• No results found

Van vierkante ogen tot roze bril : onderzoek naar de een samenhang tussen de mate van kijken naar romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven en de rol die waargenomen mate van realisme van romantische

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van vierkante ogen tot roze bril : onderzoek naar de een samenhang tussen de mate van kijken naar romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven en de rol die waargenomen mate van realisme van romantische"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Universiteit van Amsterdam

Van vierkante ogen tot roze bril

Onderzoek naar de een samenhang tussen de mate van kijken naar romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven en de rol die waargenomen mate van realisme van romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties in dit verband spelen.

Studie: Bachelor Communicatiewetenschap

Naam: Lynn Philippi

Studentnummer: 10833315

Docent: dr. M. Timmers

Vak: Afstudeerproject Entertainmentcommunicatie

Datum: 16 januari 2017

(2)

Samenvatting

In dit onderzoek wordt onderzocht wat het verband is tussen de mate van kijken naar

romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven. Daarbij wordt gekeken welke rol de waargenomen mate van realisme van romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties in dit verband spelen. Er is al veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen romantische media, zoals romantische films, en geïdealiseerde

verwachtingen van romantische relaties. Echter is er hierbij nog niet eerder onderzoek gedaan naar de waardering van het eigen liefdesleven. Dit terwijl, de waardering en tevredenheid van het eigen liefdesleven een grote invloed kan hebben op het welzijn en functioneren van de mens. Er is daarom een survey uitgevoerd (N =110) onder de Nederlandse bevolking vanaf 18 jaar. Uit de resultaten blijkt dat er een negatief verband bestaat tussen het kijken naar

romantische films en de waardering van het liefdesleven. In dit onderzoek komt echter niet naar voren dat de waargenomen mate van realisme van romantische films en geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties aan dit verband ten grondslag liggen.

(3)

1. Inleiding

Hoe groot de problemen ook mogen zijn, liefde overwint alles! Tenminste, als we de gemiddelde romantische film mogen geloven. Uitgaande van de cultivatietheorie (Gerbner et al., 1994), betekent dit dat hoe vaker mensen naar romantische films kijken, hoe groter de kans is dat zij gaan geloven dat wat er in deze films gebeurt ook de werkelijkheid is. Mensen kunnen hierdoor verkeerde verwachtingen krijgen van hun eigen (toekomstige) romantische relatie en het huwelijk.

Dat blijkt ook uit voorgaand onderzoek. Het kijken naar romantische films en series hangt namelijk samen met het hebben van geïdealiseerde romantische verwachtingen (Hetsroni, 2012; Segrin & Nabi, 2002) en een geïdealiseerde kijk op het huwelijk en een

liefdesrelatie (Haferkamp, 1999; Holmes, 2007 ; Holmes & Johnson, 2009). Wanneer men gelooft dat wat er in films vertoond wordt, een afspiegeling is van het echte leven, blijkt dit verband des te sterker te zijn (Lippman, Ward & Seabrook, 2014; Segrin & Nabi, 2002). Dit wordt de waargenomen mate van realisme van romantische films genoemd.

De geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie zijn ‘verkeerde

verwachtingen’ en hangen negatief samen met de waardering van het eigen liefdesleven (Stackert & Bursik, 2002). Hoe meer geïdealiseerde verwachtingen men heeft van een romantische relatie, hoe minder echtelijke genoegdoening (Bradbury & Fincham, 1988; Kurdek, 1991; Larson & Holman, 1994) en hoe minder tevreden men is over zijn of haar eigen romantische relatie (Sabatelli, 1988). Een verklaring hiervoor kan zijn dat mensen die verkeerde verwachtingen hebben van de liefde, teleurgesteld kunnen worden wanneer zij zich realiseren dat deze verwachtingen niet haalbaar zijn in hun relatie. Dit geldt ook wanneer men opzoek is naar een geschikte partner die aan deze verwachtingen voldoet (Huston, Niehuis, Smith, 1997).

Ook zorgt het voor meer stress in bestaande relaties en kan het leiden tot (echtelijke) ruzies (Hamamci, 2005). Uiteindelijk zouden verkeerde verwachtingen er zelfs voor kunnen zorgen dat mensen besluiten om uit elkaar te gaan (Larson, 1988).

Nauwe, romantische relaties blijken een belangrijke bijdrage te leveren aan het algehele welzijn van de mens (Diener, Suh, Lucas & Smith, 1999). Zo zouden romantische relaties

(4)

invloed hebben op onder andere de ontwikkeling van andere relaties, zoals met familie en vrienden. Daarnaast zouden ervaringen in de romantiek zelfs schoolprestaties kunnen beïnvloeden (Furman, 2002). Het is dus van belang om te onderzoeken of het kijken naar romantische films een rol speelt bij de tevredenheid in een relatie en uiteindelijk dus het welzijn van de mens. Wanneer duidelijk wordt in hoeverre er een samenhang bestaat tussen de mate van kijken naar romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven, kan deze informatie mensen helpen zich meer bewust te worden van hun mediagebruik en hun kijk op het leven.

Het doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen of er een samenhang bestaat tussen de mate van het kijken naar romantische films en de waardering van het eigen

liefdesleven. Daarbij wordt gekeken welke rol de waargenomen mate van realisme en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties in dit verband spelen. Hoewel er al wel verschillend onderzoek is gedaan naar de samenhang tussen het kijken naar romantische films en de mate geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties (Segrin & Nabi, 2002; Hetsroni, 2012; Haferkamp, 1999; Holmes, 2007 ; Holmes & Johnson, 2009) en er ook verschillend onderzoek is gedaan naar de samenhang tussen de geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties en de waardering van het eigen liefdesleven (Stackert & Bursik, 2002; Bradbury & Fincham, 1988; Kurdek, 1991; Larson & Holman, 1994; Sabatelli, 1988), is er nog geen onderzoek gedaan die dit samenbrengt. Onduidelijk is nog of het kijken naar romantische films samenhangt met de waardering van het eigen liefdesleven en welke rol de waargenomen mate van realisme en de geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties hierin spelen.

(5)

2. Conceptueel model

Om de vraag “In hoeverre bestaat er een samenhang tussen het kijken naar romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven en welke rol speelt de waargenomen mate van realisme van romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie in dit verband?” te kunnen beantwoorden, worden vier concepten onderzocht. Deze concepten zijn: ‘kijken naar romantische films’, ‘waardering van het liefdesleven’, ‘waargenomen mate van realisme van romantische films’ en ‘geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties’. Om deze concepten te meten is gekeken naar voorgaand onderzoek.

