• No results found

Napoleon tussen twee vaderlanden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Napoleon tussen twee vaderlanden"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NAPOLEON

TUSSEN TWEE

VADERLANDEN

De manier waarop Napoleon paardreed – ineenge-zakt en met losse teugel – verraadde zijn Corsi-caanse afkomst. Op zijn bergachtige geboorte-eiland verplaatste hij zich meestal per ezel of muildier. Deze rijdieren stuurde men hier niet met een bit, maar door de druk en beweging van het lichaam. Omdat hij in Frankrijk slechts een gebrekkige ruiteropleiding genoot, behield Napo-leon deze gewoonte. Paul Delaroche beeldde hem af tijdens zijn tocht over de Alpen in 1800 op een muilezel (1850, Walker Art Gallery Liverpool).

15 augustus 1769

250 jaar geleden

NAPOLEON

geboren

(2)

H

et had weinig gescheeld of Napoleone Buonaparte was niet als Fransman ter wereld gekomen. Slechts vijftien maanden voor zijn geboorte op 15 augustus 1769 in Ajaccio, de hoofdstad van Corsica, had de stads-republiek Genua opgelucht het gezag over dit rebelse eiland overgedragen aan Frankrijk. Maar zoals de Corsicanen zich tegen de Genuese overheersing hadden verzet, zo keerden zij zich met evenveel elan tegen de nieuwe bezet-ter. Napoleon werd dus midden in een burgeroorlog geboren. De voorstanders van een onafhankelijk Corsica leverden daarin felle strijd tegen de Fransen en hun plaatselijke aanhangers. Napoleons vader Carlo, een verarmde edelman die als advocaat de kost verdiende, vocht aanvankelijk aan de zijde van de cha-rismatische separatistenleider Pasquale Paoli. Nadat deze echter in mei 1769 was

maakten zijn trotse houding en stugge omgangsvormen hem een eenling. Als welbewuste buitenstaander in een vreemde omgeving ontwikkelde hij een afkeer van Frankrijk en de Fransen. Van de weeromstuit begon hij Corsica te idealiseren als een volmaakt para-dijs. Daar zag de jonge Napoleon zijn toekomst. Want anders dan zijn vader met zijn opportunistische houding koos Napoleon wel voor de separatisten en tegen de Franse ‘onderdrukker’.

Dwepen met Jean-Jacques

Nadat hij de Koninklijke Militaire School in Parijs in oktober 1785 als officier-in-opleiding had verlaten, kreeg Napoleon een aanstelling bij een in de provincie gelegerd regiment. Daar zou de zestienjarige in praktische en theoretische zin worden opgeleid tot luitenant der artillerie – tot dan toe had hij nog geen kanon gezien. Voor hem braken jaren aan van garnizoensdienst in de ingedutte vestingstadjes Valence in de Dauphiné en Auxonne in Bour-gondië. Eenzaam in zijn pensionkamer probeerde Napoleon hier de eentonig-heid en verveling te verdrijven door over verslagen en als balling naar Londen

was gegaan, koos Carlo voor de Franse machthebbers. Dit bracht hem voordeel in de vorm van studiebeurzen voor zijn twee oudste zoons Joseph en Napoleon. Napoleon verliet Corsica daarom al op zijn negende om in Frankrijk te worden opgeleid tot legerofficier. Eerst bezocht hij van 1779 tot 1784 een militaire kost-school in Brienne in de Champagne. Vervolgens studeerde hij één jaar aan de Koninklijke Militaire School in Parijs. Gedurende deze spartaanse leerjaren bleef Napoleon door zijn Corsicaanse tongval en onbekendheid met de Franse gebruiken voor zijn leraren en medeleerlingen een zonderling. Tevens

We kennen Napoleon als dé Franse heerser bij

uitstek. Maar als jongeman voelde hij zich bovenal

Corsicaan. Hij was toen zelfs actief betrokken

bij de anti-Franse afscheidingsbeweging op zijn

geboorte-eiland. Jos Gabriëls gaat terug naar

Napoleons idealistische jeugdjaren.

