• No results found

Kwantitatieve Informatie voor de fruitteelt 2003-2004

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kwantitatieve Informatie voor de fruitteelt 2003-2004"

Copied!
146
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

a

P L A N T & O M G E V I N G 'VBUOTHEEK le • J'-0 sector Bloembollen °ostbus 85 2160 AB Lisse 0252 462121

Kwantitatieve Informatie Fruitteelt

2003/2004

G. Peppelman, M.J. Groot

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector fruit

Maart 2004

CENTRALE LANDBOyWCAJALOGUS

0000 0951 9915

W 52Hlf

(2)

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave.

PPO Publicatienr. 611 € 1 0 0

-E

> y f Tuinbouw V ^ V

P R A K T I J K D N D E R Z D E K P L A N T & O M G E V I N G

Productschap V f Tuinbouw V ^ V W A B E N I N Q E N I

Dit project werd gefinancierd door het Productschap Tuinbouw en Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Projectnummer: 610309 PT nummer: 11263

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.

Sector fruit Adres Tel. Fax E-mail Internet Lingewal 1, Randwijk postbus 200, 6770 AE Zetten 0488 - 47 37 00 0488-47 37 17 infofruit@ppo.wur.nl www.ppo.wur.nl

(3)

alle tabellen met prijs en/of aanvoergegevens in de eerste paragraaf van ieder hoofdstuk, met uitzondering van de tabellen 2.1.12, 4.1.12, 5.1.7, 5.1.8, 6.1.6, 6.1.7, 7.1.6, 7.1.7 en 9.1.4. Bij deze tabellen is de bron wel goed vermeld.

Bij paragraaf 14.8 moet de volgende tekst worden toegevoegd:

De SBE-norm is inmiddels afgeschaft en wordt ook niet meer opnieuw berekend. Omdat in de praktijk deze norm nog wel wordt gebruikt is deze nog wel opgenomen in tabel 14.8.1

(4)

WOORD VOORAF 7 1 INLEIDING 9

1.1 Gebruikshandleiding 9 2 APPEL GANGBARE TEELT 11

2.1 Algemene sectorgegevens 11 2.2 Teeltsystemen en producties 18 2.3 Arbeidsbehoefte 20 2.3.1 Aanleg 20

2.3.2 Teelt 21

2.3.3 Oogsten en sorteren 23 2.4 Kosten 25 2.5 Uitgangspunten saldobegroting 28

3 APPEL BIOLOGISCHE TEELT 29 3.1 Algemene sectorgegevens 29 3.2 Teeltsysteem en producties 29 3.3 Arbeidsbehoefte 29

3.3.1 Teelt 29

3.3.2 Oogstenen sorteren 29 3.4 Kosten 30 4 PEER 31 4.1 Algemene sectorgegevens 31 4.2 Teeltsysteem en producties '. 36 4.3 Arbeidsbehoefte 37 4.3.1 Aanleg 37 4.3.2 Teelt 38 4.3.3 Oogstenen sorteren 39 4.4 Kosten 41 4.5 Uitgangspunten saldobegroting 44 5 PRUIM 45 5.1 Algemene sectorgegevens 45 5.2 Teeltsysteem en productie 48 5.3 Arbeidsbehoefte 49 5.3.1 Aanleg 49 5.3.2 Teelt ; 50 5.3.3 Oogsten sorteren 51 5.4 Kosten 52 5.5 Uitgangspunten saldobegroting 54 6 ZOETE KERS 57 6.1 Algemene sectorgegevens 57 6.2 Teeltsystemen en producties 59 6.3 Arbeidsbehoefte 60

(5)

6.5 Uitgangspunten voor saldobegroting 65 7. ZURE KERS 67 7.1 Algemene sectorgegevens 67 7.2 Teeltsystemen en producties 69 7.3. Arbeidsbehoefte 70 7.3.1. Aanleg 70 7.3.2. Teelt 70 7.3.3. Oogsten 71 7.4. Kosten 71 7.5 Uitgangspunten saldobegroting 73 8. RODE BES 75 8.1 Algemene sectorgegevens 75 8.2 Teeltsystemen en producties 76 8.3 Arbeidsbehoefte 77 8.3.1 Aanleg 77 8.3.2 Teelt 78 8.3.3 Oogstenen sorteren 79 8.4 Kosten 80 8.5 Uitgangspunten saldobegroting 82 9 BLAUWE BES 83 9.1 Algemene sectorgegevens 83 9.2 Teeltsystemen en producties 85 9.3 Arbeidsbehoefte 86 9.3.1 Aanleg 86 9.3.2 Teelt 87 9.3.3 Oogsten en sorteren 88 9.4 Kosten 88 9.5 Uitgangspunten saldobegroting 91 10 FRAMBOOS 93 10.1 Algemene sectorgegevens 93 10.2 Teeltsystemen en producties 94 10.3 Arbeidsbehoefte 95 10.3.1 Aanleg 95

10.3.2 Teelt 96

10.3.3 Oogstenen sorteren 98 10.4 Kosten 98 10.5 Uitgangspunten saldobegroting 101 11 BRAAM 103 11.1 Algemene sectorgegevens 103 11.2 Teeltsystemen en producties 105 11.3 Arbeidsbehoefte 105 11.3.1 Aanleg 105

11.3.2 Teelt 106

11.3.3 Oogstenen sorteren 107 11.4 Kosten 108 11.5 Uitgangspunten saldobegroting 110

(6)

12.3.1 Aanleg 112

12.3.2 Teelt 112

12.3.3 Oogsten 113 12.4 Kosten 113 12.5 Uitgangspunten saldobegroting 115 13 KRUISBES 117 13.1 Algemene sectorgegevens 117 13.2 Teeltsystemen en producties 118 13.3 Arbeidsbehoefte 118 13.3.1 Aanleg 118

13.3.2 Teelt 119

13.3.3 Oogstenen sorteren 120 13.4 Kosten 120 13.5 Uitgangspunten saldobegroting 122 14 KOSTENOVERZICHT 123 14.1 Grundkosten 123 14.2 Vervangingswaarde duurzame productie middelen 124

14.3 Rente omlopend vermogen 133 14.4 Arbeidskosten werkgever en werknemer 133

14.5 Loonwerk 134 14.6 Hagelverzekering 135 14.7 Overige kosten 135 14.8 Bruto Standaard Saldi (BSS) 137

14.9 Algemene werkzaamheden 137

15 REKENSCHEMA 139 15.1 Enkele definities beplanting groot fruit 139

15.2 Stichtingskosten per ha 140 15.3 Saldobegroting per ha 142 15.4 Voorbeeld saldobegroting 144

16 ADRESSEN 147 BIJLAGE I AANVOER EN PRIJS VERDELING OVER HET SEIZOEN BIJ RODE BES 150

BIJLAGE II AANVOER EN PRIJS VERDELING OVER HET SEIZOEN BIJ BLAUWE BES 151 BIJLAGE III AANVOER EN PRIJS VERDELING OVER HET SEIZOEN BIJ FRAMBOOS 152 BIJLAGE IV AANVOER EN PRIJS VERDELING OVER HET SEIZOEN BIJ BRAAM 153 BIJLAGE V AANVOER EN PRIJS VERDELING OVER HET SEIZOEN BIJ KRUISBES 154

(7)

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) en Productschap Tuinbouw (PT) aanleiding geweest om een nieuwe Kwantitatieve Informatie Fruitteelt, kortweg KWIN-Fruit, uit te brengen. De voor U liggende nieuwe KWIN-Fruit, bevat gegevens van de teelt van grootfruit (appel, peer, pruim en kers) en houtig kleinfruit (bessen, frambozen en bramen).

De nieuwe KWIN-Fruit is samengesteld door het PPO, waarbij zij is ondersteund door een

begeleidingscommissie bestaande uit de heren Beuzel (Rabobank), Reinhoudt (adviseur) en Streef (DLV). Tevens zijn diverse cijfers en normen aangeleverd door PT, NFO, telers en productcommissies,

vruchtboomkwekers, handel, veilingen en toeleveranciers. Ook zijn gegevens afkomstig van het LEI en CBS. Binnen PPO-fruit hebben naast de auteurs ook V.N.H, van Velzen, E. Buitenhuis, CA. van Zuidam, J.M.T. Balkhoven en J.L. Baarends aan de totstandkoming van de KWIN-fruit bijgedragen. PPO wil eenieder die aan de totstandkoming van deze KWIN-Fruit heeft bijgedragen hartelijk danken voor haar medewerking. Ten opzichte van de vorige uitgave zijn de gegevens nu niet per onderwerp per gewas gegroepeerd. Toe te rekenen kosten en opbrengsten voor een bepaald gewas zijn nu dan ook in hetzelfde hoofdstuk terug te vinden. De vaste kosten voor bijvoorbeeld grond en duurzame productiemiddelen, staan voor alle gewassen in Hoofdstuk 14. Voor de biologische teelt zijn geen normen in deze KWIN-Fruit opgenomen. Er waren te weinig betrouwbare gegevens beschikbaar en bovendien waren verschillen tussen bedrijven erg groot. Hierdoor is in het hoofdstuk over de biologische appel alleen op hoofdlijnen over kosten en

opbrengsten geschreven.

De waarde van de KWIN-Fruit voor de fruitsector wordt sterk bepaald door de toegankelijkheid en relevante, up-to-date informatie. Ik nodig u dan ook uit opmerkingen over de normen, opzet, toegankelijkheid en ontbrekende gegevens door te geven aan de samenstellers.

Randwijk, maart 2004

Dr. Ir. P.J. van Erp Manager PPO-Fruit

(8)

1 Inleiding

1.1 Gebruikshandleiding

De gegevens die in KWIN fruitteelt worden gepresenteerd, hebben als voornaamste doel om als basis te dienen voor bedrijfseconomische begrotingen. Dit kunnen bedrijfsbegrotingen zijn van een bestaand bedrijf of varianten van een te stichten bedrijfsonderdeel. Daarnaast kunnen de gegevens uiteraard ook gebruikt worden voor andere doeleinden, bijvoorbeeld als vergelijkingsbasis met een bestaand bedrijf.

