DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.
TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN.
WEEFSELS EN ORGANEN 1
De afbeeldingen geven twee typen cellen weer.
1 2
Over de herkomst van deze cellen kan gezegd worden dat cel 1 afkomstig is van een cel 2 afkomstig is van een A dier B dier C plant D plant dier plant plant dier 2
De foto geeft een plant weer.
Welk hoofdorgaan van planten komt niet voor bij deze plant?
A het blad B de bloem C de stengel D de wortel STEVIGHEID 3
Vier fasen in de ontwikkeling van de mens zijn:
1 baby; 2 kleuter; 3 tiener; 4 bejaarde.
In welke van deze fasen bevat het geraamte de meeste lijmstof?
A 1 B 2 C 3 D 4
4
De tekening geeft een dwarsdoorsnede van een blad schematisch weer.
1 2 3 4
In welke van de genummerde delen kan er sprake zijn van turgor?
A alleen in 1 en 2 B alleen in 1 en 3 C alleen in 1 , 2 en 3 D 1, 2, 3 en 4 5
Tijdens het sporten raakt Astrid geblesseerd. Na onderzoek blijken het gewrichtskapsel en de kapselbanden in een enkel gescheurd te zijn.
Welke blessure heeft zij waarschijnlijk opgelopen ? A een kneuzing B een ontwrichting C een spierontsteking D een verzwikking STOFWISSELING 6
In de tekening geven de pijlen de richting aan waarin de gassen zich bewegen.
cel cel
CO₂ O₂
Is dit een cel uit een autotroof of uit een heterotroof organisme?
Door welk proces wordt deze gaswisseling veroorzaakt? organisme proces A autotroof B autotroof C heterotroof D heterotroof fotosynthese verbranding fotosynthese verbranding 7
Hoe heet het proces waarbij in de zaden vetten worden gevormd? A assimilatie B verbranding C vertering D uitscheiding 8
Welke soort kiezen hebben herkauwers? Tot welke groep behoren ze?
soort kiezen groep A knobbelkiezen B plooikiezen C knobbelkiezen D plooikiezen herbivoren herbivoren omnivoren omnivoren
9
De tekening geeft het spijsverteringsstelsel van de mens schematisch weer.
1 2 3 4 5 6
In welke organen worden er geen spijsverteringssappen geproduceerd? A alleen in 1 en 2 B alleen in 2 en 6 C alleen in 1, 3 en 4 D alleen in 4, 5 en 6 10
Veel cellen in een blad grenzen niet direct aan huidmondjes.
Transport van gassen tussen die cellen en de huidmondjes vindt dan vooral plaats via A
houtvaten.
B intercellulaire ruimten. C tussenliggende cellen. D zeefvaten.
11
De gaswisseling bij een vlieg vindt plaats in de A huid. B kieuwen. C longen. D tracheeën. TRANSPORT 12
De foto geeft een blad met bladluizen weer.
Deze luizen halen hun voedsel uit de bladeren. Zij zitten daarom vooral aan de onderzijde van bladeren tegen de nerven aan, omdat
A de bastvaten aan de onderzijde van het blad liggen.
B de houtvaten aan de onderzijde van het blad liggen.
C ze daar meer houvast hebben.
D ze daar minder zichtbaar zijn voor hun vijanden.
13
Van een organisme is het volgende bekend:
1 het hart is opgebouwd uit 2 boezems en 1 kamer;
2 het organisme leeft zowel op land als in het water;
3 het organisme behoort tot de gewervelden.
Welk organisme kan dit zijn?
A een kikker B een rode ibis C een slang D een zeehond
14
Welke overeenkomst hebben lymfevaten en aders?
A Beide hebben dikke, stevige en elastische wanden.
B Beide liggen diep in het lichaam. C In beide is de bloeddruk hoog. D In beide zitten kleppen over de ge- hele lengte.
15
Wat gebeurt er bij de grote bloedsomloop ? Bij de grote bloedsomloop
A vindt er opname van zuurstof in het bloed plaats en afgifte van koolstofdioxide aan de lucht.
