• No results found

Wie speelt het strategisch? : wie hanteert een negatieve toon? : een inhoudsanalyse naar strategisch nieuws en negatieve toon van het NOS Achtuurjournaal en het RTL Nieuws

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wie speelt het strategisch? : wie hanteert een negatieve toon? : een inhoudsanalyse naar strategisch nieuws en negatieve toon van het NOS Achtuurjournaal en het RTL Nieuws"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Wie speelt het strategisch? Wie hanteert een negatieve

toon?

-

Een inhoudsanalyse naar strategisch nieuws en

negatieve toon van het NOS Achtuurjournaal en het

RTL Nieuws

Joël Bakker 10718346

Afstudeerproject: Politieke Communicatie & Journalistiek Onder begeleiding van Jonas Lefevere

Bachelor Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam

03-06-2016

(2)

2

Samenvatting

Aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse is een longitudinaal onderzoek uitgevoerd naar de mate van verandering van strategisch nieuws en negatieve toon van de publieke en de commerciële omroep in de jaren 1994, 2003 en 2012.

Deze twee concepten zijn belangrijk omdat het politiek cynisme hierdoor kan verhogen onder burgers. Gek genoeg zijn strategisch nieuws en negatieve toon bij de twee Nederlandse omroepen nog nooit samen in één onderzoek onderzocht. Daarnaast is nog nooit longitudinaal onderzoek gedaan naar strategisch nieuws van de Nederlandse publieke en commerciële zender. In dit onderzoek zijn de twee centrale concepten onderzocht in het RTL Nieuws en het NOS Achtuurjournaal in de verkiezingsjaren 1994, 2003 en 2012, drie weken voorafgaand aan de verkiezingen. Strategisch nieuws blijkt significant toe te nemen per jaar, maar per zender neemt het verschil niet toe per jaar. Negatieve toon blijkt meer voor te komen in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal, maar verschilt niet significant door de tijd heen. De meest opvallende bevinding was het verschil in negatieve toon aan het begin en einde tussen zenders: het RTL Nieuws bleek over alle drie de jaren zowel aan het begin als aan het einde van een politiek nieuwsitem significant meer negatieve toon te gebruiken dan het NOS Achtuurjournaal.

(3)

3

Inhoudsopgave

1 Inleiding ………. 4 2 Theoretisch kader ………... 7 2.1 Mediatisering……….. ………. 7 2.2 Duaal bestel…………..………... 8 2.3 Strategisch nieuws……….. ……….... 9 2.4 Negatieve toon……… ……… 12 3 Methode ………. 14 3.1 Kwantitatieve inhoudsanalyse………... 13 3.2 Onderzoeksinstrument……….. 14 3.2.1 Keuze media……….14 3.2.2 Samplingprocedure………..15 3.2.3 Meting variabelen………15 3.3 Betrouwbaarheid ……….. 17 3.4 Analyses ………... 17 4 Resultaten ……….. 18

5 Conclusie & Discussie ………... 22

5.1 Conclusie ………. 22

5.2 Discussie ……….. 24

Referenties ……….. 26

Appendix A: Codeboek ……….. 29

Appendix B: Intercodeurbetrouwbaarheid ………. 35

(4)

4

1. Inleiding

Eind januari 2016 ontstond er alweer rumoer omtrent de Tweede Kamerverkiezingen die in maart 2017 zullen plaatsvinden. De positie van de huidige PvdA-leider Diederik Samsom kwam in het geding door enkele kritische uitspraken van PvdA-Kamerlid Jacques Monasch. Hij ziet Samsom liever niet als lijsttrekker in 2017. Zowel het NOS Achtuurjournaal als het RTL Nieuws berichtten over deze kwestie op zaterdag 13 februari 2016. Het NOS

Achtuurjournaal opende het item met een interview van de overige kandidaten, die zeiden dat ze achter Samsom stonden. De uitzending toonde eveneens een zelfverzekerde Samsom tijdens zijn Congresspeech, waarna het item werd afgesloten met de woorden: “En de

partijtop staat voorlopig nog vierkant achter hem.” Het RTL Nieuws begon de uitzending met een kritische Monasch die werd geïnterviewd. De presentator zei daaropvolgend dat het niet de eerste keer is dat Samsom en zijn partij ‘onder vuur liggen’. Voor de afsluiting van de uitzending bevatte het (anders dan het NOS Achtuurjournaal) een interview met PvdA-leden, waar twee van de drie geïnterviewden Samsom ongeschikt vinden als toekomstige lijsttrekker. Het bericht werd vervolgens afgesloten met Samsom in beeld, die zich verdedigde tegen de op zijn positiegerichte kritiek. Waar het NOS Achtuurjournaal dus begon en eindigde met de positieve kant van het nieuws, bracht het RTL Nieuws (zowel op het begin als aan het einde van het nieuwsitem) de negatieve kant van het nieuws in beeld.

Zowel het RTL Nieuws als het NOS Journaal gaven aandacht aan wie zou winnen of verliezen. In de literatuur is dit één van de kenmerken van strategisch nieuws. Volgens Jamieson (1992) is strategisch nieuws, nieuws dat het winnen en verliezen van een strijd saillant maakt, een taalspel dat rondom oorlog, wedstrijd/spel en competitie speelt,

nadrukkelijk de stijl en percepties van de politici bevat en aandacht besteedt aan peilingen en de positie van de betreffende politici. De nieuwsitems bevatten beide strategisch nieuws, maar verschilden toch duidelijk van toon. Uit recent onderzoek is nog gebleken dat zowel positieve als negatieve toon in het nieuws de mening van de burgers beïnvloedt (Schuck & Feinholdt, 2015). Deze manier van berichtgeving – het gebruik van strategisch nieuws en negatieve toon - kan een zorgwekkend effect hebben op de burgers: het creëren of stimuleren van politiek cynisme onder de burgers (Elenbaas & De Vreese, 2007; Elenbaas & De Vreese, 2008, Kleinnijenhuis, van Hoof & Oegema, 2006).

(5)

5

Sinds de jaren ‘90 lijken de nieuwsmedia steeds meer strategisch nieuws en een negatieve toon te gebruiken door de toegenomen concurrentie (van onder andere

internetnieuwsbronnen) en de commercialisering van het medialandschap (Brants & Van Praag, 2006). Nieuwsmedia pogen een zo groot mogelijk publiek te bereiken waardoor journalisten vaak genoodzaakt zijn om de berichtgeving aan te passen op de wensen van het publiek (Meyer & Hinchman, 2002). Dit heeft meer betrekking op commerciele nieuwsmedia, zoals bijvoorbeeld RTL Nieuws, omdat zij streven naar economisch gewin.

Een andere reden van de toename in strategische berichtgeving en negatieve toon is de meer kritische en wantrouwende houding van de journalist. Dit heeft zowel betrekking op de publieke als de commerciële omroep. Sinds de ingang van het tijdperk van de medialogica heeft de journalist de rol van een agressieve, overkritische en meer entertainmentgerichte journalist aangenomen (Brants & Van Praag, 2006). Het lijkt erop dat de commercialisering van het medialandschap en de mediacompetitie, de relatie tussen politici en journalisten dermate heeft verslechterd, dat de houding van de journalist ten opzichte van de politicus wordt gekenmerkt door wantrouwen en cynisme (Brants & Van Praag, 2006). Dit komt tot uiting in een negatieve toon, omdat wantrouwen en cynisme een vorm van negatief geladen kritiek of verwijten jegens politieke actoren betreft.

Hoewel het te verwachten is dat de mate van strategisch nieuws stijgt door de tijd heen, is er nog geen longitudinaal onderzoek gedaan naar dit verschijnsel in Nederland en daarom wordt dat in dit onderzoek wel gedaan. Negatieve toon is al eens eerder onderzocht (Kleinnijenhuis et al., 2006; Schuck & De Vreese, 2009; Takens, van Atteveldt, van Hoof & Kleinnijenhuis, 2013). Dit onderzoek richt zich – anders dan andere onderzoeken – tevens op de toon aan het begin en aan het einde van het nieuwsitem. Omdat de aanleiding laat zien dat de toon nogal kan verschillen op deze momenten van het nieuwsitem, wat invloed heeft op de mate van herinnering (Mayo & Crockett, 1964), wordt in dit onderzoek deze aspecten meegenomen om negatieve toon zo accuraat mogelijk te meten.

In deze kwantitatieve inhoudsanalyse staat zodoende de volgende onderzoeksvraag centraal: In hoeverre verschilt het gebruik van strategisch nieuws en een negatieve toon in

journalistieke berichtgeving over politiek nieuws in de Nederlandse publieke en commerciële omroepen in de jaren 1994, 2003 en 2012?

Maar wat maakt strategisch nieuws en negatieve toon in de journalistieke berichtgeving over politiek nieuws relevant? De voornaamste reden is hun impact op de publieke opinie. Volgens

(6)

6

vele onderzoeken wordt politiek cynisme veroorzaakt door strategisch nieuws in journalistieke berichtgeving (Adriaansen, 2011, Cappelle & Jamieson, 1996, 1997; De Vreese, 2004; Elenbaas & De Vreese, 2007; Elenbaas & De Vreese, 2008) en door een negatieve toon in journalistieke berichtgeving (Kleinnijenhuis et al., 2006; Cappella & Jamieson, 1996). Als er sprake is van politiek cynisme, wantrouwt men de politiek als systeem en haar actoren, en heeft men geen vertrouwen dat de politiek iets kan en zal bewerkstelligen. Cappella & Jamieson (1997) schetsten de situatie van een spiraal van cynisme in de politieke communicatie. Hier is naast politiek cynisme, media cynisme ontstaan. Dit houdt in dat het publiek en politici de berichtgeving van de media wantrouwen en is volgens Cappella & Jamieson (1997) van toepassing als de media de voornaamste nieuwsbronnen zijn. Het gebruik van strategisch nieuws en negatieve toon valt onder de media-malaise theorie, specifieker voor dit onderzoek: video-malaise. Dit betekent dat de media (televisie) als voornaamste nieuwsbron een negatieve impact heeft op het publiek, wat zich uit in collectief wantrouwen en cynisme tegenover de politiek (Bennett, Rhine,

Flickinger & Bennett, 1999).

