• No results found

Teunisbloemen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Teunisbloemen"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

entschap in Algemene Dienst voor de

> Groenteteelt in de Vollegrond

KORTE TEELTBESCHRIJVING

TEUNISBLOEMEN

CONSULENTSCHAP PROEFSTATION

O D

LELYSTAD LELYSTAD

(2)

Eerste oplage, 1000 exemplaren, prijs ƒ

5,-Meerdere exemplaren zijn verkrijgbaar door storting of overmaking van ƒ 5,- per exemplaar op postrekening nr. 2249700 t.n.v. PAGV, postbus 430, 8200 AK Lelystad, onder vermelding van "Korte Teeltbeschrijving Teunisbloemen".

© 1986 Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond, Lelystad.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.

Het PAGV stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruikmaking van de gegevens uit deze uitgave.

(3)

Proefstation en Consulentschap in Algemene Dienst voor de

Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond

maart 1986

Korte Teeltbeschrijving nr. 1

TEUNISBLOEMEN

- Grondbewerking

- Vruchtwisseling

- Zaaien

- Bemesting

- Ziekten, plagen, onkruiden

- Oogst

- Saldoberekeningen

cojBULENTscHAP Consulentschap in Algemene Dienst voor de Akkerbouw erruö n*noN

Sl^jlf Groenteteelt in de Vollegrond, Postbus 369, 8200 AJ Lelystad, 3 ^ j | f

ÄjgTW tel. 03200-22714

^ T P £ T

^ ^ / Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond ^ ^ r

LELYSTAD

Edelhertweg 1 , Postbus 4 3 0 , 8 2 0 0 A K Lelystad, tel. 0 3 2 0 0 - 2 2 7 1 4

LELYSTAD

(4)

Algemeen

Vanaf 1982 wordt de teunisbloem op wat ruimere schaal, voor het zaad geteeld op akkerbouwbedrijven in het z u i d - w e s t e l i j k e zeekleigebied. Ook de zand- en veenko-l o n i a veenko-l e gronden dragen b i j aan de t e e veenko-l t u i t b r e i d i n g . Het areaaveenko-l was in 1985 volgens de m e i t e l l i n g 760 ha.

Er z i j n nog b e t r e k k e l i j k weinig gegevens over de t e e l t en de oogstzekerheid. Veel t e l e r s moeten d i t v i a eigen ervaring achterhalen.

Door veredeling en s e l e c t i e zullen de komende jaren nieuwe rassen ontstaan. Deze ontwikkeling geeft mogelijk een blijvende t e e l t . In Engeland z i j n er enkele rassen aanwezig.

De o l i e u i t het zaad heeft een hoog gehalte aan meervoudig onverzadigde v e t -zuren. Ze bevat c i r c a 10 procent gamma linoleenzuur, waarvoor bijzondere eigenschappen geclaimd worden. Met de huidige kennis kan de o l i e daarom als grondstof voor dieetvoedingsmiddelen en in de farmaceutische i n d u s t r i e worden toegepast.

Botanische gegevens

Het geslacht teunisbloem (Oenothera) hoort t o t de f a m i l i e van de

teunisbloemachtigen (Onagraceae). De teunisbloem is een gewilde t u i n en s i e r -p l a n t . Ze komt vaak ook verwilderd in de duingebieden als overjarige -plant voor. De eenjarige vorm, die momenteel op het akker bouwbedrijf voor zaadwinning geteeld wordt, is de grote teunisbloem (Oenothera lamarckiana Ser).

De plant heeft een sterk w o r t e l s t e l s e l , bestaande u i t een penwortel met v r i j stevige z i j w o r t e l s . De hoofdstengel, die 120 à 150 cm lang wordt, kan b i j een dunne stand onderaan de hoofdstengel overgaan t o t het vormen van z i j s t e n g e l s . Die komen dan l a t e r in b l o e i , veroorzaken een ongelijke a f r i j p i n g en b e m o e i l i j -ken de oogst. De bloei is van beneden naar boven. Er ontstaat meestal in elke bladoksel een bloem. De bloemen z i j n bekervormig en l i c h t g e e l van k l e u r . De plant b l i j f t lang ( t o t aan de oogst) doorbloeien.

