor basisschoolkinderen. Er zijn drie boeken ontwikkeld op drie

verschillende niveaus; niveau A voor groep 4 en 5, niveau B voor groep 6 en 7 en niveau C voor groep 8. De oefenboeken zijn ontwikkeld voor de thuismarkt voor kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen, maar de boeken zijn ook in te zetten in de klas voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. De oefenboeken zijn gevuld met 27 of 28 oefeningen bij teksten uit de kinderkrant Kidsweek of van de website Kidsweek.nl. Als beloning voor de kinderen en ter ontspanning zijn puzzel-, moppen- en raadselpagina’s toegevoegd. Achterin het boek staan ondersteunende stappenplannen die kinderen kunnen inzetten wanneer ze hulp nodig hebben en antwoordpagina’s waarmee ze hun eigen werk kunnen nakijken.

De educatieve oefeningen zijn gebaseerd op het lesmateriaal van Kidsweek in de Klas met hun bijbehorende stappenplannen en leerdoelen. De kinderen kunnen zelfstandig aan de slag met het boek door gegeven uitleg, de stappenplannen en antwoordpagina’s. Bij moeilijkheden kunnen ze hulp inschakelen van een ouder of

leerkracht, maar de essentie is dat de kinderen zelfstandig aan het werk kunnen. In de legenda van het boek staat uitleg van verschillende icoontjes en uitleg over de moeilijkheidsgraad van een oefening. De boeken zijn ontwikkeld in verschillende fases:

Research – Ik ben begonnen met het prototype analyseren op inhoud, structuur en vormgeving om een goede indruk te krijgen van het product en om te kijken waar verbeterpunten zaten. Hierbij heb ik een overzicht gemaakt van onderdelen uit het prototype die ik mee zou nemen naar de nieuwe versie, dingen die ik weg zou halen en dingen die ik zou veranderen/toevoegen. Voor verdere research heb ik gekeken naar andere begrijpend lezen oefenboeken op de markt en naar vraagstellingen die gebruikt worden in begrijpend lezen lesmethodes. Hiervoor is gekeken naar lesmateriaal van Kidsweek in de Klas en Cito toetsboeken. Uit deze research is een lijst met verschillende vraagvormen en opdrachten gekomen die zijn verwerkt in de oefenboeken. Hierna is een kort plan gemaakt van hoe de boeken eruit moeten zien qua educatieve invulling en vormgeving. Dit is besproken met het Hoofd Onderwijs waarna het plan definitief is gemaakt. Voor de educatieve invulling ben ik opzoek gegaan naar teksten en opdrachten uit oud Kidsweek in de Klas lesmateriaal en artikelen uit Kidsweek en van Kidsweek.nl die bruikbaar waren voor de oefenboeken.

Ontwikkeling – Na de research, het plan voor de invulling van het boek en het zoeken van teksten en opdrachten is begonnen met de daadwerkelijke ontwikkeling van de boeken. Allereerst is een planning gemaakt waarin stond wat wanneer af moest. Daarna is het prototype aangepast en zijn de andere twee boeken ontwikkeld. Als eerst is begonnen met de educatieve invulling van de boeken. Dit houdt in dat teksten en opdrachten verder zijn uitgewerkt en nieuwe opdrachten zijn ontwikkeld. Wat ik erg belangrijk vond voor de educatieve invulling was dat de stappenplannen en leerdoelen in gelijke mate terug te vinden zijn in de boeken. In het prototype werd bijvoorbeeld een leerdoel maar één keer besproken terwijl een ander leerdoel acht keer terugkwam in het boek. Daarnaast wilde ik een goede opbouw qua moeilijkheidsniveau. In het prototype waren bijna alle opdrachten op moeilijkheidsniveau 2 en kwamen niveau 1 en 3 bijna niet voor. Door

(3)

het werken met schema’s zorgde ik ervoor dat ik het overzicht had van welk leerdoel, stappenplan en moeilijkheidsgraad in welke mate terug te vinden was in de boeken. Ook werd een volgorde gemaakt waarin de teksten met opdrachten in de boeken worden gezet. Hierbij werd gekeken naar een goede opbouw in moeilijkheidsgraad en een gelijkwaardige verdeling van leerdoelen.

