• No results found

Programma's voor economisch onderzoek: mineralenbalans

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Programma's voor economisch onderzoek: mineralenbalans"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Programma’s voor economisch

onderzoek: mineralenbalans

J. M.A. Nijssen (onderzoeker sectie economie PR)

Een moderne bedrijfsvoering is niet meer alleen gericht op een goed inkomen, maar ook op een geringe milieu-belasting. Boeren zonder de omgeving te belasten is een randvoorwaarde geworden voor het bestaan van een bedrijf. Dat betekent dat bij het zoeken naar economisch aantrekkelijke bedrijfsplannen ook het milieu steeds in het oog gehouden moet worden. De mineralenbalans die het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) ontwikkeld heeft, is daar een instrument voor. Een half jaar geleden is de mineralenbalans van het CLM daarom omgezet in een PR-programma. Het pro-gramma is voor onderzoek en voorlichting beschikbaar. Het is ook ingebouwd in het nieuwe bedrijfsbegrotingsprogramma van het PR.

Opbouw balans het mineralengehalte. Tussen standaard kracht-Inde mineralenbalans worden de verliezen van voer en eiwitrijk krachtvoer zit bijvoorbeeld een de elementen stikstof, fosfor en kalium bepaald. duidelijk verschil in stikstofgehalte. Bij een gelijke Daarvoor is de mineralenbalans opgebouwd uit krachtvoergift leidt de aankoop van eiwitrijk drie delen. In het eerste deel wordt de aanvoer van krachtvoer dus tot een grotere aanvoer van stik-mineralen op een rij gezet. De belangrijkste bron- stof. De mineralengehaltes van alle belangrijke nen van mineralenaanvoer zijn de aankoop van produkten zijn in het programma opgenomen. kunstmest en krachtvoer. De hoeveelheid mine- Naast krachtvoer en kunstmest zijn er nog andere ralen die met deze produkten wordt aangevoerd, posten die op sommige bedrijven aan de aanvoer is afhankelijk van de hoeveelheid produkt en van van mineralen kunnen bijdragen. Belangrijk zijn

(2)

de aanvoer van ruwvoer en van organische mest. Ook de depositie van mineralen, dat wat er uit de ,,zure regen” komt, is een vrij grote aanvoerpost. In het tweede deel van de balans staat tegenover de aanvoer van mineralen de afvoer. Hierbij zijn vooral de afvoer van melk en van vee van belang. Melk en vee bestaan immers voor een deel uit stikstof, fosfor en kalium. Ook de afvoer van ruw-voer en van organische mest is op sommige be-drijven van belang.

In het derde deel van de mineralenbalans worden de mineralenverliezen bepaald door de totale af-voer van de totale aanaf-voer af te trekken. De ver-liezen worden weergegeven per hectare cultuur-grond en per 1000 kg meetmelk. Verder wordt per element het benuttingspercentage berekend. Dit percentage geeft weer welk deel van de op het bedrijf aangevoerde mineralen ook weer van het bedrijf is afgevoerd. De rest van de mineralen is verloren gegaan. Dit kan onder andere gebeuren door ophoping in de bodem, uitspoeling naar het grondwater of vervluchtiging in de lucht.

Integratie in begroting

Met het programma MINBAL kan op snelle wijze een mineralenbalans opgesteld worden. De ge-brui ker hoeft alleen de hoeveel heden produkt in te voeren. Het programma zoekt de bijbehorende mineralengehaltes erbij en stelt de balans op. Als los programma is MINBAL dus in eerste instantie geschikt om snel en zonder rekenfouten een mi-neralenbalans op te stellen.

Het doel van de ontwikkeling van het programma was echter integratie met de bedrijfsbegroting. Doordat dat gerealiseerd is, kan op efficiënte wijze een begroting opgesteld worden waarbij - zonder dat daar extra invoer voor nodig is - ook een mineralenbalans berekend kan worden. Gege-vens zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid produkt die voor de mineralenbalans nodig zijn, worden immers in de bedrijfsbegroting berekend. De to-tale hoeveelheid melk blijkt bijvoorbeeld uit de opgegeven produktie per koe en het aantal koeien. De aankoop van ruwvoer en krachtvoer wordt berekend met behulp van de normen voor de voedervoorziening, en de behoefte aan

kunst-Tabel 1 Gegevens voorbeeldbedrijf

Plan 1 Plan 2 Koeien Melkquotum (kg) Cultuurgrond (ha) N-niveau (kg/ha/jr) Saldo (f) N-verlies (kg/ha) P-verlies (kg/ha) K-verlies (kg/ha) 52 52 342.000 342.000 21 .a 21 .a 466 366 218.400 217.600 503 420 31 31 186 ia4

mest volgt uit de landbouwkundige bemestings-balans. Naast de berekening van opbrengsten en kosten in het bedrijfsbegrotingsprogramma BBPR wordt dus ook een mineralenbalans opgesteld. Hierdoor kan bij beslissingen over de bedrijfsop-zet niet alleen het arbeidsinkomen maar ook de mineralenbalans op eenvoudige wijze als stu-rende factor gebruikt worden.

Voorbeeld

In tabel 1 zijn twee berekeningen weergegeven voor een voorbeeldbedrijf. Plan 1 geeft de huidige situatie op het bedrijf weer. In plan 2 is de stik-stofgift uit kunstmest met 100 kg per hectare ver-laagd. Uit de tabel blijkt dat deze wijziging nauwe-lijks invloed heeft op het saldo van het bedrijf. De verlaagde kunstmestgift leidt in dit geval tot een vergroting van de ruwvoeraankoop met 1 hectare. De kosten hiervoor worden echter vrijwel geheel goed gemaakt door een verlaging van de bemes-tingskosten en van de loonwerkkosten voor inkui-len. Wel zien we een duidelijke verbetering in de mineralenbalans. De stikstofverliezen nemen met ruim 80 kg per hectare af.

Samenvatting

De mineralenbalans is een middel dat naast de bedrijfsbegroting gebruikt kan worden bij beoor-deling van de bedrijfsopzet. Het PR heeft daarom de mineralenbalans als los programma ontwik-keld. Bovendien is de balans geÏntegreerd in de bedrijfsbegroting.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The study's results, from a survey of a sample of 759 respondents from across 11 North West provincial public service departments showed that for individual level

Therefore, according to Figure 3-2 in Chapter three of Robinson‟s Triadic componential framework based on his Cognition Hypothesis, this phase is an example of

Ek wou verder bepaal hoe die onderwys van blankes in sy ontwikkeling dour gcbcurtcnisse op maatskaplike, staatkundige en kerklike terrain beinvloed is.. In 'n

8.6 Willem Boshoff as Suid-Afrikaanse konseptuele kunstenaar 358 8.6.1 Boshoff se estetiese konkretisering van Afrikaners se herin-.. neringe aan magsbeskouinge

Hendriks Deelrapport 19: Analyse achtergrondconcentraties voor stikstof en fosfor op basis van water- en nutriëntenbalansen voor deelgebied Geestmerambacht Achtergrondconcentraties

De grote boomteeltbedrijven hebben een opvallend laag opvolgingscij- fer (47%). Men kan zich afvragen of een verschil in opvolgingspatroon een rol speelt. De jonge ondernemers

Veehouders hebben bij de realisatie een eigen netwerk moeten organiseren van mensen die hen in verbinding kunnen brengen met de juiste personen die hun plannen wel mogelijk

Zo hoeft bijvoorbeeld het land voor het zaaien van het gewas niet meer afgebrand te worden met een herbicide en ook tijdens de teelt valt te verwachten dat bij een dichter