Opbrengst

De zaadopbrengst hangt samen met:

- de standdichtheid en zaaitijd van het gewas;

- het slagen van de onkruidbestrijding;

- de gevoeligheid voor zaaduitval tijdens de afrijping en oogst.

Een goed gewas teunisbloemen geeft onder normale omstandigheden een

zaad-opbrengst van globaal 800 kg a 1100 kg per ha (9 procent vocht). Momenteel zijn

(5)

-de opbrengstverschillen tussen percelen nog erg groot. Het saldo hangt erg af van kg-opbrengst en c o n t r a c t - p r i j s , maar kan in v e r g e l i j k i n g met het saldo van andere gewassen naar verhouding hoog z i j n .

Saldo

Teunisbloemen kosten aan toegerekende teeltkosten b i j eigen mechanisatie c i r c a ƒ 1800,- per hectare. In het algemeen z i j n de kosten van o n k r u i d b e s t r i j d i n g en van oogst voor de teunisbloem hoger dan die voor de wintergranen. Ook z i j n soms de droog- en schoningskosten r e l a t i e f hoog. Voor aanvullend wiedwerk in j u n i / j u l i kunnen c i r c a 40 uren per hectare worden berekend. B i j een berekende zaadproduktie van 850 kg/ha en een c o n t r a c t p r i j s van ƒ 7,20 per kg bedraagt de bruto-opbrengst ƒ 6120,- per hectare. B i j c i r c a ƒ 1800,- aan toegerekende kosten l e v e r t d i t een saldo op van ƒ 4320,- per hectare. (Zie ook de appendix met de

saldoberekeningen voor teunisbloemen wintertarwe. ) Teunisbloemen kunnen hiermee de v e r g e l i j k i n g met andere gewassen goed doorstaan.

Plaats in de vruchtwisseling

De teunisbloem als akkerbouwgewas in de vruchtwisseling is e e n j a r i g . Het zaad wordt in het voorjaar gezaaid. Door de matige wintervastheid dienen na-zomerzaai en het aanhouden van overjarige percelen te worden ontraden. Daardoor kunnen namelijk zeer onregelmatige percelen ontstaan. Voor zover bekend s t e l t de t e e l t van teunisbloemen geen bijzondere eisen aan de v r u c h t w i s s e l i n g . Mogelijk dat zeer s t i k s t o f r i j k e gronden een tee l t b e lemmer ing vormen. De teunisbloem is geen waardplant voor het b i e t e n c y s t e n a a l t j e .

Een goede structuur van de grond i s b e l a n g r i j k . Slempgevoelige gronden kunnen problemen geven b i j de opkomst. Zwaardere kleigronden met meer dan 40 procent afslibbare delen kunnen moeilijkheden geven t i j d e n s de kieming door het indrogen van het zaaibed. Daardoor neemt de kans op een onregelmatiger opkomst toe. In het algemeen voldoen l i c h t e r e gronden, zand- en veenkoloniale gronden goed omdat ze een v l o t t e r e beginontwikkeling kennen. U i t onderzoekgegevens van het CABü -Wageningen is gebleken dat b i j een gangbare o n k r u i d b e s t r i j d i n g met herbiciden geen opslagproblemen van de teunisbloem optreden b i j de vruchtopvolging. De oogst v a l t meestal in de periode van september t o t eind oktober. De stengels en verdere oogstresten verteren gemakkelijk wanneer ze goed verdeeld worden ' ondergewerkt. De grond zal daarom nog voor de t e e l t van wintergraan beschikbaar z i j n .