Nadat de educatieve inhoud geschreven was, werd het boek vormgegeven. De teksten met opdrachten werden in het boek gezet en de teksten werden opgemaakt. Hierbij zijn nog opdrachten weggelaten of toegevoegd wanneer dit beter uitkwam in de

uiteindelijke vormgeving. Nadat de teksten en opdrachten in het boek stonden werd aandacht besteed aan de rest van het boek. Dit betreft de moppen-, raadsel- en puzzelpagina’s, het voorwoord, de inhoudsopgave, de legenda, de stappenplannen en antwoordpagina’s. Tijdens het gehele proces zijn de boeken geredigeerd en zijn keuze die ik heb gemaakt besproken met de uitgever en het Hoofd Onderwijs. Er was geen sprake van een grote testfase aan het eind van het ontwikkelingsproces, maar continue feedback en redigeersessies. Toen ik alle drie de boeken af had zijn ze wel nog een keer grondig door mijzelf, het Hoofd Onderwijs en de uitgeverij doorgekeken en zijn kleine wijzigingen aangebracht waarna de boeken drukklaar zijn gemaakt.

Marketing – Om de boeken op de markt te brengen zijn ze aangekondigd op verschillende kanalen van uitgeverij Y&C en uitgeverij Unieboek. Daarnaast zijn ze meegenomen in de actie 15 weken Kidsweek voor €15,- met gratis oefenboek naar keuze. Uiteindelijk ben ik zelf trots op het eindresultaat en ook de

opdrachtgever heeft laten weten tevreden te zijn. De oefenboeken waren een succes. Normaal zijn de moppenboeken de bestverkochte productextenties van Kidsweek, maar afgelopen jaar waren dat de oefenboeken. In totaal zijn van alle oefenboeken 8.350 exemplaren verkocht en ze zijn nog op de markt. Vanwege het succes is uitgeverij Y&C samen met uitgeverij Unieboek aan het kijken wat ze in 2019 op het gebied van educatie nog uit willen brengen. Zowel Unieboek als Y&C liet weten heel blij te zijn met het succes van de boeken.

De beroepsproducten die bij deze casus horen zijn de drie versies van het Kidsweek – Het allerleukste begrijpend lezen oefenboek.

(4)

Casus 2

Doorontwikkeling Kidsweek productextenties

Om haar marktbereik te vergroten brengt Kidsweek naast de wekelijkse krant en het lesmateriaal ook productextenties uit. Twee van die productextenties zijn de Kindertaalkalender in samenwerking met stichting Onze Taal en het Kidsweek – Het grote doeboek

(voorheen vakantieboeken) in samenwerking met uitgeverij Unieboek. Ieder jaar komt van deze twee productextenties een nieuwe versie uit. Uitgeverij Young & Connected heeft mij gevraagd om nieuwe versies van deze productextenties te maken. De productextenties die ik heb ontwikkeld zijn de Kidsweek Kindertaalkalender 2019, het Kidsweek – Het grote doeboek deel 5 en deel 6.

De productextenties bestaan al een aantal jaar en ik heb dus gewerkt aan een doorontwikkeling. Het format van de producten staat vast, maar op het gebied van de inhoud kon ik de invulling zelf uitkiezen en eigen ideeën inbrengen. Waar voor mij de uitdaging lag was de vorige edities te evenaren al dan niet te overtreffen. Allebei de productextenties bestaan al een aantal jaar en het doel is om elk jaar weer een product op de markt te brengen wat kinderen aanspreekt en waarvan de verkoop goed verloopt. Hierbij was het van belang om te kijken naar eerdere edities en mezelf in de schoenen van de kinderen te plaatsen om te kijken wat ik graag in zo’n product zou willen zien. De kunst is om kinderen die de productextenties al eerder gekocht hebben weer te verleiden om het product te kopen en om nieuwe kopers aan te trekken. Mijn rol in het productieproces was om de oude versies van de productextenties te analyseren en nieuwe, aantrekkelijke invulling te selecteren en ontwikkelen.

