• No results found

De Oude Bos over De Jonge Bos en De Oude Pels

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Oude Bos over De Jonge Bos en De Oude Pels"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eigenlijk moet ik heel blij zijn met wat De Oude Pels heeft geschreven over De Jonge Bos. Want plots blijk ik iemand te zijn die heeft nagedacht over politiek, die iets weet over de politieke tra-ditie van de partij die hij leidt, die boeken heeft gelezen en die moeilijke woorden kan gebrui-ken. Bijna noemt De Oude Pels mij zelfs een in-tellectueel! Gelukkig gaat De Oude Pels niet zo ver mij ook nog tot sociaal-liberaal uit te roepen. In tegenstelling tot Paul de Beer is hij daar nog niet van overtuigd. Ik moet er toch niet aan den-ken wat er zou zijn gebeurd als ik in 1989 wat meer citaten van De Kadt zou hebben gebruikt: dan was ik volgens De Oude Pels vast en zeker én intellectueel én sociaal-liberaal geweest!

Maar laat ik vooral, nu al mijn jeugdzonden op tafel liggen, proberen daar nog iets serieus over te zeggen. De Jonge Bos schreef Kiezen Voor Vrijheid in 1989. Ik begreep later dat in de jury de stemmen staakten en baalde er natuurlijk enorm van dat ik het als jong studentje moest afleggen tegen een gepromoveerd socioloog. Maar goed, De Jonge Pels won met een degelijk artikel over Banning. Vervolgens vond de redactie van Socia-lisme en Democratie bij monde van Paul Kalma mijn tekst in de ingezonden vorm ook nog eens een keer niet publicabel maar eerder een outline voor een boek. Beginnend intellectueel als ik nog was (en beginnend sociaal-liberaal for that

mat-ter), begreep ik te laat dat dit eigenlijk een com-pliment was… Het essay verdween in een doos waar ik het pas weer uit op diepte toen ik mij vo-rig jaar begon voor te bereiden op het schrijven van een nieuw beginselprogramma.

De Oude Bos heeft de Jonge Bos dus weer eens gelezen. Meerdere keren zelfs. En ook wat De Oude Pels er over te melden heeft, heb ik goed in me opgenomen. Ik trek drie conclusies:

1. De Oude Bos voelt zich nog steeds goed thuis bij De Jonge Bos.

2. Bos is geen sociaal liberaal, de Jonge niet en de Oude al helemaal niet.

3. Het concept-beginselmanifest sluit, in tegen-stelling tot wat De Oude Pels lijkt te beweren, wel degelijk goed aan bij Kiezen voor Vrijheid. De centrale stelling in Kiezen voor Vrijheid was dat de sociaal-democratie zowel historisch als theoretisch te zien valt als een radicalisering van het liberalisme. In historisch opzicht omdat liberalen klaar leken te zijn met emancipatie nadat ze zelf geëmancipeerd waren: ‘(In de hier geschetste optiek) ving het socialisme namelijk aan waar het liberalisme ophield. Het was im-mers vooral de bezittende middenklasse die zich met succes wist te emanciperen. Toen hun doel echter bereikt was, vormden zij zelf een be-voorrechte groep waartegen het emancipa-tiestreven van ‘nieuwe’ achtergestelde groepen zich richtte (…) Het socialisme kwam op als radi-calisering van het liberalisme, als beweging die de idealen van het liberalisme niet slechts aan ‘liberalen’ wilde doen toekomen (…) Gelijkheid

s&d 5 / 6 | 20 0 4

81

Over de auteur De Oude Bos is Wouter Bos,

PvdA-frac-tievoorzitter, de Jonge Bos is Wouter Bos, auteur van het essay ‘Kiezen voor Vrijheid’ (1989)

Kiezen voor vrijheid? (3)