Geboortehuis van Napoleon in Ajaccio, uit:

Histoire de l’empereur Napoléon I, surnommé Le Grand (1867).

Napoleon Bonaparte als jonge militair in de kazerne van Auxonne met zijn broer Louis, illustratie van JOB voor Bonaparte (1910).

(3)

enkele zakelijke bezoeken aan Parijs vertoefde de jonge luitenant tussen 1786 en 1793 tweederde van de tijd op Corsica. Het doet de vraag rijzen hoe groot destijds Napoleons verlangen was om artillerieofficier te worden, want zijn ambities lagen duidelijk elders.

Politiek actief op Corsica

Dat Napoleon zo frequent op zijn geboorte-eiland verbleef, hing aller-eerst samen met de benarde financiële omstandigheden waarin de familie Buo-naparte was beland. Nadat vader Carlo in 1785 aan maagkanker was overleden, rustte vooral op Napoleon de taak zijn moeder en zijn vier nog thuis wonende broers en zusters in Ajaccio bij te staan. Daarnaast wilde hij – nog altijd vervuld van een romantisch idealisme, maar evenzeer van eerzucht – een leidende te rechtvaardigen zou zijn wanneer de

eilandbewoners op gelijke wijze het Franse juk zouden afwerpen. Voor een onderofficier in het Koninklijke Franse Leger is dit een op zijn minst controver-siële opmerking.

Acht jaar lang zou Napoleon zijn ge-boortegrond niet terugzien. Intussen was hij in doen en denken ongewild verfranst – zelfs het Corsicaans was hij verleerd – zonder zich maar enigszins verbonden te voelen met Frankrijk. Zijn liefde gold zijn geboorte-eiland, waar-van hij zich uit boeken een ideaalbeeld had gevormd. Pas in 1786 keerde hij terug in Ajaccio. Zijn lange afwezigheid zou Napoleon in de daaropvolgende jaren ruimschoots goedmaken door zich met verlengde of gerekte verloven veelvuldig en langdurig aan de garni-zoensdienst te onttrekken: afgezien van zo veel mogelijk onderwerpen zo veel

mogelijk te lezen. En door te schrijven, want zowel zijn leeswoede als de diepe betrokkenheid bij zijn geboorte-eiland bracht hem er al vroeg toe zijn denk-beelden op papier te zetten.

Allereerst las Napoleon alles wat hij te pakken kon krijgen over Corsica. Als zelfbenoemd historicus begon hij aan een geschiedenis van het eiland, waarin hij de heldhaftige onafhankelijkheids-strijd van zijn bewoners wilde verheerlij-ken. Daarnaast verdiepte hij zich graag in geschriften van Verlichtingsfilosofen, in het bijzonder Rousseau. Napoleon dweepte met ‘Jean-Jacques’, zoals hij hem noemde. Dit kwam mede omdat deze auteur steun betuigde aan het Corsicaanse vrijheidsstreven en op verzoek zelfs een ontwerpgrondwet voor een zelfstandig Corsica had geschreven. In dit verband had Rousseau in 1762 opgemerkt: ‘Ik heb een voorgevoel dat dit kleine eilandje Europa op een dag versteld zal doen staan.’ Dit zou, zij het om geheel andere reden dan hij bedoel-de, een profetische uitspraak blijken. Rousseau bood Napoleon het perspec-tief van waaruit hij het Corsicaanse onafhankelijkheidsstreven wenste te bekijken. Aanknopend bij de onder Ver-lichtingsdenkers populaire mythe van de ‘edele wilde’ plaatste ‘Jean-Jacques’ namelijk de deugdzame onbedorven eilandbewoners tegenover hun verdor-ven feodale Franse onderdrukkers. Door dit denkbeeld over te nemen kwam Napoleon in een onmogelijke positie. Zo roemt hij in zijn (niet gepubliceerde) aantekeningen de volksopstand van de Corsicanen tegen de Genuezen en voegt hij hieraan toe dat het eveneens