Kindertaalkalender

Voor de ontwikkeling van de nieuwe Kindertaalkalender ben ik

begonnen met het bekijken van de inhoud van eerdere versies van de kalender. Vanuit Kidsweek moesten taalspellen, puzzels en moppen/ raadsels aangeleverd worden. Wat mij opviel was dat in eerder edities dezelfde taalspellen en puzzels terug te vinden waren. Dit wilde ik graag vernieuwen. Als kind zou ik het namelijk leuk vinden om elk jaar andere puzzels en spellen te zien. Vandaar dat ik op zoek ben gegaan naar verschillende spellen en puzzels die ik in veelvoud kon

ontwikkelen. Voor de moppen- en raadsel pagina’s ben ik gaan zoeken naar moppen en raadsels op thema die eventueel passend zijn bij feestdagen of seizoenen. Alle keuzes zijn doorgesproken met de

marketingafdeling en onderwijsredactie (de onderwijsredactie verzorgt ieder jaar de invulling van de taalkalender) waarna ik ben begonnen met de uitwerking. Wanneer ik een onderdeel klaar had stuurde ik dit op naar collega’s van Y&C om kort van feedback te voorzien. Daarna stuurde ik de inhoud op naar Stichting Onze Taal.

Kidsweek – Het grote doeboek deel 5 en 6

Voor de doeboeken heb ik allereerst gekeken naar eerder versies om een beeld te krijgen van hoe de invulling eruit moet zijn. Daarna ben ik met de plank, die uitgeverij Unieboek had opgestuurd, gaan kijken naar geschikte invulling. Een deel van de invulling wordt verzorgd vanuit Kidsweek en een deel vanuit uitgeverij Unieboek. In het doeboek wordt invulling uit oude Kidsweek kranten doorgeplaatst, maar is ook ruimte voor de ontwikkeling van nieuw materiaal. In het boek zitten onder andere knutselopdrachten, reportages, strips, moppen/raadsels en puzzels. Per onderdeel ben ik gaan zoeken naar geschikte invulling. Hierbij hield ik de marketingmanager op de hoogte van wat ik door wilde plaatsen. Daarnaast onderhield ik contact met de uitgeverij over de deadline, het materiaal en eventuele wijzigingen in de plank. Nadat alle input verzameld was begon ik met de tekst op de pagina’s door te lezen en eventueel te herschrijven. Wanneer alle pagina’s met wijzigingen gestructureerd in de mappen stonden heb ik het voorwoord geschreven. Alle input is opgestuurd naar Unieboek waarna een externe vormgever alles heeft opgemaakt.

De producten zijn gedurende het hele proces geredigeerd en van feedback voorzien. Wanneer een onderdeel klaar was, werd deze geredigeerd, voorzien van feedback en eventueel verbeterd. De producten zijn al langer op de markt en verkopen goed, waardoor ze niet worden getest binnen de doelgroep.

Uitgeverij Young & Connected heeft laten weten tevreden te zijn met de opgeleverde productextenties. Wat betreft de doeboeken doet Y&C nooit veel qua promotie. Vanuit Kidsweek zelf worden dan ook weinig exemplaren verkocht, maar vanuit uitgeverij Unieboek wel. In totaal zijn van het doeboek deel 5 tot nu toe 4.756 exemplaren

(5)

verkocht en het boek is nog in de verkoop. Het doeboek deel 6 moet nog op de markt komen voor de zomer van 2019, maar voor 2020 staat wel weer een nieuw doeboek op de planning. De verkoop van de Kindertaalkalender is dit jaar minder goed verlopen dan voorgaande jaren. De Kindertaalkalender wordt ontwikkeld door Kidsweek en Stichting Onze Taal en werd voorheen uitgegeven door Bekking & Blitz uitgevers. Echter werd de laatste editie uitgegeven in het eigen beheer van Stichting Onze Taal. Er wordt verwacht dat dit de oorzaak is van de mindere verkoop. Gekeken wordt naar hoe de Kindertaalkalender in de toekomst wordt uitgegeven.

Zoals eerder benoemd heeft Y&C laten weten tevreden te zijn met de door mij gemaakte productextenties. Qua inhoud is weinig veranderd aan het door mij gemaakte materiaal en ze zijn tevreden over mijn werkwijze.