De Oude Bos over De Jonge

Bos en De Oude Pels

(2)

s&d 5 / 6 | 20 0 4 82

Kiezen voor vrijheid? Wouter Bos De Oude Bos over de Jonge Bos en de Oude Pels

werd (dus) de leuze; vrijheid bleef het ideaal.’ De theoretische radicalisering vond plaats door het introduceren van gemeenschapscon-cepten en verdelingsvragen; beide komen voort uit de gedachte dat het betrekkelijk zinloos is om over ‘vrijheid’ of over ‘de vrijheid’ te spreken zon-der duidelijk te maken over wiens vrijheid het ei-genlijk gaat. Heel nieuwe vragen komen dan op. De vrijheid van de één gaat immers ten koste van de vrijheid van de ander. De verdeling van schaarse middelen heeft immers grote invloed op wie wel vrij kan zijn en wie niet. Wie vrijheid ziet als een recht, gaat op een heel andere manier te werk dan wie vrijheid ziet als een verdienste. Mijn conclusie was dat de terechte aandacht die socialisten schenken aan deze gemeenschaps- en verdelingsvragen te vaak leken te verdringen waar het ons echt om ging en gaat: vrijheid, emancipatie en de mogelijkheid de eigen toe-komst zoveel mogelijk vorm te geven. De manier waarop we omgaan met verdelingsvraagstukken en gemeenschapsconcepten onderscheidt ons van liberalen, christen-democraten en conserva-tieven. Gelijkheid, gelijke kansen en gelijk-waardigheid zijn om die reden herkenbare en onderscheidende beginselen geworden voor de Partij van de Arbeid. Maar historisch en theore-tisch altijd in dienst van de vrijheid. En dat dra-gen we te weinig uit. Dat vond ik in 1989 toen ik Kiezen Voor Vrijheid schreef. Dat vond ik in juni 2003 toen ik bij het Politiek Forum in Arnhem er-voor pleitte dat gelijkheid als leidend beginsel een stapje terug zou moeten doen ten faveure van participatie. Dat vind ik nog steeds.

Volgens Paul de Beer maakt dat mij tot een so-ciaal-liberaal. Dat zou dan overigens a fortiori moeten gelden voor Jan Pronk, Lolle Nauta en Bart Tromp, die ik in Kiezen Voor Vrijheid op ver-schillende plekken instemmend aanhaal…! Paul de Beer schrijft in zijn inleiding in dit nummer hierover het volgende: ‘Zoals de titel al aangeeft, stelde de jonge politicoloog zich onomwonden op het standpunt dat voor sociaal-democraten het vrijheidsbeginsel van een hogere orde is dan het gelijkheidsstreven. Zonder deze term ¬die toen nog niet in zwang was- te gebruiken, koos

hij daarmee voor een sociaal-liberale koers van de sociaal-democratie.’

Om allerlei redenen een merkwaardige con-clusie. Mijn essay was bovenal een aanzet tot een historische en theoretische analyse van de ver-houding tussen vrijheid en gelijkheid, meer dan een keuze voor een koers. Maar dan nog, is het enkele feit dat het vrijheidsbeginsel van een ho-gere orde wordt gezien dan het gelijkheidsstre-ven, al doorslaggevend voor een sociaal-liberale koers? Mijn stelling was nu juist dat deze rang-orde historisch en theoretisch in de sociaal-de-mocratie ingebakken zit. Mijn verwijt in 1989 aan intellectuelen in eigen kring was dat we het onze critici vaak wel heel makkelijk maken door zelf voluit mee te werken aan het beeld dat ge-lijkheid voor ons belangrijker zou zijn dan vrij-heid terwijl een zorgvuldige analyse al snel laat zien dat de werkelijke discussies gaan over de af-weging van de vrijheid van de één ten opzichte van de vrijheid van de ander of over de vraag hoe-veel ‘ongelijke vrijheid’ wij in een samenleving acceptabel vinden. Maar beide discussies ver-trekken vanuit het primaat van de vrijheid. De implicatie van de definitie van Paul de Beer is volgens mij dat alle democraten sociaal-liberaal zijn en daarmee verliest de definitie wel heel veel zeggingskracht..