Op deze prent uit 1852 die de vruchten en beroemd-heden van Corsica bezingt, is behalve Napoleon en zijn moeder ook Pasquale Paoli afgebeeld: deze ’Vader des Vaderlands’ van Corsica plaatste zich in 1755 aan het hoofd van een opstand die de Genuese overheersers grotendeels van het eiland verdreef. Tot de verovering door Frankrijk in 1769 leidde Paoli (1725-1807) de onafhankelijke republiek Corsica met een grondwet en een volksvertegenwoordiging. In heel Europa werd hij toen als verlicht staatsman geëerd. In de praktijk regeerde Paoli echter als een dictator. Hij werd verbannen in 1769 maar toen hij in 1790 terugkeerde en president van het nieuw gecreëerde departement Corsica werd, moest hij zich richten naar de regering in Parijs. Hij kon zich steeds minder vinden in de nieuwe, door de Franse Revolu-tie geschapen verhoudingen op Corsica.

De kaart werd gemaakt door Victor Levasseur voor zijn Atlas Nationale de la France Illustree.

(4)

rol spelen in het Corsicaanse onafhan-kelijkheidsstreven. De dood van zijn Fransgezinde vader maakte het hem mogelijk openlijk partij te kiezen voor de separatisten. Napoleon vond een nieuwe vaderfiguur in de nog altijd in Britse ballingschap levende Paoli, wiens bijnaam trouwens U Babbù (Corsicaans voor ‘De Vader’) luidde.

Eind jaren 1780 veranderde de politieke situatie in Frankrijk ingrijpend. Om de toenemende onrust en onvrede in zijn land te bezweren riep koning Lodewijk XVI de Staten-Generaal bijeen. Voor Corsica bracht dit meteen voordeel: in november 1789, vierenhalve maand na

de bestorming van de Bastille, besloot de volksvertegenwoordiging in Parijs het eiland niet langer als geannexeerd gebied te beschouwen. Het werd als een volwaardig departement in Frankrijk opgenomen met een grote mate van au-tonomie en eigen gekozen bestuurders. Tegelijkertijd kreeg Paoli toestemming naar Corsica terug te keren. Na 21 jaar ballingschap zette de 64-jarige ‘vader des vaderlands’ hier in juli 1790 voet aan land. Hij werd weldra tot president van het departementaal bestuur gekozen. Iedereen die op het eiland een rol wilde spelen, haastte zich om zijn opwachting te maken bij Paoli. Ook Napoleon en zijn broers Joseph en Lucien probeerden bij hem in de gunst te komen met uitingen van bewondering en trouw. Hoewel hij een Frans legerofficier was, had Napo-leon om die reden zelfs opgeroepen de nog aanwezige Franse functionarissen met geweld uit Ajaccio te verjagen. Niet-temin bleef Paoli vol argwaan jegens de in zijn ogen opportunistische Buonapar-tes: hij was de collaboratie van hun vader Carlo niet vergeten. Bovendien dacht hij anders over de toekomst van Corsica dan zijn jeugdige sympathisanten. Napoleon had zich steeds gekeerd tegen het oude, monarchale Frankrijk dat het eiland had onderdrukt, maar van het nieuwe, revolutionaire Frankrijk had hij grote verwachtingen. Corsica moest hiervan profiteren om zijn zelfstandigheid zo groot mogelijk te maken. Paoli

daarente-uit op een debacle.

