• No results found

20031022_4.pdf

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "20031022_4.pdf"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Sociaal jaarverslag

Algemeen

In 2002 is de in voorgaande jaren ingeslagen weg vervolgd om het perso-neelsbeleid verder toe te snijden op de specifieke kenmerken van de On-derzoekorganisatie knaw. Daarbij is niet zozeer ingezet op de introductie van nieuwe instrumenten en middelen, maar op het invoeren en uitwer-ken van reeds genomen initiatieven. Voorbeelden daarvan zijn de in de cao-Onderzoekinstellingen (cao-oi) gemaakte afspraken over de persoon-lijke ontwikkelingsplannen (pop) en de invoering van de Wet verbetering poortwachter. Ook is verder gewerkt aan een nieuw systeem van func-tiewaardering. Afspraken zijn gemaakt over de inzet van de decentrale arbeidsvoorwaardengelden voor de opleidingsplannen van de instituten. Een belangrijke stap in het toegankelijk maken van onze arbeidsvoorwaar-den is de totstandkoming van de Arbeidsvoorwaararbeidsvoorwaar-denbundel KNAW.

Daarnaast is 2002 ook een jaar van bezinning geweest. In het kader van de evaluatie van de decentralisatie van de arbeidsvoorwaardenvorming is gezamenlijk met de andere partners (nwo en Koninklijke Bibliotheek) in de werkgeversvereniging wvoi geconcludeerd dat voortzetting van die decentrale wijze van werken de voorkeur verdient boven een centrale vaststelling van de arbeidsvoorwaarden door het Rijk. De evaluatie van de arbeidsvoorwaardenvorming uitmondend in een eigen cao, heeft in wvoi-verband nog niet tot eindconclusies geleid. Een belangrijke vraag is in hoeverre de door de cao-partners te leveren inspanning voldoende is terug te vinden in onderscheidende arbeidsvoorwaarden ten opzichte van de an-dere werkgevers in de sector Hoger Onderwijs en Onderzoek. Aansluiting bij de cao-Nederlandse Universiteiten vormt een redelijk alternatief.

Ten slotte is 2002 ook een jaar van herbezinning geweest voor de con-cernafdeling p&o. Interne evaluaties en gesprekken met de instituten over de vraag op welke wijze de dienstverlening op het gebied van personeel en organisatie binnen de Akademie gestalte zou moeten gaan krijgen, hebben geleid tot voorstellen voor aanpassing van de taken en rollen van zowel de centrale personeelsafdeling als de personeelsfuncties bij de in-stituten. In het komende jaar zullen deze moeten worden uitgewerkt en vervolgens worden ingevoerd.

Organisatieontwikkelingen

Topstructuur van de Akademie

In het voorjaar van 2002 is een onderzoek gestart naar de topstructuur van de Akademie. Dit leidde in het najaar tot voorstellen van een bestuurs-werkgroep voor aanpassingen in de rolverdeling tussen bestuur en direc-tie. Over deze voorstellen wordt begin 2003 besloten.

Bureau

Parallel aan het onderzoek naar de topstructuur van de Akademie zijn in 2002 gesprekken gevoerd met instituutsdirecties en –beheerders over de vraag hoe verder te gaan met de personele functie binnen de knaw. Die functie is nu deels centraal, deels decentraal ingevuld. Er bleek behoefte aan verduidelijking van de afbakening van de taken en verantwoordelijk-heden tussen het Bureau en de instituten, aan verbeteringen in de dienst-verlening en de overlegstructuur en aan meer vrijheid in het afnemen van centrale p&o-diensten. De gesprekken hebben geleid tot een reorganisa-tievoorstel voor de afdeling p&o waarover naar verwachting in het eerste kwartaal van 2003 wordt besloten.

(2)

96

97

Het onderzoek naar de taken van de afdeling Gebouwbeheer zal in 2003

waarschijnlijk ook tot een organisatieaanpassing leiden.

IOI en NIH

Het fusieproces tussen ioi en nih is in 2002 feitelijk tot stilstand ge-komen, onder andere omdat de benoeming van een directeur voor de te fuseren instituten niet kon worden gerealiseerd. Eind 2002 heeft het be-stuur aan een extern adviseur opdracht gegeven te adviseren over de voor-waarden waaronder deze fusie tot stand kan komen. Naar verwachting zal daarover begin 2003 nader worden besloten.

IISG

Om een gefundeerde beslissing te kunnen nemen over de toekomstige ontwikkeling van het iisg heeft een extern adviesbureau de financiële randvoorwaarden daarvan onderzocht. Er is tevens advies uitgebracht over de mogelijke strategische keuzen in het onderzoek en de collectievor-ming. Aan het einde van het verslagjaar had het bestuur de verschillende opties nog in overweging.

Hubrecht Laboratorium

Met de overkomst van de onderzoeksgroep Clevers vanuit het umc van de Universiteit Utrecht werd het personeelsbestand van het Hubrecht Laboratorium met in totaal 25 medewerkers vergroot. In het kader van

Sociaal jaarverslag

Geschiedenis van de Nederlandse wijsbegeerte

Theo H.M. Verbeek

Descartes en Spinoza. Er zijn min-dere goden waar een filosoof zijn oeuvre aan kan wijden. Theo Ver-beek (1945), bijzonder hoogleraar geschiedenis van Nederlandse wijsbegeerte in Utrecht, mag zich dé kenner van de zeventiende-eeuwse wijsbegeerte in ons land noemen. Hij is ook internationaal een van de meest vooraanstaande cartesianen, getuige onder meer de toekenning van de Descartes-Huygensprijs door de Franse regering in het jaar 2000. ‘Het buitenland doet een beroep op mij om de Nederlandse aspecten in het werk van Descartes en Spinoza te belichten’, zo benoemt hij beschei-den zijn wetenschappelijke opdracht. ‘In 1984 kreeg ik het verzoek van een Franse collega om de polemiek van Descartes met Utrechtse theologen in het Frans te publiceren. Sindsdien heeft Descartes mij niet meer

losgelaten. Het is een combinatie van toeval en persoonlijke voorkeur die mij tot deskundige op het gebied van het Nederlandse cartesianisme heeft gemaakt.’

Zorgwekkend vindt hij het nieuwe be-leid van NWO voor de geestesweten-schappen. Aanvankelijk sponsorde de onderzoeksorganisatie het project ‘Towards a new edition of Descartes’ waarin onder meer Descartes’ correspondentie met zijn navolger en latere criticus Regius wordt uitgegeven en een nieuwe editie van de Latijnse vertaling van de ‘Discours de la méthode’ wordt vervaardigd. Inmiddels is er een andere wind bij de onderzoeksfinancier gaan waaien. ‘Als je geld wilt krijgen, moet je onderzoek nu vernieuwend zijn. Een editie-project voldoet daar in de ogen van NWO niet aan. Bovendien kan ik met de nieuw geformuleerde thema’s niet uit de voeten. NWO is zeer modieus aan het worden. Voor mijn project is het heel treurig en het is internationaal ook niet te verkopen. Ik zit nu tussen twee

vuren. Voor NWO is mijn onderzoek te ‘Frans’ en heeft mijn onderzoek te weinig met de Nederlandse cultuur-geschiedenis te maken, terwijl men in het buitenland erop rekent dat wij onze bijdrage aan het internationale Descartes-onderzoek leveren.’ Zijn publicatiestroom lijdt er voorlopig niet onder. Vorig jaar was het vooral Spinoza die de klok sloeg. In juni kwam een vertaling van het traktaat ‘Over de verbetering van het verstand’ uit. Dit jaar volgde Spinoza’s Theologico-political treatise: Exploring ‘the will of God’

bij de Engelse uitgever Ashgate. Thans werkt hij samen met een aantal postdocs aan een nieuwe editie van de correspondentie van Descartes: ‘Descartes heeft twintig jaar in ons land gewoond en ook veel met Nederlanders gecorrespondeerd. Daar zitten enorm veel toespelingen in op de Nederlandse situatie die door eerdere uitgevers niet gezien zijn en die in veel gevallen een exactere datering mogelijk maken.’ ‘NWO is zeer

modieus aan het worden’

(3)

de samenwerking met het icin rond het onderzoekprogramma ‘Ontwik-kelingsbiologie van het hart’ is met de komst van de onderzoeksgroep ‘De Windt’ een uitbreiding gerealiseerd van vijf medewerkers.

NIWI

In het hoofdstuk Onderzoekorganisatie wordt ingegaan op de ingrijpende beleidsbeslissingen met betrekking tot het niwi.

NIDI

Met het bestuur van de stichting Nederlands Interdisciplinair Demogra-fisch Instituut (nidi) is een convenant gesloten op grond waarvan het nidi per 1 januari 2003 deel gaat uitmaken van de Onderzoekorganisatie knaw. In intensief overleg met het nidi en de medezeggenschap werd de overgang van 58 medewerkers voorbereid. Dankzij de deelname van het nidi aan de cao-oi deden zich geen majeure verschillen in rechtspositie voor.

NIOD/Holocaust Centre

In overleg met het Ministerie van vws en de Universiteit van Amsterdam is besloten een centrum voor onderzoek en onderwijs op te richten over holocaust en genocide. Met een basisfinanciering van het ministerie kan het centrum een decennium in stand worden gehouden. Met de uni-versiteit is afgesproken dat het nieuwe centrum wordt gehuisvest bij het niod. De medewerkers komen in dienst van de knaw en verrichten tevens onderwijstaken aan de universiteit.

Human Resources Management

Risico-inventarisatie en –evaluatie (RIE)

De activiteiten in de instituten zijn dit jaar vooral gericht op voortzetting van de activiteiten uit het Plan van Aanpak 2001. Nieuwe rie’s zijn voor-bereid voor ioi, Hubrecht Laboratorium en cbs, die sinds de rie uit 1998 een nieuw pand betrokken. Ook voor nih en iisg waar grote(re) verbou-wingen plaatsvonden, zijn nieuwe rie’s voorbereid. De rie’s worden niet uitgevoerd door amg, de eigen Arbo-dienst (inmiddels: Achmea Arbo), maar door ArboNed. Het beleid van de eigen Arbo-dienst wordt zodoende tevens in kaart gebracht en beoordeeld.