Met het kijken naar romantische films wordt de mate van het kijken naar romantische films bedoeld. Hoe vaak kijkt de respondent een romantische film per jaar? Onder ‘romantische film’ wordt een film verstaan die een romantisch genre bevat, zoals een romantische komedie of een romantische dramafilm. Deze films bevatten vaak thema’s als ‘liefde op het eerste gezicht’, ‘liefde overwint alles’ en bevatten passie en tragedie. Romantische films staan bekend om een happy-end. Voorbeelden van romantische films zijn The Holiday (2006) en Titanic (1997) , maar ook Mannenharten (2013) en Friends With Benefits (2011), vallen in het genre ‘romantische films’

Met geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie wordt bedoeld dat men overtuigingen of beliefs heeft met betrekking tot een relatie die geromantiseerd of

onrealistisch zijn, zoals het idee dat liefde alles overwint (Lippman, Ward & Seabrook, 2014; Driesmans, Vandenbosch & Eggermont, 2016; Haferkamp, 1999), dat liefde voorbestemd is (Holmes, 2007) en dat een relatie bestaat uit één en al blijheid, vieringen, passie, seks en goede gesprekken (Segrin & Nabi, 2002; Galloway, Engstrom & Emmers-Sommer, 2015). Geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie zijn eigenlijk een set van

overtuigingen over de kracht van de liefde en de volmaaktheid van romantiek (Lippman et al., 2014; Hefner & Wilson, 2013). Deze verwachtingen worden in de onderzoeken vaak ‘beliefs’ genoemd en deze ‘beliefs’ worden gekoppeld aan woorden als ‘onrealistisch’ en

‘disfunctioneel’ (Lippman et al., 2014; Driesmans et al., 2016; Haferkamp, 1999; Shapiro & Kroeger, 1991; Galloway et al., 2015; Segrin & Nabi, 2002).

Er blijkt een positief verband te bestaan tussen deze geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie en het kijken naar romantische films. Hoe meer men dus romantische

(6)

films kijkt, hoe hoger men scoort op de schaal van geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie, en andersom (Hefner & Wilson, 2013; Shapiro & Kroeger, 1991). Ook is er een onderzoek waarin niet gesproken wordt over een verband maar over een korte termijn effect van het kijken naar romantische films op de geïdealiseerde verwachtingen een

romantische relatie (Driesmans et al., 2016). Omdat dit slechts één onderzoek is en dit

onderzoek zich richt op tienermeisjes, in plaats van volwassenen, is dit te weinig basis om aan te nemen dat er een causaal verband bestaat tussen deze twee variabelen. Daarnaast richt het onderzoek van Driesmans et al. (2016) zich alleen op de film High School Musical. Er wordt in dit onderzoek bij de variabelen ‘kijken naar romantische films’ en ‘geïdealiseerde

verwachtingen van een romantische relatie’ daarom ook niet gesproken van een effect of een invloed, maar van een verband. Verwacht wordt, dat net zoals in voorgaand onderzoek, dit verband positief zal zijn.

H1: Er is een positief verband tussen de mate van kijken naar romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties

Naast de concepten ‘kijken naar romantische films’ en ‘geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie’, wordt in dit onderzoek ook het concept ‘waargenomen mate van

realisme van romantische films’ onderzocht. Met de waargenomen mate van realisme van romantische films wordt de mate bedoeld waarin men gelooft dat films een afspiegeling zijn van het echte leven (Rubin, 1981). In dit geval gaat dat over de romantische relaties die in een film getoond worden. De vraag is dus in hoeverre de kijker denkt dat de in films

vertoonde romantische relaties een afspiegeling zijn van hoe romantische relaties zijn in het echte leven.

Volgens het onderzoek van Lippman, Ward en Seabrook (2014) en het onderzoek van Segrin en Nabi (2002) versterkt de mate van realisme de positieve relatie tussen het kijken naar romantische films (en ook romantische televisieprogramma’s) en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties. Verwacht wordt dan ook dat in dit onderzoek het kijken naar romantische films en het hebben van geïdealiseerde verwachtingen romantische relaties niet alleen met elkaar samenhangen, maar wordt ook verwacht dat de mate van realisme van romantische films dit verband versterkt en dus als moderator dient in dit verband.

(7)

kijken naar romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties

Figuur 1.1

De geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie zijn ‘verkeerde verwachtingen’ en hangen negatief samen met de waardering van het eigen liefdesleven (Stackert & Bursik, 2002). Met de waardering van het eigen liefdesleven wordt bedoeld in hoeverre men tevreden is over het huidige liefdesleven (Neto, 2005). Dit hoeft dus niet te betekenen dat de

desbetreffende persoon op dat moment een relatie heeft.

Hoe meer geïdealiseerde verwachtingen men heeft van een romantische relatie, hoe minder echtelijke genoegdoening (Bradbury & Fincham, 1988; Kurdek, 1991; Larson & Holman, 1994) en hoe minder tevreden men is over zijn of haar eigen romantische relatie

(Sabatelli, 1988). Een verklaring hiervoor kan zijn dat mensen die verkeerde verwachtingen hebben van de liefde, teleurgesteld kunnen worden wanneer zij zich realiseren dat deze verwachtingen niet haalbaar zijn in hun relatie. Dit geldt ook wanneer men opzoek is naar een geschikte partner die aan deze verwachtingen voldoet (Huston, Niehuis, Smith, 1997).

Verwacht wordt dat er een negatieve samenhang is tussen het hebben van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties en de waardering van het liefdesleven.

H2: Hoe meer geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie, hoe lager de waardering van het liefdesleven

(8)

Verwacht wordt dat het kijken naar romantische films samenhangt met geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties. Daarnaast wordt verwacht dat het hebben van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties samenhangt met de tevredenheid van het eigen liefdesleven. Mensen krijgen namelijk verkeerde verwachtingen van het kijken naar romantische films en worden daardoor teleurgesteld, maar daarnaast is het ook aannemelijk dat mensen die zich ontevreden voelen over hun liefdesleven, meer romantische films gaan kijken, omdat deze films bekend staan als feel-good-movies. Wanneer iemand zich slecht voelt over zijn of haar liefdesleven, heeft die persoon behoefte aan afleiding en

plezierbeleving. Het kijken van een romantische film kan, net zoals een andere vorm van entertainment, zo’n afleiding en plezierbeleving zijn. Dit wordt mood management genoemd. Hedonistische motivaties drijven menselijk gedrag (Zillmann, 1988)

Onderzoeksvraag 2: Er is sprake van een negatieve samenhang tussen het kijken naar romantische films en de waardering van het liefdesleven

Onderzoeksvraag 3: De mate van geïdealiseerde romantische verwachtingen medieert het verband tussen het kijken naar romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven

(9)

3. Methode

In de volgende paragraaf zal besproken worden hoe het onderzoek tot stand gekomen is en welke beslissingen er gemaakt zijn tijdens het onderzoeksproces. In de veronderstelling dat er een mogelijke correlatie zou zijn tussen het kijken naar romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven, werd er een online survey uitgevoerd waarin verschillende variabelen werden gemeten. Ook bood een survey de mogelijkheid om meerkeuzevragen te stellen, waardoor de variabelen makkelijk meetbaar waren. De vragenlijst is opgenomen in Bijlage I.