Het is tevens interessant om dit vraagstuk vanuit een wetenschappelijk perspectief te

benaderen. Hoewel er al eerder onderzoek is gedaan naar de aanwezigheid en het effect van strategisch nieuws van het NOS Achtuurjournaal en RTL Nieuws (Adriaansen, 2011;

Elenbaas & De Vreese, 2008), was er in dit onderzoek geen sprake van een vergelijking door de tijd heen. Bovendien lag de focus van Elenbaas en De Vreese (2008) op strategisch nieuws in Europese verkiezingen. In dit onderzoek wordt – anders dan in het onderzoek van Elenbaas & De Vreese (2008) – niet enkel campagne nieuws meegenomen, maar al het politieke

nieuws. Nationale verkiezingen krijgen meer aandacht in de media dan Europese

verkiezingen, waardoor het aannemelijk is dat strategisch nieuws ook aan bod komt in nieuws dat niet per se verkiezingsnieuws is.

Negatieve toon is eerder onderzocht in het NOS Achtuurjournaal en het RTL Nieuws

(Kleinnijenhuis et al., 2006; Schuck & De Vreese, 2009; Takens et al., 2013). De eerste twee onderzoeken bekeken slechts één jaar. Zij vonden beide dat het RTL Nieuws een negatievere toon hanteerde dan het NOS Achtuurjournaal. In het laatste genoemde onderzoek (Takens et al., 2013) werd een longitudinaal onderzoek uitgevoerd en werd een toename van negatieve toon vanaf 1998 tot en met 2010 geconcludeerd in termen van conflict.

Strategisch nieuws en negatieve toon zijn nog niet samen in één onderzoek onderzocht in Nederland, terwijl beide toonaangevend zijn voor het ontstaan van politiek cynisme. Zo zal er

(7)

7

dus ook onder andere worden gekeken of er meer strategisch nieuws in een nieuwsitem zit als de journalist een negatieve toon hanteert in een nieuwsitem ten opzichte van een politicus, politieke partij of politiek beleid.

Dit onderzoek begint met het bespreken van de literatuur omtrent onderzoek naar strategisch nieuws en negatieve toon. Vervolgens wordt in de methode uitgelegd op welke manier deze kwantitatieve inhoudsanalyse zal worden uitgevoerd. Daaropvolgend zullen de resultaten, conclusie en discussie inclusief aanbevelingen voor vervolgonderzoek worden besproken.

2. Theoretisch Kader

Allereerst wordt via mediatisering en medialogica de relatie tussen journalisten en politici behandeld. Het begrijpen van deze relatie is belangrijk omdat deze bredere trends een verklaring bieden voor een toename van strategisch nieuws en negatieve toon. Vervolgens worden strategisch nieuws en negatieve toon in de journalistieke berichtgeving over politiek nieuws uitgelegd, waar de bijbehorende hypothesen worden genoemd.

2.1 Mediatisering en Medialogica

Strömback (2008, p. 3) maakte een einde aan de onduidelijkheid over wat mediatisering nou precies is. Mediatisering is een proces dat betrekking heeft op de driehoeksrelatie tussen media, publiek en politiek. Dit proces bestaat uit vier fasen waarin de macht van de media steeds meer toeneemt. In de laatste fase past de politiek zich niet alleen aan, maar maakt de politiek zich de medialogica eigen. De regels van de media worden gehanteerd en daar moeten de politici hun beleid, informatieverschaffing en dergelijke op afstemmen. Deze fase komt tot uiting in de medialogica van Brants en Van Praag (2006). Brants en Van Praag (2006) ontwikkelden een model waarin de kenmerken van de partij logica, publieke logica en de medialogica staan weergegeven. Deze logica’s zijn tevens toegewezen aan een

tijdsperiode. Uit meerdere onderzoeken is bewijs gevonden voor de conclusie dat we in een tijd leven van medialogica (Brants & Van Praag, 2006; Esser, 2013; Meyer, 2002; Strömback & Dimitrova, 2011). In een tijd van medialogica wordt er gesuggereerd dat de rol van de journalist is veranderd van onafhankelijk, respectvol en sceptisch naar dominant, overkritisch, entertainmentgericht en cynisch. Daarnaast zou de journalist meer interpretatie toepassen en minder inhoudelijk verslag doen.

De minder inhoudelijke verslaggeving manifesteert zich in berichtgeving met entertainment, cynisch frame en negatieve toon. Infotainment refereert naar entertainment in een

(8)

8

nieuwsbericht dat op meerdere manieren kan voorkomen in de berichtgeving; één van die manieren is strategisch nieuws (Jebril, Albæk & De Vreese, 2013; Thussu, 2008), omdat oorlogs- en competitieretoriek - naast een element van strategisch nieuws – een vorm van entertainment is. De mate waarin de journalist kritiek uit of kritiek van een politicus/partij of land laat zien naar een andere politicus/partij of land en een conflict laat zien tussen politieke actoren vallen eveneens onder strategisch nieuws. Kritiek en conflict zijn veelal negatief, negatief nieuws trekt meer kijkers en is daardoor ook een vorm van entertainment (Soroka & McAdams, 2015). Esser en D’Angelo (2003) linken hun studie over meta-coverage

strategisch nieuws aan het gebruik van een cynisch frame. Entertainment, kritisch en cynisch worden door Brants en Van Praag (2006) in verband gebracht met de hedendaagse rol van de journalist.

Omtrent negatieve toon kan er worden afgeleid dat de journalist een meer negatieve toon gebruikt: cynisme bevat een negatieve toon en de journalist is overkritisch (Brants & Van Praag, 2006). Er zijn ook een aantal studies bekend die de mate van cynisme hebben gemeten onder journalisten tegenover politici (Albaek, Van Dalen & De Vreese, 2011; Brants, Möller, De Vreese & Van Praag, 2009; Van Praag, Brants & De Vreese, 2010). De belangrijkste conclusie uit deze onderzoeken is dat de relatie tussen de politici en journalisten spaak is gelopen, in vergelijking met de tijd van partij logica en publieke logica (Brants & Van Praag, 2006). Meer dan zestig procent van de politici was het namelijk eens met de twee stellingen dat de huidige berichtgeving bijdraagt tot wantrouwen in de politiek en dat de politieke journalistiek tegenwoordig te cynisch is. De journalisten dachten met respectievelijk 34 procent en 22 procent anders over deze twee stellingen(Van Praag, Brants & De Vreese, 2010). Het is aannemelijker dat de journalisten een negatieve toon zullen hanteren als de relatie slecht is.

Door de partijen in kwestie naar hun eigen positie en functioneren te vragen, kan het

werkelijke beeld vertekend worden, omdat de kans bestaat dat journalisten en politici politiek correct willen antwoorden. De uiteindelijke uitvoering van de journalistieke berichtgeving vindt in de media plaats en dat is waar dit onderzoek zich op zal gaan richten.

2.2 Duaal bestel

Vorens de overgang naar het uitwerken van de twee centrale concepten – strategisch nieuws en negatieve toon – is het belangrijk om stil te staan bij de verschillen tussen media: hoewel mediatisering een algemene trend is, is het zo dat er nog steeds belangrijke verschillen tussen

(9)

9

media bestaan. Het NOS Achtuurjournaal is onderdeel van de Nederlandse Publieke Omroep en wordt gefinancieerd door de Rijksoverheid. Een publieke omroep heeft vijf hoofddoelen waarvan er twee belangrijk zijn voor dit onderzoek: nieuws verspreiden in dienst van het publiek als zijnde watchdog en objectiviteit garanderen om geloofwaardigheid te creëren (Deuze, 2005). Zoals Brants en Van Praag (2006) aangeven in hun onderzoek, is de journalist meer wantrouwend, minder objectief en past hij meer entertainment toe. Dit komt tot uiting in een negatieve toon, omdat het gebruik van een negatieve toon meer aandacht trekt van

mensen dan een positieve toon, waardoor meer kijkers worden aangetrokken (Soroka & McAdams, 2015). Het NOS Achtuurjournaal wordt vergeleken met de nieuwszender RTL Nieuws van de commerciële omroep RTL. Het RTL Nieuws is ontstaan in 1989 en is het eerste journaal dat concurrentie bood aan het NOS Journaal. RTL Nieuws is onderdeel van de commerciële omroep RTL en poogt dus zo veel mogelijk winst te maken, zij krijgen namelijk geen overheidsgeld (Media en Publieke Omroepen, Rijksoverheid). Ook door de

commercialisering van het medialandschap zijn journalisten meer sceptisch geworden en minder objectief (Brants & Van Praag, 2006). Maar niet alleen door het commerciële oogpunt of de commercialisering van het medialandschap kan meer strategisch nieuws en meer

negatieve toon worden verwacht in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal. Door de toename van internetnieuwsbronnen, die veelal het nieuws van een andere

nieuwsbron ‘kapen’ en kopiëren, is de competitie tussen media hevig toegenomen (Brants & Van Praag, 2006). Zowel het RTL Nieuws als het NOS Achtuurjournaal pogen een zo groot mogelijk publiek te bereiken en zijn journalisten vaak genoodzaakt om de berichtgeving aan passen op de wensen van het publiek (Meyer & Hinchman, 2002). Omdat bij het RTL Nieuws het commerciële aspect doorslaggevend is, zullen zij er alles aan doen om de kijkers te

behouden. Op basis van deze kennis wordt verwacht dat meer strategisch nieuws en een meer negatieve toon wordt gebruikt door het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal. In de volgende paragrafen worden beide concepten uitgewerkt.

