• No results found

VWO antw proefex H3 MV

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VWO antw proefex H3 MV"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Proefexamen De aarde als natuurlijk

systeem

Opgave 1

1 A Op de tekening van bron 1 zie je het proces van sea-floorspreading. B Op de tekening herken je een voorbeeld van ridge push.

C Het ontstaan van de vulkanen in zee komt doordat de ene oceanische plaat onder de andere oceanische plaat duikt. 2 De volgende onderdelen kunnen benoemd worden.

- Japan ligt bij een subductiezone. De Pacifische plaat duikt er onder de Filipijnse plaat en de Euraziatische plaat. - Kenmerkend voor deze subductiezone is het ontstaan van een vulkanische eilandenboog. Andere kenmerken zijn het ontstaan van een diepzeetrog en de volgende endogene verschijnselen: aardbevingen, vulkanisme en tsunami’s. Door de verschuiving van de aardplaten bouwen zich op meerdere plaatsen spanningen in de aardkorst op, die zich van tijd tot tijd met een plotselinge schok of vulkaanuitbarsting ontladen.

- De hypocentra van de aardbevingen liggen deels op geringe diepte en deels op grote diepte. Dat laatste verklaart het voorkomen van zware aardbevingen, met een magnitude van 6 of meer op de schaal van Richter.

3 De volgende kaarten tonen aan dat Japan aan hazard management doet ( De Grote Bosatlas editie 52): 140F: deze kaart toont aan welke investeringen Japan doet nadat de ramp heeft plaatsgevonden.

140G: deze kaart toont aan welke maatregelen er worden genomen om de gevolgen van natuurgeweld te verminderen. (NB: Voor alle kaarten geldt dat er systematisch onderzoek is gedaan, met het doel meer kennis over natuurgeweld te krijgen.)

4 Tsunami’s ontstaan door aardbevingen op de oceaanbodem, een zogenaamde zeebeving. Op kaart 140B is te zien dat vele epicentra van (zware) aardbevingen zich op de oceaanbodem bevinden.

Een zeebeving tilt het water boven het epicentrum op. Er ontstaat een golfbeweging die zich naar alle kanten verspreidt. Bij de kust van Japan aangekomen zet de horizontale energie zich om in verticale energie, wat tot gevolg heeft dat de golfhoogte toeneemt. Op de kaart zie je dat vooral de Japanse oostkust risico loopt, omdat aan de oostkant van Japan zich de meeste van deze zeebevingen voordoen.

Opgave 2

5 De noordelijke landen op de kaart (waaronder Spanje en Turkije) hebben een andere classificatie gekregen dan de zuidelijke landen (waaronder Libië en Egypte). Uit de legenda blijkt dat de intensiteit in de zuidelijke landen veel hoger is dan in de noordelijke landen.

6 I: woestijnbegroeiing II: grasland

III: bos

7 Kenmerkend voor het Cs-klimaat is de afwisseling tussen droge en natte periodes. De neerslag valt bovendien vaak in de vorm van stortbuien. De stortbuien zijn van grote invloed op de mate van bodemerosie in het Middellandse Zeegebied.

8 De kuststrook is smal en vlak. Verder in het binnenland is er veel meer reliëf. In de winterperiode waaien er vooral westenwinden. Deze winden voeren veel vochtige lucht van de Atlantische Oceaan mee. Bovendien zijn het vaak depressies: gebieden met lage luchtdruk. Deze depressies worden tegen het reliëf opgestuwd en veroorzaken hevige stuwingsregens. Deze regens, die dus voornamelijk in de bovenloop van rivieren vallen, veroorzaken van tijd tot tijd overstromingen. Deze overstromingen treden plotseling op, men noemt ze flashfloods.

(2)

Opgave 3

9 Die zee heet Thetyszee. 10 de Jura

11 1 = spreidingszone 2 = subductiezone 3 = transforme breuk

12 Een van de kenmerken van een subductiezone is het voorkomen van diepe aardbevingen. In bron 5 zie je de hypocentra van aardbevingen. Het gaat dus om de ligging van de aardbevingshaard, daar waar een aardbeving begint. In bron 5 zie je het voorkomen van diepe aardbevingen (ligging vanaf 65 km en dieper).

13 Aardplaten bewegen op de convectiestroom in de mantel. De mantel is de bovenste laag van de asthenosfeer . De zwaardere oceanische plaat duikt onder de continentale plaat. De beweging van de platen wordt bij een subductiezone versterkt door de trekkracht of slab pull van de wegduikende plaat.

14 Bij een subductiezone vind je stratovulkanen. Deze vulkanen kennen explosieve erupties als gevolg van de opbouw van de spanning bij het wegduiken van de aardplaat. De druk in de magmahaard moet hoger zijn dan de tegendruk van het bovenliggend gesteente, wil er een vulkaanuitbarsting volgen. De druk is dan ook altijd erg hoog en de eruptie is explosief.

Opgave 4 15 Rivier de Nijl.

