• No results found

Is er wel een links antwoord? : de nieuwe economische agenda van links (3)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Is er wel een links antwoord? : de nieuwe economische agenda van links (3)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wat de auteurs aan beleid bepleiten ¬ het ver-hogen van de arbeidsproductiviteit van de collec-tieve sector; het opruimen van in feite overbo-dige tegemoetkomingen; burgers zelf meer ver-antwoordelijkheid laten dragen en het invoeren van meer maatwerk bij diverse collectieve rege-lingen ¬, kan net zo goed als ‘rechts’ worden be-titeld. Sterker nog, partijen ter rechterzijde wa-ren daar al voor, zonder dat zij de door de auteurs geschetste toekomstproblemen kenden. Het kar-dinale punt waarom de auteurs dit toch als een linkse thematiek presenteren, ligt in de notie van sociale gelijkheid die ze erbij betrekken. Het ‘rechtse’ beleid wordt noodzakelijk, omdat het de collectieve sector anders aan financiële middelen ontbreekt om voldoende sociale gelijkheid te re-aliseren. In hun bewoordingen: een euro be-lastinggeld zal meer waar moeten bieden. Waar partijen ter rechterzijde de sociale gelijkheid als het erop aankomt het kind van de rekening kun-nen laten worden ¬ zij kunkun-nen desnoods met een minder efficiënte collectieve sector volstaan! ¬, daar is links omwille van de sociale gelijk-heid genoodzaakt alles uit de kast te trekken om elke euro in of door de collectieve sector besteed, z’n optimale effect te laten hebben. Het credo van de eminente PvdA-minister van Financiën H.J. Hofstra uit de sobere jaren vijftig ¬ ‘we vinden collectieve voorzieningen te belangrijk om ons te kunnen veroorloven slordig met de collectieve middelen om te springen’ ¬ wordt in de ko-mende decennia weer verrassend actueel. Meer efficiency in het overheidsbeleid zal bij uitstek een links thema moeten worden. Maar hoe krijgt links cq de PvdA die noodzakelijke efficiencyver-betering gerealiseerd? Niet op de gemakkelijke Het artikel van Jacobs, Kalshoven en Tang is een

forse aanval op het vooruitgangsgeloof van de Nederlandse politiek en zeker van het linkse deel daarvan. Weg is het verhaal dat het de komende jaren voor iedereen beter zal worden als je maar het goede beleid voert. Volgens het economen-trio is goed beleid nog steeds essentieel, maar de komende decennia zal het hoogst haalbare zijn dat de sociale gelijkheid op peil blijft en dat lou-ter de minimaal vereiste collectieve voorzienin-gen kunnen worden aangeboden. Beleid voeren wordt: steeds harder tegen een sterker wordende stroom in roeien. Je mag al blij zijn als je op het-zelfde plekje blijft liggen.

Nu heeft de oud-voorman van de PvdA, Joop den Uyl, ook geroepen dat de goede tijden van weleer niet zullen terugkeren, maar dat state-ment uit de jaren zeventig werd door die andere PvdA-voorman, Wim Kok, vrij hard ontkracht, toen onder Paars zowel een forse uitbreiding van de collectieve sector optrad als een toename van de particuliere inkomens. Maar Paars had wel het geluk van de goede keeper: de conjuncturele opgang kwam precies op het goede moment.

De drie auteurs onderbouwen hun visie dat de economische mogelijkheden in de komende decennia onvoldoende zullen zijn om zowel de collectieve als de particuliere welvaart te laten toenemen met een viertal ‘onbeïnvloedbare’ trends. De argumenten daarvoor zijn uiterst plausibel. Maar hoe schokkend deze boodschap ook is, levert deze boodschap eigenlijk wel een noodzakelijk nieuw beleidsthema voor links op?

s&d 10 / 1 1 | 20 0 3 32

Over de auteur Broer Akkerboom is econoom en

lid redactieraad s&d

De Nieuwe Economische Agenda van Links (3)

Is er wel een links antwoord?

b r o e r a k k e r b o o m

(2)

len laboratoria voor beleidsontwikkeling moeten worden. Ministers moeten niet langer in verle-genheid worden gebracht als de sp laat uitlekken dat ambtenaren al met de ideeënontwikkeling voor een nieuwe wao bezig zijn. Een minister moet zich juist ongemakkelijk gaan voelen als pers en Kamer signaleren dat zijn of haar depar-tement wel heel weinig beleidsalternatieven aan-draagt. Politiek bedrijven moet de functie krijgen van het kiezen uit beschikbare alternatieven.

Hoogwaardige beleidsontwikkeling vereist een open cultuur, de mogelijkheid van een vroeg-tijdig wetenschappelijk debat over de kwaliteit van de op tafel gelegde beleidsmogelijkheden. En ook bij de uitvoering van het beleid is een cul-tuuromslag vereist. Niet langer uitgaan van het waandenkbeeld dat een minister kan overzien of zijn duizenden ambtenaren wel efficiënt en ef-fectief bezig zijn. Nee, een uitvoeringsorganisatie zal voortaan zelfstandig richting publiek, cliën-ten, afnemers en desnoods de Kamer moeten aangeven hoe het probeert tenminste dezelfde ef-ficiency en effectiviteit te behalen als vergelijk-bare instellingen in binnen- en buitenland.