2.3 Strategisch nieuws

Strategisch nieuws is nieuws dat het winnen en verliezen van een strijd saillant maakt, een taalspel dat rondom oorlog speelt, nieuws dat wordt gepresenteerd als een wedstrijd/spel waar competitie een rol speelt, nieuws dat nadrukkelijk de stijl en percepties van de politici bevat en aandacht besteedt aan peilingen en de positie van de betreffende politici (Jamieson, 1992). De bovenstaande kenmerken kunnen worden ondergebracht in drie generieke frames. Een generiek frame is “a central organizing idea or story line that provides meaning to an

(10)

10

unfolding strip of events’’ (Gamson & Modigliani, 1987, p. 143). Dit zijn de volgende drie generieke frames waarin bovenstaande kenmerken van strategisch nieuws naar vormen komen : (1) het horse race frame (Patterson, 1993): een metafoor die staat voor de strijd tussen politici die geportretteerd wordt in de media in termen van verliezen of winnen. Dit wordt veelal gedaan door de positie van de politici te noemen in de opiniepeilingen (Broh, 1980). (2) het strategy frame (Jamieson, 1992): legt de nadruk op wie voor en achter ligt in de peilingen en noemt de strategieën en tactieken die nodig zijn om aan kop te blijven in de peilingen (Cappella & Jamieson, 1997, p. 33). Patterson (1997, 1994) noemt dit het ‘game schema’ van politieke journalistiek, waar hij dus mee zegt dat het idee van politiek een strategisch spel is, waar kandidaten met elkaar in competitie zijn om te winnen. (3) en het game frame

(Lawrence, 2000): journalisten leggen de nadruk op drama en conflict, personaliseren het nieuws door politiek te benaderen als conflicten tussen individuen of partijen (Bennett, 1996) en politieke actoren worden in termen van winnaars en verliezers genoemd.

Van Praag & Van der Eijk (1998) voegden de volgende elementen aan strategisch nieuws toe: de electorale strategieën van partijen, speculaties over coalitieformatie en de niet-inhoudelijke aanvallen van de ene politieke actor op de andere politieke actor.

Brants en Van Praag (2006) onderzochten – in de jaren 1994, 1998, 2002 en 2003 – de mate van horse race frames en opinie-peilingen in het RTL Nieuws. Het bleek dat beide concepten toenamen door de tijd heen. Omdat zowel horse race frames als opinie-peilingen onderdeel zijn van strategisch nieuws, wordt er verwacht dat de mate van strategisch nieuws over het algemeen is toegenomen vanaf 1994, 2003 en 2012. De eerste hypothese luidt dus als volgt:

H1: De mate van strategisch nieuws is toegenomen vanaf 1994 tot 2003 en 2012.

Er zijn twee onderzoeken bekend die strategisch nieuws van het NOS Achtuurjournaal en het RTL Nieuws onderzochten (Adriaansen, 2011; Elenbaas & De Vreese 2007). De

laatstgenoemden bevestigden de relatie tussen jonge burgers en politiek cynisme in de context van een Europees referendum in 2005. In dit onderzoek stond niet centraal in hoeverre

strategisch nieuws verschilde per zender. Er werd wel in meer detail gekeken naar welke elementen van strategisch nieuws meer voorkwamen bij welke zender, maar niet welke van de twee zenders over het algemeen meer strategisch nieuws bevatte. Adriaansen (2011)

(11)

11

Tweede Kamerverkiezingen in 2006. Hier werd de mate van strategisch nieuws echter niet vergeleken tussen zenders.

Naast bovenstaande onderzoeken onderzocht de Vreese (2004) ook strategisch nieuws. Hij onderzocht de mate van strategisch nieuws echter enkel in het NOS Achtuurjournaal. Bovengenoemde onderzoekers onderzochten strategisch nieuws in nieuws over een

referendum of een verkiezing. Dit onderzoek neemt daarentegen al het politieke nieuws mee. In theorie kan ander politiek nieuws namelijk ook verkiezingsgerelateerd zijn, omdat het politieke nieuwsitems betreft in een tijd van Tweede Kamerverkiezingen. Zo zond RTL Nieuws een nieuwsitem uit op 6 januari 2003 waar de staatssecretaris van Verkeer en

Waterstaat Melanie Schultz van Haegen een gebied bezocht, waar mensen slachtoffer waren geworden van het hoge waterpeil van de Maas, om haar medeleven te tonen. In dit

nieuwsitem werd echter ook gesproken over haar eigenbelang (strategie om te winnen) met het oog op de aankomende verkiezingen.

Er zijn geen onderzoeken bekend die strategisch nieuws door de tijd heen hebben gemeten bij de publieke en commerciële zender. Vanaf 1994 is het medialandschap fors

gecommercialiseerd. De rol van de journalist is daarnaast in deze jaren enorm veranderd door de veranderingen van de nieuwsmarkt. Nieuws is geen publiek goed meer, wat een

toegenomen druk op de traditionele journalistiek met zich meebrengt – in hoeverre is de journalistiek dan nog nodig, indien het publiek in staat is eigen content te creëren (Peters & Broersma, 2013, p. 1)? Vanaf de millenniumwisseling zijn er vele uitdagingen voor de journalistiek ontstaan (Peters & Broersma, 2013, p.1). Zowel de technologische

ontwikkelingen als de ontwikkelingen in de journalistiek zijn ingrijpend geweest voor de manier van mediaberichtgeving (Vettehen, Nuijten & Beentjes, 2005; Strömback, Djerf-Pierre & Shehata, 2012). Het mag duidelijk zijn dat het moeilijker is geworden om een groot aantal kijkers te behouden. Het is aannemelijk dat de berichtgeving sterk is veranderd door deze ontwikkeling. In 2005 en 2006 blijkt strategisch nieuws aanwezig te zijn in verkiezingsnieuws van het NOS Achtuurjournaal en het RTL Nieuws (Adriaansen, 2011; Elenbaas & De Vreese 2007). Omdat er tevens een relatie bestaat tussen strategisch nieuws en politiek cynisme, is het interessant om te onderzoeken hoe strategisch nieuws is veranderd en in hoeverre dit vandaag de dag aanwezig is. Zoals genoemd valt de mate waarin de journalist kritiek uit of de kritiek van een politicus/partij of land laat zien naar een andere politicus/partij of land, mede onder strategisch nieuws. Kritiek is veelal negatief, negatief nieuws trekt meer kijkers en is daardoor ook een vorm van entertainment (Soroka & McAdams, 2015). Dit zorgt voor hogere

(12)

12

kijkcijfers en het economisch gewin speelt bij RTL een grote rol. Op basis van deze kennis is de volgende hypothese opgesteld.

H2: De mate van strategisch nieuws neemt meer toe in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal vanaf 1994 tot 2003 en verder 2012.

2.4 Negatieve toon

Politiek nieuws met een negatieve toon omvat vijf mogelijke manieren waarop een negatieve toon tot uiting komt (Lengauer, Esser & Berganza, 2012). De eerste twee manieren betreffen een algehele negatieve toon in het nieuwsitem ten opzichte van de politiek over een issue, en de mate waarin negatieve scenario’s als aannemelijk worden gezien. De derde manier hangt samen met strategisch nieuws: de mate waarin het nieuwsitem de focus legt op conflict. Een nieuwsitem bevat conflict wanneer twee of meer geschillen tussen politieke actoren worden geportretteerd. De vierde manier betreft een negatieve toon die het falen of een zwakte van politieke actoren benadrukt en de laatste manier omvat een negatieve toon waarmee de journalist een negatieve toon hanteert tegenover een politieke actor en haar organisatie (politieke partij).

Zoals uit de inleiding is gebleken, is er relatief veel onderzoek gedaan naar negatieve toon van het RTL Nieuws en het NOS Achtuurjournaal. Het onderzoek van Takens et al. (2013)

concludeerde een matige toename van negatieve toon in termen van conflict in beide

nieuwszenders vanaf 1998 tot 2006 en een relatief grote toename tussen 2006 en 2010. Brants en Van Praag (2006) schetsten echter al eerder een overkritische, cynische en sceptische journalist. Deze rol is ook gebleken uit meerdere journalistenstudies (Van Aelst & Aalberg, 2011; Albaek et al., 2011; Brants et al., 2009; Van Praag et al., 2010). Hieruit volgt de derde hypothese.

H3: De mate van negatieve toon neemt toe vanaf 1994 tot 2003 en 2012.

De meeste onderzoeken strijken dus met de theorie van Brants en Van Praag (2006), waaruit beredeneerd kan worden dat tegenwoordig meer negatieve toon wordt gehanteerd dan een positieve toon: Kleinnijenhuis et al. (2006) vonden dat in 2002 zowel het NOS

Achtuurjournaal als het RTL Nieuws meer een negatieve toon dan een positieve toon

gebruikten in hun berichtgeving. Ook is er bewijs gevonden voor de meer negatieve toon van een commerciële zender dan van een publieke zender: Schuck en De Vreese (2009) vonden dat in 2005 het RTL nieuws een negatievere toon hanteerde dan het NOS Achtuurjournaal.

(13)

13

Op basis van de genoemde overeenstemmende resultaten van andere onderzoeken wordt er verwacht dat negatieve toon meer voorkomt in het RTL Nieuws dan in het NOS

Achtuurjournaal. Hieruit volgt de vierde hypothese.