Respondenten

In dit onderzoek werd gebruikgemaakt van een selecte steekproef. In totaal vulden 110 respondenten de survey in. Van deze 110 respondenten was 31,8% man en 68,2% vrouw. De gemiddelde leeftijd binnen de steekproef was 33 jaar (SD = 12,91). Het merendeel van de respondenten was hoogopgeleid. Van de respondenten had 60,9% minimaal een hbo-opleiding gevolgd of was er nog mee bezig. Een veel kleiner gedeelte van de respondenten was midden opgeleid, namelijk 26,3%. Dit betekent dat hun hoogst genoten opleiding mbo, havo of vwo was. De overige 12,7% van de respondenten was laagopgeleid. Van de totale respondenten zei het merendeel in een relatie te zitten, namelijk 65,5%. Van de respondenten zei 6,4% dat zij aan het daten waren en 28,2% noemde zichzelf vrijgezel. Gemiddeld keken de respondenten 12,5 romantische films per jaar (SD = 13,86).

Procedure

Dit onderzoek richt zich op volwassen mannen en vrouwen in Nederland, dit wil zeggen: mannen en vrouwen vanaf 18 jaar. De respondenten werden tussen 10 en 15 november 2016 geworven door middel van een online survey. Deze online survey kon ingevuld worden via de website van de onderzoekssoftware Qaultrics. Op 10 november 2016 werd om acht uur ‘s avonds op de persoonlijke Facebookpagina van de onderzoeker de link naar deze vragenlijst openbaar gepost. Er werd gekozen voor acht uur ’s avonds, omdat de mensen dan meer tijd hadden om de enquête in te vullen. Bij de link werd een luchtige tekst geplaatst die de

aandacht kon trekken. In de tekst op Facebook werd ook gevraagd om de link te delen, om zo een groter bereik te genereren. In totaal werd de Facebookpost met link drie keer gedeeld.

(10)

Daarnaast werd de link naar de vragenlijst met de vraag of men deze in wilde vullen,

verstuurd naar bekenden via WhatsApp. Naast het verzoek om de vragenlijst in te vullen werd ook gebruikgemaakt van het sneeuwbaleffect. Via WhatsApp werden de mensen namelijk ook gevraagd om bekenden te vragen de vragenlijst in te vullen. Hierdoor vulden niet alleen meer mensen de vragenlijst in, maar was het ook makkelijker om verschillende leeftijdscategorieën en mensen met verschillende opleidingsniveaus te bereiken.

Voordat men de survey in kon vullen, volgde eerst een tekst met uitleg over de vragenlijst en de vraag om akkoord te gaan met deze informatie. Wanneer men hiermee niet akkoord ging, was het invullen van de vragenlijst niet mogelijk. Om sociaal gewenste antwoorden te voorkomen en daarmee systematische vertekeningen van het onderzoek in te perken en de interne validiteit te waarborgen, was de vragenlijst anoniem. De doelgroep van dit onderzoek waren volwassen Nederlanders. Daarom werd de vragenlijst afgenomen in het Nederlands. De respondent werd met ‘u’ aangesproken, omdat deze vragenlijst ook door iets oudere

volwassenen werd ingevuld.

De vragenlijst startte met demografische en socio-economische vragen. Er werd gevraagd naar het geslacht, de leeftijd, het opleidingsniveau en de relatiestatus. Vervolgens werd uitgelegd dat het onderzoek gaat over romantische films. Om de interne validiteit te

bevorderen werd eerst uitgelegd wat bedoeld werd met romantische films. Ter verduidelijking hiervan werd een collage van romantische films bijgevoegd (Bijlage I). Vervolgens werd de respondent verschillende stellingen voorgelegd die gingen over de mate waarin men denkt dat liefdesrelaties in films een afspiegeling zijn van relaties in het echte leven (waargenomen mate van realisme van romantische films), werd naar de tevredenheid van het liefdesleven van de desbetreffende persoon gevraagd en werden tot slot vragen gesteld die gingen over de geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties.

Onderzoeksinstrument

Om de variabelen ‘waargenomen mate van realisme van romantische films’, ‘de waardering van het eigen liefdesleven’ en de ‘geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties’ te meten, werden verschillende items die gebaseerd zijn op bestaande schalen opgesteld (Rubin, 1981; Neto, 2005; Sprecher en Metts, 1989). Deze drie variabelen werden alle drie gemeten op een Likertschaal van 1 (helemaal mee oneens) tot 5 (helemaal mee eens).

(11)

Waargenomen mate van realisme.

Om de waargenomen mate van realisme van romantische relaties in films te meten, zijn acht items opgesteld, die gebaseerd zijn op de schaal van Rubin (1981), genaamd de Perceived realism items. De items werden niet letterlijk overgenomen, maar toegepast op romantische relaties in films. Zo is het item “The crime you see in TV crime shows is very similar to crime in real life” veranderd in “Liefdesrelaties in romantische films, komen overeen met de

liefdesrelaties in het echte leven” (Bijlage I). Er is een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd van items Realisme1 tot en met Realisme8. Hieruit bleek dat deze items een goed

betrouwbare schaal vormen (Chronbach’s Alpha = 0,84). De schaal kon niet verbeterd worden door een item te verwijderen.

Waardering liefdesleven

De mate waarin iemand zijn of haar eigen liefdesleven waardeert is gemeten aan de hand van vijf items die gebaseerd zijn op de ‘The satisfaction with love life scale’ (Neto, 2005). De vijf items werden letterlijk vertaald van het Engels naar het Nederlands. “I am satisfied with my love life” werd dan: “Ik ben tevreden met mijn liefdesleven”. In Bijlage I staat de volledige vragenlijst met alle items. Van deze vijf items is een schaal gemaakt. Deze schaal bleek betrouwbaar en kon niet verbeterd worden door een item te verwijderen (Chronbach’s Alpha = 0,92).

Geïdealiseerde verwachtingen romantische relaties

De geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties werd gemeten door middel van de vijftien items die gebaseerd zijn op de Romantic Beliefs Scale (Sprecher en Metts, 1989). De stellingen zijn letterlijk vertaald uit het Engels. Zo werd ‘I can fall in love at first sight’ vertaald naar: ‘ik kan verliefd worden op het eerste gezicht’ (Bijlage I). De schaal bleek betrouwbaar (Chronbach’s Alpha = 0,78). De betrouwbaarheid bleek verbeterd te kunnen worden door het item ‘ik kan verliefd worden op het eerste gezicht’ te verwijderen. Dit was echter zo minimaal (Chronbach’s Alpha = 0,80) dat besloten is dit item erin te houden.