De productienormen zijn taakstellende productienormen. Taakstellende productienormen zijn gebaseerd op het niveau dat een goede ondernemer zou moeten kunnen halen onder optimale omstandigheden. De

normen liggen in het algemeen wat hoger dan het niveau wat in de praktijk gehaald wordt.

De prijzen die worden genoemd, zoals opbrengstprijzen van fruit, maar ook de prijzen van duurzame productiemiddelen, zijn tenzij anders vermeld exclusief BTW.

Bij het gebruik van de gegevens voor een begroting voor een bestaand bedrijf moeten de KWIN-gegevens worden aangepast aan de individuele bedrijfssituatie. Er dient zoveel mogelijk te worden uitgegaan van de eigen bedrijfsgegevens van het betreffende bedrijf.

De gegevens in KWIN-fruitteelt verschillen in de mate van gedetailleerdheid. Oorzaak daarvan is het soms ontbreken van voldoende gegevens waardoor noodzakelijkerwijs meer globale normen zijn weergegeven. De hardfruitgewassen en de teelt van zwarte bes zijn uitgewerkt per ha, de kleinfruitteelten zijn per 1.000 m2 weergegeven.

Deze KWIN fruitteelt is zo ingedeeld dat per hoofdstuk een gewas aan bod komt. Algemene gegevens zoals grondprijzen, prijzen van duurzame productiemiddelen, lonen, enz. zijn in hoofdstuk 14 weergegeven. Er zijn geen saldobegrotingen per gewas uitgewerkt. De benodigde gegevens voor een saldobegroting zijn beschreven in de gewashoofdstukken. Het rekenschema voor een saldobegroting is éénmaal ingevuld in hoofdstuk 15 en dient als voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de te gebruiken tabellen.

Saldoberekeningen zijn gebaseerd op een volwassen beplanting. Vergelijking van verschillende gewassen mag niet alleen plaatsvinden op basis van saldo. Ook stichtingskosten en de levensduur van een beplanting moeten dan in beschouwing worden genomen.

(9)

Appel gangbare teelt

2.1 Algemene sectorgegevens

Tabel 2.1.1. geeft het Nederlands appelareaal gedurende 10 jaar weer. Hieruit blijkt dat het huidige areaal appel 67% is van het areaal appel in 1992.

Tabel 2.1.1. Oppervlakte appels ir

Appel totaal Bron: PT, 1992 16.448 2003 1993 16.607 1994 16.480 i Nederland 1992-2002 (ha) 1995 15.298 1996 15.137 1997 15.096 1998 14.682 1999 14.191 2000 12.839 2001 11.718 2002 11.176

In tabel 2.1.2. staat een overzicht van het areaal appel in Nederland uitgesplitst naar ras. Om de vijf jaar wordt een uitgebreide meitelling gehouden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waarbij ook naar oppervlakte per ras wordt gevraagd. Zomerrassen worden de laatste jaren steeds minder geteeld en nieuwe rassen zoals het schurft-resistente ras Santana worden aangeplant. Tevens wordt per ras het procentueel aandeel in het totale areaal in 2002 vermeld.

(10)

Tabel 2.1.2. Oppen/lakte appel per ras in Nederland in 1997 en 2002 (ha)

Appel totaal Elstar Jonagold Jonagored

Cox's Orange Pippin Golden Delicious Boskoop Delcorf Gala Santana Braeburn Alkmene Summerred Discovery Elise Delblush James Grieve Karmijn Gloster Elan Zoete appels Overig Oppervlakte 1997 15.191 5.127 3.440 1.158 1.503 1.192 1.281 211 110 * * 221 78 87 * * 205 28 160 47 47 298 2002 11.176 4.374 2.468 1.077 666 763 809 318 92 19 29 80 38 37 43 43 * * * * 24 298 % per ras 2002 100 39,1 22,0 9,6 5,9 6,8 7,2 2,8 0,8 0,2 0,3 0,7 0,3 0,3 0,4 0,4 * * * * 0,2 2,6 * niet bekend Bron: CBS, 2003

Tabel 2.1.3. geeft een overzicht van het aantal bedrijven dat appels teelt. Tevens wordt per ras aangegeven op hoeveel bedrijven het betreffende ras staat aangeplant. Het aantal fruitbedrijven met appelteelt is de afgelopen jaren afgenomen.

(11)

Tabel 2.1.3. Aantal bedrijven met diverse appelrassen in Nederland in 1997 en 2002 Aantal bedrijven Appel totaal Elstar Jonagold Jonagored

Cox's Orange Pippin Golden Delicious Boskoop Delcorf Gala Santana Braeburn Alkmene Summerred Discovery Elise Delblush James Grieve Karmijn Gloster Elan Zoete appels Overig 1997 2.777 2.407 2.050 859 1.661 1.526 1.723 578 161 * 768 395 293 * * 905 118 501 185 210 936 2002 2.005 1.755 1.381 652 865 1.018 1.044 677 153 36 58 338 156 138 71 48 * * * * 112 616 * niet bekend Bron: CBS, 2003

De meeste bedrijven met appels hebben een grootte tussen de 10 en 15 ha, echter bedrijfsgrootten van 5 -10 ha en groter dan 20 ha komen ook veel voor. Opvallend is dat zomerrassen met name voorkomen op bedrijven van 5 -10 ha of van 10 -15 ha. Kleinere en grote bedrijven telen met name standaardrassen zoals Elstar en Jonagold. De meeste bedrijven waar deze rassen geteeld worden hebben een grootte van 1 - 5 ha of van 5 -10 ha. De meeste nieuwe rassen worden bij bedrijven geteeld met een grootte van 5 tot

10 ha of groter. Zoete appels worden niet geteeld op bedrijven groter dan 15 ha. Tabel 2.1.4. geeft per bedrijfsgrootte de oppervlakte appelteelt in Nederland weer en per oppervlaktegrootte het aantal bedrijven met appelteelt in Nederland.

Tabel 2.1.4. Oppervlakte appelteelt en aantal bedrijven met appelteelt in Nederland onderverdeeld naar bedrijfsgrootte (2002) Totale oppervlakte in ha Aantal bedrijven O-l ha 92 250 1-5 ha 1.082 600 5-10 ha 2.663 521 10-15 ha 2.949 335 15-20 ha 1.943 163 > 20 ha 2.447 136 Totaal 11.176 2.005 Bron: CBS, 2003

(12)

Vanwege de afname van het appelareaal in Nederland in de afgelopen jaren is ook de totale appelproductie afgenomen. Tevens is een verschuiving in teelt van de rassen te zien. Steeds meer worden de

standaardrassen Elstar en Jonagold geteeld. Tabel 2.1.5. geeft een overzicht van de appelproducties per ras per jaar in Nederland vanaf 1995.

Tabel 2.1.5. Bruto productie van appels in Nederland 1995-2003 (x 1.000 ton)

Elstar Jonagold

Schone van Boskoop Golden Delicious Cox's Orange Pippin Overig Totaal appel 1995 185 190 45 55 45 75 595 1996 150 140 30 45 50 75 490 1997 135 145 35 45 50 60 470 1998 170 165 35 45 47 45 507 1999 190 195 55 45 45 45 575 2000 170 180 40 40 30 40 500 2001 185 150 40 40 30 30 475 2002 144 136 17 25 20 28 370 2003 schat-ting 140 140 30 30 20 25 385 % 2003 / g e m 99-02 -19 -15 -21 -20 -36 -30 -20 Bron: Prognosfruit, 2003 Prijzen

Alle vermelde prijzen zijn exclusief BTW.

De prijsontwikkeling van appels is gebaseerd op veilingprijzen. In 2002 werd circa 60% van het fruit via de veilingklok verhandeld. Verkoop vanaf het hout en vanuit de koelcel hebben beide een aandeel van 16% (CBS Structuurenquête in Landbouw Economisch Bericht, 2003). Voor andere vormen van afzet dient de veilingprijs meestal als richtlijn.

In tabel 2.1.6. wordt een overzicht van de gewogen gemiddelde veilingprijs van meerdere appelrassen van de seizoenen 1997/1998 tot en met 2002/2003 weergegeven.

In tabel 2.1.7. wordt van 2 seizoenen de procentuele aanvoer per ras weergegeven.

Tabel 2.1.6. Overzicht gewogen gemiddelde veilingprijs van appelrassen in Nederland (€ct/kg)

Veilingprijs Elstar

Jonagold

Cox's Orange Pippin Golden Delicious Boskoop Gloster Jonagored James Grieve Totaal appel 97/98 46 32 42 30 32 22 36 20 33 98/99 29 25 29 28 25 19 25 22 24 99/00 30 26 25 25 22 20 26 16 23 00/01 39 34 39 31 30 21 36 20 29 0 1 / 0 2 47 30 29 30 27 25 24 18 34 02/03 54 39 36 31 45 28 36 24 41 Bron: Fruitmasters, 2003

(13)

Tabel 2.1.7. Procentuele verdeling van de veilingaanvoer naar appelras in 1997/1998 en

2002/2003

Verdeling in aanvoer

Elstar Jonagold

Cox's Orange Pippin Golden Delicious Boskoop Gloster Jonagored James Grieve Overig Totaal 1997/1998 22% 24% 9% 8% 5% 2% 4% 1% 25% 100% 2002/2003 28% 28% 2% 8% 4% 0% 3% 0% 27% 100% Bron: Fruitmasters, 2003

In tabel 2.1.8. wordt de verdeling in aanvoer per ras per klasse weergegeven. Dit is het gemiddelde over vijf seizoenen. Van het ras Elstar wordt gemiddeld iets meer klasse 2 aangevoerd dan van het ras Jonagold. In tabel 2.1.9. wordt de gewogen gemiddelde veilingprijs van meerdere appelrassen per kwaliteitsklasse weergegeven. Dit is een gewogen gemiddelde prijs over de seizoenen 1998/1999 tot en met 2002/2003. De prijzen zijn gebaseerd op de totale aanvoer per klasse in de diverse jaren.