Ziekteverzuim en bedrijfsmaatschappelijk werk

Ziekteverzuim

Het ziekteverzuim bedroeg in 2002 4,43 procent. Dat is inclusief het verzuim langer dan één jaar en exclusief zwangerschapsverlof. Opnieuw betekent dit een daling van het ziekteverzuimcijfer ten opzichte van voorgaande jaren. In 2001 stond het cijfer nog op 4,7 procent. De Arbo-dienst constateert een toename van het aantal werkgerelateerde proble-men, met name van psychische klachten. Het aantal klachten dat aanlei-ding geeft tot verzuim is, evenals in voorgaande jaren, absoluut gezien erg klein.

Meer dan voorheen is de direct-leidinggevende ingeschakeld in het Sociaal Medisch Team (smt). In dit regulier overleg van het instituutsma-nagement met de bedrijfsarts, dat is gericht op het optimaliseren van de verzuimbegeleiding, wordt gesproken over de terugkeer van verzuimende medewerkers. In sommige gevallen kon het ziekteverzuim worden terug-gedrongen door zorgverlof te verlenen. Of door extra begeleiding van de maatschappelijk werker. Ook blijkt voorlichting over hulp bij psychische klachten en over klachten aan armen en handen, die kunnen wijzen op rsi, een verzuimbeperkende rol te spelen.

(4)

98

99

Ziekteverzuimprocedure

In verband met de invoering van de Wet verbetering poortwachter heeft een werkgroep zich vanaf begin 2002 beziggehouden met de gevolgen van de wet voor het ziekteverzuimbeleid en de begeleiding binnen de knaw.

De wet, die op 1 april 2002 in werking is getreden, leidt tot een grotere verantwoordelijkheid van zowel de werkgever als de werknemer voor de reïntegratie van de zieke werknemer in het arbeidsproces. Zo moet een zieke werknemer veel strakker worden begeleid. Er moet veel meer dan voorheen worden vastgelegd in dossiers. Werknemer en werkgever moe-ten afspraken maken over het reïntegratietraject en een casemanager aanwijzen. De trainings- en externe reïntegratiemogelijkheden werden door de werkgroep geïnventariseerd. Voor de Arbo-dienst, de personeels-beheerders bij de instituten en de centrale p&o-afdeling vergde de invoe-ring van de wet een grote omslag in aanpak. Knelpunt bij de uitvoeinvoe-ring vormde opnieuw de traagheid van de uitvoeringsinstantie uwv/uszo. De onderscheidenlijke taken en verantwoordelijkheden werden vastgelegd in een nieuw contract met de Arbo-dienst. De gang van zaken zal in 2003 worden geëvalueerd.

Eenduidige verzuimregistratie

Ter uitwerking van de afspraken in het Arbo-convenant dat in 2000 voor de sector Hoger Onderwijs en Onderzoek werd gesloten, is in de cao-oi overeengekomen dat de onderzoekinstellingen het ziekteverzuim vanaf 1 januari 2003 eenduidig volgens de normen uit de Toolkit verzuim-registra-tie bijhouden. Hierdoor kunnen de effecten van het verzuimbeleid in de verschillende wvoi-instellingen beter met elkaar worden vergeleken.

Werkdruk

Om de ontwikkeling van de werkdruk te kunnen volgen, is in de wvoi afgesproken een steekproefsgewijs onderzoek naar de werkdruk te houden. Het werkdrukonderzoek zal met enige regelmaat worden her-haald. Voor de onderlinge vergelijkbaarheid van de situatie bij de verschil-lende instellingen wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde vbba-vra-genlijst. De werkdrukmeting vindt in 2003 plaats.

Bedrijfsongevallen

Er heeft zich in 2002 één bedrijfsongeval voorgedaan. De medewerker kreeg bij het bankwerken een stukje kunststofdeksel tegen zijn kaak en oog, met blijvende oogschade als gevolg. Het ongeval is gemeld bij de Arbeidsinspectie

Bedrijfsmaatschappelijk werk

Het bedrijfsmaatschappelijk werk wordt verzorgd door het gimd. Vanuit een onafhankelijke positie wordt psychosociale hulp aan de medewerkers verleend. De bedrijfsmaatschappelijk werker adviseert tevens leiding-ge-venden over de begeleiding van de medewerkers. Voor alle instituten sa-men is 24 uur per week beschikbaar. Dit jaar is individuele hulp geboden aan 107 medewerkers. Dat is een stijging van eenderde ten opzichte van de 79 in 2002. De forse stijging komt zowel door een grotere inzet bij reorganisaties – waarvoor tijdelijk vier uur extra per week aan capaciteit beschikbaar is – als door extra gesprekken en begeleiding op de werkplek van medewerkers als gevolg van knelpunten aldaar.

Verder is de bedrijfsmaatschappelijk werker door groepen en afdelin-gen geconsulteerd en nam deze deel aan de smt-overlegafdelin-gen in de insti-tuten. Net als in voorgaande jaren blijken de vragen op het gebied van arbeidsverhoudingen het meest voorkomend. Dit heeft geleid tot extra adviesgesprekken met leidinggevenden. Op enkele instituten heeft de be-drijfsmaatschappelijk werker voorlichting gegeven over de Wet verbetering poortwachter en daarmee samenhangend verzuimbegeleiding aan leiding-gevenden.

(5)

Werkplekonderzoek en RSI

Waar nodig verricht de Arbo-dienst onderzoek naar de werkplek. De opzet is dat de Arbo-commissies van de instituten in staat zijn een gemiddelde werkplek goed in te richten. Ontstaan toch klachten, dan wordt vanuit de Arbo-dienst een Arbo-adviseur ingezet om de werkplek te verbeteren. Er is weer voorlichting gegeven over beeldschermwerk en over het voorkomen van rsi.

Onacceptabel gedrag

In 2002 is één formele klacht ingediend in het kader van de Klachtenrege-ling onacceptabel gedrag. Het bestuur volgde het advies van de klachten-commissie op. Enkele malen heeft een medewerker een vertrouwensper-soon benaderd met een probleem, zonder dat dit tot een formele klacht heeft geleid.

In sommige instituten zijn informatiebijeenkomsten georganiseerd over onacceptabel gedrag. Deze bijeenkomsten, waar een vertrouwens-persoon, de maatschappelijk werker en de personeelsadviseur hun ver-schillende taken en rollen toelichtten, werden over het algemeen goed bezocht. Komend jaar wordt het voorlichtingsprogramma gericht op de overige instituten.

Sterrenkunde

Michiel B.M. van der Klis

specialisatie in zwarte gaten en neutronensterren had deels te maken met het mysterieuze aura eromheen. ‘Het zijn toch wel heel extreme uitingen van de werkelijkheid.’ Neutronensterren en zwarte gaten, eigenlijk is het een pot nat. Zwarte gaten zijn volledig ingestorte sterren, neutronensterren zijn bijna volledig ingestort. ‘De laatste zijn nog wel waarneembaar, hebben vaak een straal van enige kilometers. Ze draaien razendsnel rond hun as: duizend keer per seconde bijvoor-beeld.’

Honderden artikelen in gerenom-meerde wetenschappelijke tijdschriften schreef de sterrenkun-dige er reeds over. Gebaseerd op waarnemingen vanaf Amerikaanse en Europese satellieten, en opgevangen radiopulsars met de Westerbork Synthese Radio Telescoop. ‘Nog steeds een van de grootste radiote-lescopen ter wereld.’

In de sterrenkunde geniet Nederland wereldfaam. ‘Hoe dat komt? Ik denk vanwege de grote namen uit de vorige eeuw: Oort, Pannekoek, Kapteyn, Minnaert. De huidige Nederlandse sterrenkundigen kun je nog steeds in stambomen tot deze groten terugvoeren: leerling van de leerling van...’

Binnen de KNAW wil Van der Klis strijden tegen de voortdurende afbraak van het bèta-onderwijs op de middelbare school. ‘Ieder jaar krijgen we hier buitengewoon intelligente studenten binnen. Maar op school zijn zij sterk tekort gedaan. Ze leren niet meer rekenen, simpele algebra-kennis ontbreekt.’

Daarnaast moet de KNAW zich ook sterker verzetten tegen de steeds hogere toegangsdrempels voor wetenschappelijke gasten van buiten de EU. ‘Soms heb ik met veel moeite een topwetenschapper overtuigd om een tijdje hierheen te komen, belandt deze persoon vervolgens in allerlei wachtkamers. Een ongelofelijke bureaucratie. Af en toe schaam ik me rot.’

‘Zwarte gaten zijn heel extreme uitingen van de werkelijkheid’

Met name drie zaken binnen de ster-renkunde spreken tot de verbeelding van mensen, heeft Michiel van der Klis (1953) in de loop der jaren ondervonden. ‘Eén: zwarte gaten. Twee: wat is er voorbij de rand van het heelal en wat was er voor de Big Bang? Drie: ufo’s.’