Hierop grepen de tegenstanders van Paoli hun kans. Door zijn autoritaire optreden en het feit dat hij niet ieders wensen kon vervullen, had deze vijan-den gemaakt. Door de revolutie opge-roepen politieke tegenstellingen vielen daarbij al snel samen met clanrivaliteit. Een vendetta in de beste Corsicaanse traditie was het gevolg. Er liep al een parlementair onderzoek tegen Paoli vanwege wanbeheer en vriendjespoli-tiek op het eiland. Bovendien werd hij ervan verdacht samen te spannen met zijn oude beschermheer Groot-Brit-tannië, waarmee Frankrijk intussen in oorlog was. Daarbij kwam nu de – ove-rigens ongerechtvaardigde – aantijging dat hij de expeditie naar La Maddalena opzettelijk had laten mislukken uit afkeer van Frankrijk en de revolutie. Ook de door dit militaire fiasco ge-desillusioneerde Napoleon gaf Paoli de schuld. Door deze ervaring had U Babbù voor hem afgedaan, hoewel hij zich nog niet openlijk tegen hem uit-sprak. Zijn onbezonnen jongere broer Lucien deed dit wel. In een politieke redevoering stelde deze diens ‘verraad’ aan de kaak, waarop de machthebbers gen streefde naar volledige

onafhanke-lijkheid. Hij had nog altijd weinig op met Frankrijk, ook niet onder een revolutio-nair regime, en des te minder naarmate dit in rap tempo radicaliseerde.

Al bejegende Paoli hem koel en deelde hij de Buonapartes weinig functies en gunsten toe, toch bleef Napoleon hem zeer toegedaan. Met zijn geschriften en door zijn optreden zocht hij krampach-tig naar waardering van zijn idool in de hoop diens rechterhand, en wellicht diens opvolger, te worden. Zo deed hij in april 1792 een poging – voor een of-ficier opnieuw ongehoord – het Franse garnizoen uit de citadel van Ajaccio

te verdrijven. Maar het falen van deze onderneming wekte juist Paoli’s onge-noegen; hij noemde Napoleon in dit verband een ‘onervaren snotneus’.

Harde leerschool

Door de toenemende dreiging die van de revolutie uitging, was Frankrijk inmiddels met een groeiend aantal landen in oorlog geraakt. Daartoe be-hoorde ook het koninkrijk Piëmont-Sardinië. In opdracht van Parijs ondernam een Corsicaanse troepenmacht in februari 1793 een slecht voorbereide en nog slechter uitgevoerde landing op het eilandje La Maddalena bij de noordpunt van Sardi-nië. Napoleon was een van de bevelvoerende officieren. Door zich in de strijd te onder-scheiden hoopte hij alsnog bij Paoli in de gunst te komen. Inderdaad deed hij van zich spreken, maar de expeditie als geheel liep

Napoleon klom razend-snel op na zijn definitieve

afscheid van Corsica. Op deze prent staat hij als generaal

Bonaparte (1798, naar schilderij van Andrea Appiani).

(5)

f Patrice Gueniffey, Bonaparte,

1769-1802, Harvard University Press, 2015

f Philip Dwyer, Napoleon. The Path to

Power, 1769-1799, Bloomsbury

Publi-shing, 2007

f Peter Adam Thrasher, Pasquale Paoli.

An Enlightened Hero, 1725-1807,

Con-stable, 1970

VERDER LEZEN

Jos Gabriëls is als senior onderzoeker

verbon-den aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis in Amsterdam. In het kader van het NWO-project ‘Monarchy in Turmoil’ verricht hij vergelijkend onderzoek naar de Napoleontische hoven van Louis Bonaparte, koning van Holland (1806-1810), en Jérôme Bonaparte, koning van Westfalen (1807-1813).

was een harde leerschool geweest: met wensdromen zou hij niet ver komen. Voortaan werden Napoleons doen en denken gekenmerkt door cynisme en opportunisme. Iedere gelegenheid die zich voordeed, greep hij aan. Al meteen na aankomst in Frankrijk wist de 24-ja-rige artillerieofficier zich te onderschei-den bij het beleg van Toulon, wat hem eind 1793 de rang van brigadegeneraal opleverde. Daarna ging het snel. De politieke instabiliteit in het revolutio-naire Frankrijk bood hem steeds nieuwe kansen, die hij niet onbenut liet. Na zijn tot de verbeelding sprekende veldtoch-ten in Italië en Egypte greep Napoleon eind 1799 de macht in Parijs. Vijf jaar later kroonde de Corsicaan zichzelf tot keizer der Fransen.