Tabel 2.1.8 Vijfjaarlijks gemiddelde procentuele verdeling in aanvoer per klasse per ras van

1998/1999 t/m 2002/2003

Procentuele aanvoer

Elstar Jonagold

Cox's Orange Pippin Golden Delicious Boskoop Gloster Jonagored James Grieve Industriefruit Totaal Klasse 1 76% 80% 77% 74% 81% 79% 89% 64% 0% 69% Klasse 2 21% 14% 16% 20% 16% 18% 8% 26% 0% 14% Klasse 3 * 4% 6% 7% 6% 3% 3% 3% 10% 100% 17% * inclusief schilappels Bron: Fruitmasters, 2003

(14)

Tabel 2.1.9. Vijfjaarlijks gewogen gemiddelde veilingprijs van enkele appelrassen in Nederland naar kwaliteitsklasse over de seizoenen 1998/1999 t/m 2002/2003 (€ct/kg)

Ras Totaal Elstar Jonagold Jonagored

Cox's Orange Pippin Golden Delicious Boskoop Gloster Gemiddelde veilingprijs Totaal 27 35 28 27 28 27 28 21 Klasse 1 33 39 31 28 33 30 31 24 Klasse 2 21 25 21 20 18 20 18 16 Klasse 3 11 11 12 11 10 12 11 11 Bron: Fruitmasters, 2003

In tabel 2.1.10. staat een overzicht van de procentuele verdeling in de aanvoer per ras per kwaliteitsklasse en verdeeld naar afzetmoment. Aansluitend staat in tabel 2.1.11. weergegeven welke gewogen gemiddelde prijs per kg per kwaliteitsklasse en verdeeld naar afzetmoment tot stand is gekomen. Voor beide tabellen zijn de gegevens een gewogen gemiddelde over de seizoenen 1998/1999 tot en met 2002/2003. Jonagold wordt na bewaring grotendeels vanaf januari afgezet. De prijsvorming na januari ligt gemiddeld iets hoger, hiervoor zijn echter ook kosten voor de bewaring gemaakt.

Tabel 2.1.10. Procentuele verdeling van de aanvoer gemiddeld over de seizoenen 1998/1999 t/m

2002/2003 en naar afzetmoment (<> 12 afzet voor januari, >1 = afzet vanaf 1 januari).

Totaal Elstar Jonagold Jonagored Golden Delicious Boskoop

Cox's Orange Pippin Gloster Totaal £12 47% 46% 27% 21% 32% 55% 70% 43% Totaal > 1 53% 54% 73% 79% 68% 45% 30% 57% Bron: Fruitmasters 2003

(15)

Tabel 2.1.11. Prijs in €c1/kg naar kwaliteitsklasse gemiddeld gewogen over de seizoenen 1998/1999

t/m 2002/2003 en naar afzetmoment (< 12 afzet voor januari, t l = afzet vanaf 1

januari). Ras Totaal Elstar Jonagold Jonagored Golden Delicious Boskoop

Cox's Orange Pippin Gloster

Prijs per periode per klasse Totaal s 12 25 32 24 26 23 25 30 18 Totaal s i 35 47 33 31 32 39 34 26 Klasse 1 s 12 33 37 27 28 27 27 34 20 Klasse 1 >1 39 50 35 31 34 42 37 28 Klasse 2 <12 20 22 16 18 19 18 22 * Klasse 2 s i 31 37 29 29 27 24 32 * Klasse 3 2 12 09 09 * * 11 * 10 * Klasse 3 ä l 13 13 15 * 14 13 * * * niet bekend Bron: Fruitmasters 2003 Afzetprijsindicaties

In tabel 2.1.12. zijn afzetprijsindicaties opgenomen. Deze zijn te gebruiken als richtsnoer voor het maken van rentabiliteitbegrotingen in de fruitteelt. Ze zijn samengesteld op basis van 5-jaarlijkse gemiddelde veilingprijzen die zijn aangepast aan de verwachtingen voor de toekomst. Deze aanpassing gebeurt onder verantwoordelijkheid van de Commissie Afzetprijsindicaties Fruitteelt.

De voorgestelde prijzen zijn indicaties. Voor het gebruik in bedrijfsbegrotingen zal beoordeeld moeten worden of de specifieke bedrijfssituatie aanleiding geeft voor een aanpassing van de begrotingsprijs. De afzetprijsindicatie is afgeleidt van veilingprijzen, exclusief BTW. Het is een middenprijs over de klasse 1, 2 en 3 en over het gehele seizoen

Afzetpatroon

De afzetprijsindicatie per ras is een gemiddelde. Individuele bedrijven kunnen hiervan afwijken met name door een ander aandeel klasse 1 in de aanvoer of door een ander afzetpatroon in de loop van het seizoen. De prijsindicatie kan verhoogd of verlaagd worden indien de kwaliteit of het afzetpatroon sterk afwijkt van het gemiddelde. Het gemiddelde is 47% aanvoer voor 31 december en 53% aanvoer na 31 december voor appel. Als indicatie kan voor elke 10% meer aanvoer van appels na 31 december de middenprijs met l€cent verhoogd worden.

Kwaliteit

Voor appels is het gemiddelde kwaliteitsaandeel klasse 1 69%, klasse 2 14% en klasse 3 17%

(afzetprijsindicaties 2003). Deze klasse 3 omvat ook schilappels. Als indicatie kan voor een bedrijf met hogere of lagere aanvoer van klasse 1 kan de begrotingsprijs aangepast worden met 1-1,5 €cent per 10% bij appel.

Houtverkoop

Voor de lange termijn indicatie voor houtverkoop moet worden uitgegaan van de veilingprijs verminderd met een marge van 14 €cent.

(16)

Tabel 2.1.12. Afzetprijsindicaties voor appel voor de rentabiliteitsbegroting voor de langere termijn (€ci/kg) Afzetprijsindicatie Ras Elstar Jonagold Jonagold mutanten Golden Boskoop

Cox's Orange Pippin Elise (Roblos®) Red Jonaprince (®) Delblush (Tentation®) Rentabiliteit (lange termijn) 40 32 34 32 35 -40 40 40 Tot dec. 45 30 -32 42 45 * * * Na dec. 48 36 -36 48 -* * * * niet bekend

Bron: Expertisecentrum LNV, afzetprijsindicaties 2003

2.2 Teeltsystemen en producties

Globaal kan gesteld worden dat een moderne appelbeplanting uit minimaal 2.000 bomen per ha bestaat. De bovengrens ligt bij de spil als boomvorm bij ongeveer 4.500 bomen per ha. Het meest voorkomende standaard systeem en ter vergelijking een intensief plantsysteem zijn:

• Standaard: 3.000 bomen. Plantsysteem: enkele rij, Plantverband: 3.00 * 1.10 m. • Intensief: 4.500 bomen. Plantsysteem: drie rij, Plantverband: (2.80 * 0.40) * 1.50 m.

Voor appel geldt een gemiddelde economische levensduur van 12 jaren. De technische levensduur kan langer zijn, vanwege mutanten waardoor minder klasse III ontstaat.

De normen voor de productie van appel betreffen taakstellende productienormen voor meerdere rassen met een verdeling in de teeltwijze:

• Met fertigatie

• Zonder fertigatie, met beregening • Zonder kunstmatige watergift Opbouw productiecijfers

Bij het dunnen van Elstar wordt er vanuit gegaan dat bij volwassen bomen 100 vruchten per boom over moeten blijven. Gemiddeld komt het gewicht van een appel op 175 gram; daarmee komt de productie per 10.000 m2 bij 3.000 bomen op 52 ton. Bij Jonagold komt het gemiddeld vruchtgewicht van 1 appel op 200 gram per vrucht, per 10.000 m2 is dat 60 ton. De gegevens van Golden, Boskoop en Cox's zijn grotendeels overgenomen uit KWIN 1996/1997 omdat geen actuelere cijfers over deze rassen bekend zijn.

Het nadelig effect van een teeltwijze zonder kunstmatige watergift ten opzichte van een teeltwijze met fertigatie wordt op circa 3 kg per boom geschat. Dit verschil zou gedurende de gehele levensduur blijven bestaan. Ten opzichte van de teeltwijze met fertigatie betekent dat met ingang van het 2e jaar 3 kg per boom in mindering is gebracht, terwijl er in het Ie jaar geen productie is ingerekend.

Tabellen 2.2.1. tot en met 2.2.3. geven een overzicht van het normatieve taakstellende productieverloop bij de verschillende appelrassen in de verschillende groei-jaren met respectievelijk fertigatie, beregening en zonder kunstmatige watergift. Het betreft het plantsysteem met 3.000 bomen waarbij uitgegaan wordt van gezonde beplantingen op een netto oppervlakte van 10.000 m2.

(17)

Tabel 2.2.1. Het normatieve taakstellende productieverloop van enkele appelrassen bij het standaard

plantsysteem met 3.000 bomen/ha, enkele rij, met fertigatie (ton/10.000 m2).

Ras Elstar

Jonagold / Jonagored Golden

Boskoop

Cox's Organge Pippin

Groeijaar 1 0 0 0 0 0 2 25 28 22 22 14 3 38 47 34 33 22 4 42 50 38 37 27 5 48 55 44 40 31 6 en ouder 50 65 50 60 40

Tabel2.2.2. Het normatieve taakstellende productieverloop van enkele appelrassen bij het standaard plantsysteem met 3.000 bomen per ha, enkele rij, met beregening /'zonder fertigatie (ton/10.000 m2). Ras Elstar Jonagold / Jonagored Golden Delicious Boskoop

Cox's Orange Pippin

Groeijaar 1 0 0 0 0 0 2 24 27 21 21 13 3 36 45 32 31 21 4 40 48 36 35 26 5 46 52 42 38 29 6 en ouder 48 62 48 57 38

Tabel 2.2.3 Het normatieve taakstellende productieverloop van enkele appelrassen bij het standaard plantsysteem met 3.000 bomen per ha, enkele rij zonder kunstmatige watergift (ton/10.000 m2). Ras Elstar Jonagold / Jonagored Golden Delicious Boskoop

Cox's Orange Pippin

Groeijaar 1 0 0 0 0 0 2 16 19 13 13 5 3 29 38 25 24 13 4 33 41 29 28 18 5 39 46 35 31 22 6 en ouder 41 51 39 36 25

De productie per ha, dat wil zeggen de fysieke opbrengst in kg's die van een hectare appelaanplant geoogst kan worden, is sterk afhankelijk van een aantal factoren, die te onderscheiden zijn in wel en niet kwantificeerbare factoren. Kwantificeerbaar zijn ras, leeftijd, plantdichtheid, onderstam,

fertigatie/watervoorziening en verliezen door nachtvorst, oogst, bewaren en beurtjaren.