Demografische variabelen

Ook werd in de vragenlijst gevraagd naar het geslacht, de leeftijd, het opleidingsniveau en de relatiestatus. Daarnaast is gevraagd naar de frequentie van het kijken naar romantische films. De frequentie van het kijken naar romantische films werd gemeten door te vragen hoe vaak men per jaar naar een romantische film kijkt. Omdat het voor de respondent lastig kon zijn te

(12)

bepalen hoe vaak hij of zij een romantische film kijkt per jaar, werd eerst gevraagd hoe vaak men per week kijkt, vervolgens per maand en daarna per jaar. Zo konden zij zelf doorrekenen. Hierdoor werd het overzichtelijker en moest de respondent ook iets meer tijd nemen voor het geven van een antwoord. Hierdoor werd er ook beter over het antwoord nagedacht. Dit heeft een positieve invloed op de interne validiteit van het onderzoek. Daarnaast is gevraagd naar de subjectieve kijkbeleving. Gevraagd werd of men dacht juist meer of minder dan of evenveel romantische films te kijken als de gemiddelde Nederlander.

(13)

4. Resultaten

Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen of er een samenhang is tussen het kijken naar romantische films en de waardering van het liefdesleven. Hierbij is gekeken welke rol de mate van realisme van romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties hier in spelen. Dit is gemeten middels een survey (N = 110). De resultaten zijn gestructureerd naar aanleiding van de hypotheses en de onderzoeksvragen.

Hypothese 1

De eerste hypothese luidde als volgt:

H1: Er is een positief verband tussen het kijken naar romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties

Deze hypothese is getoetst middels Pearson correlatie. De correlatie tussen de variabelen ‘romantische films kijken per jaar’ en ‘geïdealiseerde verwachtingen van romantische

relaties’ blijkt tegen verwachtingen in geen positieve samenhang te bevatten. Er is sprake van een zeer zwak negatief verband tussen het kijken van romantische films en geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties. Dit verband blijkt niet significant te zijn, r = - 0,07, p > 0,05.

Ook is er gekeken naar de correlatie tussen de geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties en de subjectieve kijkbeleving. Dit betekent de mate waarin een respondent vindt dat hij of zij meer, minder of evenveel romantische films kijkt per jaar als de gemiddelde

Nederlander. Ook hier bleek er geen sprake van een significant positief verband tussen de subjectieve kijkbeleving en de geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties. De eerste hypothese kan hiermee worden verworpen. Er is geen positief significant verband tussen het kijken naar romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties, r = - 0,11, p > 0,05.

Hypothese 2

H2: De waargenomen mate van realisme van romantische films versterkt het verband tussen het kijken naar romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van

(14)

Er is gekeken of er sprake is van een verband tussen het kijken naar romantische films en de mate van realisme van romantische films. Er blijkt een zwakke positieve correlatie te zijn tussen het kijken naar romantische films en de mate van realisme. Dit verband blijkt echter niet significant te zijn, r = 0,15, p > 0,05. Ook is er gekeken of de subjectieve kijkbeleving samenhangt met de mate van realisme. Hier bleek dat er sprake is van een zeer zwak, niet significant verband, r = 0,04, p > 0,05. Daarnaast is gekeken of er een verband is tussen de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties en de mate van realisme van romantische films. Er bleek sprake te zijn van een zwak positief verband tussen de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties en de mate van realisme van

romantische films. Ook dit verband bleek echter niet significant, r = 0,17, p > 0,05.

Om te kijken of een hoge mate van realisme van romantische films, zorgt voor een sterkere samenhang tussen het kijken van romantische films en de geïdealiseerde romantische verwachtingen, zijn twee groepen gemaakt. De eerste groep zijn de respondenten die op de schaal van realisme van romantische films gemiddeld minder dan 4,5 scoorden (M =3,37, SD = 0,65) en de tweede groep zijn de respondenten die op de schaal van realisme van

romantische film gemiddeld 4,5 of meer scoorden (M = 4,89, SD = 0,37). Voor beide groepen is er een Pearson correlatie uitgevoerd. Bij de groep met een hogere mate van realisme van romantische films blijkt er een zeer zwakke correlatie te zijn tussen het kijken naar

romantische films en de mate van geïdealiseerde romantische verwachtingen. Dit blijkt niet significant, r = 0,01, p > 0,05. Bij de groep met een lagere mate van realisme van

romantische films, blijkt er een zwakke negatieve samenhang te zijn tussen het kijken van romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties. Ook dit verband blijkt niet significant, r = - 0,12, p > 0,05. Daarnaast is er een t-toets uitgevoerd, waarbij gekeken is of de groep met een hoge mate van realisme ook gemiddeld hoger scoorde op de schaal van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties. De groep met een hogere mate van realisme van romantische films (M= 4,65, SD = 0,84) blijkt niet significant hoger te scoren op de schaal van geïdealiseerde romantische verwachtingen dan de groep met een mindere mate van realisme (M=4,47, SD = 0,88) van romantische films, p > 0,05.

Hypothese 2 kan hiermee worden verworpen.

Hoewel er geen sprake is van een significante samenhang tussen realisme van romantische film en het aantal romantische films dat men kijkt per jaar, blijkt er wel een samenhang te zijn

(15)

met liefdesrelaties in het echte leven’, blijkt een positieve zwakke samenhang te hebben met het aantal films dat men kijkt per jaar, r = 0,19, p = 0,024. En het item ‘Je kunt door het kijken naar romantische films, leren over het liefdesleven in het algemeen’ blijkt ook een positieve zwakke samenhang te hebben met het aantal films dat men kijkt per jaar, r = 0,157, p = 0,050

Hypothese 3

Verwacht werd dat er een negatieve samenhang zou zijn tussen de geïdealiseerde

verwachtingen van een romantische relatie en de waardering van het eigen liefdesleven.

H3: Hoe meer geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie, hoe lager de waardering van het liefdesleven, en andersom

Er is sprake van een matig positief significant verband tussen geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie en de waardering van het eigen liefdesleven, r = 0,39, p >0,01. Dit betekent dat, tegen verwachtingen in, een meer geïdealiseerde verwachting van het liefdesleven betekent dat iemand, niet minder, maar juist meer tevreden is met zijn of haar eigen liefdesleven, en andersom. Dus wanneer men meer tevreden is met zijn of haar liefdesleven, heeft hij of zij ook meer geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie. Hypothese drie kan hiermee worden verworpen.

Onderzoeksvraag 1

Voorspeld werd dat er sprake is van een negatieve samenhang tussen het kijken naar romantische films en de waardering van het liefdesleven.

RQ1: Er is sprake van een negatieve samenhang tussen het kijken naar romantische films en de waardering van het liefdesleven

Er blijkt inderdaad sprake van een significant negatief verband tussen het kijken naar

romantische films en de tevredenheid over het eigen liefdesleven. Dit verband is echter zwak, r = - 0,28, p = 0,001. Dit betekent dat hoe meer romantische films men kijkt, hoe minder tevreden men is met zijn of haar eigen liefdesleven, en hoe meer tevreden men is over het eigen liefdesleven, hoe minder romantische films men kijkt.