H4: Negatieve toon komt meer voor in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal in de jaren 1994, 2003 en 2012.

Zoals in de inleiding is genoemd, is dit onderzoek relevant omdat strategisch nieuws (Cappelle & Jamieson, 1996, 1997; De Vreese, 2004; Elenbaas, De Vreese, 2008) en negatieve toon (Kleinnijenhuis et al., 2006; Cappella & Jamieson, 1996) invloed hebben op het politiek cynisme van de burger. Dit is de reden dat het relevant is om te kijken in hoeverre meer strategisch nieuws in een nieuwsitem voorkomt als de toon van het nieuwsitem negatief is. Er wordt meer strategisch nieuws verwacht in een nieuwsitem waar een negatieve toon wordt gehanteerd, dan in een nieuwsitem zonder negatieve toon, omdat conflict een onderdeel is van strategisch nieuws. En berichtgeving over conflict – waarin twee geschillen van

politieke actoren tegenover worden elkaar worden gezet – is tevens een dimensie van negatieve toon (Lengauer et al., 2012). Zodoende is een vijfde hypothese opgesteld. H5: Een nieuwsitem bevat meer strategisch nieuws als het nieuwsitem een negatieve toon bevat.

Uit de aanleiding van dit onderzoek bleek dat negatieve toon niet enkel tot uiting komt in de algehele toon van een nieuwsbericht. Of het nieuwsitem begint en/of eindigt met een negatief aspect van het bepaalde nieuwsbericht, speelt sterk mee in de mate van beïnvloeding van de publieke opinie. Een negatieve of positieve toon aan het begin of aan het eind van een nieuwsitem draagt namelijk bij aan de mate van herinnering. Dit komt tot uiting in de begrippen primacy en recency, die inhouden dat het begin dan wel het eind van een bericht wordt onthouden (Mayo & Crockett, 1964). De aanleiding van dit onderzoek liet zien dat de toon aan het begin en aan het einde van een nieuwsitem sterk kan verschillen per zender. Er is geen onderzoek bekend waarin dit fenomeen is onderzocht in de context van politiek nieuws in de tijd rondom Tweede Kamerverkiezingen.

Omdat er sinds de komst van het internet veel nieuwsbronnen bij zijn gekomen, is de concurrentie toegenomen en is het moeilijker voor nieuwszenders om een groot publiek te trekken. Het gebruik van een negatieve toon is een manier om meer kijkers te genereren, omdat negativiteit de aandacht trekt en dus resulteert in hogere kijkcijfers (Soroka &

(14)

14

McAdams, 2015). Omdat RTL een commerciële zender is, zijn zij gebaat bij zo hoog mogelijke kijkcijfers. Hieruit volgen de laatste twee hypothesen.

H6: Het begin en het einde van een nieuwsitem zijn vaker negatief in 2012 dan in 1994. H7: RTL Nieuws begint en eindigt het politieke nieuwsitem vaker negatief dan het NOS Achtuurjournaal.

3. Methode

3.1 Kwantitatieve inhoudsanalyse

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden is er gebruik gemaakt van een kwantitatieve inhoudsanalyse. In dit onderzoek is het doel namelijk de verandering dan wel de continuïteit van strategisch nieuws en negatieve toon te onderzoeken, een kwantitatieve inhoudsanalyse is dan de beste methode. In de onderzoeken waarin de mate van strategisch nieuws of negatieve toon in een nieuwsitem zijn onderzocht, wordt tevens een kwantitatieve inhoudsanalyse gebruikt (Adriaansen, 2011; Elenbaas & De Vreese, 2007; Elenbaas & De Vreese, 2008; De Vreese, 2004; Kleinnijenhuis et al., 2006; Schuck en De Vreese, 2009; Takens et al., 2013). Een kwantitatieve inhoudsanalyse geeft objectieve en niet vertekende resultaten, die

eenvoudig geïnterpreteerd kunnen worden door statistische analyses uit te voeren, waardoor de resultaten kunnen worden gegeneraliseerd (Riffe, Lacy & Fico, 2014; blz. 135).

3.2 Onderzoeksinstrument

3.2.1 Keuze media

Er is gekozen om de Nederlandse publieke en commerciële omroep te onderzoeken, omdat hier weinig tot geen onderzoek is naar gedaan omtrent strategisch nieuws en negatieve toon. Het materiaal dat wordt onderzocht zijn de best bekeken avondjournaals van Nederland: het NOS Achtuurjournaal (20:00) en het RTL Nieuws (19:30). Er is gekozen voor televisie omdat dit de voornaamste nieuwsbron is boven krant, radio en internet (Schönbach & Waal, 2011). De uitzendingen waar een sample uit is verkregen omvat drie weken voor elke

verkiezingsperiode tot en met de dag voor de verkiezing in de jaren 1994, 2003 en 2012. Deze keuze is gemaakt om de dag van de verkiezing niet mee te nemen, omdat het avondjournaal dan ruimschoots meer items bevat over verkiezingen, wat de resultaten zou beïnvloeden. Daarnaast is voor deze periode gekozen, omdat in deze tijd van het verkiezingsjaar de kans op

(15)

15

politiek nieuws het grootst zou zijn en in deze drie weken van de verkiezingsjaren 2003 en 2012 was het volledige archief beschikbaar. Voor het jaar 1994 was de laatste week voor de verkiezingen echter niet beschikbaar. Hiervoor is de vierde week voor de verkiezingen in de plaats gekomen. Hierdoor kan een vergelijking worden gemaakt tussen het jaar voor en de jaren na het millennium. In deze tijd is het medialandschap en de rol van de journalist namelijk sterk veranderd (Brants & Van Praag, 2006). Om te controleren in hoeverre dit probleem de resultaten beïnvloedt, is een grafiek uitgedraaid waar de vierde week voor de verkiezingen in 1994 en de laatste week van 2003 en 2012 zijn er uitgefilterd, zodat mogelijke afwijkingen worden opgemerkt. De trends blijken vrijwel gelijk, waardoor de resultaten niet beïnvloed lijken te worden door dit probleem. Deze grafiek is te vinden in Appendix C.

3.2.2 Samplingprocedure

De avondjournaals zijn verkregen via verschillende bronnen. De uitzendingen van het NOS Achtuurjournaal uit 2003 en 2012 zijn verkregen via het Beeld en Geluid Instituut in Hilversum. De uitzendingen van het RTL Nieuws uit de jaren 1994 en 2003 en de uitzendingen van het NOS Achtuurjournaal uit 1994 zijn ter beschikking gesteld door de collectie van de Amsterdam School of Communication Research (ASCoR). De uitzendingen van het RTL Nieuws uit het jaar 2012 zijn verkregen via Remko Liscaljet, medewerker van RTL Nederland. De data bestaat uit 166 uitzendingen, met dus 21 uitzendingen per omroep per jaar.1 De gestratificeerde steekproef omvatte negen uitzendingen per journaal per jaar, die willekeurig zijn geselecteerd. Uiteindelijk was de steeproefgrootte dus 54 uitzendingen.

3.2.3 Metingen variabelen

In dit onderzoek ligt de nadruk op de aanwezigheid van strategisch nieuws en negatieve toon in ál het politieke nieuws. De registratie-eenheid is dus het nieuwsitem: vanaf het eerste woord dat wordt gezegd na de leader tot het laatste woord dat is gezegd voor aanvang van het nieuwsitem over het weer. De twee afhankelijke variabelen zijn strategisch nieuws en

negatieve toon. Alle items voor strategisch nieuws en negatieve toon worden op een

1

Dit zijn de periodes die zijn gecodeerd:

Verkiezingsperiode 1 1 april 1994 – 23 april 1994

Verkiezingsperiode 2 31 december 2002 – 21 januari 2003 Verkiezingsperiode 3 21 augustus 2012 – 11 september 2012

(16)

16

dichotome schaal gemeten: 0 = Nee (afwezig) en 1= Ja (aanwezig). Een voorbeeld ter illustratie:

D10: Laat het nieuwsitem een meningsverschil/onenigheid zien tussen partijen, individuen, groepen en/of landen?

0. Nee 1. Ja

Voor strategisch nieuws zijn negen items opgesteld. Deze items zijn opgesteld op basis van Elenbaas & De Vreese (2008) en Adriaansen (2011), deze items omvatten: (1) focus op stijl en presentatie van politiek optredens, (2) focus op de strategie die de politicus/partij hanteert om verkiezingen of debatten te winnen, (3) focus op ‘winnaars’ en ‘verliezers in de politiek in het algemeen, (4) focus op ‘winnaars’ en ‘verliezers’ in verkiezingen of debatten, (5)

verwijzingen naar peilingen, (6) het laten zien van onenigheid/meningsverschil tussen

politici/partijen of landen, (7) het laten zien van kritiek dat wordt geuit van een politicus/partij op een andere politicus/partij, (8) gebruik van sport- en oorlogstermen en (9) of het item twee of meerdere kanten van het verhaal laat zien.

Een Mokkenschaal analyse is uitgevoerd om vervolgens een somschaal te kunnen maken, waarmee analyses uitgevoerd konden worden. Hieruit bleek dat de negen items voor strategisch nieuws een valide schaal vormen: kritiek tussen politieke actoren (H = 0,33, p<0,001), twee of meer kanten van het verhaal (H = 0,36, p<0,001) en focus op strategie (H = 0,43, p<0,001) passen gemiddeld in de schaal van strategisch nieuws. De items focus op stijl en presentatie (H = 0,57, p<0,001), gebruik van sport- en oorlogstermen (H = 0,55, p<0,001), PEILINGEN (H = 0,54, p<0,001), winnen of verliezen van politieke actoren in het algemeen (H = 0,56, p<0,001) en winnen of verliezen in verkiezingen of debatten (H = 0,55, p<0,001) passen sterk in de schaal van strategisch nieuws.