Ras, leeftijd, plantdichtheid en onderstam: in het algemeen kan gesteld worden dat meer bomen per

ha tot meer kg's leiden, vooral ook in de aanloopjaren. Wel is het zo dat de meeropbrengst per boom afneemt naarmate het aantal bomen per oppervlakte eenheid toeneemt. Ook is er sprake van een plafond in de volproductieve fase, d.w.z. dat vanaf een bepaald aantal bomen per ha de productie per ha niet meer toeneemt. Al deze invloeden zijn in de productietabellen verwerkt.

Gedurende de eerste jaren na het planten neemt de productie toe om tot een maximum te komen in het volproductieve stadium. Van appelbeplantingen is bekend dat ze, mits goed verzorgd gedurende een groot aantal jaren een hoge productie kunnen leveren. Gezien de huidige relatief korte gemiddelde levensduur van de beplantingen lijkt het dan ook niet zinvol om kortingen op de productie toe te passen in de latere jaren.

Nachtvorstver liezen: Productieverlies door nachtvorst kenmerkt zich door de soms zeer grote verschillen

(18)

gerekend de laatste 10 jaar, gemiddeld over het hele land een productieverlies van ongeveer 5% is opgetreden.

Oogstverliezen: Het aantal kg's dat uiteindelijk verkocht kan worden is meestal kleiner dan de productie

aan de boom. Er treden namelijk nog verliezen op tijdens de oogst en de bewaring. De oogstverliezen kunnen begroot worden op ongeveer 3% voor appel.

Bewaarverliezen: De verliezen tijdens de bewaring zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van het ingezette

product en de wijze en duur van de bewaring. Bewaarverliezen bestaan uit gewichtsverlies en uitval door bewaarziekten (rot, stip, scald, etc.). Gewichtsverlies bij appel is ongeveer 3%, uitval door bewaarziekten 3-5%. Dit zijn gemiddelden over het gehele bewaarseizoen, extreem slechte bewaarresultaten buiten beschouwing gelaten.

Niet kwantificeerbaar: kwaliteit plantopstand, grondsoort en weersomstandigheden.

2.3 Arbeidsbehoefte

2.3.1

Aanleg

In de normen voor de arbeidsbehoefte bij het inplanten van een appelboomgaard is rekening gehouden met meerdere bewerkingen (tabel 2.3.1.).

Tabel 2.3.1. Normen voor de arbeidsbehoefte bij het inplanten van een appelboomgaard met

verschillende steunmaterialen, verdeling van de arbeidsuren in losse en vaste arbeiden benodigde trekkeruren (uren/ha)

Bewerkingen bij aanleg

Plantklaar maken perceel Uitzetten boomgaard Uitrijden en planten bomen Uitrijden en zetten palen Potgrond aanbrengen Vastzetten bomen Totaal Trekkeruren Verdeling arbeidsuren • Vast/geschoold • Los/ongeschoold 3.000 bomen Houten palen 10 24 70 25 16 10 155 34 75 76 Betonpalen + draad 10 16 70 130* 16 10 252 42 152*** 96 4.500 bomen Houten palen 10 30 105 38 20 15 218 40 99 119 Betonpalen + draad 10 20 105 195** 20 15 365 48 2 3 1 * * * 134

urenverdeling = 30 uren los, 30 uren vast en 70 uren bedrijfsverzorging urenverdeling = 30 uren los, 30 uren vast en 135 uren bedrijfsverzorging inclusief uren bedrijfsverzorging (zelfde tarief als vaste arbeid)

Bij het vaststellen van de normen is geen rekening gehouden met het voorbereiden van de plantplannen, het bestellen van de bomen etc. Een globale norm hiervoor is 10 uur per ha.

(19)

2.3.2

Teelt

Onder teeltwerkzaamheden worden alle werkzaamheden verstaan m.b.t. de teelt, dus uitgezonderd die voor oogsten en sorteren. Voor de afzonderlijke teelthandelingen bij de appelteelt kan de arbeidsbehoefte per jaar per ha worden begroot zoals in tabel 2.3.2.

Er bestaan tussen de rassen soms grote verschillen in arbeidsbehoefte voor de teelt. Te denken valt hier aan de verschillen die bestaan tussen Jonagold en Elstar op het terrein van (zomer) snoei. Elstar bomen vragen daarbij gewoonlijk meer uren dan Jonagold bomen. Helaas zijn er op rasniveau geen gegevens beschikbaar, zodat in de tabellen alleen een gemiddelde norm is weergegeven. Wel is een opsplitsing gemaakt in een jonge of volwassen aanplant wat betreft benodigde teeltarbeidsuren. Onder een jonge aanplant wordt verstaan een beplanting in de eerste drie groei-jaren. Vanaf het vierde groei-jaar is een beplanting volwassen.

Oogst- en sorteerwerkzaamheden vallen uitdrukkelijk niet onder teeltwerkzaamheden, de benodigde uren voor deze bewerkingen komen aan bod in paragraaf 2.3.3.

Tabel 2.3.2. Gemiddelde arbeidsbehoefte per teelthandeling, voor een jonge aanplant appel (tot en met het derde groeijaar) en een volwassen aanplant appel (vanaf het vierde groeijaar) van het standaardsysteem van 3.000 bomen per ha, enkele rij, plantverband 3.00 * 1.1 Om,

verdeling van de arbeidsuren in losse en vaste arbeiden trekkeruren (uren/ha/jaar)

Bewerkingen Binden/vastzetten boom Uitbuigen Bemesting Onkruidbestrijding Gewasbescherming + maaien Zomersnoei Scheuten trekken Snoeien Groeibeheersing Nadunnen Dunnen chemisch Kankerbestrijding Stroken poetsen Waarnemingen Roofmijten uitleggen Watervoorziening Totaal Verdeling arbeidsuren • Vast / geschoold • Los / ongeschoold Jonge aanplant Arbeidsuren 10 12 1,5 5 28,5 20 24 4 8 8 11,5 132,5 107,5 25 Trekkeruren 1,5 5 28,5 3 5 43 Volwassen aanplant Arbeidsuren 20 1,5 3 28,5 7 8 80 2 35 2 20 4 10 15,5 236,5 181,5 55 Trekkeruren 1.5 3 28,5 2 4 6 45

Opmerkingen bij arbeidsuren voor een jonge aanplant: • Uitbuigen Ie keer inclusief spijker in paal slaan

• roofmijten uitleggen vindt eenmalig in het Ie groeijaar plaats (knippen + uitleggen (4+4 uren) • bemesting in vorm van afdekken boomspiegel met champost kost 8 uur /ha

Opmerkingen bij de arbeidsuren voor een volwassen aanplant:

(20)

met de hand nadunnen kost bij het verwijderen van 1 appel per boom per ha gemiddeld 1 arbeidsuur (rasafhankelijk)

stroken poetsen en versnipperen snoeihout 2 uur/ha, bladpoetsen en versnipperen als sanitaire maatregel ivm schurftbestrijding ook 2 uur/ha

Nachtvorstbestrijding:

Opstarten en proefdraaien 2 uur/ha

Beregenen nachtvorst 1 uur/ha per keer (gem. 2 keer per jaar) Aftappen en vorstvrij opbergen 1 uur/ha

Fertigatie bakken vullen en controle 4 x 0.15 uur/ha/jaar Regeninstallatie zomerberegening 4 x 0.15 uur/ha/jaar Druppelbevloeiing:

Opstarten en doorspoelen 2 uur/ha Reinigen 1 uur/ha Aftappen 0,5 uur/ha

Watermarks meten en registeren en reageren vraagt 0,15 uur/haAeer

Snoeiwerk wordt niet alleen door de ondernemer zelf gedaan, maar ook door bedrijfsverzorging waarvoor hetzelfde tarief als voor vaste arbeid wordt gerekend.

Grafiek 2.3.1 en 2.3.2 laten arbeidsfilms zien van jonge aanplant en volwassen aanplant appel.

Grafiek 2.3.1. Arbeidsfilm: verdeling teeltbewerkingen over het seizoen voor jonge aanplant appel.

30 -, 25 cD 20 Q 15 -co "cö {§ i o 5 -0 •

Arbeidsfilm appel, jonge aanplant

1 3 5 7 9 1113 15 17 19 2123 25 27 29 3133 35 37 39 4143 45 47 49 51 weeknummers •Watervoorziening • Roofmijten uitleggen •Waarnemingen • Kankerbestrijding • Handdunnen • Snoeien • Gewasbescherming + maa • Onkruidbestrijding D Bemesting • Uitbuigen • Binden/vastzetten boom

(21)

Grafiek 2.3.2. Arbeidsfilm: verdeling teeltbewerkingen over het seizoen voor volwassen aanplant appel

Appel volwassen teelt

9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 weeknunmers •Watervoorziening •Waarnemingen • Stroken poetsen B Kankerbestrijding • Dunnen chemisch • Handdunnen DGroeibeheersing • Snoeien • Scheuten trekken • Zomersnoei D Gewasbescherming + maaien D Onkruidbestrijding • Bemesting • Binden/vastzetten boom

Voor de kosten van vaste arbeidsuren wordt uitgegaan van € 20,65 per uur (LEI, 2003). De kosten voor losse arbeidsuren zijn erg verschillend per werknemer, de leeftijd speelt hierbij een grote rol, gemiddeld geldt € 10,- per uur voor losse arbeid. In paragraaf 14.4 wordt verder op arbeidskosten ingegaan. In paragraaf 14.9 worden overige algemene werkzaamheden weergegeven zoals kennisvergaring en de aanleg van een windscherm.

