• No results found

Over oude mannen en jonge vrouwen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Over oude mannen en jonge vrouwen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Over oude mannen en jonge vrouwen

23 February 2005

Leeftijd is een belangrijke factor op de arbeidsmarkt. De aandacht voor het komende en langverwachte debat over het einde van de loopbaan maakt dat duidelijk. Gegevens van het Datawarehouse Arbeidsmarkt laten toe om zeer gedetailleerd de factor leeftijd te analyseren met betrekking tot arbeidsdeelname. Zo kunnen we bijvoorbeeld per eenjarige leeftijdscategorie het aandeel werkenden in de bevolking (de werkzaamheidsgraad) berekenen. Dat levert ons een gedetailleerder beeld op van de uittrede uit de arbeidsmarkt dan voorheen.

Wanneer we de werkzaamheidsgraad bekijken per leeftijd, komen duidelijke verschillen naar voor tussen mannen en vrouwen. Richten we eerst onze aandacht op de vrouwen. Opvallend is dat het hoogste niveau van werkzaamheid bereikt wordt op de leeftijd van 26 jaar. In alle oudere leeftijdscategorieën ligt de werkzaamheidsgraad lager, tot 40 jaar slechts een beetje lager, maar op hogere leeftijd duikelt het aandeel werkenden de dieperik in. Verschillende factoren beïnvloeden dit patroon. Belangrijk is het cohorte-effect: pas eind jaren zestig kwam de toetrede van vrouwen op de arbeidsmarkt op gang, zodat de oudere cohorten vrouwen vandaag nog steeds een lage werkzaamheid kennen.

We zien sinds die tijd dat jonge vrouwen meer participeren dan de voorgaande generatie. Bij de jongere leeftijdsgroepen speelt dit effect nu ook nog, maar het neemt stelselmatig af. Tot slot begint de definitieve uittrede van vrouwen vanaf de leeftijd van 45 jaar, wat vroeger is dan bij de mannen.

De werkzaamheid bij mannen blijft op een hoog niveau tot 50 jaar en begint dan geleidelijk te dalen. Na de leeftijd van 55 jaar zien we enkele sleutelmomenten waarop de werkzaamheid met een forse klap daalt: een eerste kleine klap bij het bereiken van de leeftijd van 58 jaar,

vervolgens een mokerslag bij het bereiken van het 60e levensjaar, gevolgd door een kleine naschok op 61 jaar. Vooral de grote val tussen 59 en 60 jaar spreekt boekdelen: op 59-jarige leeftijd werken nog vijf op tien mannen, op 60-jarige leeftijd slechts drie op tien. Deze sleutelmomenten geven duidelijk weer dat het uittredepatroon bij de mannen sterk wordt bepaald door de mogelijkheden die de wetgever geeft om vroeger dan de officiële pensioenleeftijd¹ de arbeidsmarkt te verlaten. De klap op 58-jarige leeftijd vindt zijn oorsprong voor een belangrijk deel bij het brugpensioen en de daling op 60-jarige leeftijd is een gevolg van de mogelijkheid om op rustpensioen te gaan vanaf 60 jaar.² Vanaf 61 jaar verloopt de uittrede minder massaal: van degenen die op 61 jaar nog werken, blijft de meerderheid werkzaam tot de officiële

rustpensioenleeftijd van 65 jaar.

¹ Momenteel 65 jaar voor mannen en 63 jaar voor vrouwen.

² Vanaf 60 jaar kan je op rustpensioen indien je een loopbaan hebt van minimum 35 jaren.

© Steunpunt WSE - Parkstraat 45 bus 5303 - 3000 Leuven

T: +32 (0)16 32 32 39 | F: +32 (0)16 32 32 40 | steunpuntwse@econ.kuleuven.be Creatie: Kunstmaan - Smartlounge

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

It com- plements the Strategic Plan for HIV, AIDS and STIs 2000-2005 (NDoH 2000), and, in particular, elaborates on the treatment, care and support of people living with

De volgende facto- ren zijn bepalend bij deze berekening: de bezettingsgraad van de voor- en achterzitplaatsen; het risico dood of ernstig gewond te raken van

Stel u voor dat u langs uw tijdlijn aan het scrollen bent en onderstaand bericht tegenkomt. Bekijk dit bericht aandachtig. Nadat u dit bericht bekeken heeft kunt u op de knop

P67ss soorten van pioniervegetaties op droog matig voedselrijk stenig substraat P68 soorten van pioniervegetaties op droge zeer voedselrijke bodem zG20 soorten van gesloten

Door deze wijziging is het voor bepaalde bedrijven aantrekkelijker ge- worden om voor de ondernemersregeling te opteren in plaats van voor de landbouwregeling.. Deze

De beschikbare hoeveelheid Nmin kan om een aantal redenen te hoog zijn, namelijk (1) de voorraad Nmin in de bodem is te groot, (2) de mineralisatie uit bodemorga- nische stof

Om te grote afwijkingen bij de voorspelling van de afbraak van diverse organische materialen te voorkomen, wordt voorgesteld om voorlopig te werken met gemiddelde waarden van

De organische stof aanvoer was zodanig dat met de oude rekenre- gel van 2% afbraak het organische stofgehalte in de bodem zou worden gehandhaafd. De gemeten waarden in de bodem