De discussie tussen De Beer en De Oude Pels over hoe sociaal-liberaal Bos en de PvdA zijn dan wel moeten zijn, is vermakelijk maar laat ook zien hoe gemakzuchtig en conservatief de intel-lectuele kritiek op koers en programma van poli-tieke partijen vaak is. Het lijkt er vooral om te gaan om een etiketje te kunnen plakken, alsof je daarmee iets verklaard hebt. Er moet een etiket op, het beestje moet een naampje hebben. Maar wat weten we eigenlijk als dat etiket eenmaal ge-plakt is? Is opeens duidelijk wat van Bos en de PvdA te verwachten valt als we weten dat ze soci-aal libersoci-aal zijn? Of als ze dat niet zijn? Ik geloof er helemaal niets van en als het wel zo is zegt dat meer over de verwachtingen van de plakker dan de intenties van de beplakte. Deze vorm van in-tellectueel discours is niet alleen oppervlakkig maar ook conservatief. Immers, het is een

(3)

conti-s&d 5 / 6 | 20 0 4

83

Kiezen voor vrijheid? Wouter Bos De Oude Bos over de Jonge Bos en de Oude Pels

nue poging partijen en politici in een bestaand hokje te persen, ook als ze ¬ al of niet geslaagd ¬ proberen vernieuwend bezig te zijn. Om in de beeldspraak te blijven: de etiketten zijn voorge-drukt.

Het debat is dan ook van nostalgie doortrok-ken. We hebben sociaal-liberaal en we hebben klassiek-socialistisch; in één van beide hokjes moet je passen. Dat de wereld zodanig is veran-derd dat niet alleen instrumenten (moeten) ver-anderen maar ook onze ambities ter discussie zijn komen te staan, lijkt geen reden om de oude begrippenkaders op te geven. Dat nieuwe vraag-stukken zijn opgekomen (denk bijvoorbeeld aan globalisering, falende integratie of de verande-rende positie van de middenklasse) waar oude benaderingen weinig over te melden hebben, het lijkt er evenmin toe te doen.

Wie het tot zijn opdracht rekent de sociaal-de-mocratie in dit opzicht te moderniseren en een antwoord te laten geven op hedendaagse vraag-stukken, zal lang niet altijd wat kunnen met zo’n vertrouwde tegenstelling als die tussen sociaal-liberaal en klassiek-socialistisch. Met als resul-taat een oordeel á la De Oude Pels: er wordt niet gekozen, er is sprake van ‘pragmatische voor-zichtigheid’ of van ‘ideologische bleekheid’.

Ik vind dat een in essentie conservatieve kri-tiek en ook teleurstellend omdat ik juist in het intellectueel discours een zekere waardering ver-wacht voor eclectisch denken, voor zoeken naar nuance en evenwicht, voor het uitproberen van nieuwe vormen en gedachten. Dat verhoudt zich slecht tot al die voorgedrukte etiketten. Die ver-schralen dan al snel tot intellectuele one-liners: ze suggereren veel maar verklaren steeds minder.

Ik heb zelf het begrip sociaal-liberaal altijd be-wust gemeden. Ik had al geen zin om me te tooien met veren die d66 al geclaimd heeft, en ik heb er nog steeds geen zin in. Los daarvan, lijkt mij het probleem van het sociaal liberalisme dat het in de praktijk vaak noch sociaal noch liberaal is. Was dat ook niet het probleem van het sociaal liberale Paars?

Mijn stelling is een andere, en ik chargeer be-wust. Wie een sociaal-liberale boodschap voor

ie-dereen heeft, loopt het risico onvoldoende soci-aal te zijn voor de ene helft van de bevolking en onvoldoende liberaal voor de andere helft. Om die reden kies ik er voor onze sociale én onze li-berale ambities te radicaliseren. Meer steun en bescherming voor mensen die op ons rekenen; meer ruimte voor mensen die met hun talent en initiatief veel voor zichzelf en anderen kunnen betekenen. Dat was de gedachte achter de uit-spraak die Pels uit het Parool citeert. Dat heeft weinig te maken met pragmatische voorzichtig-heid en nog minder met ‘niet willen kiezen’. En, voor wie dan toch op zoek is naar een etiket, en op het gevaar af door De Oude Pels alsnog intel-lectueel gevonden te worden: het heeft wat mij betreft heel veel te maken met wat Isaiah Berlin ooit omschreef als ‘positieve vrijheid’.