2.3.3 Oogsten en sorteren

Oogsten

Het oogsten van appels is handwerk en daardoor erg arbeidsintensief. Machinaal oogsten is niet mogelijk omdat het product zeer gevoelig is voor beschadigingen en bestemd is voor de verse consumptie.

Oogstmachines zoals de Pluk-o-track gaan dan ook uit van handmatige oogst en mechanische afvoer. Na de oogst moet het product gesorteerd worden op grootte en kwaliteit. Wordt dit in eigen beheer uitgevoerd dan zal dit een grote arbeidsbehoefte tot gevolg hebben.

Bij de oogst is er sprake van een aantal uren dat nodig is voor de voorbereiding en de organisatie van de oogst. Zeer globaal kunnen deze als volgt begroot worden:

Uren per ha Kisten uitrijden 5 Verzorging plukmateriaal 1 Instructie plukkers 1 Controle 1 Administratie 1 Ophalen fust (afhankelijk van pluksysteem) 10

De benodigde arbeid voor oogsten wordt bepaald aan de hand van een gemiddelde plukprestatie in kg per uur en de te verwachten productie. De plukprestatie is afhankelijk van een aantal factoren waarvan de voornaamste zijn:

(22)

Soort product

Ervaring plukster/plukker Aantal bomen per ha Plantsysteem

Boomvorm/boomgrootte Aantal vruchten per boom Vruchtgrootte

Kg per boom Hulpmiddelen

Eenmalig of meermalig oogsten

De invloed van de ervaring van de plukkracht spreekt voor zich. Hoe groter het aantal bomen per ha, hoe groter de producties gemiddeld genomen zijn, en een hoge productie per ha geeft een hogere plukprestatie per uur. Het plantsysteem is onder andere van invloed op de loopafstand van de boom naar het fust waarin het fruit uiteindelijk terecht moet komen. Een kleine boom heeft een positieve invloed op de plukprestatie. Alle vruchten kunnen vanaf de grond worden geplukt. Een goed dragende boom, dus met voldoende vruchten van een goede grootte, is een belangrijke voorwaarde voor een goede plukprestatie. Ook effectieve hulpmiddelen als goede plukemmers of een Pluk-o-Track verhogen de plukprestatie. In tabel 2.3.5. wordt een overzicht gegeven van de normatieve plukprestatie bij appel bij verschillende plantdichtheden en verschillende productieniveaus. Er is in deze norm geen rekening gehouden met doorplukken om de gekleurde vruchten te plukken. Bij doorplukken moeten de plukprestaties in de tabel met 10% verlaagd worden. In de vermelde plukprestaties is wel rekening gehouden met onrendabele tijd, zoals wisseling van percelen, pauzes enz.

Verhouding los-vast personeel

De pluk van appels wordt hoofdzakelijk door losse krachten uitgevoerd. De verhouding tussen los en vast personeel is in het algemeen ongeveer 100% losse arbeid.

Tabel 2.3.5. Normatieve plukprestatie voor appel naar productieniveau voor het standaardsysteem en het intensieve systeem (kg/uur)

Productie in kg/ha

1-1.100

1.100-3.900

3.900-9.000

9.000-19.000

19.000-34.000

34.000 en meer

19.000-38.000

38.000 en meer

Bomen per ha

3.000

80

100

125

140

155

166

4.500

80

100

125

140

160

170

Sorteren

Naar analogie van de berekeningen van de arbeidsbehoefte voor de oogst wordt bij de berekening van de arbeidsbehoefte voor het sorteren uitgegaan van een sorteerprestatie per uur. Deze sorteerprestatie is afhankelijk van een aantal factoren:

• Handmatige of machinale sortering • Type sorteermachine (uitvoering enz) • Ervaring sorteerder

• Hoedanigheid product (gelijkvormigheid, kwaliteit)

Het sorteren van appels kan zowel machinaal als handmatig uitgevoerd worden. De prestaties worden uitgedrukt in kilogram per manuur en gelden voor 'los' verpakt product. Bij het vaststellen van de normen is

(23)

rekening gehouden met zogenoemde onrendabele tijd (instellen machine, gereedmaken fust enz) en geldt voor een kleinere machinecapaciteit bij de individuele teler.

Verpakken

Arbeidsnormen voor het 'op lagen' verpakken van appels zijn slechts beperkt voor handen. Voor het verpakken van fruit moet de sorteerprestatie die geldt voor 'handmatig' met 25 kg per uur verlaagd worden. Verhouding Ins-vast personeel

Ook het sorteren van appels wordt grotendeels uitgevoerd door los personeel. Bi het sorteren kan worden uitgegaan van een verhouding van 90% losse en 10% vaste arbeid.

Tabel 2.3.6. Normatieve sorteerprestatie bij appel (kg/uur/persoon)

Sorteerprestatie

Machinaal Handmatig

225 150

Afhankelijk van het teeltsysteem, het ras en het productieverloop (tabellen 2.2.1. tot en met 2.2.3.) kan berekend worden hoeveel oogst- en sorteeruren per ha nodig zijn.

2.4 Kosten

Trekkeruren

Voor diverse werkzaamheden wordt een trekker ingezet. De voornaamste teeltbewerkingen waarvoor de trekker ingezet wordt, zijn: toepassen gewasbeschermingsmiddelen, maaien, onkruidbestrijding, kunstmest strooien en watervoorziening. De benodigde uren per bewerking staan vermeld in tabel 2.3.2.

Dit trekkergebruik moet in de vorm van brandstofkosten worden opgevoerd. In de saldoberekeningen zijn ze dus in de post 'materialen' opgenomen. De norm voor de kosten van brandstofverbruik bedraagt voor • Planten en werkzaamheden met veel stationair draaien ongeveer 2 liter per uur verbruik € 1,00 per

trekkeruur

• Zware belasting ongeveer 5 liter per uur verbruik € 2,25 per trekkeruur • Gemiddeld € 2,- per trekkeruur brandstofkosten

(Prijspeil 45,45 €cent voor motorbrandstof op 23-7-2003)

In tabel 2.4.1. zijn normen opgenomen voor de benodigde trekkeruren voor appel tijdens de oogst.

Tabel 2.4.1. Normen voor aantal trekkeruren tijdens de oogst voor jonge en volwassen aanplant appel (uren/ha/jaar) Oogst Jonge aanplant Volwassen aanplant 8 15 Beplanting

Voor de boomprijs geldt dat deze in sterke mate afhankelijk is van de leeftijd (1- of 2-jarig), de kwaliteit, wel of geen tussenstam, de beschikbaarheid van een bepaalde variëteit en het aantal dat afgenomen wordt. Voor appelbomen varieert de prijs zoals vermeld in tabel 2.4.2. De vermelde prijzen zijn inclusief NAKT kosten en exclusief eventuele licentiegelden.

(24)

Tabel 2.4.2. Kosten voor vruchtbomen appel (Prijs in € per stuk bij afname van 2.500 stuks of meer)

Appel (Malus domestical

1 jarig AA 1 jarig A 2 jarig AA 2 jarig A

2 jarig, met tussenstam AA 2 jarig, met tussenstam A

2 jarig met een eenjarige kroon AA 2 jarig met een eenjarige kroon A

Aantal zijtakken 4 3 3 5 4 5 4 Prijs 2,95 2,40 3,65 3,20 4,20 3,65 3,90 3,35

Aanplantkosten, aanwas en stichtingskosten

In tabel 2.4.3. wordt een overzicht gegeven van de aanplantkosten, de aanwas, de stichtingskosten en de stichtingsduur van een appelbeplanting met 3.000 bomen en met 4.500 bomen per ha met een

taakstellend productieniveau. In paragraaf 15.2 wordt de methode van het berekenen van de stichtingskosten nader uitgelegd.

Tabel 2.4.3. Normen voor aanlegkosten, aanwas en stichtingskosten voor appelbeplantingen (in €/ha). Productieniveau: taakstellend. Bomen per ha 3.000 4.500 Groeijaar 0 1 2 0 1 2 Aanlegkosten 19.750 28.760 Aanwas 10.660 3.600 11.890 3.630 Stichtingskosten 30.410 34.010 40.650 44.280 De uitgangspunten bij de berekening van de aanlegkosten, aanwas en stichtingskosten:

Sortimentsverdeling: 40 % Elstar, 32% Jonagold, 8% Boskoop, 7% Golden, 6% Cox's, 7% overige rassen. Per ras zijn de taakstellende productievolumes bij het systeem met fertigatie gehanteerd (Tabel 2.2.1). Bij het intensieve plantsysteem met 4.500 bomen per ha zijn de producties met 1,25 verhoogd ten opzichte van het standaard plantsysteem met 3.000 bomen. Daarnaast zijn ook de arbeidsuren ook met 1,25 verhoogd. De benodigde arbeidsuren voor zowel aanleg als teelt en oogsten en sorteren staan in paragraaf 2.3. De kosten voor materiaalverbruik staan vermeld in tabellen 2.4.5, 2.4.6 en 2.4.7, waarbij uitgegaan is van het systeem met betonpalen en draad als ondersteuning bij beide teeltsystemen. De totale trekkeruren van zowel teelt als oogst zijn in de berekening meegenomen. Voor de hagelverzekering en de

afleveringskosten is gerekend met 0,40 €centykg. In hoofdstuk 14 staan de overige algemene kosten vermeld die gehanteerd zijn.

Globale productiekosten voor appel worden weergegeven in tabel 2.4.4.