Voorbereiding van de grond

Het belang van g e l i j k m a t i g ploegen b i j de z a v e l - en kleigronden in de h e r f s t u i t zich in een g e l i j k m a t i g zaaibed in het voorjaar. B i j de zwaardere kleigronden is een voorbewerking d i r e c t na het ploegen g u n s t i g . Het voordeel h i e r b i j is dat

(6)

-onkruiden al voor de zaai van de teunisbloem gekiemd z i j n en bestreden kunnen worden. Het zaaibed in het voorjaar mag vooral n i e t te diep los z i j n . Een f i j n zaaibed van 2 à 3 cm diepte is goed. Omdat het zaad van de teunisbloem erg f i j n i s , moet de zaaibedbereiding hierop worden afgestemd. B i j de l i c h t e r e gronden kan de grond overeenkomstig met die van suikerbieten zaaiklaar gemaakt worden.

Bemesting

De f o s f a a t - en kalibemesting dient afgestemd te z i j n op de bemestingstoestand (grondonderzoek). Nader onderzoek is momenteel gaande naar de f o s f a a t - en s t i k s t o f b e m e s t i n g . Een stikstofbemesting van 60 à 70 kg per hectare verdient als basisbemesting gegeven de voorkeur. Een s t i k s t o f g i f t is onmisbaar voor een goede s t a r t en beginontwikkeling. Te hoge g i f t e n geven echter een te sterke vegeta-t i e v e groei en vergrovegeta-ten hevegeta-t legeringsgevaar.

Het zaaien

De zaaitijd hangt af van het tijdstip wan zaaibedbereiding en zal bij voorkeur eind maart of april zijn. Uit onderzoekgegevens blijkt dat teunisbloem voor een snelle kieming, uitgaande van een hoge kiemkracht, warmtebehoevend is. Om de kieming te doen aanvangen is ter plaatse van het zaad een bodemtemperatuur van minstens 13 graden Celsius gedurende enkele uren per dag nodig (zie ook tabel 1 ) . Een temperatuur van 18 tot 20° Celsius is optimaal. De invloed van

wisseltemperaturen is van weinig betekenis.

Tabel 1. Teunisbloem kiemingspercentage bij 13° Celsius, onder geconditioneerde omstandigheden.

aantal dagen na het zaaien 7 11 15 18 25

teunisbloem zaaiuien

De z a a i t i j d zal dus, mede a f h a n k e l i j k van de bodemtemperatuur, in de meeste gevallen eind maart, eerste h e l f t van a p r i l z i j n . Het zaad wordt zeer ondiep gezaaid ( t o t 1 cm d i e p t e ) . D i t is te v e r g e l i j k e n met het zaaien van gewassen als blauwmaanzaad, veldbeemdgras of w i t l o f .

De teunisbloem komt, al naar gelang de bodemtemperatuur, 10 à 20 dagen na het zaaien op. De kieming is wat minder snel dan die van zaaiuien. Vervolgens komt er een periode van zeer langzame g r o e i , die a f h a n k e l i j k van de temperatuur 3 à 5 weken kan z i j n . De wortelgroei is in deze periode evenwel groot. Daarna g r o e i t de plant s n e l . 3 -39 33 51 81 60 83 67 86 70 91

(7)

Zaaimachine

Het 1000-korrelgewicht van de teunisbloem is ongeveer 0,5 gram.

Om een regelmatig gewas te k r i j g e n , dient men een precisiezaaimachine te gebruiken. De z a a i d i e p t e - r e g e l i n g is h i e r b i j (meestal) g e l i j k m a t i g af te s t e l l e n . Desnoods kan met een nokkenradzaaimachine worden gezaaid. Om kleine zaaizaadhoeveelheden te kunnen zaaien, z i j n h i e r b i j f i j n e zaadwieltjes nodig. De zaaipijpen moeten voorzien z i j n van d r u k r o l l e n , die het zaad aanrollen. Boven-dien Boven-dienen de d r u k r o l l e n voor een gelijkmatige zaaidiepte mits het zaaibed vlak i s .