het beginselmanifest

De Oude Pels ziet een voorzichtig sociaal-liberale Jonge Bos en vindt daarvan te weinig terug bij wat De Oude Bos in het recente concept-mani-fest Beginselen samen met de andere leden van de beginselencommissie heeft opgeschreven. Ik zie dat anders. Een paar voorbeelden. In Kiezen Voor Vrijheid schrijft De Jonge Bos: ‘Socialisten en liberalen onderscheiden zich zoals gezegd niet zozeer ten opzichte van elkaar in de waardering van vrijheid: de wegen lopen echter uiteen als de vraag aan de orde komt naar de verdeling van vrijheid.

Op dit punt blijken socialisten, in tegenstel-ling tot liberalen, vrijheid eerder als een recht dan als een verdienste te zien; die overtuiging impliceert vervolgens een zekere rol voor het lijkheidsbeginsel.’ En ‘Anderzijds vraagt het ge-lijkwaardigheidsbeginsel van de overheid op ma-terieel gebied een actieve houding: de vrijheid om er een eigen “concept of the good life” op na te houden stelt immers niets voor als burgers, ten gevolge van verschillen in kennis, inkomen en macht, niet de middelen hebben zich ook in die richting te ontwikkelen.‘

De Oude Bos schrijft samen met De Jonge Koole in het concept-manifest Beginselen: ‘Wij geven

(4)

s&d 5 / 6 | 20 0 4 84

Kiezen voor vrijheid? Wouter Bos De Oude Bos over de Jonge Bos en de Oude Pels

vooruitgang, emancipatie, vrijheid en gelijke kan-sen niet alleen vorm, maar ook inhoud. De soci-aal-democratie onderscheidt zich daarin van het (neo-)liberalisme. Naast het recht om vrij te zijn zetten wij voor iedereen de kans om iets van die vrijheid te maken. Wij pleiten dan ook voor her-verdeling van kansen en middelen om gelijkere uitgangsposities te scheppen en voor solidariteit om iedereen een fatsoenlijk bestaan te geven.’

Of deze uit Kiezen Voor Vrijheid: ‘Alleen met een aan gemeenschap en verantwoordelijkheidsbe-sef appellerende waarde als solidariteit valt te voorkomen dat individualisering leidt tot desin-tegratie en atomisering.’ Vergelijk dat met het concept-manifest: ‘Samenleven vraagt een in-spanning van iedereen(…) Ook een moderne maatschappij met steeds meer zelfredzame en geëmancipeerde burgers heeft gedeelde oriënta-ties nodig(…)Meer samenhang vraagt om min-der ongelijkheid. Onoverbrugbare verschillen in status, macht en inkomen zijn onacceptabel. Daarom bestrijden wij armoede, uitsluiting en achterstand en zijn wij voor “eerlijk delen” en “sterkste schouders, zwaarste lasten” in tijden van voor- en tegenspoed.’

Ik wil maar zeggen: ik was prettig getroffen door mijn eigen consistentie en zie dus in tegen-stelling tot wat De Oude Pels in zijn artikel po-neert, wel degelijk in het door hem bekritiseerde concept-manifest Beginselen elementen terug die in het door hem geprezen Kiezen Voor Vrijheid al aanwezig waren, inclusief het pleidooi voor her-verdeling van kansen en middelen teneinde de vrijheid van velen te bevorderen. Over die herver-deling tenslotte nog een paar opmerkingen.