Over dat laatste wordt de hoogleraar sterrenkunde aan de Universiteit van Amsterdam regelmatig gebeld. ‘Kortgeleden kwamen hier twee mensen uit de Bijlmer langs, die met hun videocamera een ufo hadden gefilmd. Voorzichtig probeerde ik hen uit te leggen dat het de landingslich-ten van een vliegtuig waren. Ik vind dat je mensen altijd in hun waarde moet laten. Hun houding is namelijk goed: ze kijken naar de hemel, en zijn verbaasd over wat ze daar zien.’ Zelf was Van der Klis vroeger ook niet ongevoelig voor het spectaculaire imago van de astonomie. De eerste maanlandingen tijdens zijn jeugd trokken hem het vak in. En zijn latere

(6)

100

101

Opleidingen

Opleidingsbudget

In de cao is afgesproken dat jaarlijks door de werkgever wordt gerappor-teerd over de middelen die zijn ingezet om de ontwikkeling van medewer-kers te stimuleren. Voor het opleidingsbudget werd als streefbedrag 0,8 procent van de totale loonsom overeengekomen. De loonsom bedroeg in 2002 in totaal 43.852.570. Voor opleidingen werd een bedrag van in to-taal 484.130 ingezet. Het bestede opleidingsbudget bedraagt voor 2002 derhalve 1,1 procent van de totale loonsom.

Doorstroomprogramma OIO’s

Om oio’s beter in staat te stellen binnen de termijn van vier jaar te pro-moveren, besloot de knaw in 2001 tot een opleidingsprogramma voor deze groep met daarin vooral aandacht voor de versterking van hun pro-fessionele vaardigheden en de oriëntatie op hun arbeidsmarktpositie. De oio’s namen in 2002 voor het eerst deel aan het programma dat door de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (fom) speciaal voor deze doelgroep is ontwikkeld. Van de 32 oio’s die hiervoor in aanmerking kwamen, namen uiteindelijk 16 personen deel.

Workshops en in company-opleidingen

In 2002 zijn twee workshops ‘Solliciteren’ en drie workshops ‘Netwerken’ georganiseerd. In verband met de grote belangstelling voor deze

work-Sociaal jaarverslag

Rechtsfilosofie

Arend Soeteman

In de maanden na zijn inauguratie heeft de KNAW al een stevig beroep gedaan op de Amsterdamse rechtsfilosoof prof. dr. Arend Soeteman (1944). Zo werd hij onder meer lid van de commissie ethiek. ‘We inventariseren bijvoorbeeld de mogelijke ethische problemen naar aanleiding van ontwikkelingen in genetische onderzoek. Klonen van mensen is vooralsnog geen reële mogelijkheid, dat heb ik van mede-commissielid Galjaard begrepen, maar het gaat dan om kwesties als de genetische screening van de foetus op kansen op borstkanker en Alzheimer.’

Het werk in de commissie ligt in het verlengde van een deel van zijn onderzoek en onderwijs, waarin hij zich onder meer richtte op problemen rond al dan niet gewenste juridische regelingen van ethische vragen. Normen en waarden – voor ze een brandende politieke kwestie werden, had Soeteman ze al centraal ‘De politieke

discus-sie over normen en waarden dient zich te beperken tot wat vastgelegd moet wor-den in de wet’

gesteld in zijn werk. ‘Mijn vak is de laatste twee jaar meer gaan leven. Je ziet tegenwoordig veel hoofddoekjes in de collegezaal, dus dan mag ik bijvoorbeeld graag een casus over eerwraak presenteren.’ In de media zal hij zich niet zo snel vertonen. ‘De nuances verdwijnen. Dat merkte je bijvoorbeeld bij het gekrakeel over de betekenis van artikel 1 van de grondwet. Veel mensen denken dat daarin staat dat iedere discriminatie verboden is, maar dat is een vergis-sing. Als ik geen zwarten in mijn huis zou willen is dat volgens geen enkele wet verboden. Überhaupt bespeur ik veel onnauwkeurigheid in het maatschappelijke en politieke debat. In de politiek dient de discussie over normen en waarden zich te beperken tot wat vastgelegd moet worden in de wet. Fatsoen bijvoorbeeld kun je niet vastleggen in een wet.’

Liever analyseert hij wat de relevante overwegingen zijn in ethische discussies zijn, dan zelf stelling te nemen. Zijn mooiste momenten van het afgelopen jaar beleefde hij bij het gesprek over een ‘vrij technische problematiek’, zegt hij, op een klein

congres in Parijs over de filosofische precisering van het normbegrip. ‘Heerlijk was dat, een paar dagen in het gezelschap van een kleine twintig mensen die weten waar ze het over hebben.’

Weten waar je het over hebt – dat mist Soeteman nog wel eens bij de huidige generatie studenten. ‘Er zijn er bij met een schrikbarend niveau. Als ik ze vraag een tekst samen te vatten, schrijven ze her en der een zin over, van geschiedenis weten ze weinig en er klinkt gemopper als ik een Engelse tekst opgeef. Laatst gebruikte ik bij tentamen een tekst van de politiek filosoof McIntyre over de universele rechten van eenhoorns en heksen. Vijftien van de honderdvijftig bleek het woord ‘eenhoorn’ niet te kennen en begon over eekhoorns.’

Het vwo-diploma vindt hij niet meer voldoende als toegangseis voor de universiteit. ‘Dat zou de KNAW aan moeten kaarten. En daarnaast natuurlijk de afbraak van het onderzoek door de bezuinigingen op het hoger onderwijs. De overheid kort nu op de kwaliteit van het leven in de toekomst en slacht de economie op de lange termijn.’

(7)

shops, worden ze in 2003 herhaald. Voor medewerkers die belast zijn met het personeelsbeheer werd de wvoi-cursus Rechtspositie herhaald. Ook de belangstelling voor de sinds 2000 aangeboden training Persoonlijke Effectiviteit was groot genoeg om in 2002 een nieuwe reeks te organise-ren. Voor diegenen die vaak projecten trekken zonder over leidinggeven-den bevoegdheleidinggeven-den te beschikken, besteedde de Leergang Sturen in sa-menwerking aandacht aan het versterken van vaardigheden om draagvlak te creëren in een team met kritische professionals. Ter versterking van de leidinggevende vaardigheden werd in 2002 voor het eerst de Leergang Leidinggevenden georganiseerd.

Loopbaanbegeleiding & mobiliteit

Loopbaanbegeleiding

In 2002 stonden 106 werknemers ingeschreven bij het Loopbaancen-trum. Hieronder waren 94 nieuwe aanmeldingen. Driekwart van de inge-schrevenen had een tijdelijk dienstverband en moest actief nadenken over de toekomst vanwege het aflopen van het dienstverband bij de knaw. 54 procent was werkzaam in een niet-wetenschappelijke functie en 46 pro-cent in een wetenschappelijke functie. Relatief de meeste aanmeldingen kwamen van het niwi, het Meertens Instituut en het niod.

Er werden 286 loopbaangesprekken gevoerd door de consulenten van het Loopbaancentrum. Er schreven zich 91 kandidaten uit. Bijna 60 pro-cent vond tijdens de loopbaanbegeleiding een andere baan. Bij meer dan de helft ging het om een baan buiten de knaw. In 15 procent van de ge-vallen werd de begeleiding afgerond met een helder loopbaanperspectief en/of koos de werknemer voor continuering van de huidige functie. De overige 25 procent begeleidingstrajecten werd afgerond om zeer uiteen-lopende redenen, zoals beëindiging van de werkloosheidsuitkering, of langdurige ziekte of afkeuring.

Vacatures

De instituten meldden 99 vacatures aan bij het Loopbaancentrum. In 2001 waren dat er 125, een daling dus in 2002 van ruim 25 procent. Over de hele linie zijn minder vacatures aangeboden. Met uitzondering van ioi, niod, nih waar een toename zichtbaar is ten opzichte van 2001. De daling van het aantal vacatures komt overeen met de landelijke trend. Ook bij andere wetenschappelijke instellingen is vanaf 2000 sprake van een daling van het vacatureaanbod.

De werving was voor 53,5 procent gericht op niet-wetenschappelijke per-soneel en voor 46,5 procent op wetenschappelijk perper-soneel. Ruim 42 pro-cent van de functies betreffen de salarisschalen 10 en 11, waaronder veel tijdelijk wetenschappelijk personeel. Elke vacature wordt vergeleken met het profiel van de bij het Loopbaancentrum ingeschreven medewerkers. Er is 53 keer gewezen op interne vacatures. Er zijn 7 interne kandidaten aangenomen op interne vacatures.

Van de 99 vacatures werden er 73 op de websites van de knaw en van Academic Transfer (at) geplaatst. Sinds 2002 worden de Engelstalige va-caturemeldingen ook op de internationale website van Academic Transfer geplaatst (www.at.org). Ruim 99 procent van de reflectanten reageerde via deze internationale website. Er waren circa 200 reacties uit India, China, Bangladesh, Afrika, Papoea Nieuw-Guinea en 13 uit Europa waar-van 7 uit Nederland.

Vanaf december worden de Engelstalige vacatures door at ook geplaatst op een belangrijke Engelse site. Om de Nederlandse vacatures grotere be-kendheid te geven worden die in 2003 ook van de overheid door at op de website gezet (www.werkenbijdeoverheid.nl).

Bij de overige 26 vacatures werd geworven via de eigen netwerken van de instituten en het Loopbaancentrum.

(8)

102

103

Bezwaar en beroep

In 2002 dienden negen medewerkers tegen een rechtspositiebesluit een bezwaarschrift in. Het ging om uiteenlopende zaken, zoals een perso-neelsbeoordeling, een ontslag op andere gronden, het uitbetalen van va-kantiedagen en een studiekostenvergoeding. In vier zaken bracht de Cen-trale Commissie van Advies Arbeidsgeschillen (ccaa) advies uit aan het bestuur. In twee gevallen verklaarde het bestuur de bezwaren ongegrond, in één geval kwam het tot een gegrondverklaring en in het andere geval verklaarde het bestuur de bezwaren deels gegrond en deels ongegrond. Twee zaken werden zonder hoorzitting en advisering vereenvoudigd afge-daan, doordat aan de bezwaren tegemoet werd gekomen. Aan het einde van het verslagjaar waren nog drie zaken in behandeling, waaronder één uit 2001.

Van de lopende beroepszaken bij de rechtbank werd de knaw in twee zaken in het gelijk gesteld. In één zaak is het beroep ingetrokken, na een schikking in der minne.

Arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid

Primaire arbeidsvoorwaarden

Op 11 juni 2002 zijn de onderhandelingen afgerond voor een nieuwe cao met een looptijd van 16 maanden, van 1 juni 2002 tot 1 oktober 2003. Er is een algehele loonsverhoging van 3 procent per 1 juni 2002 overeenge-komen, een structurele eindejaarsuitkering van 3 procent en een inciden-tele eindejaarsuitkering van 1 procent met ingang van december 2002. De loonafspraken dragen bij aan de noodzakelijke versterking van de arbeidsmarktpositie van de onderzoekinstellingen. Met name de afspraak van een percentuele eindejaarsuitkering is gunstig voor werknemers in de hogere salarisschalen voor wie de cao relatief minder concurrerend is.

Omdat de cao een omslachtige drempel bleek om optimaal gebruik te maken van vakantiewerkers, is afgesproken dat vakantiewerkers voortaan buiten de werkingssfeer van de cao blijven.

Secundaire arbeidsvoorwaarden

De cao is aangevuld met een recht op kortdurend zorgverlof voor de verzorging van een zieke naaste en met pleegzorgverlof dat kan worden opgenomen bij opname van het kind in het gezin. Ook is het al bestaande adoptieverlof verruimd. Deze aanpassingen vloeien voort uit de nieuwe Wet arbeid en zorg. Daarnaast is het recht op verlenging van een tijdelijke aanstelling wegens genoten zwangerschaps- en bevallingsverlof geflexibi-liseerd en zijn de rechten op bijzonder verlof enigszins versoberd doordat het verlof bij ondertrouw is geschrapt. Op verschillende punten is de avom-regeling vereenvoudigd om de hoge uitvoeringslasten in te perken.

Harmonisatie van regelingen

Er werden in de cao-oi in het kader van het wvoi-harmonisatieproject een aantal eenvoudige regels opgenomen over de onderwerpen kinderopvang, verhuiskosten binnen Nederland en vergoeding van pensionkosten. De complexe regelingen bij de verschillende onderzoekinstellingen kwamen daarmee te vervallen.

Reïntegratie gewezen werknemers

Binnen de mogelijkheden van de nieuwe Wet SUWI, die vanaf 1 januari geldt, heeft de wvoi besloten de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van de moeilijk herplaatsbare werkloze ex-werknemers zelf te dragen en niet bij de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (uwv) te leggen. Een groot aantal activiteiten wordt uitbesteed aan Loyalis Mens en Werk.

(9)

Studie ziektekostenvergoedingenstelsel

Omdat verwacht werd dat binnen een termijn van drie jaar op nationaal niveau een algehele stelselwijziging in de ziektekostenverzekering wordt gerealiseerd, hebben de cao-partners geconcludeerd dat het niet zinvol zou zijn om vooruitlopend daarop een ingrijpende wijziging aan te bren-gen in het huidige systeem van ziektekostenvergoedinbren-gen. De studie van een paritaire wvoi-commissie naar een nieuw stelsel voor de tegemoetko-mingen in de ziektekosten is voorlopig stopgezet.

Decentrale arbeidsvoorwaarden

Voor bepaalde onderwerpen vindt het arbeidsvoorwaardenoverleg niet binnen de wvoi plaats, maar maakt de knaw afspraken met de werkne-mersorganisaties in het Lokaal Overleg. In dit overleg komt de besteding van het budget van de decentrale arbeidsvoorwaardengelden aan de orde en voorts de uitvoeringsregelingen over het volume in tijd en/of geld.

Voor de jaren 2001 en 2002 was met het Lokaal Overleg overeenge-komen dat de werknemer een persoonsgebonden budget van maximaal € 453,78 kon besteden aan het op peil houden of vergroten van zijn kennis en inzetbaarheid. Uitgaven voor bijvoorbeeld vakliteratuur, cursussen of een pc konden met dit budget worden bekostigd. In 2002 maakten circa 700 medewerkers gebruik van dit budget. In 2002 werd besloten het bud-get ook ter beschikking te stellen aan oio’s die in dienst zijn bij nwo en bij de knaw werken.

Ter verbreding van de inzetbaarheid zijn voor de jaren 2001 en 2002 tevens middelen beschikbaar gesteld voor opleiding en ontwikkeling bij de instituten. In 2002 hebben 11 instituten hiervoor een beleidsplan inge-diend, die alle zijn goedgekeurd.

Het Lokaal Overleg stemde verder in met een wijziging van de Premie-spaarregeling in verband met inzet van de eindejaarsuitkering en met een aanpassing rond de vergoedingen bij dienstreizen in de Vergoedingsrege-ling.

De Ondernemingsraad stemde in met een voorstel voor een knaw-bre-de regeling over knaw-bre-de omgang met nevenwerkzaamheknaw-bre-den.

Sinds begin oktober zijn de cao-oi en alle overige arbeidsvoorwaarden-regelingen van de knaw via het intranet voor alle medewerkers te raadple-gen via http://info.knaw.nl Vanaf de werkplek kan daardoor direct worden beschikt over de actuele regelingen. Voor de meest intensieve gebruikers-groepen, zoals het management, de personeelsfunctionarissen en de medezeggenschapsorganen wordt een losbladige gedrukte uitgave van dit integrale regelgevingsbestand uitgebracht.

Functiewaarderingssysteem

In de cao-oi 2001-2002 hebben cao-partijen afgesproken dat er voor de onderzoekinstellingen een eigen functie-indelingssysteem wordt ontwik-keld. Op basis van het oude systeem van ‘beredeneerd vergelijken’, een systeem voor de hele rijksoverheid dat nu door de meeste overheidsin-stanties is verlaten en niet meer actueel wordt gehouden, zou een nieuw systeem worden ontwikkeld. Na uitgebreide vergelijkingen is gekozen voor het ontwikkelen van een wvoi-functieniveau matrix. Functiewaar-dering vindt plaats door de essentie van de functie te vergelijken met het relevante normmateriaal dat gegroepeerd is per salarisschaal. Bij die vergelijking wordt telkens beredeneerd welk normmateriaal het meest op de functie van toepassing is.

Het normmateriaal voor de nieuwe matrix is vastgelegd in referentie-functies met de bijbehorende salarisschaal. Het normmateriaal is met de methode fuwasys gewaardeerd. Het normmateriaal van meer dan 110 functies is ondergebracht in zes functiefamilies: onderzoek, onder-zoeksondersteuning, techniek, bibliotheek, documentatie en

(10)

informatie-104

105

voorziening, beleid en beheer en organisatie. Deze zes families en de 18

salarisschalen vormen een functieniveaumatrix. Het ontwerpen van een dergelijke matrix en het ijken aan de bestaande structuur kostte meer tijd dan was ingeschat. De invoeringsdatum van 1 januari 2003 is dan ook met zeker een half jaar vertraagd.

Verbetering dienstverlening en samenwerking

Verbetertraject personeelsinformatie en salarisadministratie (PISA)

Door Business Risk Services Ernst & Young is in januari 2002 een on-derzoek opgestart naar de knelpunten in de gegevensstroom tussen de onderzoeksinstituten en de personeels- en salarisadministratie (pisa). Uit het onderzoek kwam naar voren dat in de hele informatieketen knelpun-ten optraden. Bijvoorbeeld als gevolg van gebrekkige softwarematige af-stemming tussen het personeelsinformatie- en het salarissysteem en door onvoldoende interne controle. Ook bleken de instituten de mutatiegege-vens niet op een uniforme wijze aan te leveren, wat de foutkans bij het verwerken van de mutaties verhoogde. Verder werd een achterstand in het aanpassen van de organisatieschema’s geconstateerd. Onder leiding van een extern projectleider is in werkgroepverband, waaraan ook vertegen-woordigers van de instituten deelnamen, gewerkt aan het oplossen van de knelpunten. Medio november 2002 werd het verbetertraject afgerond.

Invoering klantenteams

Om de dienstverlening aan de instituten te optimaliseren, vindt de on-dersteuning van de instituten vanaf 1 april 2002 via klantenteams plaats. Ieder instituut kan terugvallen op een klantenteam dat bestaat uit twee p&o-adviseurs, een medewerker van de Personeelsinformatie en Salaris-administratie en een medewerker van bureau Arbeidsvoorwaarden. Het koppelen van een vast team van dienstverleners aan een instituut ver-gemakkelijkt niet alleen de informatie-uitwisseling en advisering, maar vergroot ook de onderlinge betrokkenheid met een efficiëntere samen-werking als gevolg. Een bijkomend voordeel is dat de vervanging van de vaste p&o-adviseur bij ziekte of vakantie soepeler verloopt. Na de evaluatie in december is besloten deze formule in 2003 voort te zetten.

Experiment gecombineerde beheerdersoverleggen

Ook met het experiment van gecombineerde beheerdersoverleggen is het afgelopen jaar geprobeerd om de band tussen de concernafdelingen p&o en Financiën en de instituten te verstevigen. Meer overleg en afstemming zijn noodzakelijk voor de beleidsontwikkeling en om de dienstverlening aan instituten te verbeteren.

In het najaar werden daartoe drie bijeenkomsten georganiseerd voor alle financiële en personeelsbeheerders binnen de knaw. Elke bijeen-komst had een andere opzet om zodoende te zoeken naar de meest ge-schikte vorm. Door middel van informatieve presentaties, workshops en groepsdiscussies zijn diverse onderwerpen aan de orde geweest, zoals de informatievoorziening, de rol en positie van de beheerder, het begrotings-proces en het geïntegreerd middelenbeheer. Besloten is de gecombineer-de beheergecombineer-derbijeenkomsten voort te zetten in 2003.