Daarnaast zijn er drie items opgesteld om negatieve toon te kunnen meten. Er zijn twee items opgesteld op basis van de primacy en recency theorie van Mayo & Crockett (1964): of het item begint met een negatieve toon ten opzichte van een politicus/partij en of het item eindigt met een negatieve toon ten opzichte van een politicus/partij.

Het derde item dat negatieve toon meet vraagt of de toon in het nieuwsitem voornamelijk negatief is tegenover een politicus, partij, politiek beleid of tegenover de politiek in het algemeen. Nieuws met een negatieve toon kan op vijf manieren tot uiting komen in een

(17)

17

nieuwsitem (Lengauer, Esser & Berganza, 2012): (1) een algehele negatieve toon in het nieuwsitem ten opzichte van de politiek op het niveau van het issue, het opsommen van statements door politieke actoren of de journalist die het verhaal creëert; (2) een negatieve toon die indiceert dat negatieve consequenties, scenario’s of gevolgen aannemelijk zijn; (3) een negatieve toon die de mate van confrontatie, machtsproblemen of wederzijdse aanvallen tussen en op politieke actoren reflecteert; (4) een negatieve toon van de journalist die de nadruk legt op de zwakheid, het falen, incompetentie of problemen van politieke actoren; (5) een negatieve toon van de journalist tegenover de politieke actor en haar organisatie, ook wel de politieke partij.

Bovenstaande geeft de eerste operationalisatie weer van negatieve toon die duidelijk weergeeft wat negatieve in dit onderzoek inhoudt. Om negatieve toon zo nauwkeurig mogelijk te meten, wordt een tweede manier van Just, Crigler en Buhr (1999) gebruikt. Zij hebben namelijk een lijst opgesteld van negatief geladen woorden, die een negatieve toon in een nieuwsitem beschrijven. Dit is terug te vinden in het codeboek onder Appendix A. Ook de derde variabele betreft een dummyvariabele.

De onafhankelijke variabelen die in dit onderzoek worden meegenomen zijn tijd (in jaren: 1994, 2003 en 2012) en zender (0 = NOS Journaal en 1 = RTL Nieuws). De tijd wordt meegenomen om de hypothesen 1, 2, 3, 4 en 6 te kunnen toetsen en met zender worden hypothesen 2, 4 en 7 getoetst.

3.3 Betrouwbaarheid

Om de intercodeurbetrouwbaarheid te waarborgen, hebben drie codeurs een aantal items gecodeerd. Via SPSS is de Krippendorf’s Alpha uitgerekend. De keuze voor deze statistische analyse is gemaakt omdat deze het meest betrouwbaar is, in vergelijking met bijvoorbeeld Cohens Kappa (Krippendorff, 2004). Vele items bleken op meerdere manieren te

interpreteren, waardoor in totaal drie keer de intercodeurbetrouwbaarheid is berekend. De Krippendorff’s Alpha varieerden tussen uiteindelijk tussen de 0.72 en 1, en zijn in hun volledigheid te vinden in Appendix B.

3.4 Analyses

Voor H1 is een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd, H2 is getoetst door middel van een meervoudige regressieanalyse met interactie-effect. H3 en H4 zijn getoetst aan de hand van

(18)

18

een logistische regressieanalyse. H5 is getoetst door middel van een onafhankelijke t-test. En voor H6 en H7 zijn vier logistische regressieanalyses uitgevoerd.

4. Resultaten

De 43 gecodeerde uitzendingen bevatten 232 politieke nieuwsitems waarvan 94 uit 1994, 73 uit 2003 en 65 uit 2012. Van de 232 gecodeerde politieke items waren 70 items

verkiezingsnieuws, waarvan 68 items minstens één element van strategisch nieuws bevatte. Er waren dus 162 politieke items die niet over verkiezingen gingen. Van de 162 items bevatten 92 items minstens één element van strategisch nieuws. De tabellen staan in Appendix C. Onderstaande grafiek laat de verandering zien in strategisch nieuws en negatieve toon van het NOS Achtuurjournaal en het RTL Nieuws. Strategisch nieuws neemt toe door de tijd heen, terwijl er geen eenduidige uitspraak kan worden gedaan over het verschil per zender. Voor negatieve toon blijkt dit andersom: de gemiddelde negatieve toon lijkt niet toe te nemen per jaar, terwijl er wel een eenduidige uitspraak kan worden gedaan over het verschil per zender: over alle drie de jaren lijkt het RTL Nieuws meer negatieve toon te gebruiken dan het NOS Achtuurjournaal. H1 t/m H4 laten zien in hoeverre deze resultaten significant zijn.

(19)

19

Figuur 2. Het gemiddelde strategisch nieuws en de gemiddelde negatieve toon per zender per jaar.

H1: De mate van strategisch nieuws neemt toe per jaar vanaf 1994 tot 2003 en 2012. Voor de eerste hypothese is een multivariate regressieanalyse uitgevoerd met strategisch nieuws als afhankelijke variabele en 2003 en 2012 als onafhankelijke variabele met 1994 als referentiejaar (dus voor 2003: 1994 = 0 en 2003 = 1 en voor 2012: 1994 = 0 en 2012 = 1). Het blijkt dat er significant verband is tussen strategisch nieuws en het jaar, F (2, 231) = 3,53 p = 0,03. De verklaarde variantie is klein. Het jaar verklaart slechts voor 3,0% de verschillen in strategisch nieuws in het nieuwsitem (R² = 0,030). Uit tabel 1 (zie Appendix C) kan onder andere worden afgelezen dat een nieuwsitem in 2012 0,90 meer strategisch nieuws bevatte dan in 1994. Strategisch nieuws bestaat uit een somschaal van negen items, waardoor er gezegd kan worden dat een nieuwsitem uit 2003 en 2012 bijna één element (van de negen) meer bevat van strategisch nieuws dan een nieuwsitem in 1994. Vervolgens zijn de

probabiliteiten berekend om de precieze sterkte en richting van het effect van jaar op de mate van strategisch nieuws te meten. Hieruit blijkt het volgende: op een schaal van 9 was er in

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 N O S R T L N O S R T L N O S R T L 1 9 9 4 1 9 9 4 2 0 0 3 2 0 0 3 2 0 1 2 2 0 1 2

(20)

20

1994 gemiddeld 1,74 strategisch nieuws, in 2003 2,49 en in 2012 2,65. H1 wordt dus aangenomen.

H2: De mate van strategisch nieuws neemt meer toe in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal vanaf 1994 tot 2003 en verder in 2012.

H2 is gemeten door middel van een meervoudige regressieanalyse voor strategisch nieuws met de onafhankelijke variabelen bron en jaar, met een interactie-effect voor strategisch nieuws te toetsen tussen jaar en zender. Tabel 2 (zie Appendix C) laat zien dat er geen interactie-effect is tussen jaar en journaal. De mate van strategisch nieuws neemt dus niet significant meer toe in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal vanaf 1994 tot 2003 en verder in 2012. H2 wordt dus niet bevestigd.

H3: De mate van negatieve toon neemt toe vanaf 1994 tot 2003 en 2012.

Om H3 en H4 te beantwoorden, is een logistische regressieanalyse voor negatieve toon uitgevoerd. Anders dan strategisch nieuws, is van negatieve toon een dummyvariabele gemaakt. Hierdoor behoort een lineaire regressieanalyse niet meer tot de mogelijkheden. Een logistische regressieanalyse biedt in dit geval de oplossing. Er blijkt (net) geen significant verband te zijn tussen de onafhankelijke variabelen jaar en nieuwsbron en de afhankelijke variabele negatieve toon χ2 (3, N = 232) = 7,66, p = 0,054, Pseudo R² = 0,052. Uit tabel 2 is af te lezen dat jaar geen significant effect heeft op de mate van negatieve toon in een

nieuwsitem, waardoor H3 niet wordt bevestigd.

H4: Negatieve toon komt meer voor in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal in de jaren 1994, 2003 en 2012.

Nieuwsbron blijkt – in tegenstelling tot variabele jaar – wel een significant effect te hebben op de mate van negatieve toon in een nieuwsitem.2 Omdat nieuwsbron een significant positief effect heeft op de mate van negatieve toon in een nieuwsitem, worden de probabiliteiten berekend. Als deze zijn berekend, kan de sterkte van het effect worden besproken. Hieruit blijkt dat de voorspelde kans van negatieve toon voor het NOS Achtuurjournaal 14% is. Voor het RTL Nieuws geldt een voorspelde kans van negatieve toon van 25%. Negatieve toon komt dus inderdaad meer voor in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal. H4 wordt dus bevestigd.

(21)

21

H5: Een nieuwsitem bevat meer strategisch nieuws als het nieuwsitem een negatieve toon bevat.

De vijfde hypothese is getoetst aan de hand van een onafhankelijke t-test waar wordt getoetst of de gemiddelde scores van strategisch nieuws in een nieuwsitem significant verschillen als er wel of geen algehele negatieve toon aanwezig is in het nieuwsitem. Uit de gecodeerde nieuwsitems (N = 232) blijkt dat strategisch nieuws in een nieuwsitem significant verschilt van een nieuwsitem zonder negatieve toon (M = 2,00, SD = 2,31) dan nieuwsitems met een negatieve toon (M = 3,18, SD = 2,36).3 Nieuwsitems met een negatieve toon bevatten meer strategisch nieuws dan nieuwsitems zonder negatieve toon. H5 wordt dus bevestigd.