Alleen bij zo’n cultuurverandering is het mijns inziens mogelijk dat links, maar ook an-dere politieke groeperingen, wegkomen uit de zieke, verlammende sfeer dat nieuwe beleidsin-vullingen publicitair bij voorbaat worden uitge-legd als een erkenning van de ondeugdelijkheid van het oude gedachtegoed. Politieke partijen moeten de boer op met de grote lijnen van hun visie zonder dat zij eerst in uitvoerige interne processen tot de juiste blauwdruk zijn gekomen. En burgers moeten overheidsinstellingen weer kunnen zien als organisaties die in hun belang, het algemeen belang, werken en die dus meer dan het exclusieve speeltje van een politieke meerderheid zijn. Uiteraard verschaft zo’n cul-tuurverandering niet de garantie dat de gereali-seerde (beleids)efficiency ook daadwerkelijk in sociale gelijkheid wordt omgezet. Het geeft links cq de PvdA echter wel een goede uitgangspositie om het maatschappelijk debat over de wenselijk-heid van voldoende sociale gelijkwenselijk-heid op geloof-waardige wijze aan te gaan.

manier waarop de PvdA in het voetspoor van klein links nu tegen de door het kabinet voorge-stane bezuinigingen en hervormingen te hoop loopt. Ook een meer constructieve, meer zelfbe-wuste koers van de PvdA waarbij de partij wèl, maar dan onder strikt geformuleerde eigen con-dities, met diverse kabinetsplannen akkoord gaat, is niet de aanpak die automatisch het ge-wenste effect oplevert. Want ook dan worden de keuzen van tempo en vormgeving nog steeds ter rechterzijde gemaakt. Het antwoord dat meer voor de hand ligt, is, zoals de drie auteurs ook suggereren, het door de PvdA opstellen van een zelfstandig versoberings- en saneringsplan. Een aanpak dus waarbij actief de steun van de samen-leving voor een ingrijpend hervormingsplan wordt gezocht.

Maar kan de PvdA zo’n aanpak aan? Ik heb daarover zeer grote twijfels. Ook eerder kwam de PvdA al heel moeilijk tot consistente verhalen. Zelfs mensen als Tinbergen en De Galan, om maar een paar coryfeeën uit het verleden te noe-men, kregen dat in de partij nauwelijks gedaan. Nu lijkt dat nog moeilijker. De wetenschappe-lijke traditie van de partij bestaat bijna niet meer. En de politieke voorlieden van de partij lijken meer op simpele kenmerken als leeftijd, regio, geslacht, etniciteit dan op inhoudelijk inzicht, bestuurlijke kwaliteit en overtuigingskracht ge-selecteerd ¬ overigens iets waarin de partij nau-welijks van andere grote partijen verschilt, maar dat wel funest is als je het maatschappelijk draag-vlak voor een uiterst moeilijke boodschap moet verwerven. Ik denk daarom dat de PvdA een an-dere politiek-strategische aanpak moet overwe-gen wil zij de noodzakelijke efficiencyverbete-ring ten behoeve van de sociale gelijkheid gerea-liseerd krijgen.

Het kenmerk van die aanpak is een ander pri-maat van de politiek en een andere (aan)sturing van overheidsorganisaties. We moeten af van het simpele beeld dat het primaat van de politiek al-leen tot zijn recht komt als in de politieke kring van Kamer en kabinet de beleidsideeën worden geboren en ambtenaren er louter zijn om die ideeën loyaal uit te voeren. Departementen zul-s&d 10 / 1 1 | 20 0 3

33

De Nieuwe Economische Agenda van Links Broer Akkerboom Is er wel een links antwoord? S&D 10 binnenwerk 08-10-2003 13:20 Pagina 33

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door links activistische standpunten in te nemen aangaande buitenlandse politiek kon Nieuw Links zich een duidelijke progressieve identiteit aanmeten en werd de

H3: The absence versus presence of normative cues will moderate the strength of the indirect relationship between the source of the social norm message and perceived (a)

Ik acht het dan ook niet meer dan van- zelfsprekend dat alles in het werk gesteld wordt om private rijkdom beschikbaar te krijgen voor kunst en cultuur.. Niet om bezuinigingen op

De moord op Theo van Gogh is niet het einde maar veeleer het begin van een geweldsspiraal die vooral een internationale dynamiek heeft, maar waarin ook een specifiek

‘Macht heeft de eigenschap om het beoorde- lingsvermogen aan te tasten; mensen en naties die overigens verstandig zijn laten zich begoochelen door grandeur… en de gedachte dat wij

Janrik van Gilse had de leiding van 'De Mil', een gewapende verzetsgroep van communisten die in 1943 opging in de Raad van Verzet. Van Gilse was net als zijn vriend

Juist nadat de Kamer haar tanden liet zien en wangedrag van ministers, ondernemers, de ambtelijke bureaucratie en de Kamer zelf binnenste buiten keerde, werd de Kamer tot

Het scheelde weinig of Nieuw Links had zich in de jaren zestig afgesplitst van de PvdA, en het scheelde misschien ook weinig of er was in de jaren zeventig een partij voor de