Plantdichtheid

B i j de bloemzaadteelt wordt veelal op 50 cm r i j e n a f s t a n d gezaaid. Zodoende kan onkruid weggeschoffeld worden. Een brede r i j e n a f s t a n d heeft mogelijk als nadeel dat de planten teveel z i j s t e n g e l s vormen, die l a t e r bloeien en veelal een onge-l i j k e a f r i j p i n g geven. Zoweonge-l om de hoogste zaadopbrengst aonge-ls om een regeonge-lmatiger a f r i j p e n te bereiken, is de meest optimale r i j e n a f s t a n d voor de t e e l t op het akkerbouwbedrijf 22 à 25 cm. Mede door de vaak lage veldopkomst is het aan te raden om u i t te gaan van 1000 gram a 1500 gram zaad/hectare. In de p r a k t i j k gaat men soms u i t van 2000 gram. Er wordt gestreefd naar een plantaantal van c i r c a 80 per m^.

Onkruidbestr i j d i n q

De chemische o n k r u i d b e s t r i j d i n g i s er op g e r i c h t om het gewas in het begin van de groeiperiode, wanneer het weinig of geen concurrentiekracht b e z i t , v r i j te houden van onkruid. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een bodemherbicide met als werkzame s t o f difenoxuron, merknaam L i r o n i o n . De toepassing is d i r e c t na de zaai

in 400 l i t e r water per hectare met een dosering van 3,5 t o t 5 kg per hectare. Op gronden met c i r c a 20 procent afslibbare delen en een laag humusgehalte (2 pro-cent) is een dosering van 3 à 3,5 kg per hectare reeds voldoende. Op d e r g e l i j k e gronden neemt de gewasgevoeligheid b i j een hogere dosering toe.

Gevoelige onkruiden z i j n onder andere muur, herderstasje, w i t t e krodde, k l e i n k r u i s k r u i d . Minder gevoelig l i j k e n k a m i l l e , ganzevoetachtigen, varkensgras en s t r a a t g r a s . Melde-soorten en zwarte nachtschade z i j n weinig gevoelig.

Verder kan het middel pendimethalin als bodemherbicide worden g e b r u i k t ; merknaam Stomp 330 EC. De toepassing is d i r e c t of k o r t na zaaien. De dosering is

3 l i t e r / h a op gronden met minder dan 30 procent afslibbaar of 4 l i t e r / h a op gronden met meer dan 30 procent afslibbare delen of meer dan 5 procent humus. Gevoelige onkruiden z i j n de onkruidgrassen d u i s t , windhalm en s t r a a t g r a s . Goed bestreden worden verder de tweezaadlobbige onkruiden zoals muur, e r e p r i j s , varkensgras, zwaluwtong, klaproos, paarse dovenetel, kleine brandnetel, duive-kervel en a k k e r v i o o l t j e . Ook tegen k l e e f k r u i d kan enige werking verwacht worden.

(8)

De werking tegen kamille is minder goed. Klein k r u i s k r u i d wordt n i e t bestreden. In de p r a k t i j k verdient Stomp de voorkeur omdat het breder werkt.

Op zand- en veenkoloniale gronden is toegelaten de combinatie van 5 kg Profam 50 procent + 5 kg L i r o n i o n ; muur, duizendknopigen, straatgras en spurrie worden bestreden. Een o n k r u i d b e s t r i j d i n g over het gewas is nog in onderzoek. Grassen en graanopslag kunnen worden bestreden met alloxydim-natrium, merknaam F e r v i n . Tabel 2 (zie b i j l a g e ) geeft de gevoeligheid van onkruiden voor enige herbiciden aan.

Ziekten en plagen b i j de t e e l t

Er z i j n voor zover bekend geen ziekten die zodanig kunnen optreden, dat ze veel schade en opbrengstderving veroorzaken. Wel kan de g r i j z e schimmel ( B o t r y t i s ) voorkomen. Als beschadiger kan het elzenhaantje worden vermeld. De aardvlo kan de gehele groeiperiode voorkomen. Aan de hoeveelheid prikken en gaatjes in de bladeren i s te zien hoe a c t i e f het insekt i s en of een b e s t r i j d i n g zinvol i s . Ook kunnen vogels t i j d e n s de a f r i j p i n g schade aanrichten.