(16)

Het item ‘Als ik mijn liefdesleven over zou doen, zou ik het bijna weer hetzelfde doen’ correleert het meest sterk, positief, met het aantal films dat men per jaar kijkt, r= -0,31, p = 0,001

Frequente en minder frequente kijkers van romantische films

Om meer inzicht te krijgen in de samenhang tussen het aantal romantische films dat men per jaar kijkt en de andere variabelen, zijn er twee groepen gemaakt, namelijk: de respondenten die één of meerdere keren per week naar romantische films kijken (frequente romantische filmkijkers) en een groep die minder dan één keer per week naar romantische films kijkt. Bij de groepen is afzonderlijk gekeken wat de samenhang is met de verschillende variabelen. Hier kwamen geen significante resultaten uit. Daarnaast zijn t-toetsen uitgevoerd. Mensen die minder dan eens per week een romantische film kijken, kijken gemiddeld 6,08 keer per jaar een romantische film (SD = 6,605). Mensen die één of meerdere keren per week een romantische film kijken, kijken gemiddeld 28,19 keer per jaar een romantische film (SD = 18,38). Er is een verschil in de mate van tevredenheid van het liefdesleven te zien tussen de mensen die frequent romantische films kijken en de mensen die minder frequent romantische films kijken. Mensen die minder dan één keer per week een romantische film kijken scoren significant hoger (M = 4,60, SD = 6,61) op de schaal van tevredenheid van het eigen

liefdesleven dan mensen die één of meerdere keren per week een romantische film kijken (M = 3,65, SD = 1,67), t(108)= 9,063, p = 0,00, CI 95% [-30,58, -13,64]. Bij de mate van

geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties en de mate van realisme van romantische films zijn geen significante verschillen aangetroffen.

Hoge en lage tevredenheid eigen liefdesleven

De mate van tevredenheid wordt gemeten door middel van een schaal van 1 tot en met 7, waarbij men bij zeven heel erg tevreden is over het eigen liefdes leven en bij één totaal niet tevreden is over het eigen liefdesleven. Gekeken is of er verschillen zijn te ontdekken tussen de groep die 4,5 of hoger scoorde op deze schaal (waarvan gezegd kan worden dat ze een beetje tot zeer tevreden zijn) en de groep die minder dan 4,5 scoorde op deze schaal (waarvan gezegd kan worden dat ze niet zo of totaal niet tevreden zijn over het eigen liefdesleven).

De ontevreden groep blijkt gemiddeld 2,85 (SD = 0,94) te scoren op tevredenheid en de tevreden groep gemiddeld 5,55 (SD= 0,53). Mensen die op de schaal van tevredenheid 4,5 of

(17)

significant minder films te kijken (M = 8,18, SD = 10,64) dan mensen die minder tevreden zijn over het liefdesleven (M = 13,56, SD = 15,46), t(79,61)= 2,06, p = 0,04, CI 95% [0,19, 10,58]

Demografische kenmerken

Verder is er gekeken naar de invloed demografische variabelen op de verbanden. De respondenten werd gevraagd aan te geven wat hun hoogst genoten opleiding is. De

antwoordmogelijkheden zijn naderhand opgedeeld in laag, midden en hoog om te toetsen of een laag, midden of hoog opleidingsniveau invloed heeft op het aantal romantische films dat men kijkt, de mate van realisme van romantische films, de mate van geïdealiseerde

verwachtingen van romantische relaties en de tevredenheid van het eigen liefdesleven. Hier kwam één significant resultaat uit. Bij de hoog opgeleide respondenten (N = 67) blijkt er sprake te zijn van een significant negatief matig verband tussen het kijken van romantische films en de tevredenheid van het liefdesleven, r = - 0,37, p = 0,001. Dit betekent dat hoe meer romantische films men kijkt, hoe minder tevreden men is over het eigen liefdesleven en andersom. Dit verband blijkt sterker te zijn dan het eerder gevonden verband bij

onderzoeksvraag 1, wat betekent dat een hoger opleidingsniveau zorgt voor een sterkere negatieve samenhang tussen het kijken van romantische films en de tevredenheid van het eigen liefdesleven.

Ook is er gekeken naar het geslacht. Vrouwen blijken gemiddeld per jaar gemiddeld

significant meer (M=12,28, SD = 14,02) romantische films te kijken dan mannen (M=6,77, SD = 10,38), t(108)= -2,073; p = 0,041, 95% CI (-10,79, - 0,24).

Relatiestatus

Mensen die geen relatie hebben, kijken significant meer romantische films per jaar (M = 15,68, SD= 15,58) dan mensen die wel een relatie hebben (M = 7,81, SD = 10,08), t(51,81), p = 0,01, CI 95% [1,98, 13,78]. Daarnaast blijken mensen die geen relatie hebben iets minder geïdealiseerde romantische verwachtingen te hebben (M = 2,17, SD = 0,85) dan mensen die wel een relatie hebben (M = 4,72, SD = 0,83), t(108) = 3,223, p = 0,002, CI 95% [0,87, -2,08]. Mensen die geen relatie hebben (M = 2,67, SD = 1,01) zijn minder tevreden over het eigen liefdesleven dan mensen die wel een relatie hebben (M = 5,27, SD = 0,84), t(108) = -13,084, p = 0,00, 95% CI [-2,95, -2,24].

(18)

5. Conclusie

Het doel van dit onderzoek was om te kijken in hoeverre er een samenhang bestaat tussen de mate van kijken naar romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven en de rol die de waargenomen mate van realisme van romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties in dit verband spelen. Om dit te onderzoeken werd een survey afgenomen, waar 110 respondenten aan deelnamen.

Verwacht werd dat er sprake zou zijn van een negatieve samenhang tussen het kijken naar romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven. Dit blijkt ook uit dit onderzoek. Dit verband is echter niet heel sterk. Er blijkt sprake van een zwak significant negatief verband tussen het kijken naar romantische films en de tevredenheid over het eigen liefdesleven. Dit verband zou theoretisch gezien, verklaard worden door het feit dat er een positieve samenhang zou bestaan tussen het kijken naar romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties (Hefner & Wilson, 2013; Shapiro & Kroeger, 1991). Deze geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties zouden namelijk weer negatief samenhangen met de tevredenheid van het eigen liefdesleven (Stackert & Bursik, 2002; Bradbury & Fincham, 1988; Kurdek, 1991; Larson & Holman, 1994). Men zou namelijk verkeerde verwachtingen hebben van de liefde en daardoor ontevreden worden of zijn over het eigen liefdesleven. Van deze verbanden blijkt echter geen sprake te zijn. In dit onderzoek is er geen significant verband gevonden tussen het kijken naar romantische films en de mate van geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties. Daarnaast blijkt er in plaats van een negatief verband tussen de mate van geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie en de waardering van het eigen liefdesleven, juist een matig positief verband te bestaan tussen de mate van geïdealiseerde verwachtingen van een romantische relatie en de waardering van het eigen liefdesleven. Verwacht werd dat de waargenomen mate van realisme het verband tussen het kijken naar romantische films en de geïdealiseerde

verwachtingen van romantische relaties zou versterken (Lippman, Ward & Seabrook, 2014; Segrin & Nabi, 2002). Ook dit bleek in dit onderzoek echter niet het geval. Dit betekent dat het feit dat er een negatieve samenhang bestaat tussen het kijken naar romantische films en de tevredenheid van het eigen liefdesleven, niet verklaard kan worden door de mate van

geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties en de waargenomen mate van realisme. Wel kan het zo zijn dat mood management ten grondslag ligt aan dit verband. Nauwe, romantische relaties blijken namelijk een belangrijke bijdrage te leveren aan het