In dit nummer bepleit De Oude Pels een scherpere keuze voor de individualistische tradi-tie in de PvdA: ‘Kiezen voor vrijheid (voor allen): het is inderdaad hoog tijd om dat eens wat radi-caler te gaan doen.’ Maar wiens vrijheid is ‘vrij-heid voor allen’? Ik ben bang dat dit een formule-ring is die alle vragen open laat. De Oude Pels voelt dat denk ik zelf ook aan als hij in een recent artikel in De Volkskrant terug grijpt op de for-mulering uit 1977: ‘Het democratisch socialisme stelt zich een zodanige herverdeling van kennis,

arbeid, inkomen en macht ten doel dat alle men-sen in staat zijn zich zelfstandig te ontwikkelen en in vrijheid te ontplooien.’

Dat is en blijft een mooie zin. Maar hij voldoet niet en hij is dus ook niet in het concept-manifest terecht gekomen. Allereerst, en ik meen dat Schuyt daar al eens op gewezen heeft, hoort ken-nis eigenlijk niet in dit rijtje thuis. Kenken-nis is im-mers vooral een middel dat ingezet moet worden om de beoogde spreiding van arbeid, inkomen en macht te bewerkstelligen. Daarnaast zegt herver-delen heel weinig. Het kan zelfs betekenen dat verschillen vergroot moeten worden, maar wordt dat ook bedoeld? Dan vind ik de formulering uit het concept-manifest Beginselen waarin verwe-zen wordt naar herverdeling teneinde ‘gelijkere uitgangsposities’ te verwerven, duidelijker.

Tenslotte lijkt deze zin te suggereren dat her-verdeling alleen maar verdedigd kan worden vanuit de mate waarin het bijdraagt aan emanci-patie en vrijheid; en dan nog wel voor alle men-sen. Die laatste toevoeging is een typisch sociaal liberaal gruwel. Weer wordt verdoezeld dat her-verdeling vaak bewust beoogt de vrijheid van de één te vergroten ten koste van de vrijheid van de ander; het verzwijgen van dat conflict is typisch liberaal, het benoemen en onderkennen typisch sociaal democratisch.

En zijn er trouwens ook niet nog heel andere motieven dan vrijheid en emancipatie om voor herverdeling te pleiten? Laat ik er één noemen. In ons concept-manifest noemen wij heel be-wust en expliciet het bevorderen en behoud van samenhang in de maatschappij. Te grote schillen in status, inkomen en macht, vooral ver-schillen die niet overbrugbaar zijn en zich steeds weer reproduceren, verminderen de onderlinge betrokkenheid, de wil om zich voor elkaar in te spannen, het gevoel dat we een geza-menlijke toekomst hebben. Als de populistische revolutie van 2002 ons inhoudelijk iets geleerd zou moeten hebben, dan is het wel hoe kwets-baar en labiel een samenleving kan zijn die dit soort samenhang kwijt raakt. Op dit punt had ik juist van Fortuyn-kenner Pels meer begrip ver-wacht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We willen binnen onze dienstverlening inzetten op twee sporen, digitaal waar het kan, menselijk waar wenselijk, zoals vastgelegd in de notitie Nieuw Tij.. De notitie is gericht op

Lovinklaan Oude Prinsweg.

Karel de Grootelaan Merelhof.

De licentiehouders kunnen alleen vanop een door het Agentschap voor Natuur en Bos geplaatste hoogzit de jacht uitoefenen. De licentiehouder mag zijn sector niet verdelen in loten

Nu weet je al heel wat meer over het broeikaseffect en hoe bomen ons helpen in de strijd tegen de opwarming van de aarde.. Tijd voor

Een leestekst met opdrachten (voor leerlingen) en met oplossingen (voor leerkrachten) over de rol van bomen in de klimaatopwarming, vind je als bijlage bij opdracht

Gemeente Tilburg en Van Helvoirt Groenprojecten gaven in samenwerking met Joosten Kunststoffen, Greenmax en Den Ouden Groenrecycling een.. demomiddag in Tilburg, om de markt

Weliswaar worden de begrippen boomgaard en bos niet in het plan- voorschrift uitgelegd, maar de rechter kijkt, net als de gemeente, naar de betekenis ervan in het normale