in Parijs in april 1793 een arrestatiebevel tegen Paoli uitvaardigden. De Buona-parte-clan was nu vogelvrij op Corsica, ten prooi aan de wraakzucht van de paolisten. In allerijl bracht Napoleon zijn familieleden in veiligheid, en begin juni vluchtte hij met hen naar Frankrijk. ‘Bereid u voor’, had hij kort voor vertrek zijn moeder laten weten, ‘dit land is niet voor ons.’

De breuk met Paoli betekende dat Napoleon de Corsicaanse zaak de rug toekeerde om zich geheel op Frankrijk te richten: het was een omslag op de haat-liefdeschaal van 180 graden. Maar omdat hij ook zijn jeugdig idealisme op zijn geboorte-eiland achterliet, gaf hij zich niet volledig over aan zijn nieuwe vaderland. De Corsicaanse politiek

Corsicaanse trekjes

Als heerser van Frankrijk zat Napoleon met zijn Corsicaanse achtergrond in zijn maag. ‘Mijn buitenlandse afkomst was een ongemak, dat verborgen moest blijven als ware ik een bastaard,’ zei hij hierover toen hij aan het eind van zijn leven in ballingschap op Sint Helena verbleef. In maart 1796 veranderde hij om die reden de familienaam Buo-naparte in BoBuo-naparte. Liet zich zijn achternaam verfransen, moeilijker was dit met zijn taalgebruik. Napoleon was behept met een zwaar Corsicaans accent. Zijn Frans was doorspekt met italianismen en grammaticale fouten. Ook zijn manier van paardrijden verried zijn afkomst: hij hield de teugels losjes in de hand en zat ineengezakt, net zoals hij op Corsica ezels of muildieren had bereden. In Frankrijk genoot hij slechts een gebrekkige ruiteropleiding waardoor hij deze gewoonte niet afleerde.

Zijn ‘Corsicaanse temperament’ kon de Franse heerser evenmin verborgen houden. Tijdgenoten maken in hun herinneringen veelvuldig melding van zijn luidruchtigheid, praatzucht en heetgebakerdheid. Nauw verbon-den met zijn afkomst was ook het belang dat Napoleon hechtte aan zijn familie en clan. Zijn moeder kende hij uiteraard een bijzondere plaats toe, die tot uitdrukking werd gebracht in haar officiële titel ‘Madame Mère’. Eenmaal keizer plaatste hij zijn broers, zusters, zwagers en stiefzoon op verscheidene

Europese tronen. Napoleon gaf daar-mee uiting aan zijn dynastieke ambities en waande zich aldus verzekerd van de trouw en volgzaamheid van deze ‘koninklijke prefecten’ (rois préfets).

Familieleden van keizer Napoleon, onder wie de door hem benoemde koningen van Westfalen, Spanje en Holland (19de-eeuwse volksprent, Rijksmuseum Amsterdam).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Leerlijn Toegankelijke Onafhankelijke cliëntondersteuning.. MAARTEN VAN DEN

Gezamenlijke scholings- en intervisie- bijeenkomsten voor alle Meedenkers, nog beter

• Wat kan ik de komende weken bijdragen binnen mijn organisatie om een prettige werkcultuur te creëren voor ervaringsdeskundigen. • Welke kennis ontbreekt wellicht nog binnen

• Niet altijd bewust dat cliëntondersteuning óók is voor vraagstukken rond schulden, werk & inkomen. • SCP over participatiewet: geen sprake

[r]

Koninkrijken beven voor zijn stem.. Heel de hemel juicht tot eer

For Europe & South Africa: Small Stone Music Publishing,

Hij droeg mijn straf aan het ruw houten kruis, maar Hij had daar ook weg kunnen gaan.. Hij bleef daar voor mij, verdroeg