(19)

is over het eigen liefdesleven en zich daardoor mindergoed voelt, kan het zijn dat die persoon zich wil laten entertainen om zich beter te voelen en bijvoorbeeld meer romantische films gaat kijken (Zillmann, 1988). Ook kan het zo zijn dat andere factoren ten grondslag liggen aan het negatieve verband tussen het kijken van romantische films en de waardering van het eigen liefdesleven. Zo kan het er ook aan liggen welke romantische films men kijkt en welke andere media men gebruikt. Toekomstig onderzoek zou dit moeten uitwijzen. Dit onderzoek kan als basis dienen voor uitgebreider toekomstig onderzoek naar het verband tussen het kijken naar romantische films of het gebruik van andere romantische media en de tevredenheid van het eigen liefdesleven.

Er zijn ook andere discussiepunten aan het onderzoek verbonden. Er blijkt, in tegenstelling tot voorgaand onderzoek, dat een meer geïdealiseerde verwachting van het liefdesleven betekent dat iemand, niet minder, maar juist meer tevreden is met zijn of haar liefdesleven, en

andersom. Dit zou dus kunnen betekenen dat de geïdealiseerde romantische idealen waar men in gelooft worden beantwoord in hun eigen liefdesleven. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat de personen die in een relatie zitten nog niet zo lang bij elkaar zijn en alles nog door een roze bril zien. Dit is vrij aannemelijk aangezien het grootste gedeelte van de respondenten nog vrij jong (twintiger) is. Er zou namelijk vooral sprake zijn van ontevredenheid in een relatie wanneer men op de lange termijn ziet dat de relatie niet overeenkomt met de geïdealiseerde romantische verwachtingen (Hamamci, 2005; Larson, 1988; Sabatelli, 1988) en zaken als ‘liefde overwint alles’ niet zo vanzelfsprekend blijken te zijn. Dit geldt ook voor mensen die net aan het daten zijn. Het kan zijn dat zij er nog heel positief instaan en verwachten dat een nieuwe liefde aan de verwachtingen zal voldoen. In toekomstig onderzoek is het daarom interessant om de respondent te vragen hoe lang iemand al in een relatie zit. Een andere interessante vraag kan zijn, hoeveel relaties iemand al heeft gehad en of iemand ooit eerder getrouwd is geweest. Want wanneer men veel verschillende relaties heeft gehad die stuk liepen, kan het zijn dat zij veel sceptischer zijn tegenover de liefde dan mensen die geen of één relatie hebben gehad.

Daarnaast blijkt er, in tegenstelling tot voorgaand onderzoek (Hefner & Wilson, 2013;

Shapiro & Kroeger, 1991), geen significant verband te zijn tussen het kijken naar romantische films en de geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties. Om de geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties te meten werden in dit onderzoek items gebruikt van de Romantic Belief Scale (Sprecher & Metts, 1989). Deze schaal bevatte echter veel items, waardoor de vragenlijst lang werd met als risico dat men verveeld raakte bij het invullen van

(20)

de vragenlijst. Dit kon invloed hebben op de betrouwbaarheid van het onderzoek. Daarom is ervoor gekozen een aantal items te verwijderen. Het is echter mogelijk dat dit een negatieve invloed heeft gehad op de validiteit van het onderzoek en dat dit verklaart waarom er geen verband is gevonden tussen het kijken naar romantische films en de geïdealiseerde

verwachtingen van romantische relaties.

Ook bleek de verwachting dat de waargenomen mate van realisme het verband tussen het kijken naar romantische films en de geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties versterkt niet significant te zijn. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat er te weinig mensen deelnamen aan het onderzoek en dat er van de mensen die deelnamen, weinig mensen waren die hoog scoorden op de schaal van waargenomen mate van realisme. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat vooral laagopgeleiden hoog scoren op de schaal van waargenomen mate van realisme (Segrin & Nabi, 2002). Er deden echter vooral hoogopgeleide respondenten mee aan het onderzoek.

Andere tekortkomingen van het onderzoek zijn dat het, ondanks de uitleg en de collage, nog redelijk onduidelijk was, wat nu precies verstaan werd onder een romantische film.

Verschillende mensen, voornamelijk mannen, vulden in dat zij nooit naar een romantische film kijken. Het kan zijn dat zij dit invulden omdat zij een verkeerd beeld hebben van wat precies bedoeld wordt met een romantische film. Dit is namelijk een erg breed begrip. Voor toekomstig onderzoek kan het interessant zijn om eerst een inhoudsanalyse uit te voeren. Zo kan ook specifieker gekeken worden welke film nu welke romantische idealen bevat en kan naar aanleiding hiervan gemeten worden of dit overeen komt. Ook kunnen romantische films in verschillende subgenres worden opgedeeld. Een film met veel actie kan namelijk ook een romantische film zijn. Daarnaast zou het kunnen zijn dat mannen het niet stoer vinden om te zeggen dat zij romantische films kijken, maar wellicht kijken zij dit wel, met hun partner mee bijvoorbeeld. Hier is niet genoeg rekening mee gehouden. Hier kan rekening mee worden gehouden bij volgend onderzoek.

Daarnaast is het ook van belang te kijken naar andere romantische media. Misschien kijkt een persoon bijvoorbeeld niet zoveel romantische films, omdat iemand gewoonweg nauwelijks films kijkt, maar kijkt hij of zij wel veel romantische series, waar dezelfde romantische idealen in terugkomen en kan dit dus ook invloed hebben. Een andere tekortkoming is dat er in dit onderzoek niet gemeten is of men het leuk vindt om te kijken naar romantische films. Want als iemand bijvoorbeeld als partner steeds met tegenzin mee kijkt naar een romantische film die zijn of haar geliefde kijkt, komt de boodschap van de film misschien niet heel erg

(21)

en de geïdealiseerde verwachtingen van romantische relaties.