De producten uit mijn portfolio die horen bij deze casus zijn de Kindertaalkalender 2019 en het Kidsweek – Het grote doeboek deel 5 en deel 6.

(6)

Casus 3

Ontwikkeling wekelijks lesmateriaal Kidsweek in de Klas

Op het moment dat uitgeverij Young & Connected mij vroeg de begrijpend lezen oefenboeken te ontwikkelen, vroegen ze ook of ik twee dagen per week als onderwijsredacteur op kantoor wilde werken. Binnen deze functie werkte ik aan de ontwikkeling en digitalisering van het wekelijkse lesmateriaal van Kidsweek in de Klas. In de periode dat ik bij Y&C werkte zag het lesboekje er als volgt uit: een begrijpend lezen les voor niveau A, B en C, twee zelfstandig werkkaarten, een woordenschatles en een nieuwspuzzel. Mijn rol in het ontwikkelingsproces van het lesmateriaal was dat ik de ontwikkeling van één zelfstandig werkkaart, de woordenschatles en de nieuwspuzzel voor mijn rekening nam. Iedere week lag de uitdaging erin om binnen een dag aantrekkelijk en inhoudelijk kwalitatief lesmateriaal te maken voor kinderen bij teksten uit de kinderkrant Kidsweek. De opbouw van het lesboekje is iedere week hetzelfde (behalve in toetsweken) en de lessen begrijpend lezen zijn gebaseerd op zeven strategieën. De zelfstandig werkkaarten hadden geen vaste opbouw en waren qua inhoud creatiever. Zo moesten de kinderen bijvoorbeeld een creatieve verwerking doen zoals het schrijven van een blog of het maken van een poster over het onderwerp. De woordenschatlessen hadden een vaste opbouw, maar verschilden iedere week van onderwerp en vraagstelling. Naast de ontwikkeling van het lesmateriaal digitaliseerde ik ook iedere week de verwerkingsopdrachten van begrijpend lezen, maakte ik antwoordbladen en een digitale les woordenschat. Hier wordt echter verder geen aandacht aan besteed binnen deze casus.

Zelfstandig werkkaart

Voor de zelfstandig werkkaart begon ik met het zoeken naar een tekst met een interessant thema. Hierbij vond ik het belangrijk om verschillende thema’s af te wisselen en ervoor te zorgen dat dezelfde thema’s niet te vaak achter elkaar terugkwamen in het lesmateriaal. Ook vond ik het van belang dat de verwerkingsopdrachten en het doel van de week per week verschilde. Wanneer ik een tekst met thema had gekozen maakte ik de lesopzet. Wat was het doel van de les? Wat wilde ik dat de kinderen gingen leren? Welke verwerkingsopdracht wil ik hierbij maken? Wanneer ik een plan had gemaakt, legde

ik dit voor aan het Hoofd Onderwijs. We bespraken de opzet en brainstormde kort over de opdrachten waarna ik begon met het uitwerken van de les. Ik maakte vragen en opdrachten en schreef teksten met aanvullende informatie. Hierbij vond ik het belangrijk om verschillende vraagvormen en verwerkingsopdrachten te gebruiken in het lesmateriaal. Wanneer de les klaar was liet ik er nog een collega naar kijken voor feedback waarna ik het lesmateriaal definitief maakte. Keuzes baseerde ik op mijn eigen kennis en de feedback van mijn collega’s. Zoals benoemd vind ik afwisseling belangrijk en probeerde ik te denken vanuit de kinderen. Wat zouden kinderen leuk vinden om te doen en over welk onderwerp zouden ze iets willen leren?

Woordenschatles

Net zoals voor de zelfstandig werkkaart begon ik met de ontwikkeling van een woordenschatles door een geschikte tekst te zoeken. Hierbij selecteerde ik een tekst op basis van thema, moeilijke woorden en woorden die nog niet eerder besproken waren. Wanneer ik een tekst met moeilijke woorden gekozen had vertelde ik aan mijn collega’s welke tekst ik had gekozen met welke woorden waarna ik de les uitwerkte. In extra tijd heb ik een lijst gemaakt met verschillende vragen en verwerkingsvormen voor woordenschatlessen. Ik probeerde iedere week de vraagsoorten en opdrachten af te wisselen. Wanneer ik een les had ontwikkeld liet ik deze door een collega van feedback voorzien waarna ik de les definitief maakte.