H6: Het begin en het einde van een nieuwsitem zijn vaker negatief in 2012 dan in 1994. Om deze hypothese te toetsen zijn twee logistische regressieanalyses uitgevoerd. Er is eerst één analyse uitgevoerd waarin de mate van negatieve toon aan het begin van het nieuwsitem werd vergeleken tussen 1994 en 2012. Jaar bleek geen voorspellende variabele te zijn voor de mate van negatieve toon aan het begin van het nieuwsitem χ2 (1, N = 159) = 2,34, p = 0,13, Nagelkerke R² = 0,24.

Een tweede logistische regressieanalyse is uitgevoerd waarin de mate van negatieve toon aan het einde van het nieuwsitem werd vergeleken tussen 1994 en 2012. Jaar bleek ook geen voorspellende variabele te zijn voor de mate van negatieve toon aan het einde van het nieuwsitem χ2 (1, N = 159) = 0,79, p = 0,37, Nagelkerke R² = 0,10. H6 moet dus verworpen worden.

H7: RTL Nieuws begint en eindigt het politieke nieuwsitem vaker negatief dan het NOS Achtuurjournaal.

Waar H6 het jaar als onafhankelijke variabele toetste, toetst H7 de nieuwsbron als

onafhankelijke variabele voor de mate van negatieve toon aan het begin en aan het einde van een nieuwsitem. Ook voor deze hypothese zijn twee logistische regressies uitgevoerd. Er blijkt een significant positief effect te zijn tussen nieuwsbron en de mate van negatieve toon op het begin van een nieuwsitem, χ2 (1, N = 232) = 4,89, p = 0,03, Nagelkerke R² = 0,034. Om achter de sterkte van het effect te komen, zijn de probabiliteiten berekend. Voor het NOS

3

Strategisch nieuws in een nieuwsitem verschilt significant van een nieuwsitem zonder negatieve toon, t (230) = -3,05, p = 0,003, CI 95% [-1,17, -0,38], d = 0,50

(22)

22

Achtuurjournaal blijkt de voorspelde kans op een negatieve toon aan het begin van een nieuwsitem 13%, terwijl dit voor het RTL Nieuws 24% blijkt te zijn.

Het effect van nieuwsbron op de mate van een negatieve toon aan het einde van een

nieuwsitem blijkt ook significant positief te zijn, χ2 (1, N = 232) = 5,65, p = 0,02, Nagelkerke R² = 0,045. Ook voor dit effect zijn de probabiliteiten berekend om de sterkte van het effect te bepalen. Voor het NOS Achtuurjournaal blijkt de voorspelde kans voor een negatieve toon aan het einde van een nieuwsitem 8% te zijn, terwijl dit voor het RTL Nieuws 18% is. H4 wordt dus bevestigd en moet worden aangenomen.

5. Conclusie en discussie

5.1 Conclusie

In deze thesis stond de volgende onderzoeksvraag centraal: In hoeverre verschilt het gebruik van strategisch nieuws en een negatieve toon in journalistieke berichtgeving over politiek nieuws in de Nederlandse publieke en commerciële omroepen in de jaren 1994, 2003 en 2012?

Niet eerder werden de twee indicatoren strategisch nieuws en negatieve toon van het NOS Achtuurjournaal en het RTL Nieuws voor politiek cynisme binnen hetzelfde onderzoek bekeken. Voor strategisch nieuws kan worden geconcludeerd dat de mate van strategisch nieuws significant per jaar verschilt: in 2003 bevat een nieuwsitem significant meer strategisch nieuw dan in 1994 en voor 2012 geldt dit idem dito (H1). Strategisch nieuws neemt echter niet significant meer toe in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal per jaar (H2). Dit onverwachte resultaat kan worden verklaard door de journalistieke

rolverandering naar meer cynisch, kritisch en entertainmentgericht (Brants & Van Praag, 2006). In theorie zou deze rolverandering meer invloed kunnen hebben gehad op de

berichtgeving dan de commercialisering van het medialandschap, waardoor de verwachting werd geschept dat het RTL Nieuws meer strategisch nieuws zou bevatten – door de linkbare elementen van strategisch nieuws met negatieve toon – dat meer kijkers trekt (Soroko & McAdams, 2015). Verder kunnen de resultaten uit H1 en H2 niet worden vergeleken, omdat strategisch nieuws nog niet door de tijd heen is onderzocht.

Voor negatieve toon kan worden geconcludeerd dat de mate van negatieve toon wel verschilt per zender: het RTL Nieuws bevat meer negatieve toon ten opzichte van een politicus, partij of politiek beleid dan het NOS Achtuurjournaal. Dit resultaat van H3 komt overeen met de

(23)

23

resultaten van Schuck en De Vreese (2009) en Kleinnijenhuis et al. (2006). Ondanks dat er werd verwacht de negatieve toon toe zou nemen door de tijd heen door de meer kritische en wantrouwende journalist (Brants & Van Praag, 2006) – die tevens is bevestigd in enkele journalistenstudies (Van Aelst & Aalberg, 2011; Albaek et al., 2011; Brants et al., 2009; Van Praag et al., 2010) – blijkt de mate van negatieve toon niet significant te verschillen per jaar (H4). Het onverwachte resultaat zou verklaard kunnen worden doordat ervan uit werd gegaan dat de meer cynische en sceptische journalist zou samenhangen met het hanteren van een negatieve toon. Uit de resultaten blijkt dat het niet hoeft te betekenen dat de toon van de journalist negatiever wordt.

Daarnaast bleek dat er significant meer strategisch nieuws in een politiek nieuwsitem zit als de toon negatief is, waarmee H5 wordt bevestigd. Ondanks dat dit tot dusver nog niet was onderzocht, werd deze verwachting geschept door het feit dat de aanwezigheid van conflict tussen politieke actoren in een nieuwsitem zowel een onderdeel is van strategisch nieuws als van negatieve toon.

De laatste twee hypothesen maten de invloed van jaar en zender op de mate van negatieve toon aan het begin en aan het einde van het politieke nieuwsitem.Vooralsnog was hier nog geen onderzoek naar gedaan in het RTL Nieuws en het NOS Achtuurjournaal. Jaar bleek geen significante invloed te hebben op de mate van negatieve toon aan zowel het begin als aan het einde van het politieke nieuwsitem. Zender had daarentegen wel een significante invloed op de mate van negatieve toon aan zowel het begin als aan het einde van het politieke

nieuwsitem: het RTL Nieuws begon en eindigde significant vaker het politieke nieuwsitem met een negatieve toon ten opzichte van een politicus, partij of een politiek beleid dan het NOS Achtuurjournaal. Dit resultaat maakt experimenteel onderzoek naar de invloed van negatieve toon – een indicator voor politiek cynisme onder burgers - aan het begin en op het einde van een nieuwsitem meer relevant, omdat volgens de theorieën van primacy en recency het begin dan wel het einde van een nieuwsitem mensen kunnen beïnvloeden.

(24)

24

Het onderzoek had een aantal beperkingen. De grootste beperking was de omvang van de sample. Het codeboek was eigenlijk te lang om in het gegeven tijdsbestek meer data te coderen. Dit schaadt de betrouwbaarheid van de conclusies. Als er meer uitzendingen waren gecodeerd, was het aannemelijk geweest dat bijvoorbeeld een significant effect zou optreden van H2, H3 en H6. Een beperking die daarmee in verband staat is het feit dat de groepen per jaar niet gelijk waren. Zo waren er 94 politieke items uit 1994, 73 uit 2003 en 65 uit 2012 gecodeerd. Hierdoor hebben de resultaten uit 2003 en 2012 minder statistische kracht dan de resultaten uit 1994 en is de vergelijking tussen jaren minder betrouwbaar. De gecodeerde politieke items per jaar per zender waren vrijwel gelijk op 2012 na. In dit jaar zijn 28 politieke items van het NOS Achtuurjournaal gecodeerd en 37 van het RTL Nieuws.

Daarbij werd in dit onderzoek al het politieke nieuws meegenomen, in plaats van enkel verkiezingsnieuws. Andere onderzoekers deden enkel onderzoek naar strategisch nieuws in verkiezingsnieuws (Adriaansen, 2011; Elenbaas & De Vreese, 2009; De Vreese, 2004). Waar strategisch nieuws voorkwam in bijna al het verkiezingsnieuws, was er in iets meer dan de helft van de niet-verkiezingsitems strategisch nieuws aanwezig. Strategisch nieuws was nog niet onderzocht in alle politieke nieuwsitems en daarmee is het meer een bevinding dan een beperking dat er toch relatief veel politieke nieuwsitems strategisch nieuws bevat. Derhalve dienen de conclusies voorzichtig te worden getrokken door het relatief beperkt aantal politieke nieuwsitems waar strategisch nieuws in voorkwam,.

Ondanks de beperkte samplegrootte, zijn enkele significante resultaten interessant voor vervolgonderzoek. Het resultaat van H7 is het sterkste en meest noemenswaardige resultaat uit het onderzoek. Voor alle jaren (1994, 2003 en 2012) blijkt het RTL Nieuws aan zowel het begin als aan het einde een meer negatieve toon te hanteren dan het NOS Achtuurjournaal. Waar in vorige onderzoeken is vastgesteld dat strategisch nieuws politiek cynisme

teweegbrengt onder burgers, zou negatieve toon ook een verklaring kunnen zijn van dit fenomeen. In Nederland is echter nog geen onderzoek gedaan naar de invloed van - zoals in dit onderzoek gemeten - negatieve toon in politieke nieuwsberichten/verkiezingsnieuws op politiek cynisme. Er zou dus via experimenteel onderzoek moeten worden gekeken naar de invloed van negatieve toon aan het begin en aan het einde van een nieuwsitem op het politiek cynisme van de burgers.