Tabel2.4.4. Globale productiekosten voor appel'(€/100 kg)

Plantdichtheid 3.000 4.500 Productiekosten 56,5 52,0

Materiaalkosten bij aanplant

Tabel 2.4.5. geeft een overzicht van de kosten van materialen bij de aanleg van een perceel appels. Tegenwoordig worden nieuwe aanplanten bijna allemaal met betonpalen aangelegd; daarbij staat aan het begin en het eind van elke rij een dikke betonpaal (9 cm 0) en in de rij per 8 meter een dunne betonpaal (7

(25)

cm 0). Op 1 ha boomgaard met 30 rijen van 100 meter staan per rij 2 dikke en 10 dunne betonpalen. Bij de aanleg van een perceel met houten boompalen, wordt € 1,50 per paal berekend. Bij elke boom wordt dan een paal geplaatst.

Tabel 2.4.5. Normen voor kosten materiaalverbruik bij de aanleg van een appelbeplanting (in €/ha)

Omschrijving

Bomen 2 jarig AA (per stuk) Betonpalen klein (7 cm 0) (per stuk)

Betonpalen groot (9 cm 0) (per stuk)

Draad in de rijen

Potgrond (per plantgat 101.) Gaas per ha

Bindband 50 cm/boom Draad voor omheining per ha Graszaad 25 kg per ha Overige materialen Totaal Prijs in € 3,65 5,50 10,50 31,75/1.000 m 51/m3 50,-/50m 8,28/1 OOm 31,75/l.OOOm 4,81/kg Bedrag per ha in € 3000 bomen 10.950 1.650 630 95 1.530 400 124 13 120 50 15.562 Bedrag per ha in € 4500 bomen 16.425 1.980 945 143 2.295 400 186 13 120 50 22.557 Grond- en hulpstoffen

Tot de grond- en hulpstoffen worden alle productiemiddelen gerekend die noodzakelijk zijn voor het

productieproces, in dat productieproces verwerkt worden en daardoor geheel teniet gaan. Voorbeelden zijn kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. In tabel 2.4.6. en tabel 2.4.7. wordt een overzicht gegeven van normen voor materiaal verbruikt tijdens de teeltfase bij zowel het standaard teeltsysteem met 3.000 bomen per ha als het intensieve teeltsysteem met 4.500 bomen per ha. De meeste posten spreken voor zich, onder de post 'overige materialen' zijn onder andere de kosten voor inboeterbomen en bindmateriaal opgenomen.

Tabel 2.4.6. Normen voor kosten materiaalverbruik van 3.000 appelbomen per jaar per ha (€ per ha)

Omschrijving

Gewasbescherming incl. onkruidbestrijding Groeiregulatoren Motorbrandstof Kunstmest Overige materialen Totaal Groeijaar 1-2 750* 0 85 250 20 1105 Groeijaar 3 en ouder 1.053 100 90 250 50 1543 * jaar 1 = 650, jaar 2 = 850

(26)

Tabel 2.4.7. Normen voor kosten materiaalverbruik van 4.500 appelbomen per jaar per ha (€ per ha)

Omschrijving

Gewasbescherming incl. onkruidbestrijding Groeiregulatoren Motorbrandstof Kunstmest Overige materialen Totaal Groeijaar 1-2 750* 0 85 300 20 1155 Groeijaar 3 en ouder 1.053 100 90 300 50 1593 *jaar 1 = 650, jaar 2 = 850

2.5 Uitgangspunten saldobegroting

Voor het maken van een saldobegroting zijn de uitgangspunten in tabel 2.5.1. vermeld.

Tabel 2.5.1. Uitgangspunten saldobegroting

Uitgangspunten Oogstverlies Bewaarverlies Bewaarde hoeveelheid Bewaarduur Tarief Hagelverzekering Rentevoet Omlooptijd vermogen Fusthuur tarief

Uurloon losse arbeid teelt Uurloon losse arbeid oogst Uurloon losse arbeid sorteren Plukprestatie

Losse arbeid oogst Sorteerprestatie Vaste arbeid sorteren Tarief transport Tarief koelkosten Eenheid % % % maanden €Ag % maanden €ctykg €/uur €/uur €/uur Kg/uur % Kg/uur % € c t A g €ctAg Algemeen 3 80 0,02 5 3 0,02 10 10 10 155 100 225 10 0,03 0,08 Elstar 5 4 Jonagold 6 4 Cox's 4 2 Golden 6 4 Boskoop 4 3

(27)

Appel biologische teelt

3.1 Algemene sectorgegevens

In dit hoofdstuk wordt alleen ingegaan op de biologische teelt van appel omdat dit het grootste biologisch geteelde fruitgewas in Nederland. Daarnaast zijn weinig gegevens beschikbaar over andere gewassen. Het areaal biologisch hardfruit is in 2002 ten opzichte van 2001 gegroeid tot 280 ha, hiervan bestaat 224 hectare uit biologische appelteelt, 56 ha biologische perenteelt (CBS, januari 2004).

Naast het areaal biologisch hardfruit is het areaal met hardfruit in omschakeling ook gestegen in de seizoen 2001-2002. In het seizoen 2002 - 2003 heeft echter geen enkel fruitteeltbedrijf gekozen voor

omschakeling naar biologisch (www.agriholland.nl ). Hierdoor zal het areaal biologisch hardfruit de komende jaren stabiliseren.

Prijzen

De prijzen voor de hoogste kwaliteit biologische appels komen dikwijls uit op €1,05 tot €1,15. Deze prijzen zijn echter geen goede indicatie van de middenprijzen, daar dit afhankelijk is van de gemiddelde kwaliteit die geleverd wordt. De kwaliteit kan tussen biologische telers en tussen verschillende jaren en tussen rassen sterk uiteenlopen.

3.2 Teeltsysteem en producties

De gemiddelde productie biologische appels die gerealiseerd wordt op 1 hectare is aanzienlijk lager dan in de gangbare teelt. Dit geldt al voor de bestaande rassen, voor de schurftresistente rassen zijn de

ervaringen beperkt maar lijken de opbrengsten hoger te liggen. Gemiddeld wordt op een biologisch perceel de helft geproduceerd van een gangbare teeltmethode. De productie kan tussen rassen en jaren en telers onderling sterk variëren. De mate waarin de productie bij de biologische teelt lager is dan bij de gangbare teelt is rasafhankelijk. De biologische productie wordt verhoogd bij het gebruik van schurftresistente rassen zoals Santana en Topaz in plaats van Elstar of Jonagold.

3.3 Arbeidsbehoefte

3.3.1 Teelt

Het lijkt erop dat de biologische appelteelt per hectare ongeveer anderhalf tot twee keer zoveel uren nodig heeft als gangbaar. De extra arbeidsbehoefte zit met name in het dunnen, kanker verwijderen, controle op ziekten en plagen, buigen en spuiten en de onkruidbestrijding. De teelturen in de biologische teelt kunnen net als bij de gangbare teelt variëren per ras.

3.3.2 Oogsten en sorteren

De plukprestatie in de biologische teelt is lager dan in de gangbare teelt. Dit komt onder andere door de lagere producties per hectare. Daarnaast lijkt de plukprestatie negatief beïnvloed te worden door de kwaliteit van de vruchten, waardoor meer aandacht nodig is voor het plukken van één kilo appel. De lagere kwaliteit en daardoor het hogere uitvalpercentage tijdens sorteren, zorgt er ook voor dat de sorteerprestatie in de biologische teelt lager is.

(28)

3.4 Kosten

Beplanting

Tabel 3.4.1. geeft de prijzen van biologische appelbomen weer. De prijzen zijn exclusief licentiegelden, transportkosten en koelkosten. In de biologische teelt mogen nog steeds gangbaar opgekweekte bomen gebruikt worden. Indien biologisch uitgangsmateriaal verplicht wordt, is €4,50 per boom een goed uitgangspunt.

Tabel 3.4.1. Kosten biologische vruchtbomen appel (2jarig, met 1-jarige kroon) (Prijs in € per stuk)

Appel (Malus domestical

5/8 tak Kort of ongespoord Onvertakt Aantal zijtakken 5-8 34 0 Prijs in € 4,50 -5,00 3,50 2,50 Aanschaf materialen

In hoofdstuk 14 wordt een overzicht gegeven van de kosten in de gangbare teelt. De biologische teelt wijkt van de gangbare teelt af onder andere door hogere kosten voor aanschaf en gebruik van aangepaste machines voor bijvoorbeeld schoffelen en maaien.

In de biologische teelt zijn meer draaiuren nodig als gevolg van een hoger aantal uren dat nodig is voor het verspreiden van bemesting, uitvoeren van onkruidbestrijding en gewasbescherming, hierdoor zijn de kosten voor motorbrandstof in de biologische teelt hoger dan in de gangbare teelt.

De kostprijs van een kilo biologische appels komt waarschijnlijk overeen met het dubbele van de kostprijs van een kilo gangbaar geteelde appels.

(29)

Peer

4.1 Algemene sectorgegevens

Tabel 4.1.1. geeft vanaf 1995 de oppervlakte van peren in Nederland weer. Het areaal in 2002 is ten opzichte van 1995 met bijna 10 % gegroeid.

Tabel 4.1.1. Oppervlakte peren in Nederland in ha 1995-2002 (in ha)

Peer

1995

5.732

1996

5.934

1997

6.026

1998

5.939

1999

6.020

2000

6.019

2001

6.097

2002

6.329

Bron: PT

Tabel 4.1.2. geeft een overzicht van het areaal peer in Nederland verdeeld per ras. De gegevens worden weergegeven voor de jaren 1997 en 2002 waaruit blijkt dat de oppervlakte peren is toegenomen. Met name het ras Conference is aangeplant.

Tabel 4.1.2. Oppervlakte peer per ras in Nederland in 1997 en 2002 (ha)

Peer totaal Handpeer, waarvan Conference Doyenné du Comice Beurré Lucas Beurré Hardy Triomph de Vienne Verdi

Bonne Louise d'Avranches Legipont Concorde Overig handpeer Stoofpeer, waarvan Gieser Wildeman Saint Rémy Overig stoofpeer 1997 6.026 5.477 3.445 1.274 97 215 213 * 47 45 * 141 548 377 140 32 2002 6.329 5.841 4.035 1.119 204 106 213 14 * * 8 141 488 351 * 137 Aandeel % 100% 92% 63,8 17,7 3,2 1.7 3,4 0,2 * * 0,1 2,2 8% 5,6 * 2,2 *niet bekend Bron: CBS, 2003

In tabel 4.1.3. wordt een overzicht gegeven van de aantallen bedrijven dat peren teelt. Tevens wordt per ras aangegeven hoeveel bedrijven het betreffende ras hebben geplant. Ondanks dat het areaal peren is toegenomen is het aantal bedrijven dat peren teelt afgenomen.