Nieuwspuzzel

De nieuwspuzzel is een kruiswoordpuzzel met vragen waarop de antwoorden in de Kidsweek van die week staan. Iedere week maakte ik deze puzzel met zestien vragen. Hierbij probeerde ik wederom thema’s af te wisselen en verschillende vragen te stellen. Deze puzzel werd geredigeerd door de eindredacteur van Kidsweek en tijdens de redigeerronde op woensdagochtend. Op het moment dat de nieuwspuzzel wordt gemaakt is de krant Kidsweek nog niet definitief klaar. Om ervoor te zorgen dat de puzzel geen vragen bevat waarop het antwoord niet meer in de krant gevonden kan worden wordt die altijd bekeken door de eindredacteur.

Het is van belang dat het wekelijkse lesmateriaal van voldoende kwaliteit is en dat het geen fouten bevat. Het lesmateriaal werd dan

(7)

ook grondig geredigeerd. Tijdens het ontwikkelingsproces van het lesmateriaal voorzagen alle leden van de onderwijsredactie elkaar van feedback. Zo bekeek ik dus ook het werk van het Hoofd Onderwijs en de andere onderwijsredacteur en voorzag ik dat van feedback. Voordat het lesmateriaal daadwerkelijk ontwikkeld wordt, wordt besproken wie welke tekst waarvoor gebruikt. Daarna wordt al het lesmateriaal ontwikkeld, nog een keer doorgelezen en van feedback voorzien. Dit alles vindt plaats op dinsdag. Op woensdagochtend vindt een grote redigeersessie plaats waarin nog een keer kritisch naar het lesmateriaal wordt gekeken en de laatste aanpassingen gedaan worden. Het lesmateriaal wordt niet uitvoerig getest binnen scholen, maar er wordt wel jaarlijks een enquête verstuurd over de kwaliteit van het lesmateriaal en er wordt kritisch naar de kwaliteit van het lesmateriaal keken door de onderwijsredactie.

Over het resultaat van het door mij gemaakte lesmateriaal was het Hoofd Onderwijs tevreden. Ik mocht veel zelf doen, kreeg veel vertrouwen en goede feedback. Ook word ik nog steeds freelance opgeroepen voor verschillende opdrachten en zijn ze tot op heden tevreden met mijn werkzaamheden.

De beroepsproducten uit mijn portfolio die horen bij deze casus zijn verschillende pagina’s uit het lesboekje van Kidsweek in de Klas die door mij ontwikkeld zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In tijd en in aandacht, zodat kinderen merken dat je het als volwassene goed bestede tijd vindt om te lezen en om over leeservaringen te praten.. Kiezen, lezen

De docent kan het gebruik van concept cartoons in de lessen op een hoger niveau brengen door zorgvuldig te over- wegen wanneer welke cartoon te gebruiken en hoe de cartoon in te

‘Een situatie te creëren, waarin kin- deren betrokken bezig zijn en ge- tracht wordt elke persoon als totaliteit aan te spreken – de verstan- delijke vermogens, het zelfbesef,

Het kind een stoornis ‘opplakken’ kan een deculpabiliserend effect hebben voor de ouders, de leerkrachten of de andere opvoeders, maar voor het kind zelf is het een stigma dat het

Goed spelen Niet goed spelen WAT speel ik graag in de opvang. WAT speel ik NIET graag in

Het is echter belangrijk dat ook de kinderen zelf feedback krijgen over deze bevraging (in een gesprek, via een krantje, …). Wat waren de belangrijkste resultaten? Wat zijn punten

De docent kan het gebruik van concept cartoons in de lessen op een hoger niveau brengen door zorgvuldig te over- wegen wanneer welke cartoon te gebruiken en hoe de cartoon in te

Om te onderzoeken welke van deze vaardigheden een belangrijke rol spelen bij de technische leesvaardigheid en het begrijpend lezen van kinderen met ASS, zal