B worden koolstofdioxide en afvalstoffen aan de cellen van het lichaam afgegeven. C worden koolstofdioxide en andere
afvalstoffen aan de lucht afgegeven. D worden voedingsstoffen en zuurstof aan de cellen van het lichaam afgegeven.
16
Vier bloedvaten bij de mens zijn:
1 de aorta; 2 de holle ader; 3 de longader; 4 de longslagader.
Door een opening in de harttussenwand komt er zuurstofrijk bloed de rechterkamer binnen. In welk bloedvat zal het zuurstofgehalte hierdoor hoger zijn dan normaal?
A in 1 B in 2 C in 3 D in 4 UITSCHEIDING 17
De afbeelding geeft een nier met aansluitende delen weer. 1 2 3 4
De vorming van urine begint in het deel van de nier dat aangegeven is met het cijfer A 1.
B 2. C 3. D 4.
18
Twee leerlingen doen de volgende uitspraken over de darmen:
Cindy zegt: de darmen behoren tot de
uitscheidingsorganen, omdat ze
afvalstoffen uit het bloed verwijderen.
Joshua zegt: de darmen behoren tot de
uitscheidingsorganen, omdat ze ontlasting uitscheiden.
Voor deze uitspraken geldt: A alleen Cindy heeft gelijk. B alleen Joshua heeft gelijk.
C Cindy en Joshua hebben beiden gelijk. D Cindy en Joshua hebben beiden ongelijk.
HORMONEN 19
Welke klier kan beschouwd worden als de centrale hormoonklier?
A de bijnieren
B de eilandjes van Langerhans C de hypofyse
D de schildklier
20
Door een afwijking in één van de hormoon- klieren van Harvey ontstaan bij hem de volgende ziekteverschijnselen:
- veel plassen; - veel drinken;
- uitscheiding van suiker in de urine; - vermoeidheid.
In welke hormoonklier van Harvey komt de afwijking voor?
A de bijnieren
B de eilandjes van Langerhans C de hypofyse
D de teelballen
21
De tekening geeft de ligging van enkele belangrijke hormoonklieren weer.
Welk cijfer geeft een bijnier aan? Welk cijfer geeft een eierstok aan? een bijnier is
aangegeven met het cijfer
een eierstok is aangegeven met het cijfer A 1 B 2 C 3 D 4 3 4 5 6 22
Arwin is 20 jaar en hij heeft nog geen zware stem.
Onderzoekingen hebben uitgewezen dat hij een tekort heeft aan een bepaald hormoon. Welk hormoon kan het zijn?
A adrenaline B glucagon
C schildklierhormoon D testosteron
ZENUWSTELSEL 23
Een functie van het centrale zenuwstelsel is het verwerken van impulsen afkomstig van zintuigen.
In welk deel van het centrale zenuwstelsel gebeurt dit? A grote hersenen B hersenstam C kleine hersenen D ruggemerg 24
De zinnen geven in willekeurige volgorde een situatie aan.
1 Ze trapt plotseling op een spijker. 2 Aivi weet nu dat ze op een spijker heeft getrapt.
3 Aivi loopt op het erf.
4 Ze trekt haar been zonder erbij na te denken op.
Is er hier sprake van een reflex?
In welke volgorde vinden de gebeurtenissen plaats?
reflex volgorde gebeurtenissen A ja B nee C ja D nee 3 – 2 – 1 – 4 3 – 1 – 2 – 4 3 – 1 – 4 – 2 3 – 4 – 2 – 1 25
Raisri plukt kersen van een boom.
Welk (e) type (en) zenuwcellen zijn bij deze handeling betrokken?
A alleen bewegingszenuwcellen en schakelcellen
B alleen bewegings- en gevoelszenuwcellen C alleen gevoelszenuwcellen en schakel- cellen
D bewegingszenuwcellen, gevoels-
26 Wat is niet juist?
De hersenstam geleidt impulsen van A het ruggemerg naar de grote hersenen. B het ruggemerg naar de kleine hersenen. C zenuwen in het hoofd naar de grote hersenen.