(25)

25

Concluderend zijn er aantal betekenisvolle resultaten uit dit onderzoek gekomen: de

uitkomsten van dit onderzoek laten zien dat strategisch nieuws toeneemt door de gecodeerde jaren heen, maar niet meer in het RTL Nieuws dan in het NOS Achtuurjournaal. Dit is een zorgwekkende bevinding, aangezien vorige onderzoeken concludeerden dat politiek cynisme een gevolg kan zijn van de blootstelling aan strategisch nieuws (Adriaansen, 2011, Cappelle & Jamieson, 1996, 1997; De Vreese, 2004; Elenbaas & De Vreese, 2007; Elenbaas & De Vreese, 2008). Met het gegeven dat negatieve toon ook een indicator is voor politiek cynisme (Kleinnijenhuis et al., 2006; Cappella & Jamieson, 1996), is de berichtgeving van RTL Nieuws nog zorgwekkender, aangezien uit dit onderzoek is gebleken dat RTL Nieuws significant meer negatieve toon hanteert dan het NOS Achtuurjournaal. Om een eenduidig beeld te krijgen van de aanwezigheid van strategisch nieuws en negatieve toon en de invloed ervan op de burgers, zou vervolgonderzoek zich moeten richten op de invloed van deze twee concepten – in alle vooraanstaande nieuwsmedia in Nederland – op politiek cynisme van de burgers.

(26)

26 Referenties

Adriaansen, M. L. (2011). Versatile citizens: Media reporting, political cynicism and voter behavior.

Albaek, E., Van Dalen, A., & Vreese, de. C. (2011). Suspicious minds: Explaining political cynicism among political journalists in Europe. European Journal of Communication, 26(2), 147-162. doi: 10.1177/0267323111404841

Bennett, S. E., Rhine, S. L., Flickinger, R. S., & Bennett, L. L. (1999). " Video Malaise" Revisited Public Trust in the Media and Government. The Harvard International Journal of Press/Politics, 4(4), 8-23. doi: 10.1177/1081180X9900400402

Bennett, W. L. (1996). News: The politics of illusion (3rd ed.). New York: Longman. Brants, K., & Van Praag, P. (2006). Signs of media logic half a century of political communication in the Netherlands. Javnost-the public, 13(1), 25-40. doi:

10.1080/13183222.2006.11008905

Broh, C. A. (1980). Horse-race journalism: Reporting the polls in the 1976 presidential election. Public Opinion Quarterly, 44(4), 514-529. doi: 10.1086/268620

Buhr, T., Just, M., Crigler, A.(1999). Voice, substance, and cynicism in presidential campaign media. Political Communication, 16(1), 25-44. doi: 10.1080/105846099198758

Cappella, J. N., & Jamieson, K. H. (1996). News frames, political cynicism, and media cynicism. The Annals of the American Academy of Political and Social Science. 546. 71-84. doi: 1048171

Cappella, J. N., & Jamieson, K. H. (1997). Spiral of cynicism. The press and the public good. New York: Oxford University Press.

Deuze, M. (2005). What is journalism? Professional identity and ideology of journalists reconsidered. Journalism, 6(4), 442-464. doi: 10.1177/1464884905056815

De Vreese, C. (2004). The effects of strategic news on political cynicism, issue evaluations, and policy support: A two-wave experiment. Mass Communication & Society, 7(2), 191-214. doi: 10.1207/s15327825mcs0702_4

Elenbaas, M., & De Vreese, C. H. (2007). Effecten van strategisch nieuws op politiek cynisme en stemkeuze onder jonge kiezers in een referendum. Tijdschrift voor

(27)

27

Elenbaas, M. & De Vreese, C. H. (2008). Media in the game of politics: Effects of strategic metacoverage on political cynicism. The International Journal of Press/Politics, 13(3), 285-309. doi: 10.1177/1940161208319650

Esser, F. (2013). Mediatization as a challenge: media logic versus political logic. In Democracy in the Age of Globalization and Mediatization. 155-176.

Gamson, W. A., and A. Modigliani. (1987). “The Changing Culture of Affirmative Action.” Research in Political Sociology, vol. 3, ed. R. G. Braungart and M. M. Braungart, 137-177. Greenwich, CT: JAI.

Jamieson, K. H. (1992). Dirty politics: Deception, distraction, and democracy. New York: Oxford University Press.

Jebril, N., Albæk, E., & De Vreese, C. H. (2013). Infotainment, cynicism and democracy: The effects of privatization vs personalization in the news. European Journal of Communication, 0(0). 1-17. doi: 10.1177/0267323112468683

Kleinnijenhuis, J., Van Hoof, A. M., & Oegema, D. (2006). Negative news and the sleeper effect of distrust. The Harvard International Journal of Press/Politics, 11(2), 86-104. doi: 10.1177/1081180X06286417

Krippendorff, K. (2004). Reliability in content analysis. Human Communication Research, 30(3), 411-433. doi: 10.1111/j.1468-2958.2004.tb00738.x

Lawrence, R. G. (2000). Game-framing the issues: Tracking the strategy frame in public policy news. Political Communication, 17(2), 93-114. doi: 10.1080/105846000198422 Lengauer, G., Esser, F., & Berganza, R. (2012) Negativity in political news: A review of concepts, operationalizations and key findings. Journalism, 12(2): 179–202.

doi:10.1177/1464884911427800

Mayo, C. W., & Crockett, W. H. (1964). Cognitive complexity and primacy-recency effects in impression formation. The Journal of Abnormal and Social Psychology, 68(3), 335. doi: 10.1037/h0041716

Meyer, T. (2002). Media Democracy: How the Media Colonize Politics. Cambridge, UK: Polity.

Meyer, T., & Hinchman, L. (2002). Media democracy. How the media colonize politics. Cambridge: Polity Press.

Peters, C., & Broersma, M. J. (2013). Rethinking journalism: Trust and participation in a transformed news landscape. Routledge.

(28)

28

Praag, van, P., Brants, K., & Vreese, de, C. (2010). Het wantrouwen tussen politici en journalisten. Bestuurskunde: orgaan van de Vereniging voor Be stuurskunde, 17(1), 11-19. Praag, van, P., & Eijk, van der, C. (1998). News Content and Effects in an Historic Campaign. Political Communication. 15, 165-184. doi: 10.1080/10584609809342364

Riff, D., Lacy, S., & Fico, F. (2014). Analyzing media messages: Using quantitative content analysis in research. Routledge.

Schönbach, K., & Waal, E. (2011). Het nieuwe media-aanbod: een gevaar voor de democratie? Medium: Tijdschrift Voor Studenten Communicatiewetenschappen Aan de Universiteit van Amsterdam, 2009(S34), 16

Schuck, A. R., & De Vreese, C. H. (2009). Reversed mobilization in referendum campaigns how positive news framing can mobilize the skeptics. The International Journal of

Press/Politics, 14(1), 40-66. doi: 10.1177/1940161208326926

Strömbäck, J. (2008). Swedish election news coverage: Towards increasing mediatization. The handbook of election news coverage around the world, 160-174.

Strömbäck, J., Djerf-Pierre, M., & Shehata, A. (2012). The dynamics of political interest and news media consumption: A longitudinal perspective. International Journal of Public

Opinion Research. 25(4). 414-435. doi: 10.1093/ijpor/eds018

Soroka, S., & McAdams, S. (2015). News, Politics, and Negativity. Political Communication, 32(1), 1–22. doi:10.1080/10584609.2014.881942

Takens, J., Van Atteveldt, W., van Hoof, A., & Kleinnijenhuis, J. (2013). Media logic in election campaign coverage. European Journal of Communication. 0(0). 1-17. doi: 10.1177/0267323113478522

Thussu, D. K. (2008). News as entertainment: The rise of global infotainment. Sage.

Van Aelst, P., & Aalberg, T. (2011). Between Trust and Suspicion: A Comparative Study of the Relationship Between Politicians and Political Journalists in Belgium, Norway and Sweden. Javnost-The Public, 18(4), 73-88. doi: 10.1080/13183222.2011.11009068

Vettehen, H. P., Nuijten, K., & Beentjes, J. (2005). News in an age of competition: The case of sensationalism in Dutch television news, 1995–2001. Journal of Broadcasting &

(29)

29

Appendix A: Codeboek

CODEBOEK JOURNALISTEN IN HET NIEUWS Instructies vooraf

In dit codeboek worden variabelen gecodeerd die gericht zijn op de analyse van soundbites. Het codeboek bestaat uit drie delen. Allereerst bevat het een algemeen deel waarin algemene informatie wordt gecodeerd op uitzending niveau (A). Daarnaast is er een deel dat gecodeerd wordt op item niveau (B/C) en als laatst is er een deel dat gecodeerd dient de worden op actor niveau (D); dit zijn de variabelen die van toepassing zijn op de analyse van verschillende actoren: Nederlandse politici.

Er wordt zowel een publieke zender als een commerciële zender gecodeerd. Het

nieuwsprogramma van de publieke omroep dat wordt gecodeerd is het NOS Achtuurjournaal uur en het betreft het nieuwsprogramma RTL Nieuws van de commerciële omroep.

A: ALGEMENE INFORMATIE OP UITZENDING NIVEAU

A1: Wat is de datum van de uitzending (ddmmjjjj)

A2: Codeur ID 1: Sophie 2: Joël 3: Antonio

A3: Uit welke nieuwsbron is het item afkomstig? 0. NOS-journaal van 20:00

(30)

30

A4: Tijdsduur van journaal / nieuws in seconden

→ (gemeten vanaf het eerste woord dat gezegd is na de leader tot en met het laatste woord dat gezegd wordt door de presentator, VOOR het weer)

…. seconden

B: SPECIFIEKE INFORMATIE OP ITEM NIVEAU

B1: Nummer het item door de datum op te schrijven met daarachter een underscore en het nummer dat aangeeft hoeveelste item het van de uitzending is, dus bijvoorbeeld: 4e item van 3 januari 2003 wordt 3/01/2003_4.

