Havo-examen Correctievoorschrift
De aarde als natuurlijk systeem
5
1 De botsing tussen twee platen
1. Subductie. 1 punt 2. Convergentie.
1 punt
3. Er is daar vaak een trog, een diepe, smalle kloof in de oceaanbodem. 1 punt
4 Aardbevingen bij x zijn meestal ondiep, aardbevingen bij y zijn veel dieper. 1 punt
5 Continentale plaat.
Dit stuk wordt opzij geduwd door de oceanische plaat. 2 punten
6a Stratovulkanen.
b Bij subductie neemt de wegduikende plaat een deel van het gesteente van de zeebodem mee de diepte in. De druk in de magmahaard stijgt. De magma en het verdampte water willen naar boven, maar worden tegengehouden door het gewicht van de bovenliggende aardkorst. Uiteindelijk komt de vulkaan explosief tot uitbarsten.
Vraag 6a: 1 punt Vraag 6b: 2 punten
2 Op reis naar Paramaribo
7 Zelfs in de droge tijd valt nog behoorlijk veel regen. 1 punt
8 Suriname ligt in de tropen. De lucht wordt verwarmd en stijgt op. Er ontstaat een lagedrukgebied. Op grote hoogte koelt de lucht af en ontstaat er neerslag.
2 punten 9a Boven land.
Het land warmt sneller op dan het water, waardoor de lucht boven land gaat stijgen. b De wind zal daardoor aanlandig worden. Deze wind is vochtig.
Vraag 9a: 2 punten Vraag 9b: 2 punten
10a De wind verandert elk half jaar van richting.
b Doordat de zon naar het noorden opschuift,verplaatst het equatoriaal minimum zich ook naar het noorden. Daardoor kan er boven zee een lagedrukgebied ontstaan, waardoor delen van Suriname tijdelijk een aflandige wind hebben. Vraag 10a: 1 punt
Vraag 10b: 2 punten
11 Een wind die het hele jaar in de richting van de evenaar waait. 1 punt
12 Door de draaiing van de aarde.
Op het noordelijk halfrond krijgt de wind dan een afwijking naar rechts. 2 punten
3 Uit elkaar
13 In het Krijt (135 miljoen jaar geleden). 1 punt
14 De afstand is ongeveer 4400 km. De verplaatsing is 135 miljoen jaar geleden begonnen. Gemiddeld is dat 3,3 cm per jaar.
2 punten
15 Dezelfde ouderdom van gesteenten. Kaarten: De Aarde, geologie.
De Aarde, geologische bouw en gebergtevorming. 2 punten
16 De Amazone stroomde eerst naar het westen. Doordat de Zuid-Amerikaanse plaat steeds verder opschoof naar het westen, ontstond daar een gebergte. De afvoer van de Amazone werd dus geblokkeerd. Tenslotte is de stroom omgekeerd en naar het oosten gegaan.
3 punten
4 De afvoer van de Rijn
17a De rivier gaat langzamer stromen. Sediment dat eerst door het rivierwater werd meegenomen, sedimenteert nu. b Een puinwaaier.
Vraag 17a: 2 punten Vraag 17b: 1 punt 18 Een beschrijvende vraag.
1 punt 19 Bij punt B.
Vanaf dat punt stroomt de Rijn door een enigszins vlak gebied. 2 punten
20 Januari: 2500 kubieke meter per seconde. Oktober: 1550 kubieke meter per seconde. 2 punten
21 Van april t/m augustus. 1 punt
22 In de herfst zal de rivier meer afvoer hebben. In de Alpen valt dan regen en niet (zoals vroeger) sneeuw. Het regenwater moet afgevoerd worden.
2 punten
23 Een vlechtende rivier bij p. Een meanderende rivier bij s. 3 punten
24 In de bochten zie je zowel erosie als sedimentatie. Erosie komt vooral voor in de buitenbocht van de rivier, omdat het water daar snel stroomt.
Sedimentatie vind je aan de binnenbocht. Daar is de stroomsnelheid van het water minder snel. 2 punten
5 De eskimo’s verdrinken
25a De boreale zone. b Toendra en taiga.
Vraag 25a: 1 punt Vraag 25b: 1 punt
26 Als de temperatuur stijgt, zal op veel plaatsen de bevroren ondergrond ontdooien
Als de permafrost ontdooit komen allerlei gassen vrij. Een deel van die gassen is een broeikasgas. Dit bevordert de opwarming van de aarde.
De eerste verklaring: 1 punt De tweede verklaring: 2 punten
27a Het zeewater vormt een onderdeel van de hydrosfeer. Door dit water wordt het eiland langzaam maar zeker afgebroken.
b De stormen rond het eiland zorgen er (samen met het water) voor dat het eiland gaat verdwijnen. 2 punten
28 Voorbeelden:
- Het nieuwe dorp moet hoger boven de zee liggen dan het oude dorp. - Er moeten mogelijkheden zijn om te jagen en te vissen.
- De aanvoer van water en levensmiddelen moet beter (en goedkoper). - De kosten van de verplaatsing moeten door de regering gedragen worden. 2 punten