Speerpunten 2003

Ook in 2003 zal de aandacht vooral uitgaan naar het realiseren van ingezet beleid en kwaliteitsverbetering ten aanzien van bestaande instrumenten en beleid. De belangrijkste aandachtspunten zijn: de introductie van een nieuw functiewaarderingssysteem, het invoeren van persoonlijke ontwik-kelingsplannen en de versterking van leidinggevende capaciteiten

Wat betreft de p&o-dienstverlening zal de uitwerking en invoering van de veranderingsvoorstellen op dat gebied de aandacht vragen. Dit zal in nauw overleg met de instituten dienen plaats te vinden.

(11)

Het Personeel van de KNAW in getallen. Peildatum 31-12-2002

Instituut fte Aantal

pers. Onbep.

tijd

Bep. tijd Schalen

Jonger dan 35 35 tot 50 jaar 50 jaar en ouder

M V M V M V Bureau knaw 109,07 114 87 27 < 8 3 16 3 6 2 1 8 t/m 11 3 5 13 19 8 9 > 11 0 0 9 3 11 3 Rathenau Instituut 16,44 20 10 10 < 8 0 0 0 3 0 0 8 t/m 11 0 4 3 5 0 0 > 11 0 0 1 2 2 0 niwi 109,38 123 97 26 < 8 5 2 13 10 6 8 8 t/m 11 9 5 23 12 13 6 > 11 0 0 3 3 4 1 chi 20,47 24 15 9 < 8 0 0 0 2 0 0 8 t/m 11 2 3 6 2 2 1 > 11 0 0 0 0 3 3 Meertens Instituut 50,22 65 41 24 < 8 5 7 2 4 1 4 8 t/m 11 0 10 6 6 4 3 > 11 0 0 7 2 4 0

iisg (incl. neha) 61,67 76 72 4 < 8 1 2 7 7 1 8

8 t/m 11 1 0 11 9 7 9 > 11 0 0 7 1 5 0 nias 17,4 26 20 6 < 8 1 4 1 3 1 5 8 t/m 11 0 0 1 3 3 1 > 11 0 0 0 3 0 0 cbs 52,77 55 39 16 < 8 4 11 0 10 0 3 8 t/m 11 4 2 7 3 3 2 > 11 0 0 3 0 3 0 Hubrecht Lab. 152,71 162 71 91 < 8 11 14 7 4 5 5 8 t/m 11 36 26 17 12 6 2 > 11 1 0 7 2 6 1 nih 97,85 108 58 50 < 8 4 9 4 6 4 4 8 t/m 11 16 14 17 4 5 2 > 11 0 0 5 2 11 1 ioi 57,41 68 37 31 < 8 2 2 1 5 1 4 8 t/m 11 12 8 5 8 4 3 > 11 1 0 6 0 5 1 icin 50,76 51 13 38 < 8 1 4 0 6 0 2 8 t/m 11 14 9 6 1 0 2 > 11 0 0 5 0 1 0 nioo 205,62 217 132 85 < 8 5 14 7 10 9 8 8 t/m 11 33 22 30 20 24 2 > 11 0 0 15 4 14 0 niod 52,1 56 36 20 < 8 3 3 4 3 3 1 8 t/m 11 2 2 10 5 5 3 > 11 0 0 3 2 5 2 kitlv 39,61 48 39 9 < 8 0 1 6 6 3 3 8 t/m 11 1 4 6 1 3 4 > 11 0 0 3 1 6 0 knaw totaal 1093,48 1213 767 446 < 8 45 89 55 85 36 56 8 t/m 11 133 114 161 110 87 49 > 11 2 0 74 22 83 12 180 203 290 217 206 117

(12)

106

Sociaal jaarverslag

107

Percentage ziekteverzuim 2002 Ziekteverzuim Zwanger-schap Aantal werkn. Inclusief WAO Exclusief WAO Meldings-frequentie Bureau cbs chi icin iisg ioi kitlv Meertens Instituut neha nias nih Hubrecht Lab. niod nioo niwi Rathenau Instituut KNAW totaal 114 61 24 47 76 69 57 71 2 26 106 163 56 229 127 20 1246 4,20 5,94 3,12 1,53 6,55 9,79 2,41 5,37 6,00 4,31 2,93 2,21 5,56 2,86 6,30 5,20 4,25 4,12 5,39 2,65 1,32 5,96 7,86 2,41 5,37 6,00 4,31 2,51 2,03 5,52 2,86 5,32 5,20 3,89 1,27 1,70 1,38 0,52 1,45 1,08 1,26 1,51 1,50 1,94 1,04 0,96 1,13 0,91 1,90 1,87 1,24 0,39 0,59 0,00 0,27 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,51 0,85 0,00 0,55 0,00 0,00 0,00 0,30 Inwendige geneeskunde

Cornelis J.M. Melief

Een vaccin tegen kanker. Daarover wordt volgens Kees Melief (1943) al lang gesproken. ‘En doorgaans op een nogal sceptische wijze.’ Tot voor kort was dat terecht, geeft de Leidse immunoloog toe. ‘Er zijn in het verle-den enkele valse claims geweest, niet van ons overigens.’ Maar sinds twee jaar lijken therapeutische vaccins wel degelijk realiteit te worden, zegt hij. Melief heeft het niet over preventieve vaccins, die bestaan voor sommige vormen van virus-geïnduceerde kanker. Therapeutische vaccins die soelaas kunnen bieden aan mensen die al kanker hebben, zijn echter een veel moeilijker opgave. Het gaat erom zogenaamde killercellen – met een groot tumor-dodend vermogen – door het vaccin op te wekken. Het toedienen van donor-killer-cellen aan chronische leukemie-patiënten, blijkt in 75 procent

van de gevallen tot genezing te leiden. Melief zelf en zijn collega’s hebben een vaccin ontwikkeld dat baarmoederhalskanker bij muizen buitengewoon goed blijkt te kunnen genezen. ‘Als we de muizen tien dagen voordat ze dood zouden gaan, vaccineren, blijken ze het alsnog te redden.’

In Leiden beginnen ze nu met een

trial bij patiënten met

baarmoeder-halskanker. ‘Een mens is geen muis’, erkent Melief. ‘Maar het immuunsy-steem van een muis lijkt wel in hoge mate op dat van een mens. Op een paar uitzonderingen na zijn bijna alle moleculaire interacties gelijk.’ In de toekomst zal een aantal vormen van kanker met therapeutische vaccins bestreden kunnen worden, voorspelt de immunoloog. Dat dat inzicht langzaam doorbreekt, blijkt volgens hem onder meer uit de houding van het National Cancer Institute in de Verenigde Staten. Sinds kort investeert dat fors in dit type onderzoek.

Eigenlijk is het zoeken naar

therapeutische kankervaccins slechts een uitvloeisel van Meliefs werk. Hij heeft zich de afgelopen decennia vooral gestort op het ophelderen van het immuunsysteem. En op dat gebied is veel vooruitgang geboekt, meent de Leidse arts. Dat hij is uitverkoren tot lid van de Akademie ziet hij dan ook vooral als erkenning van zijn ‘gehele oeuvre’.

In de KNAW is hij overigens wel enigszins teleurgesteld. De Akademie is er volgens hem niet in geslaagd de politiek en het publiek te overtuigen van de noodzaak meer geld te stoppen in wetenschappelijk onderzoek. ‘De KNAW moet harder lobbyen. Ik vind het geen goede zaak dat veel leden pas actief worden, wanneer ze gepensioneerd zijn. En dat terwijl de zaak zo belangrijk is. Ik ben ontzettend bang dat het met het wetenschappelijk onderzoek in Nederland net zo zal gaan als met het artsentekort: de overheid gaat pas wat doen als het te laat is.’ ‘Sinds twee jaar

lijken therapeutische vaccins tegen kanker realiteit te worden’

(13)

Milieuzorg

Arbeidsomstandigheden en milieu Risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE)

De activiteiten in de instituten zijn dit jaar vooral gericht op voortzetting van de activiteiten uit het Plan van Aanpak 2001. Nieuwe rie’s zijn voor-bereid voor ioi, Hubrecht Laboratorium en cbs, die sinds de rie uit 1998 een nieuw pand betrokken. Ook voor nih en iisg waar grote(re) verbou-wingen plaatsvonden, zijn nieuwe rie’s voorbereid. De rie’s worden niet uitgevoerd door amg, de eigen Arbo-dienst (inmiddels: Achmea Arbo), maar door ArboNed. Het beleid van de eigen Arbo-dienst wordt zodoende in kaart gebracht en beoordeeld.

Milieu-audits

In de instituten voor de levenswetenschappen is een audit gehouden naar het gebruik van chemische stoffen en de naleving van de wettelijke eisen voor het werken met chemicaliën. De nadruk lag daarbij op het beheers-systeem van de stoffen, zoals correcte administratie, opslag van de stoffen, bekendheid met de risico’s van de stoffen, voorzorgsmaatregelen en het bijhouden van registers bij gebruik van onder andere kankerver-wek-kende stoffen. Ook is nagegaan of de milieuvergunningvoorschriften, bijvoorbeeld over de lozing van stoffen, nog extra eisen aan de bedrijfs-voering van de instituten stellen. In sommige instituten blijken de zaken uitstekend op orde, bij enkele andere moet nog een inhaalslag worden gemaakt om het gewenste peil te bereiken.

Voor twee instituten werd in overleg met de vergunningverlenende instantie een milieulogboek samengesteld. Daarmee wordt het voor de bedrijfsvoering aanzienlijk makkelijker om na te gaan welke milieueisen door de overheid aan het instituut worden gesteld. Voor een derde insti-tuut zijn de logboeken in voorbereiding.