Tot slot is het bij toekomstig onderzoek van belang dat er een groter aantal en meer uiteenlopende respondenten deelnemen. Dit heeft een positieve invloed op de externe

validiteit en hierdoor kan ook beter gekeken worden welke demografische kenmerken invloed hebben op de verschillende variabelen.

(22)

7. Referenties

Bradbury, T. N., & Fincham, F. D. (1988). Individual difference variables inclose

relationships: A contextual model of marriage as an integrative frame-work. Journal of Personality and Social Psychology, 54, 713–721.

Diener, E., Suh, E. M., Lucas, R. E., & Smith, H. L. (1999). Subjective well-being: Three decades of progress. Psychological Bulletin, 125, 276–302. doi:10.1037/0033-2909.125.2.276

Driesmans, K., Vandenbosch, L., Eggermont, S (2016). True love lasts forever: the influence of a popular teenage movie on girls’ romantic beliefs. Journal of Children and Media, 10(3), 304-320

Eidelson, R.J. and Epstein, N. (1982). Cognition and relationship maladjustment:

Development of a measure of dysfunctional relationship beliefs. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 50, 715-720.

Furman, W. (2002). The Emerging Field of Adolescent Romantic Relationships. Current Directions in Psychological Science, 11, 177. doi: 10.1111/1467-8721.00195

Galloway, L., Engstrom, E., & Emmers-Sommer, T. M. (2015). Does movie viewing cultivate young people’s unrealistic expectations about love and marriage? Marriage & Family Review, 51, 687–712. doi:10.1080/01494929.2015.1061629

Gerbner, G., Gross, L., Morgan, M. & Signorielli, N. (1994). Growing up with television. The Cultivation perspective. In Bryant, J. & Zillmann, D. (red.) Media effects. Advances in theory and research. Hillsdale, NJ: Erlbaum, 17-41.

Haferkamp, C. J. (1999). Beliefs about relationships in relation to television viewing, soap opera viewing, and self-monitoring. Current Psychology, 18, 193–204.

doi:10.1007/s12144-999-1028-9

Hamamci, Z. (2005). Dysfunctional Relationship Beliefs in Marital Conflict. Journal of Rational Emotive & Cognitive-Behavior Therapy, 23, 245- 261. doi:10.1007/s10942 005-0013-y

Hefner, V., & Wilson, B. J. (2013). From love at first sight to soul mate: The influence of romantic ideals in popular films on young people's beliefs about relationships. Communication Monographs, 80, 150–175. doi:10.1080/03637751.2013.776697 Hendrick, C., & Hendrick, S. S. (1986) A theory and method of love. Journal of Personality

(23)

Interpretation Using Cultivation Theory. Psychological Reports, 110(1), 35-50 Holmes, B. M. (2007). In search of my “one-and- only”: Romance-related media and beliefs

in romantic relationship destiny. Electronic Journal of Communication, 17(3/4), 1-29. Huston, T. L., Niehuis, S., & Smith, S. (1997). Divergent experiential and behavioral

pathways leading to marital distress and divorce. National Council on Family Relations, Washington, DC.

Kurdek, L. A. (1991). Marital stability and changes in marital quality innewlywed couples: A test of the contextual model. Journal of Social and Personal Relationships, 8, 27–48. Larson, J.H. (1988). The Marriage Quiz: College Students' Beliefs in Selected Myths about

Marriage. Family Relations, 37(1), 3-11.

Larson, J. H., & Holman, T. B. (1994). Premarital predictors of marital qualityand stability. Family Relations, 43, 228–237.

Lippman, J. R., Ward, L. M., & Seabrook, R. C. (2014). Isn’t it romantic? Differential associations between romantic screen media genres and romantic beliefs. Psychology of Popular Media Culture, 3(3), 128-140. Doi: 10.1037/ppm0000034

Neto, F. (2005). The satisfaction with love life scale. Measurement and Evaluation in Counseling and Development, 38, 2–13.

Reizer, A. & Hetsroni, A. (2014). Media Exposure and Romantic Relationship Quality: A Slippery Slope? Psychological Reports, 114(1), 231-249

Rubin, A. M. (1981). An examination of television viewing motivations. Communication Research, 8, 141–165.

Sabatelli, R. (1988). Exploring relationship satisfaction: A social exchange perspective on the interdependence of theory, research, and practice. Family Re-lations, 37, 217–222. Segrin, C., & Nabi, R. L. (2002). Does television viewing cultivate unrealistic expectations

about marriage? Journal of Communication, 52, 247– 263. doi:10.1111/j.1460- 2466.2002.tb02543.x

Shapiro, I., & Kroeger, L. (1991). Is life just a romantic novel? The relationship between attitudes about intimate relationships and the popular media. The American Journal of Family Therapy, 19(3), 226-236

Sharp, E. A., & Ganong, L. H. (2000). Raising awareness about marital expectations: Are unrealistic beliefs changed by integrative teaching?. Family Relations, 49(1), 71-76. Sprecher, S., & Metts, S. (1989). Development of ‘‘romantic beliefs scale’’ and examination

of the effects of gender and gender-role orientation. Journal of Social and Personal Relationship, 6, 387–411.

(24)

Stackert, R.A. & Bursik, K. (2002). Why am I unsatisfied? Adult attachment style, gendered irrational relationship beliefs, and young adult romantic relationship satisfaction. Personality and Individual Differences, 34, 1419–1429. doi: 10.1016/S0191 8869(02)00124-1

Zillmann, D. (1988). Mood management through communication choices. The American Behavioral Scientist, 31(3), 327.

(25)

Bijlagen I. Vragenlijst

Goedendag,

Hartelijk dank dat u deel wilt nemen aan dit onderzoek. Graag wil ik u vragen de antwoorden goed te lezen en alle vragen naar eigen inzicht te beantwoorden. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Alle antwoorden zullen uiteraard volledig anoniem verwerkt worden. U kunt op elk gewenst moment stoppen met de vragenlijst zonder opgave van reden.

Zou u de onderstaande tekst willen lezen en aan willen geven of u hiermee akkoord gaat? Wanneer u hiermee niet akkoord gaat, kunt u niet deelnemen aan het onderzoek.

"Ik verklaar hierbij op voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard en methode van het onderzoek.

Ik ben minimaal 18 jaar oud en stem geheel vrijwillig in met deelname aan dit onderzoek. Ik behoud daarbij het recht deze instemming weer in te trekken zonder dat ik daarvoor een reden hoef op te geven. Ik besef dat ik op elk moment mag stoppen met het onderzoek.

Als mijn onderzoeksresultaten gebruikt worden in wetenschappelijke publicaties, of op een andere manier openbaar worden gemaakt, dan zal dit volledig geanonimiseerd gebeuren.