Benedenloop van de rivier. De benedenloop is dat deel van de rivier in de buurt van de monding, waar de stroomsnelheid is afgenomen. Je ziet op het beeld de delta van de rivier.

Een delta ligt in de monding van de rivier en wordt opgebouwd in zee als gevolg van sedimentatie. Erosie en verwering komen minder voor.

16 De bovenloop van de Nijl ligt in Ethiopië, op een hoogte van zo’n 4000 meter (Blauwe Nijl) en het Victoriameer (Witte Nijl) op ruim 1100 meter.

In de bovenloop van de Witte Nijl vind je tropische klimaten.

In de bovenloop van de Blauwe Nijl vind je een zeeklimaat (China-klimaat, Cw-klimaat). Er is ook hooggebergtevegetatie, wat duidt op plaatselijk voorkomen van hooggebergteklimaat. Gezien de ligging op lage breedte, zullen de temperaturen niet (lang) erg laag zijn.

Je ziet mechanische verwering. De steen valt uiteen, terwijl de samenstelling gelijk blijft. Deze verwering komt door:

- vorstverwering: komt niet voor in de bovenloop van de Witte Nijl. Kan in de bovenloop van de Blauwe Nijl voorkomen. - instraling van de zon: kan in beide bovenlopen voorkomen.

- ontstaan van zoutkristallen: zal niet voorkomen in de bovenloop van de Witte Nijl. Kan voorkomen tijdens de droge winter in de bovenloop van de Blauwe Nijl.

- plantenwortels: kan in beide bovenlopen voorkomen.

17 Je ziet een voorbeeld van een vlechtend riviertype (wadi). Dit riviertype is kenmerkend voor de (semi)aride zone. 18 Overzichtskaart Afrika (De Grote Bosatlas editie 52, kaart 146).

Dit riviertype komt voor in het stroomgebied van de Nijl. Een wadi is afgebeeld met een blauwe stippellijn. Als de Nijl door de aride zone van de Sahara stroomt, zie je op meerdere plaatsen een wadi aangegeven (bijvoorbeeld: Malik – Atbara – Bahr el Ghazal).

(3)

Opgave 5

19 De Sahara kent een woestijnklimaat, omdat het ligt in een zone met dalende lucht. Deze dalende lucht veroorzaakt een hogedrukgebied en daarmee droogte.

Verder ligt het gebied in de zone met een noordoostpassaat. Dit is overwegend een aflandige wind, zodat er geen invloed is van de Atlantische Oceaan.

20 Antwoord A. Motivatie:

De plaats ligt op lage breedte. Plaatsen op lage breedte ontvangen meer zonne-energie dan plaatsen op hoge breedte. Dit komt door de rechte hoek waarmee de stralen op het aardoppervlak vallen en de kortere weg die de stralen door de atmosfeer afleggen. Dus alle plaatsen op 50° vallen af.

Op 21 december staat de zon loodrecht boven de steenbokskeerkring op 23,5° ZB. Dus alle plaatsen op het noordelijk halfrond vallen af.

OL is een plaats op land. WL is een plaats op de Atlantische Oceaan. Gebieden boven land worden sneller warm dan gebieden boven zee. Dit komt doordat een veel dikkere laag water wordt verwarmd dan land, als gevolg van het feit dat de stralen dieper het water in schijnen en doordat golven de warmte mengen.

Opgave 6

21 de koolstofkringloop

22 De opslag vindt plaats in de kalkskeletten van schelpdieren en koraalriffen.

23 Als de opname van CO2 door zeewater verstoord zou raken, dan blijft er meer CO2 in de atmosfeer. De toename van het CO2-gehalte in de atmosfeer versterkt het broeikaseffect en daarmee de klimaatverandering: hogere temperaturen, grotere pieken en dalen in de neerslag en toename van het aantal stormen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De super- ordes zijn volgens de moleculaire data al op 100 miljoen. jaar te onderscheiden, de meeste recente

De waarnemer zal punt T echter niet zien omdat de brekingsindex bij de overgang van koele lucht naar warme lucht slechts iets kleiner is dan 1,000. In figuur 6 is het oog van

Die dalende trend in de populatie zal niet alleen gevolgen hebben gehad voor de visserij, maar zal ook de schieraal- uittrek steeds verder hebben doen afnemen.. De

Voor de vroege teelt van tuinbonen bestemd voor de verse markt wordt half januari - be- gin februari gezaaid op een zaaibed onder plat glas.. Het is raadzaam het plat glas tijdig

• September 2012 opening on the Energy Academy Europe • October 2012 Start First Projects. • October 2012 engineering

In alle richtlijnen werd systematisch literatuuronderzoek verricht naar het effect van OSA-behandeling op aan diabetes gerelateerde uitkomsten, maar geen van de richtlijnen doet

Zijn er mensen uit uw directe omgeving die baat kunnen hebben bij een bepaalde uitkomst van het advies.. Denk bijvoorbeeld aan eerstegraads familieleden, partner, vrienden en

Even though the bifurcation diagrams for Contrarians and Trend followers obtained by Brock and Hommes do not look very similar to those obtained in this paper, they do contain the