Percentage ziekteverzuim 1998-2002 1998 1999 2000 2001 2002 bureau cbs chi icin iisg ioi kitlv Meertens Instituut nias nih niob niod nioo niwi Rathenau 9,2 5,9 2,4 6,1 7,6 4,2 – 5,3 7,6 4,9 2,9 – 4,1 10,o 6,0 6,4 5,0 2,6 5,9 9,1 2,9 – 7,4 7,1 7,6 2,6 7,8 4,7 8,7 6,0 7,0 4,1 2,4 4,4 8,5 3,6 – 5,8 4,6 5,1 1,4 9,4 5,9 5,7 3,5 6,4 5,7 3,4 3,4 7,1 6,9 – 4,3 3,2 3,9 2,1 5,8 3,9 7,4 3,5 4,2 5,94 3,12 1,53 6,55 9,79 2,41 5,37 4,31 2,93 2,21 5,56 2,86 6,3 5,2 knaw totaal 5.7 5.9 5.4 4.7 4.25

(14)
(15)

Financieel jaarverslag

Algemeen

De jaarrekening van de knaw is samengesteld uit de financiële jaar-overzichten van de instituten van de knaw inclusief die van het centrale bureau te Amsterdam; tevens zijn via consolidatie opgenomen de jaarre-keningen van de private wetenschappelijke fondsen van de knaw waarvan de administraties separaat worden gevoerd.

De financiële positie van de knaw is gezond. Nominaal is het aandeel van ‘eigen vermogen + voorzieningen’ op de balans licht gestegen; het aandeel is in verhouding tot het balanstotaal ultimo 2002 echter gedaald naar 43,2 procent (was 49,3 procent ultimo 2001).

Hoofdoorzaak van de sterke stijging van het balanstotaal is de suc-cesvolle verwerving van subsidies en onderzoekscontracten door de instituten van de knaw. De berekende waarde van de nog uit te voeren onderzoekswerkzaamheden uit hoofde van externe subsidies en contrac-ten is ultimo 2002 gestegen tot € 66.000.000 (was ultimo 2001 ruim € 38.000.000).

De liquiditeitspositie is goed te noemen hetgeen blijkt uit de verhou-ding tussen ‘vorderingen + geldmiddelen’ en ‘kortlopende schulden’: 1,2 (ultimo 2002) ten opzichte van 1,4 (ultimo 2001). De daling houdt we-derom en logischerwijze verband met de nog te ontvangen bedragen voor nog uit te voeren onderzoek uit hoofde van subsidies en contracten. Resultaat 2002

Het werkelijke resultaat 2002 komt uit op € 630.000 positief. Het begrote resultaat 2002 gaat uit van een bijdrage uit het eigen vermogen; vandaar een negatief begroot exploitatiesaldo van € 3.526.000. De ontwikkelingen binnen de exploitatie waren dus zodanig dat het beroep op het vermogen niet nodig was in 2002.

Het verschil tussen de beide resultaten bedraagt ruim € 4.100.000 positief, hetgeen het saldo is van hogere opbrengsten ad € 9.900.000 en hogere lasten ad € 5.600.000.

De hogere opbrengsten zijn als volgt te specificeren:

a. De lump sum bijdrage van ocenw was € 2.000.000 hoger dan begroot b. De opbrengsten uit door derden gefinancierd onderzoek waren

€ 5.200.000 hoger dan begroot

c. De overige overheidsbijdragen (niet-ocenw) bedroegen € 1.200.000 meer dan begroot

d. De overige opbrengsten waren € 1.500.000 hoger dan begroot. De hogere lasten zijn als volgt toe te lichten:

e. De personele lasten waren € 3.000.000 hoger dan begroot; € 1.400.000 is toe te schrijven aan loonkostenstijgingen; daarnaast waren de kosten van uitzendkrachten etcetera € 1.600.000 hoger dan begroot.

f. De stijging van de overige materiële lasten bedroeg € 2.600.000 ten opzichte van de begroting.

(16)

110

Financieel jaarverslag

111

Investeringen

De investeringslasten 2002 zijn opnieuw gestegen, zowel ten opzichte van begroting 2002 als ten opzichte van de realisatie 2001. Het noodzake-lijke investeringsniveau voor huisvesting en onderzoeksapparatuur moet echter onverminderd gehandhaafd blijven, terwijl ook voldoende dekking beschikbaar moet zijn voor de bij dat niveau horende exploitatielasten. Fondsen

De knaw beheert een privaat vermogen opgebouwd uit giften, legaten en erfstellingen. Dit vermogen is separaat zichtbaar in de balans onder ‘fondsen’. De doelstellingen van de 24 verschillende wetenschappelijke fondsen worden bewaakt door stichtingsbesturen of commissies van ad-vies, welke zijn benoemd door het bestuur van de knaw. Het beheer van dit vermogen wordt binnen door het bestuur vastgestelde kaders uitge-voerd door een aantal professionele vermogensbeheerders. De uitgaven ten gunste van de doelstellingen van de verschillende fondsen bedroegen in 2002 € 1.119.000. De aanhoudende malaise op de beurs heeft in 2002 geleid tot een negatief beleggingsresultaat van circa € 6.159.000.

Stand van de fondsen van de KNAW per 31 december 2002 (bedragen in € x 1.000)

Ter Meulen Fonds Stichting J. Gonda Fonds Schure Beyerinck Popping Fonds Van den Houten Fonds

Beyerinck Virologie Fonds Van Walree Fonds MacGillavry Fonds Evert Willem Beth Stichting Van der Gaag Stichting Geschiedschrijving knaw Van Leersum Fonds Thorbecke Fonds Hubrecht Fonds

Leerstoelen Geesteswetenschappen Van ‘t Hoff Fonds

De la Court Prijzen Erasmi Opera Omnia

Maartje Draak Fonds Keltische Talen Arend Heyting Stichting

Overige Fondsen : vermogen < € 100.000

Totaal 5.042 3.825 1.994 1.830 1.402 1.124 1.023 702 674 489 408 304 285 174 142 123 124 120 84 170 20.039

(17)

Beleidsontwikkelingen

Het bestuur van de knaw heeft in het verslagjaar een begin gemaakt met de formulering van een lange termijn vermogensbeleid, daartoe aangezet door de zorgelijke ontwikkelingen binnen de meerjarenbegrotingen (de exploitaties dreigen over enkele jaren structurele tekorten te vertonen), door de behoefte aan een duidelijker meerjarenfinancieringsbeleid voor investeringen (moet zelffinanciering ook in de toekomst de norm blijven, zowel voor huisvesting als voor investeringen in apparatuur?) en door de behoefte de financiële kaders voor de nieuwe Strategienota 2004 en vol-gende jaren tijdig helder geformuleerd te hebben. De bestuursdiscussies hebben in het verslagjaar nog niet tot definitieve conclusies geleid.

Het lange termijn investeringsbeleid heeft een hogere prioriteit gekre-gen sinds de verantwoordelijkheid voor apparatuur en huisvesting volle-dig voor rekening komt van de knaw. Het bestuur wil omvang, kwaliteit en continuïteit waarborgen via voldoende dekking voor de exploitatielas-ten. Dit heeft in 2002 al geleid tot extra afschrijvingslasten; in de meerja-renbegroting worden verdere lastenstijgingen voorzien.

Een belangrijk onderdeel binnen het investeringsbeleid zijn de ict-in-vesteringen, een terrein dat in onderzoeksland steeds hogere investerin-gen vergt.

In 2002 zijn onderhandelingen gevoerd tussen het bestuur van de knaw en dat van de Stichting Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (nidi) te Den Haag teneinde te bewerkstelligen dat het nidi per 1 januari 2003 deel gaat uitmaken van de knaw. De onderhandelingen zijn succesvol verlopen. De cijfermatige verwerking zal in het verslagjaar 2003 plaatsvinden. Het balanstotaal van het nidi bedroeg ultimo 2002 € 5.500.000 en het exploitatietotaal over 2002 ruim € 5.100.000.

Binnen het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (niod) is eind 2002 het Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies van start ge-gaan; het centrum heeft via het ministerie van vws op jaarbasis voor een periode van tien jaar geld beschikbaar gekregen. niod en de Universiteit van Amsterdam ondersteunen tevens het centrum. De knaw heeft ten be-hoeve van het centrum een stichting opgericht, welke in 2003 financieel zal worden geconsolideerd in de knaw jaarrekening.

In 2002 is overleg afgerond tussen het bestuur van de knaw en dat van nwo over de verplaatsing van het bureau van het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap (knhg) naar het Instituut voor Nederlandse Ge-schiedenis (ing). De financiële afwikkeling van de nieuwe plaatsing zal in 2003 plaatsvinden.

Het liquiditeitenbeheer is ultimo 2002 aangepast; de knaw heeft aan-sluiting gerealiseerd bij het Geïntegreerd Middelenbeheer van het minis-terie van Financiën. De betalingsdiensten worden tegen de gebruikelijke vergoedingen afgenomen van de commerciële banken. Het beheer van alle liquide saldi − inclusief de dagelijks opvraagbare − is ondergebracht bij het ministerie van Financiën waar eveneens termijndeposito’s kunnen worden afgesloten. De inzet is een hoger rendement op de aanwezige liquide saldi, uiteraard onder de geldende randvoorwaarde van risicomij-dend beleggen. Omdat het aangepaste liquiditeitenbeheer aanzienlijk ef-ficiënter verloopt dan voorheen, leidt dit bij alle onderdelen van de knaw-organisatie tot een besparing op de beheerskosten.