De oogst

B i j de oogst kunnen z i c h verliezen voordoen door onregelmatige a f r i j p i n g . Het hoge vochtgehalte van het gewas, 70 t o t 80 procent, t i j d e n s de a f r i j p i n g van h a l f september t o t eind oktober b e m o e i l i j k t de oogst. De plant b l i j f t lang ( t o t aan de oogst) doorbloeien. Het zaad is voldoende a f g e r i j p t wanneer de onderste zaaddozen g e d e e l t e l i j k bruin verkleuren en i e t s open gaan staan. De zaden z i j n dan bruin van k l e u r . Is er de o o g s t r i j p h e i d en is de bloei voor 95 à 100 procent verdwenen, dan kan er met binderen of doodspuiten worden begonnen.

Het is beter om n i e t te wachten t o t de gehele plant is a f g e r i j p t , omdat in een r i j p gewas b i j veel wind te veel zaadver l i e s kan voorkomen. Wanneer echter te vroeg wordt geoogst, komen veel plantendelen in het geoogste produkt. D i t geeft n i e t alleen b i j het maaidorsen aankoeken van de zeven, maar ook b i j het drogen en schonen problemen. Het meestal vochtige zaad, 50 à 60 procent vocht, dient te worden teruggedroogd t o t 9 procent vocht, onder dezelfde voorwaarden zoals g e b r u i k e l i j k is als b i j graszaad.

In 1985 z i j n om oogstverliezen te beperken en om het gewas na te laten r i j p e n v r i j veel percelen met de zelfbinder geoogst. Daarna is het gewas gehokt en ver-volgens u i t de hokken gedorst. Het vochtgehalte in de hokken daalt v r i j t r a a g . Het oogsten met de zelfbinder vergde ongeveer 20 manuren per hectare meer dan maaidorsen, t e r w i j l er in een eerste proef ongeveer 100 kg zaad per hectare meer

is geoogst.

(9)

-Een andere oogstmethode is het spuiten van een verdorringsmiddel om het vochtge-halte van de plant op stam te verlagen. Wel dient men er op verdacht te z i j n dat de zaaddozen ongeveer 10 t o t 14 dagen l a t e r na het doodspuiten open gaan. Omtrent de middelen en het t i j d s t i p van bespuiten wordt nog gezocht naar nadere c r i t e r i a . Over de mogelijkheid van zwadmaaien en opraapdozen is onvoldoende bekend.

Het a f s t e l l e n van de maaidorser. De afstand van de dor s trommel ten opzichte van de dorsmantel i s overeenkomstig als b i j de granen. Het toerental van de

dorstrommel is 800 toeren per minuut. Het uitdorsen van de zaaddozen is in het algemeen goed. De verliezen over de bovenzeef kunnen v r i j groot z i j n . De boven-zeef, meestal een j a l o u z i e z e e f , kan aankoeken en d i c h t l o p e n . Een onderboven-zeef, met ruime p e r f o r a t i e , verwerkt het materiaal vaak beter dan een j a l o u z i e z e e f . De wind op de zeven is naar verhouding. Echter, het geven van wind op de zeven is in z i j n algemeenheid n i e t nodig. Het i s verder mogelijk de stroschudders af te dekken met gaas, waardoor er minder k o r t materiaal op de zeven komt. Afhankelijk van de gewassituatie kan het monteren van a r e n l i c h t e r s gewenst z i j n , en dient de haspel ingesteld te kunnen worden.