(30)

Tabel 4.1.3. Aantal bedrijven met diverse perenrassen in 1997 en 2002 Aantal bedrijven Peer totaal Handpeer, waarvan Conference Doyenné du Comice Beurré Lucas Beurré Hardy Triomph de Vienne Verdi

Bonne Louise d'Avranches Legipont Concorde Overig handpeer Stoofpeer, waarvan Gieser Wildeman Saint Rémy Overig stoofpeer 1997 2.544 2.376 2.213 1.742 245 601 621 * 214 187 * 454 1.402 1.144 563 176 2002 2.032 1.936 1.866 1.467 324 227 585 20 * * 22 396 1.151 982 * 401 * niet bekend Bron: CBS, 2003

De meeste bedrijven met perenteelt hebben een totale oppervlakte met fruit van 5 -10 ha. Conference en Doyenné du Comice zijn de belangrijkste rassen die geteeld worden op bedrijven groter dan 10 ha. Stoofperen worden voornamelijk op bedrijven tot 10 ha geteeld. Tabel 4.1.4. geeft hiervan een overzicht.

Tabel 4.1.4. Oppervlakte perenteelt in ha in Nederland onderverdeelt naar bedrijfsgrootte (2002)

Oppervlakte peer 0-1 ha 83 1-5 ha 998 5-10 ha 1.480 10-15 ha 1.189 15-20 ha 884 > 2 0 h a 1.206 Bron: CBS, 2003

Doordat het perenareaal is uitgebreid de laatste jaren, is ook de perenproductie in Nederland verhoogd (tabel 4.1.5.). Het seizoen 2001 was echter een jaar met een zeer lage perenproductie.

(31)

Tabel 4.1.5. Bruto productie van peren in Nederland 1995-2003 (x 1.000 ton) Conference Doyenné du Comice Overige rassen Totaal peren 1995 90 35 40 165 1996 80 20 30 130 1997 85 30 30 145 1998 90 25 25 140 1999 95 20 20 135 2000 130 35 30 195 2001 55 10 5 70 2002 110 34 3035 179 2003 schat-ting 130 15 15 160 % 2003 / g e m 99-02 33 -39 -33 11 Bron: Prognosfruit, 2003 Prijzen

De prijsontwikkeling van peren is gebaseerd op veilingprijzen. In 2002 werd circa 60% van het fruit via de veilingklok verhandeld. Verkoop vanaf het hout en vanuit de koelcel hebben beide een aandeel van 16% (CBS Structuurenquête in Landbouw economisch bericht 2003). Voor andere vormen van afzet dient de veilingprijs meestal als richtlijn.

In tabel 4.1.6. wordt een overzicht gegeven van de gewogen gemiddelde veilingprijs van meerdere perenrassen van de seizoenen 1997/1998 tot en met 2002/2003.

In tabel 4.1.7. wordt van twee seizoenen de verdeling in aanvoer per ras weergegeven.

Tabel 4.1.6. Overzicht gewogen gemiddelde veilingprijs per ras in Nederland (€ctAg)

Veiling prijs

Conference Doyenné du Comice Beurré Hardy Triomphe de Vienne Bonne Louise d'Avranches Stoofperen Totaal peer 97/98 66 63 41 60 44 42 59 98/99 56 56 29 54 31 38 50 99/00 59 57 35 45 45 75 57 00/01 54 31 24 35 29 28 43 0 1 / 0 2 93 96 49 41 68 172 92 02/03 60 44 21 41 28 27 52 Bron: Fruitmasters, 2003

Tabel 4.1.7. Procentuele verdeling van de vei/ingaanvoer naar ras 1997/1998 en 2002/2003

Conference Doyenné du Comice Beurré Hardy Triomphe de Vienne Bonne Louise d'Avranches Stoofperen Overig Totaal peer Verdeling 9 7 / 9 8 58% 19% 4% 4% 1% 8% 6% 100% n aanvoer 0 2 / 0 3 61% 18% 3% 2% 1% 7% 8% 100% Bron: Fruitmasters, 2003

(32)

In tabel 4.1.8. is de verdeling in aanvoer per klasse weergegeven. Dit is een gemiddelde over vijf seizoenen. Van het ras Conference wordt in verhouding iets meer klasse 2 aangevoerd dan van het ras Doyenné du Comice.

Tabel 4.1.9. geeft de gewogen gemiddelde veilingprijs van meerdere perenrassen per kwaliteitsklasse weer. Dit is een gewogen gemiddelde over de seizoenen 1998/1999 tot en met 2002/2003. De prijzen zijn gebaseerd op de totale aanvoer per klasse in de diverse jaren.

Tabel 4.1.8. Vijfjaarlijks gemiddelde procentuele verdeling in aanvoer per klasse per ras 1998/1999

t/m 2002/2003 Procentuele aanvoer Conference Doyenné du Comice Beurré Hardy Triomphe de Vienne Bonne Louise d'Avranches Stoofperen Totaal peer Klasse 1 69% 76% 85% 82% 81% 83% 73% Klasse 2 30% 24% 15% 18% 19% 16% 25% Klasse 3 1% 0% 0% 0% 0% 1% 2% Bron: Fruitmasters, 2003

Tabel 4.1.9. Vijfjaarlijks gewogen gemiddelde veilingprijs van enkele perenrassen in Nederland naar kwaliteitsklasse (€ct/kg) over de seizoenen 1998/1999 t/m 2002/2003

Ras Conference Doyenné du Comice Beurré Hardy Triomphe de Vienne Bonne Louise d'Avranches Stoofperen Totaal peer Totaal 64 57 32 43 40 68 59 Gemiddelde veilingprijs Klasse 1 70 61 33 77 43 71 64 Klasse 2 55 48 25 62 29 56 51 Klasse 3 10 -06 Bron: Fruitmasters, 2003

In tabel 4.1.10. staat een overzicht van de procentuele verdeling in de aanvoer per ras per kwaliteitsklasse en verdeeld naar afzetmoment. Aansluitend staat in tabel 4.1.11. weergegeven welke gewogen gemiddelde prijs per kg per kwaliteitsklasse en verdeeld naar afzetmoment tot stand is gekomen. Voor beide tabellen zijn de gegevens een gemiddelde over de seizoenen 1998/1999 tot en met 2002/2003. Doyenné du Comice wordt grotendeels voor de jaarwisseling afgezet, Conference wordt veel bewaard en vanaf januari verkocht.

(33)

Tabel 4.1.10. Procentuele verdeling van de aanvoer gemiddeld over de seizoenen 1998/1999 t/m

2002/2003 en naar afzetmoment (z 12 afzet voor januari, zl = afzet vanaf 1 januari)

Ras Conference Doyenné du Comice Beurré Hardy Triomphe de Vienne Bonne Louise d'Avranches Stoofperen Totaal peer Afzet £ 1 2 42% 66% 89% 74% 96% 75% 54% > 1 58% 34% 11% 26% 4% 25% 46% Bron: Fruitmasters, 2003

Tabel 4.1.11. Prijs in €ctper kg naar kwaliteitsklasse gemiddeld gewogen over de seizoenen

1998/1999 t/m 2002/2003 en naar afzetmoment (<> 12 afzet voor januari, > 1 = afzet

vanaf 1 januari). Percentage ve Ras Conference Doyenné du Comice Beurré Hardy Triomphe de Vienne Bonne Louise d'Avranches Stoofperen Totaal peer Totaal £12 55 55 36 46 40 70 53 Totaal 2 1 72 60 -40 74 66

lingaanvoer per periode per klasse Klasse 1 £12 59 59 38 81 43 73 57 Klasse 1 > 1 80 64 -76 73 Klasse 2 £12 45 47 26 66 29 56 42 Klasse 2 > 1 60 50 -74 57 Klasse 3 £12 11 -06 Klasse 3 2 1 -05 Bron: Fruitmasters, 2003 Afzetprijsindicaties

In tabel 4.1.12. zijn afzetprijsindicaties opgenomen. Deze zijn te gebruiken als richtsnoer voor het maken van rentabiliteitbegrotingen in de fruitteelt. Ze zijn samengesteld op basis van 5-jaarlijkse gemiddelde veilingprijzen die zijn aangepast aan de verwachtingen voor de toekomst. Deze aanpassing gebeurt onder verantwoordelijkheid van de Commissie Afzetprijsindicaties Fruitteelt. De voorgestelde prijzen zijn indicaties. Voor het gebruik in bedrijfsbegrotingen zal beoordeeld moeten worden of de specifieke bedrijfssituaties aanleiding geeft voor een aanpassing van de begrotingsprijs. De afzetprijsindicatie is afgeleid van veilingprijzen, exclusief BTW. Het is een middenprijs over de klasse 1, 2 en 3 en over het gehele seizoen. Afzetpatroon

De afzetprijsindicatie per ras is een gemiddelde. Individuele bedrijven kunnen hiervan afwijken met name door een ander aandeel klasse 1. In de aanvoer of door een ander afzetpatroon in de loop van het seizoen. De prijsindicatie kan verhoogd of verlaagd worden indien de kwaliteit of het afzetpatroon sterk afwijkt van het gemiddelde. Het gemiddelde is 54% aanvoer voor 31 december en 46% aanvoer na 31 december voor peer. Als indicatie kan voor elke 10% meer aanvoer peer na 31 december de middenprijs met l€cent verhoogd worden.

Kwaliteit

Voor peren is het gemiddelde kwaliteitsaandeel klasse 1 73%, klasse 2 25% en klasse 3 2%. Als indicatie kan voor een bedrijf met hogere of lagere aanvoer van klasse 1 de begrotingsprijs aangepast worden met l€cent per 10% bij peer.