(18)

112

Financieel jaarverslag

113

Balans per 31 december 2002 (bedragen in € x 1.000)

Activa 31.12.2002 31.12.2001

Vaste activa

Materiële vaste activa Financiële vaste activa

59.135 20.048 56.558 27.325 79.183 83.883 Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen 410 58.798 46.805 366 32.865 43.577 106.013 76.808 Totaal activa 185.196 160.691 Passiva 31.12.2002 31.12.2002 Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Saldo exploitatie verslagjaar

70.061 5.032 630 62.657 9.520 2.916 75.723 75.093 Fondsen 20.039 27.317 Voorzieningen 4.296 4.146 Kortlopende schulden 85.138 54.135 Totaal passiva 185.196 160.691 Exploitatierekening 2002 (bedragen in € x 1.000) Jaar 2002 Begroting 2002 Jaar 2001 Baten Rijksbijdrage ocenw Opbrengst werk voor derden Overige baten Baten fondsen 77.138 21.181 10.805 -7.277 75.139 16.019 6.738 -6.000 74.956 14.222 12.675 -4.620

Totaal der baten 101.847 91.896 97.233

Lasten

Personele lasten

Afschrijving materiële lasten Huisvestingslasten

Overige materiële lasten Toekenningen aan derden Financiële lasten Lasten fondsen 59.877 5.645 6.968 21.649 14.314 41 -7.277 56.858 5.509 6.868 18.594 13.554 39 -6.000 52.449 6.196 3.954 22.992 13.302 44 -4.620

Totaal der lasten 101.217 95.422 94.317

Exploitatiesaldo 630 -3.526 2.916

Bestemming exploitatiesaldo Jaar 2002 Jaar 2001

naar algemene reserve 0 2.916

nog te bestemmen expl. saldo

verslagjaar 630 0

(19)

Kasstroomoverzicht 2002 (bedragen in x 1.000) 2002 2001 Exploitatieresultaat 630 2.916 Afschrijvingen Mutaties voorzieningen 5.645 150 6.196 767 5.795 6.963

Veranderingen in vlottende middelen Vorderingen Voorraden Kortlopende schulden -25.933 -44 31.003 -4.454 -101 1.093 5.026 -3.462

Kasstroom uit operationele activiteiten 11.451 6.417 Investeringen materiële vaste activa -8.223 -8.744

Kasstroom uit investeringsactiviteiten -8.223 -8.744

Leningen

Financiële vaste activa

0 0

113 0

Kasstroom uit financieringsactiviteiten 0 113

Netto kasstroom 3.228 -2.214

Mutaties liquide middelen stand per 1 januari stand per 31 december

43.577 46.805

45.791 43.577

(20)

114

Financieel jaarverslag

115

Baten voor het jaar 2002 per KNAW-organisatie-onderdeel

(bedragen in € x1.000) Rijks-bijdrage ocenw Werk voor derden Overige baten Totaal gwi-instituten chi iisg kitlv nias Meertens Instituut niod niwi * fa * neha * rsc * knhg 1.682 4.311 2.748 2.079 2.597 2.522 5.772 1.516 166 141 282 36 2.254 0 228 256 2.344 2.225 0 0 0 0 38 1.060 448 413 63 663 483 0 0 0 0 1.756 7.625 3.196 2.720 2.916 5.529 8.480 1.516 166 141 282 23.816 7.343 3.168 34.327 lw-instituten cbs icin ioi ncg nih Hubrecht nioo 2.552 2.070 3.775 133 4.405 4.932 9.716 674 1.827 1.549 0 1.854 3.622 2.664 342 193 252 129 334 129 741 3.568 4.090 5.576 262 6.593 8.683 13.120 27.583 12.190 2.120 41.892 Overig Rathenau Private Fondsen knaw-bureau 2.285 0 25.559 0 0 1.648 92 -7.277 5.426 2.377 -7.277 32.633 27.844 1.648 -1.759 27.733 Subtotaal 79.243 21.181 3.529 103.952 doorstorting aan gelieerde instituten -2.105 0 0 -2.105 Totaal 77.138 21.181 3.529 101.847

* = aan de knaw gelieerde instituten; de aldaar genoemde bedragen betreffen alleen de door de knaw verstrekte subsidies

Exploitatielasten 2002 per KNAW-functie

Onderzoek Geesteswetenschappen en Wetenschappelijke Informatie 38,0% Onderzoek Levenswetenschappen 43,4%

Kwaliteitsbeoordeling, w.o. Programma Akademie Onderzoekers 9,2% Internationale Samenwerking 4,1%

Wetenschappelijk genootschap 1,1% Advies 1,6%

(21)

Communicatie en informatie

Contacten met de media

Er zijn in het verslagjaar 22 persberichten door de knaw uitgebracht. Veel aandacht in de media was er voor het advies over de wetenschappelijke visie op de bestrijding van mond- en klauwzeer in januari. Ook het knaw-advies Vensters op de wereld over de studie van de zogenoemde ‘Kleine Letteren’ uitgebracht in februari kon op veel publiciteit rekenen. De themabijeenkomst over Internationale migratie in juni werd door tal van journalisten bijgewoond en leidde tot verslagen in Trouw en de Volkskrant en een discussie op de vpro-radio. Vanwege haar advies over het Prima-tenonderzoek, ontving de knaw veel vragen over het Primatencentrum (bprc) in Rijswijk, waarvoor altijd grote belangstelling is bij de pers.

De benoeming van de nieuwe president van de knaw, W.J.M. Levelt, leidde tot een reeks interviews en artikelen in onder andere de Volkskrant, Intermediair, Nederlands Dagblad, Eindhovens Dagblad en De Gelderlander. Andere voor de pers interessante benoemingen waren de nieuwe rector van het nias, Wim Blockmans, in april, de nieuwe directeur van het cbs Pedro Crous, in juni, en het aantreden van Houwink Ten Cate als direc-teur van het Centrum voor Holocaust en Genocidestudies, in oktober. De overstap van Hans Clevers en zijn onderzoeksgroep naar het Hubrecht La-boratorium kwam ook verschillende keren in de publiciteit. De lobby van de zogenaamde Manifestpartijen (vno-ncw, vsnu, nwo, tno en knaw) leverde veel artikelen op over de kenniseconomie.

Media-aandacht was er voor Joost Ritman die de Akademiepenning ontving (mei) en voor de toekenning van de Lorentzmedaille aan de Ame-rikaanse fysicus Frank Wilczek (augustus); ook de winnaar van de Dow Energieprijs aan Co van Liere (december) mocht op veel belangstelling rekenen.

Uiteraard verschenen er veel artikelen in de landelijke en regionale pers en de vakbladen bij de uitreiking van de Heinekenprijzen (september) aan de Amerikaanse biochemicus Roger Tsien, de eveneens Amerikaanse Alz-heimeronderzoeker Dennis Selkoe, de Duitse historicus Heinz Schilling, de Amerikaanse milieuwetenschapper Lonnie Thompson en de Neder-landse kunstenaar Aernout Mik. Er verschenen 20 interviews en circa 60 berichten in de nationale bladen, en voor zover valt na te gaan ongeveer 10 à 15 vermeldingen in de internationale vakpers.

Projecten Wetenschap en Techniekcommunicatie (WTC)

Organisatie publiciteit Heinekenprijzen

De Prins van Oranje reikte op 24 september de Heinekenprijzen uit. De Heinekenlectures werden voor het eerst in de geschiedenis van de Heine-kenprijzen verspreid door het land georganiseerd. De Heinekenlectures, uitgesproken door de prijswinnaars, zullen begin 2003 gebundeld ver-schijnen. De uitgave How to (mis)understand Aernout Mik in twelve steps over de werken van de prijswinnaar van de Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Kunst, is in november van het verslagjaar verschenen.

Persberichten over de bekendmaking van de Heinekenprijswinnaars zijn vertaald in het Engels, Spaans, Duits en Frans en verzonden naar elf landen, naar in totaal 2300 internationale (vak)persadressen. In het sep-tembernummer van Akademie Nieuws (oplage 4300) waren interviews te lezen met de vijf prijswinnaars

(22)

116

Communicatie en informatie

117

Jota!/ Werkstuknetwerk

De knaw trad op als sponsor en heeft samengewerkt met documentaire-maker Jan Vink van Science Productions en Teleac/not bij het inhoudelijk vullen van de televisieserie (seizoen 2002-2003) jota! over wetenschap en onderzoekers.

In de in het verslagjaar uitgezonden 15 afleveringen was veel knaw-on-derzoek te zien. In de hoop dat het televisieprogramma vooral bekeken werd en wordt door jongeren (leerling studiehuis, vwo) heeft de knaw in samenwerking met De Praktijk en United Knowledge werkstukpakketten laten maken die op de onderzoeksthema’s van de jota!-afleveringen wa-ren gericht. Voor dit project is subsidie aangevraagd (en verkregen) bij de Stichting Weten in het kader van de Adoptierelaties.

Avond Wetenschap en Maatschappij

In november vond de derde Avond van Wetenschap en Maatschappij plaats in de Ridderzaal te Den Haag. Ruim honderd prominenten uit bedrijfsleven, kunst, media, politiek en sport bespraken deze avond met ruim honderd Nederlandse wetenschappers de uitdagingen waar weten-schap en maatweten-schappij voor staan. Het thema van dit jaar was ‘Genen, gedrag en gezondheid’. De initiatiefnemers, waaronder de Prins van Oranje, F.W. Huibregtsen en R.S. Reneman, willen meer erkenning van het belang van de wetenschap en wetenschapsbeoefenaren stimuleren een actievere rol in maatschappelijke discussies te spelen. In 2003 zal de Avond voor de vierde keer worden georganiseerd.

Afdeling Natuurkunde

Toegepaste wiskunde

Henk A. van der Vorst

Lid worden van de KNAW, het is zeker iets waar iedere wetenschapper van droomt, meent Henk van der Vorst (1944). ‘Want het is een vorm van erkenning door je eigen landgenoten, door andere Nederlandse disciplines wordt je werk voor vol aangezien’, vervolgt de Utrechtse hoogleraar toegepaste wiskunde. ‘Zeker in een klein vakgebied als het mijne moet je het normaal gesproken vooral hebben van buitenlandse erkenning: prijzen, congressen waarvoor je gevraagd wordt.’

Binnen de ‘wat elitaire Akademie’ wil Van der Vorst zich inzetten voor een ‘aardse’ zaak: hoe in vredesnaam de dramatische terugloop bij bètastudies te keren. Zijn eigen vak is misschien wel het hardst getroffen. ‘Het aantal wiskundestudenten in Utrecht is de afgelopen twintig jaar tot een kwart gedaald. Het is een internationale trend, maar nergens gaat het zo snel bergafwaarts als in Nederland.’