D zenuwen in de ledematen naar de kleine hersenen.
ZINTUIGEN 27
Xamira loopt in een donkere straat. Plotseling schijnt het felle licht van een auto in haar ogen. Op dat moment vindt in haar ogen de pupilreflex plaats.
De impulsen die leiden tot deze reflex ontstaan in
A de blinde vlek. B het harde oogvlies. C het netvlies.
D het vaatvlies.
28
Hoe heten de orgaantjes in de huid die vet produceren?
A onderhuidsbindweefsel B talgklieren
C tastknopjes D zweetklieren
29
Bij het proeven van erg hete soep is de oppervlakte van de tong van Jason beschadigd.
Welke smaak kan Jason hierdoor niet goed meer waarnemen met zijn beschadigde tong? A bitter
B zoet C zout D zuur
30
Sommige kinderen worden zonder gehoor-beentjes geboren.
Deze kinderen zijn doof, omdat geluidstril-lingen hierdoor niet kunnen worden
overgebracht naar
A de buis van Eustachius. B de gehoorzenuw.
C het slakkenhuis. D het trommelvlies.
GROEI EN ONTWIKKELING 31
Waar vindt lengtegroei bij houtachtige planten plaats?
A in de jaarringen
B in bastvaten en in houtvaten
C in delingsweefsel van stengel- en worteltop
D in delingsweefsel tussen hout- en bastvaten
32
Welke combinatie van de organismen en de manier van voortplanting is juist?
organismen manier van voortplanting A bacteriën B grassen C mossen D schimmels deling sporen stekken zaden 33
Drie processen die in planten plaatsvinden zijn:
1 specialisatie van cellen; 2 celstrekking;
3 plasmagroei.
Welke van deze processen treden op als zich uit een knop van een plant een nieuwe tak met bladeren ontwikkelt? A alleen 1 en 2 B alleen 2 en 3 C alleen 1 en 3 D 1, 2 en 3 34
De tekening geeft delen van een stengel weer.
1 2 3 4
Welk cijfer geeft de plaats aan waar de meeste celdelingen plaatsvinden?
A 1 B 2 C 3
35
De afbeeldingen geven de handelingen bij het oculeren weer.
knop
onderstam
Een knop van een roos met witte bloemen wordt onder de bast van een onderstam van een roos met rose bloemen geplaatst. Uit de knop groeit een tak met bladeren en nieuwe bloemknoppen.
Welke kleur rozen zullen zich uit de nieuwe bloemknoppen ontwikkelen? A donker rose B licht rose C rose D witte MILIEU 36
In de dikke darm van de mens leven coli-bacteriën die vitamine K voor ons halen uit het voedsel.
Hier is er dus sprake van A commensalisme. B mutualisme. C parasitisme. D saprofitisme.
37
In een natuurpark zoals Brownsberg vormen de abiotische en de biotische milieufactoren een eenheid.
Zo’n gebied noemen we een A ecosysteem.
B levensgemeenschap. C populatie.
TROPISCHE HYGIËNE 38
Welke bewering over de overbrenger van Chikungunya is juist?
A Bij het steken heeft de muskiet haar lijf recht naar boven gericht.
B De muskiet is te herkennen aan zijn zwart-wit gestreepte pootjes en lijf. C De muskiet houdt bij voorkeur van schoon stromend water.
D De muskiet komt vooral voor in het binnenland.
39
Besmetting van de ziekte filaria vindt plaats door
A
de steek van een besmette filaria muskiet. B het eten van onvoldoende gekookt vlees. C het drinken van of baden met besmet water.
D het lopen in water waar de filarialarven vrij rondzwemmen.
40
Welke van de onderstaande seksueel
overdraagbare aandoeningen ( SOA) wordt veroorzaakt door een bacterie?
A aids B candida
C gonorroe (druiper) D herpes genitalis