Als ik meer informatie wil, nu of in de toekomst, dan kan ik me wenden tot Lynn Philippi (lynn.philippi@outlook.com). Voor eventuele klachten over dit onderzoek kan ik me wenden tot de Commissie Ethiek namens ASCoR, per adres: ASCoR secretariaat, Commissie Ethiek, Universiteit van Amsterdam, Nieuwe Achtergracht 166, Amsterdam; 020-525 3680; ascor-secr-fmg@uva.nl."

0 Ik begrijp de bovenstaande tekst en ga akkoord met deelname aan het onderzoek.

Vragenlijst 1) Ik ben een 0 Man 0 Vrouw 2) Wat is uw leeftijd? .. jaar

3) Wat is uw hoogst genoten opleiding? (afgerond of huidig) o Basisonderwijs o VMBO / MAVO o HAVO o HBS o VWO o MBO o HBO o WO/ Universitair

(26)

4) Wat is uw relatiestatus? - Ik ben vrijgezel

- Ik ben aan het daten - Ik heb een relatie

Onderstaande vragen, gaan over romantische films. Met een romantische film, wordt een film bedoeld die een romantisch genre bevat, zoals een romantische komedie of een romantische dramafilm. Deze films bevatten vaak thema’s als ‘liefde op het eerste gezicht’, ‘liefde overwint alles’ en bevatten passie en tragedie. Romantische films staan bekend om een ‘Happy-end’. Voorbeelden van romantische films zijn The Holiday en Titanic, maar ook Mannenharten en Friends With Benefits, vallen in het genre ‘romantische films’ (zie afbeelding).

In onderstaande vragen wordt u eerst gevraagd om een schatting te maken van hoe vaak u gemiddeld per week, per maand en per jaar naar een romantische film kijkt. Wanneer u slechts enkele keren per jaar naar een romantische film kijkt, kunt u bij ‘per maand’ en ‘per week’ het cijfer 0 invullen. Ook als u slechts enkele keren per maand een romantische film kijkt, vult u bij ‘per week’ 0 in.

5. Hoe vaak per week kijkt u een romantische film? .. keer per week

(27)

7. Hoe vaak per jaar kijkt u een romantische film? … keer per jaar

8. Als u schat hoeveel romantische films een gemiddeld persoon per jaar kijkt, in hoeverre wijkt u dan af van dit gemiddelde, denkt u ?

1. Ik denk dat ik veel minder romantische films kijk dan het gemiddelde 2. Ik denk dat ik minder romantische films kijk dan het gemiddelde 3. Ik denk dat ik net zoveel romantische films kijk als het gemiddelde 4. Ik denk dat ik meer romantische films kijk dan het gemiddelde 5. Ik denk dat ik veel meer romantische films kijk dan het gemiddelde

9. Geef bij de volgende stellingen aan in hoeverre u het hiermee eens bent. (1 = totaal mee oneens, 5 = totaal mee eens)

1. Liefdesrelaties in romantische films, komen overeen met de liefdesrelaties in het echte leven.

2. Romantische films laten zien hoe het is om een romantische relatie te hebben

3. Je kunt door het kijken van romantische films, leren over romantische relaties

4. Je kunt door het kijken van romantische films, leren over het liefdesleven in het algemeen

5. De relatie-issues die in romantische films voorkomen, komen ook in het echte leven 6. De problemen waar mensen tegenaan lopen in romantische films, komen ook voor in het echte leven

7. Personages in romantische films komen overeen met mensen in het echte leven

8. Het gedrag dat de personages vertonen in romantische films, komen overeen met het gedrag dat mensen vertonen in het echte leven.

10. De onderstaande vragen gaan over uw eigen liefdesleven. Geef bij de volgende

stellingen aan in hoeverre u het hiermee eens bent. (1 = totaal mee oneens, 5 = totaal mee eens)

1. In de meeste opzichten, komt mijn liefdesleven overeen met mijn beeld van hoe een ideaal liefdesleven eruit moet zien

2. Mijn liefdesleven is in alle opzichten, perfect te noemen 3. Ik ben tevreden met mijn liefdesleven

4. Tot nu toe heb ik de meest belangrijke dingen in mijn liefdesleven behaald. 5. Als ik mijn liefdesleven over kon doen, zou ik het bijna weer hetzelfde doen.

(28)

11. De onderstaande vragen gaan over uw overtuiging met betrekking tot de liefde en romantische relaties. Geef bij de volgende stellingen aan in hoeverre u het hiermee eens bent. (1 = totaal mee oneens, 5 = totaal mee eens)

1. Als ik eenmaal de ware liefde heb gevonden, zou ik daarna nooit meer een gevoel van ‘ware liefde’ kunnen ervaren bij een ander persoon

2. De persoon waarvan ik houd, zal een perfecte romantische partner voor mij zijn. Zo zal hij/zij mij compleet accepteren, begrijpen en liefhebben

3. Als ik van iemand houd, weet ik dat de relatie kan slagen, ongeacht obstakels

4. Als ik mijn ware liefde vind, weet ik dat waarschijnlijk snel nadat we elkaar ontmoet hebben

5. Als ik van iemand houd, zal ik een manier vinden voor ons samen om het te laten slagen, ongeacht fysieke afstand of andere barrières.

6. Er zal één ware liefde voor mij zijn

7. Wanneer ik in een relatie zit die voorbestemd is, zal deze relaties alle obstakels overwinnen

8. Ik kan verliefd worden op het eerste gezicht

9. Ik verwacht dat mijn liefde voor iemand altijd zal blijven voort bestaan; dit kan niet veranderd worden door tijd

10. Ik geloof dat wanneer een ander persoon en ik van elkaar houden, je elk probleem en verschil kunt oplossen

Einde van de vragenlijst

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Niet dat we in elke roman een andere eigen wereld tegenkomen, want iedere echte schrijver creëert maar één eigen wereld en alles wat hij of zij schrijft draagt daaraan bij;

De houding tegenover vluchtelingen door hoger opgeleiden, dan wel positief of negatief, wordt gekoppeld aan het beeld dat de media voor hen schetst.. Er is gekozen voor

In de nieuwe constellatie was kortom de persoonlijke normatieve motivatie dominant en werd deze ondersteund door de economische motivatie (de angst voor meer boetes).. Ook wat

A microgrid is an electric power system consisting of distributed energy resources (DER), which may include control systems, distributed generation (DG) and/or distributed

die Negermoeder gekies wanneer die to ets deur Negertoetsnemers afgeneem is, terwyl di e blanke mo e der meer dikwels gek ies is wanneer die to o ts deur blanke

Die hoofbevindinge wat uit hierdie studie volg, is bespreek deur gebruik te maak van die drie temas waarmee die gekonstrueerde data ontleed is, naamlikdie leierskap

De arbeidsorganisatorische oplossingen van de vier bedrijven verschillen in sterke mate. We zien daarbij zowel nieuwe als oude concepten gebruikt worden. De texturatie-afdeling van

De verwachting is dat ongelijkheid in persoonlijkheid, met het oog op vriendelijkheid, zorgvuldigheid en emotionele stabiliteit, het niveau van team commitment en