(10)

-Tabel 2. Gevoeligheid van onkruiden voor enige herbiciden, na zaai van teunisbloemen. HERBICIDEN TOELICHTING: ++ = goed + = matig - = n i e t o = onbekend

IPC L iron ion Stomp

ONKRUIDEN

BRANDNETEL ( k l e i n e ) ++ - ++ DOVENETEL (paarse)

EREPRIJSSOORTEN GANZEBLOEM (gele) GAN ZE VOETSOOR TEN HENNEP NE TEL HERDERSTASJE HERIK HOENDER BEET KAMILLESOORTEN KLEEFKRUID KNÜPKRUID KRODDE ( w i t t e ) KRÛONTJESKRUIO KRUISKRUID MELDESOORTEN MUUR PERZIKKRUID SPURRIE STRAATGRAS VARKENSGRAS

ZWALUWTONG

ZWARTE NACHTSCHADE

-++

++

++

++

++

++

_

0

++

0 + 0

+

0 0

+

0 0

++

0

+

-+

-0

+

-_

++

++

++

++

++

-++

++

+

+

-+

0

-++

++

++

++

+

++

++

+

7

(11)

-Appendix

Saldoberekening per ha voor het Z u i d w e s t e l i j k k l e i g e b i e d .

Omschrijving

TEUNISBLOEM WINTERTARWE Hoev. P r i j s Bedrag Hoev. P r i j s Bedrag Opbrengsten

Hoofdprodukt

Bijprodukt

850 7,20 6.120 7.900 0,49 3.871

4.600 80/ton 368

Bruto opbrengst (a)

6.120

4.239

Toegerekende kosten

Zaaizaad (ontsmet)

Bemesting: N

P2O5

K2O

Onkruidbestrijding

Gewasbescherming

Verzekering

Rente

Drogen/schonen

Touw

60

40

40

6.100

480

850

1,50

1,50

0,75

0,8%

9 %

0,50

P.M.

90

60

30

444

203

49

43

425

160

80+60+40

70

80

4.200

790

7.900

4,6

1,15

1,50

1,50

0,75

0,2% 9 %

0,018

8,50

184

276

105

60

197

205

8

71

142

39

Tot. toeg. kosten (b)

1.344

1.287

Saldo per ha E.M. (a-b)

Indien in loonwerk

uitgevoerd:

Ploegen

Zaaiklaar maken

Zaaien

Kunstmest strooien

Spuiten

Maaidorsen

Cultivateren

Stro persen ( i n c l . touw)

aantal

bewerk.

2

p r i j s

210

80

100

70

40

650

80

4.776

bedrag

210

80

100

70

160

650

160

aantal

bewerk.

1

1

1

3

5

1

3

1

p r i j s

210

80

100

70

40

415

80

4,6x37

2.952

bedrag

210

80

100

210

200

415

240

170

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) verzorgt vanaf 1 januari 2013 namens de provincies Flevoland en Noord-Holland en namens de gemeenten

Mocht er een andere notaris worden gekozen, dan vergoedt koper aan verkoper de eventuele extra kosten voor doorhaling van de hypotheek boven de € 175,-- incl. BTW en de

Sparreboom: “De benadering van onderop is mooi, maar je moet er wel voor zorgen dat het resultaat ook in andere wijken toepasbaar is, zodat het zich kan verspreiden.

In tabel 2 is een overzicht gegeven van het aantal bedrijven, de oppervlakte cultuurgrond en het percentage rooivruchten in Zuid-Holland, Zeeland en in het zeekleigebied

De maximale produktie (ds max), de temperatuursom vanaf zaai (-6°C) waarbij deze werd bereikt (Tsom) en het dagnummer (dagnr.), en de droge stofgehalten van de kolf (ds kolf) en

B1j de verschillende behandelingen kwam de uiteenlopende gevoeligheid tussen de rassen sterk tot uiting en moet opnieuw worden geconcludeerd dat rassen die zeer

proefstation voor de akkerbouw en de groenteteelt in de vollegrond, lelystad-alkmaars. GEBRUIKSWAARDE-ONDERZOEK BLEEKSELDERIJ IN

Op grond van het voorgaande concludeert het Bureau, voorzover de waren en diensten identiek zijn, dat gezien deze identiteit van de waren en diensten en gezien de