Hoe anders was dat in Van der Vorsts eigen studententijd. Toen Utrecht in 1963 de nieuwe opleiding nume-rieke wiskunde startte – dankzij de opkomst van de computer – was Van der Vorst een van de velen die zich onmiddellijk aanmeldden. De collegezalen bleken te klein. `Voor de computercursus moesten we uitwijken naar het gebouw van de Spaarbank. Daar zaten we ’s avonds met 150 man, allemaal wiskunde-hardliners.’

Numerieke wiskunde had toen een uitdagend imago, geeft Van der Vorst toe. ‘Maar in feite is het vak nu uit-dagender dan toen. Destijds was het een luxevak; erg veel toepassingen waren er nog niet. Nu zijn numeriek wiskundigen doorgedrongen tot allerlei aanpalende vakgebieden, waar we processen reëel kunnen simuleren.’

Zelf houdt Van der Vorst zich nu bijvoorbeeld veel bezig met oceaanmodellen, samen met Henk Dijkstra, een ander nieuw KNAW-lid. Niet-lineaire wiskundige

vergelij-kingen probeert Van der Vorst zo goed mogelijk lineair te benaderen. Reduced order modelling, een vrij

fundamentele vorm van wiskunde. Je moet dat lineair benaderen heel secuur doen, want kleine afwijkingen escaleren bij langeter-mijnsimulaties.’

Voor goede oceaansimulaties is de huidige computercapaciteit momenteel een struikelblok. ‘Computers zijn te zwak’, zegt Van der Vorst. ‘Daardoor moeten we de oceaan te grofmazig representeren. Wel grappig: in de jaren tachtig dachten we nog dat de, toen veel zwakkere, computers alle reken-problemen wel aankonden.’ Wetenschappelijk hoogtepunt in 2002 was voor Van der Vorst de voltooiing van zijn boek:

Iterative Krylov Methods for Large Linear Systems. ‘Dat gaf me

grote voldoening. Ik hoop dat het een wereldwijd standaardwerk wordt, zowel voor studenten als wetenschappers uit verschillende disciplines.’

‘Het aantal

wiskundestudenten daalt nergens zo snel als in Nederland’

(23)

Wetenschap- en Techniekweek

In 2002 was de knaw opnieuw een van de hoofdsponsors van de schap & Techniekweek. De week georganiseerd door de Stichting Weten-schap en Techniek Nederland (WeTen), is een publieksmanifestatie be-doeld om jong en oud te laten kennismaken met wetenschap en techniek. In oktober 2002 vond de Week voor de zeventiende keer plaats. Het thema was ‘Veiligheid’.

Trippenhuis

In september 2002 was het monumentale Trippenhuis, het gebouw van de knaw, op Open Monumentendag voor het publiek te bezichtigen. Hon-derden bezoekers namen een kijkje in de voormalige slaap- en eetkamers van de familie Trip. Het thema van de Open Monumentendag 2002 was ‘Koopmansgeest’ .

In het verslagjaar is de bewegwijzering binnen het Trippenhuis ver-beterd. De oude bewegwijzering is vervangen door een moderne variant waarbij de nadruk is komen te liggen op de mogelijkheid om verouderde informatie direct aan te kunnen passen. De instituutsborden zijn moder-ner, de foto’s van de instituten zijn vernieuwd en de teksten zijn aangepast. Bij iedere wijziging is het mogelijk dit binnen enkele dagen te vervangen, waardoor de bewegwijzering gebruiksvriendelijker is geworden.

Website

In 2001 is de vernieuwing van de knaw-website gestart die in het voorjaar van 2003 zal worden afgerond. De website van de Akademie was aan een opknapbeurt toe zowel wat informatieaanbod als uiterlijk en techniek betreft.

Ook de intranetsite met vooral veel informatie over arbeidsvoorwaar-den en financiele regelingen zal worarbeidsvoorwaar-den vernieuwd. Met de website wil de Akademie de activiteiten binnen en van de knaw beter onder de aan-dacht brengen. Daarnaast heeft de website als breder doel: het vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor wetenschappelijk onderzoek in Nederland.

De website is zowel Nederlands- als Engelstalig en biedt onder andere overzichten van alle door de knaw uitgebrachte persberichten, adviezen, rapporten en publicaties. Daarnaast biedt de website informatie over de knaw-subsidies en -beurzen voor nationale en internationale onderzoeks-activiteiten en van de wetenschapsprijzen van de knaw of door de knaw toegekend. Ook zijn op de website de activiteiten, kennis en informatie van de instituten van de knaw per vakgebied gebundeld. Aanvraag- en nominatieformulieren voor subsidies, beurzen en prijzen zijn zoveel mogelijk on line geplaatst. Het is mogelijk via de website adviezen en rap-porten te bestellen, maar ook direct op het scherm te lezen en eventueel zelf af te drukken.

Om het onderhoud van gegevens op de website te stroomlijnen is een eigen content management systeem ontwikkeld. Dit systeem maakt het mogelijk informatie vanuit diverse databases – die door verschillende af-delingen worden beheerd – direct op de website presenteren. Het voordeel van deze opzet is dat de informatie wordt bijgehouden daar waar deze bin-nenkomt, en dat alles slechts één maal hoeft te worden bijgehouden om op verschillende onderdelen van de website beschikbaar te zijn. Door het werken met databases kent de website bovendien een uitgebreid scala aan zoekmogelijkheden. Hetzelfde content management systeem levert ook het grootste deel van de informatie voor het Jaarboek en het Adresboek van de Akademie.

(24)

118

Communicatie en informatie

119

Documentaire informatievoorziening

Akademis, de database met gegevens van personen, leden en commis-sieleden en aanverwante organisaties, was in het afgelopen jaar volledig operationeel. De module documentregistratie is in gebruik genomen. De koppeling met Word als tekstverwerker functioneert volledig. Het pakket is voor iedere medewerker beschikbaar gesteld en elke gebruiker heeft een instructie gekregen.

Opschoning en herordening van het statisch archief vanaf 1945 en het opstellen van bewaartermijnen en selectielijsten worden gecombineerd met het verplicht opstellen van de beheersregels. Jaarlijks wordt hierover gerapporteerd aan de Rijksarchiefinspectie. In 2002 zijn er 5041 inko-mende en 4441 uitgaande correspondentie stukken geregistreerd. Op de centrale postkamer zijn 97.659 stukken ter verzending aangeboden. Automatisering (zie ook ICT binnen de KNAW)

Een belangrijk doel is om de binnen de knaw beschikbare expertise op tal van (ict-gerelateerde) terreinen in een knaw-breed kennisnetwerk op te nemen, zodat specifieke expertise binnen de knaw optimaal benut kan worden.

De bandbreedte van het internetwerk van de knaw-instituten is voor alle instituten op minimaal 2 Mbit gebracht. Er wordt voortdurend bekeken wat de mogelijkheden zijn om meer gebruik te maken van de via Surfnet beschikbare bandbreedte. Vanuit het onderzoek valt een scherp stijgende vraag naar snelle verbindingen te verwachten en als gevolg grote datacol-lecties die worden omgebouwd in Genomicsprojecten en van de toegeno-men behoefte aan hoge resolutiebeelden in de levenswetenschappen. Een en ander leidt tot de wens om deel te nemen aan de Gigaport ontwikkelin-gen zoals die door Surfnet zijn ingezet.

In de geesteswetenschappen staan vooral goede ontsluiting van be-schikbare collecties, uitgebreide zoekmogelijkheden en toenemende ge-bruikersgerichtheid van de systemen centraal. Hierbij geldt dat de ont-wikkelende standaarden rond browsertechnologie, het gebruik van ‘open standaarden’ in zowel programma- en database-omgevingen als uitwisse-lingsprotocollen uitdrukkelijk worden nagestreefd.

In het algemeen wordt gestreefd naar een verhoging van ‘ict-awareness’ bij de onderzoeksinstellingen. Het doel hiervan is om de mogelijkheden van ict voor zowel scope als kwaliteit van het onderzoek optimaal te be-nutten.

Mede onder invloed van de mogelijkheden van de vernieuwde datacom-municatiefaciliteiten is er een begin gemaakt met het opzetten van een knaw-breed informatiebeveiligingsbeleid. Dit beleid wordt aan de hand van oplossingen voor praktische vraagstellingen opgezet. De verwachting is dat dit in 2003 tot een aantal actieve gemeenschappelijke systemen voor mailbeveiliging (anti-virus, anti-spam), authenticatie en intrusiedetectie zal leiden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

raadsverkiezingen in november 2018, waarbij met name in de provincie Groningen veel nieuwe gemeenten zijn gevormd. In deze ledenbrief informeren wij u over deze benoemingen.

De aanstelling van een geestelijk verzorger van boeddhistische, hindoeïstische, islamitische, joodse, protestantse of rooms-katholieke gezindte of een geestelijk verzorger

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Hier moeten we ver vóór 2020 fors iets aan doen, anders zal het probleem van de vergrijzing in combinatie met de krappe arbeidsmarkt alleen maar groter worden,

gemeenten, bezuinigingen, decentralisaties in het sociale domein en verzelfstandiging) die van invloed zijn op de manier waarop het openbaar bestuur functioneert en zich verhoudt

Wensen van ouderen | “Participatie en eigen kracht beleid”: mensen stimuleren te handelen vanuit hun eigen kracht (empowerment), onder meer door hun sociaal netwerk te benutten

Tabel 2.2 laat zien dat de totale kosten van de afhandeling van Wob-verzoeken in 2009/2010 naar schatting € 56 à 96 miljoen per jaar waren, waarvan € 16 à 27 miljoen

Integendeel, zo stelde zij wrang, want Jan Jambon heeft als minister van Binnenlandse Zaken bijvoorbeeld op vraag van de koning de wet gewijzigd, om de hele veilig-