(34)

Houtverkoop

Voor de lange termijn indicatie voor houtverkoop moet worden uitgegaan van de veilingprijs verminderd met een marge van 14 €cent.

Tabel 4.1.12. Afzetprijsindicaties voor peer voor de rentabiliteitsbegroting voor de langere termijn en bij afzet tot december en na december (in €ctAg)

Afzetprijsindicatie

Ras Conference Doyenné du Comice

Stoofperen (Gieser Wildeman) Beurré Alexandre Lucas

Rentabiliteit (lange termijn) 53 50 45 50 T/m december 55 65 1,25 55 Vanaf januari 60 -55

Bron: Expertisecentrum LNV, afzetprijsindicaties 2003

4.2 Teeltsysteem en producties

In het algemeen kan gesteld worden dat een moderne perenbeplanting uit minimaal 1.700 bomen bestaat. De bovengrens bestaat uit circa 3.000 bomen per ha. Bij peren wordt steeds meer de V-haag als

plantsysteem aangelegd. Het meest voorkomende standaard plantsysteem en de meest voorkomende V-haag zijn:

• Standaard: 2.500 bomen. Plantsysteem: enkele rij, Plantverband: 3.25 * 1.25 m • V-haag: 2.500 bomen. Plantsysteem: enkele rij, Plantverband: 3.35 * 1.20 m

Uit proef RA073-9611 uitgevoerd door PPO-fruit in Randwijk komt het productieverloop van Conference over meerdere jaren naar voren. Conference kent een gemiddeld vruchtgewicht van 170 gram. Bij volle

productie worden gemiddeld 100 vruchten per boom geoogst, waarmee 17 kg per boom geproduceerd wordt, wat neer komt op 43 ton per 10.000 m2. De opbouw van de producties in de groeijaren blijkt uit de productieresultaten. De gegevens van de V-haag zijn door middel van praktijkervaringen samengesteld. Doyenné du Comice heeft een gemiddeld vruchtgewicht van 200 gram per vrucht. Het aantal vruchten per boom ligt op ongeveer 50 waarmee 10 kg per boom, ofwel 25 ton per 10.000 m2 geoogst wordt bij een volle productie.

De gegevens van Gieser Wildeman en St. Rémy zijn overgenomen uit KWIN 1996-1997, er zijn geen actuelere gegevens voor handen.

Uit praktijkervaringen blijkt dat er geen of maar weinig verschil in productie bestaat tussen fertigeren en beregenen met breedwerpige bemesting. De productienormen voor fertigeren dienen dus ook voor teeltsystemen met beregening. Van de andere rassen zijn geen gegevens bekend.

De gemiddelde economische levensduur van een perenbeplanting is 20 jaar. De technische levensduur kan echter langer zijn vanwege bijvoorbeeld de onderstam.

Tabel 4.2.1. geeft een overzicht van het normatieve taakstellende productieverloop bij de verschillende perenrassen in de verschillende groei-jaren bij een teeltwijze met fertigatie of beregening.

(35)

Tabel 4.2.1. Normatieve taakstellende productieverloop van enkele perenrassen vanaf planten tot en met het volproductieve stadium bij het standaardplantsysteem en Conference in V-haag

plantsysteem, met fertigatie of beregening (in ton/10.000 m2)

Ras Conference standaard Conference V-haag Doyenné du Comice Gieser Wildeman Groei jaar 1 0 0 0 0 2 2 2 1 1 3 10 10 5 5 4 25 25 12 12 5 40 40 20 20 6 50 50 25 25 7 50 55 25 25 8 en ouder 50 60 25 25

De productie per ha, dat wil zeggen de fysieke opbrengst in kg's die van een hectare perenaanplant geoogst kan worden, is sterk afhankelijk van een aantal factoren, die te onderscheiden zijn in wel en niet kwantificeerbare factoren. Kwantificeerbaar zijn ras, leeftijd, plantdichtheid, onderstam,

fertigatie/watervoorziening en verliezen door nachtvorst, oogst, bewaren en beurtjaren.

Ras, leeftijd, plantdichtheid en onderstam: in het algemeen kan gesteld worden dat meer bomen per

ha tot meer kg's leiden, vooral ook in de aanloopjaren. Wel is het zo dat de meeropbrengst per boom afneemt naarmate het aantal bomen per oppervlakte eenheid toeneemt. Ook is er sprake van een plafond in de volproductieve fase, d.w.z. dat vanaf een bepaald aantal bomen per ha de productie per ha niet meer toeneemt. Al deze invloeden zijn in de productietabellen verwerkt.

Gedurende de eerste jaren na het planten neemt de productie toe om tot een maximum te komen in het volproductieve stadium. Van perenbeplantingen is bekend dat ze, mits goed verzorgd gedurende een groot aantal jaren een hoge productie kunnen leveren. Gezien de huidige relatief korte gemiddelde levensduur van de beplantingen lijkt het dan ook niet zinvol om kortingen op de productie toe te passen in de latere jaren.

Nachtvorstverliezen: Productieverlies door nachtvorst kenmerkt zich door de soms zeer grote verschillen

van gebied tot gebied en van perceel tot perceel. Zeer globaal kan worden aangenomen dat, voor peer gerekend de laatste 10 jaar, gemiddeld over het hele land een productieverlies van ongeveer 5% is opgetreden.

Oogstverliezen: Het aantal kg's dat uiteindelijk verkocht kan worden is meestal kleiner dan de productie

aan de boom. Er treden namelijk nog verliezen op tijdens de oogst en de bewaring. De oogstverliezen kunnen begroot worden op ongeveer 3% voor peer.

Bewaarver liezen: De verliezen tijdens de bewaring zijn sterk afhankelijk van de kwaliteit van het ingezette

product en de wijze en duur van de bewaring. Bewaarverliezen bestaan uit gewichtsverlies en uitval door bewaarziekten (inwendig bruin, kurk etc.) Gewichtsverlies bij peer is ongeveer 5%, uitval door bewaarziekten 3-5%. Dit zijn gemiddelden over het gehele bewaarseizoen, extreem slechte bewaarresultaten buiten beschouwing gelaten.

Niet kwantificeerbaar: kwaliteit plantopstand, grondsoort en weersomstandigheden.

4.3 Arbeidsbehoefte

4.3.1

Aanleg

De normen voor de arbeidsbehoefte bij het inplanten van een perenboomgaard staan in tabel 3.3.1. Bij het vaststellen van de normen is geen rekening gehouden met het voorbereiden van de plantplannen, het bestellen van de bomen etc. Een globale norm hiervoor is 10 uur per ha.

(36)

Tabel 4.3.1. Normen voor arbeidsbehoefte inplanten perenboomgaard; verdeling van de arbeidsuren in losse en vaste arbeid en trekkeruren (uren per ha)

Aanleg bewerkingen

Plantklaar maken perceel Uitzetten boomgaard Uitrijden en planten bomen

Uitrijden en zetten palen (incl. draden aanleggen) Potgrond aanbrengen Vastzetten bomen Totaal Trekkeruren Verdeling arbeidsuren • Vast/geschoold • Los/ongeschoold Standaardbeplanting Houten palen 10 20 58 21 13 8 130 34 62 68 V-haag 10 14 58 290* 16 12 400 42 161 239

*Urenverdeling: 30 uren vast, 70 uren bedrijfsverzorging, 190 uren los

4.3.2 Teelt

Onder teeltwerkzaamheden worden alle werkzaamheden verstaan m.b.t. de teelt, dus uitgezonderd die voor oogsten en sorteren. Voor de afzonderlijke teelthandelingen kan de arbeidsbehoefte per jaar per ha worden begroot zoals in tabel 4.3.2.

Er bestaan tussen de rassen soms grote verschillen in arbeidsbehoefte voor de teelt. De arbeidsbehoefte voor een standaardsysteem van 2.500 bomen per ha komt overeen met de benodigde teeltarbeidsuren voor het V-haag systeem.

Tabel 4.3.2. Benodigde teelt-arbeidsuren voor de volwassen gangbare teelt van peer in het standaard teeltsysteem en het V-haag systeem, verdeling van de arbeidsuren in losse en vaste arbeid en trekkeruren (uur/ha/jaar) Bewerking Buigen/binden Bemesting Onkruidbestrijding Gewasbescherming + maaien Snoeien Nadunnen Kankerbestrijding Waarnemingen Watervoorziening Totaal Verdeling arbeidsuren • Vast/geschoold • Los /ongeschoold Arbeidsuren 20 1,5 1 26,5 130 30 10 13 15,5 247,5 212,5 35 Trekker uren 1,5 1 26,5 6 35 Opmerking:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

bestuurders of werknemers en/of derden die door derhalve ook op ondergeschikte punten) met een de verkoper daarvoor zijn ingeschakeld, één en aanbod overeenkomende aanvaarding door

Omdat er maar een paar bedrijven actief zijn in de markt, kan iedere strategische beslissing van een bedrijf invloed hebben op de beslissingen van andere bedrijven en

trekgewicht: 2.000 kg; LxBxH: 474 x 193 x 167 cm; Wielbasis: 281 cm; Interieurkleur: Antraciet; 5 zitplaatsen; Energielabel: E; Dealer onderhouden (onderhoudsboekjes aanwezig);

Het leveren en aanbrengen van een loze leiding (starre buis) vanaf de meterkast naar een door de koper op te geven positie.. De loze leiding heeft een diameter van 19 mm en is

E bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 2 als bedoeld in de als bijlage 1 opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten,

Sinds 1 november 2012 moeten in de EU alle banden die na 30 juni 2012 zijn geproduceerd, van een uniform bandenlabel zijn voorzien. Dit label is verplicht voor banden

Het leveren en aanbrengen van een loze leiding (starre buis) vanaf de meterkast naar een door de koper op te geven positie.. De loze leiding heeft een diameter van 19 mm en is

Als er meerdere extra groepen worden aangebracht in de meterkast, kan het zijn dat de meterkast moet worden uitgebreid met een extra aardlekschakelaar (zie optie 1EI.024) en/of