…..

FILTERS

Filter voor politieke items

Alle berichten die aan één (of meerdere) van de volgende voorwaarden voldoen, worden gezien als politiek nieuws.

 Er is een politicus aan het woord;

 Er is een politicus het onderwerp van het item;  Het item gaat over een politiek onderwerp.

B2: Betreft het item politiek nieuws?

0: Nee → stop met het coderen van dit item en ga verder met het volgende item 1: Ja → ga verder bij C1

Instructie: kijk het hele item en codeer daarna de volgende variabelen

Strategisch nieuws en negatieve toon

Let op! Als er op geen enkele manier politici, politieke partijen of andere politieke organisaties in het nieuwsitem voorkomen, ga dan verder met E1.

(31)

31

Toon

C1: Start de nieuwslezer het nieuwsitem met een negatieve toon ten opzichte van een politicus, partij of politiek beleid?

→ (Baseer je antwoord op de inleiding van de nieuwslezer.) 0.Nee

1. Ja

Strategisch nieuws

C2: Heeft het item te maken met een toekomstige Nederlandse coalitie, kabinetsvorming of een verkiezing?

→ (Er moet over oorzaken, gevolgen of andere aspecten rondom een toekomstige coalitie of kabinetsvorming worden gesproken.

Verkiezing betreft de volgende verkiezingen: Tweede Kamerverkiezingen, Eerste Kamerverkiezingen, Provinciale Statenverkiezingen, Waterschapsverkiezingen, Gemeenteraadsverkiezingen of Europese verkiezingen.)

0. Nee 1. Ja

C3: Betreft het een nieuwsitem over Tweede Kamerverkiezingen? 0. Nee

1. Ja

C4: Betreft het een nieuwsitem over Europese Verkiezingen?

→ (Het is niet genoeg als er ‘Europese Verkiezingen’ wordt genoemd in het nieuwsitem. Er moet inhoudelijk worden gesproken over Europese verkiezingen)

0. Nee 1. Ja

C5: Refereert het nieuwsitem naar winnaars en/of verliezers (met betrekking tot politici/politieke partijen)?

→ (Er moet gesproken worden over een politici of partij die er beter voor staat dan een andere politici of partij. Het woord ‘winnaar(s)’ of ‘verliezer(s)’ moet worden genoemd. De

werkwoordsvorm is ook voldoende. Synoniemen zijn ook toegestaan. Er moet óf gerefereerd worden naar winnaars/verliezers of het winnen/verliezen, óf er moet duidelijk worden dat de

(32)

32

één het beter doet dan de ander. Het is dus NIET voldoende als er bv wordt gezegd: “Rutte doet het goed in de peilingen” of “Rutte ligt op kop”, maar als er wordt gezegd “Rutte doet het beter dan Samsom in de peilingen” of “Rutte ligt op kop en laat Samsom achter zich” moet dit als 1 worden gecodeerd. Als er wordt gezegd “Rutte is als de beste uit de peilingen gekomen” impliceert dit naar het winnen van de peilingen, dus dan is deze uitspraak

voldoende, ook al wordt er niet vergeleken) 0. Nee

1. Ja

C6: Gaat het over politici of partijen die verkiezingen of debatten winnen of verliezen?

→ (Er moet gesproken worden over een politici of partij die er beter voor staat dan een andere politici of partij. Het woord ‘winnaar(s)’ of ‘verliezer(s)’ moet worden genoemd. De

werkwoordsvorm is ook voldoende. Synoniemen zijn ook toegestaan. Er moet óf gerefereerd worden naar winnaars/verliezers of het winnen/verliezen, óf er moet duidelijk worden dat de één het beter doet dan de ander. Het is dus NIET voldoende als er bv wordt gezegd: “Samsom deed het niet zo goed in het debat” of “Rutte was goed”, maar als er wordt gezegd “Rutte deed het beter dan Samsom” moet dit als 1 worden gecodeerd. Als er wordt gezegd “Rutte was de beste” impliceert dit uiteraard naar het winnen, dus dan is deze uitspraak voldoende, ook al wordt er niet vergeleken)

0. Nee 1. Ja

C7: Gaat het over de strategieën van politici of partijen om verkiezingen of inhoudelijke debatten te winnen?

→ (Bijvoorbeeld campagnetactieken of wetgevingsmanoeuvres die politici of partijen gebruiken. Het is dus een vereiste dat het nieuwsitem over verkiezingen gaat of over debatten.)

0. Nee 1. Ja

C8: Wordt er gebruik gemaakt van taal of woorden, die een metafoor vormen met betrekking tot verkiezingsnieuws, zoals oorlog, spelletjes of competitie?

→ (Woorden die verder kunnen voorkomen met betrekking tot oorlog, spelletjes of competitie: Oorlog: strijden/vechten; Spelletjes: winnen/verliezen/gelijkspel/remise; Competitie: winnen/verliezen/gelijkspel/remise/’hard tegen hard’/’ligt op kop’.)

(33)

33

1. Ja

C9: Wordt er aandacht gegeven aan peilingen of aan de positie van politici of partijen in de peilingen?

0. Nee 1. Ja

C10: Laat het nieuwsitem een meningsverschil/onenigheid zien tussen partijen, individuen, groepen en/of landen?

0. Nee 1. Ja

C11: Laat het nieuwsitem kritiek zien van een partij, individu, groepen en/of landen richting iets of iemand?

→ (Er wordt bijvoorbeeld een keuze van een politici of partij niet in dank afgenomen: Job Cohen deed een bepaalde uitspraak en de achterban laat weten niet achter deze uitspraak te staan.)

0. Nee 1. Ja

C12: Laat het nieuwsitem twee of meer kanten van het verhaal zien?

→ (Bv: twee partijen, politici of één partij/politici en één journalist aan het woord waarvan de meningen tegengesteld zijn)

0. Nee 1. Ja

C13: Wordt er in het nieuwsitem gesproken over de presentatie of stijl van de politicus, politici of partij?

→ (Als het om de manier gaat waarop de politicus/politici/partij de politiek bedrijft, codeer 1) 0.Nee

1. Ja

Toon (vervolg)

C14: Eindigt de nieuwslezer het nieuwsitem met een negatieve toon ten opzichte van een politicus, partij of een politiek beleid?

(34)

34

1. Ja

C15: Is de toon in het nieuwsitem voornamelijk negatief tegenover een politicus, partij, politiek beleid of tegenover de politiek in het algemeen?

→ (Negatieve toon kan op vijf manieren tot uiting komen in een nieuwsitem: (1) een algehele negatieve toon in het nieuwsitem ten opzichte van de politiek op het niveau van het issue, het opsommen van statements door politieke actoren of de journalist die het verhaal creëert; (2) een negatieve toon die indiceert dat negatieve consequenties, scenario’s of gevolgen

aannemelijk zijn; (3) een negatieve toon die de mate van confrontatie, machtsproblemen of wederzijdse aanvallen tussen en op politieke actoren reflecteert; (4) een negatieve toon van de journalist die de nadruk legt op de zwakheid, het falen, incompetentie of problemen van politieke actoren; (5) een negatieve toon van de journalist tegenover de politieke actor en haar organisatie, ook wel de politieke partij.

→ (Negatief als er tegen of over de politicus/partij wordt gesproken met de volgende woorden: bekritiseerde, weigerde, liegt, bedreigt en of bedriegt.

Negatief als er tegen of over de politicus/partij wordt gesproken in de volgende gevallen: maakte negatief moreel oordeel, gebruikt ironie (zegt iets wat hij niet bedoelt, zoals: deze politicus is toch geweldig) en/of valt de politicus aan.

Negatief als de journalist de volgende emoties uit tegenover de politicus/partij: boosheid, schuld, verveeldheid, minachting, jaloezie, frustratie, verdriet, schaamte en/of vervreemding.)

0.Nee 1. Ja

C16: Is het onderwerp van het nieuwsbericht negatief?

→ (Het moet hier specifiek gaan over moord, natuurramp, terreuraanslagen, oorlog of criminaliteit)

0. Nee 1. Ja

Politiek cynisme algemeen

C17: Wordt de betrouwbaarheid of de moraal van politici in het algemeen negatief ingeschat? Met andere woorden: wordt er op enige manier aan de betrouwbaarheid of moraal van politici getwijfeld of staat deze zelfs openlijk ter discussie?

(35)

35

politici in het algemeen.) 0. Nee

1. Ja, vooral door de journalist

2. Ja, vooral door een andere partij, instantie of persoon dan de journalist C18: Wordt de competentie van politici in het algemeen negatief ingeschat?

→ (Met andere woorden: wordt er op enige manier aan de bekwaamheid van politici getwijfeld of staat deze zelfs openlijk ter discussie?)

Ook slecht beleid kun je hier toe rekenen, bijvoorbeeld dat alle Nederlandse ministers beleid voeren.

Let op: het gaat hier niet om een specifieke politicus, maar om de politiek en politici in het algemeen.)

0. Nee

1. Ja, vooral door de journalist

2. Ja, vooral door een andere parti , instantie of persoon dan de journalist

Appendix B: Intercodeurbetrouwbaarheid

A1: Datum 1

A2: Codeur 1

A3: Bron 1

A4: Tijdsduur journaal 0,889

B1: Itemnummer 1

B2: Filter politiek nieuws 0,725

C1: Start negatief 0,8276 C2: Toekomstige coalitie/verkiezing 0,7250 C3: Tweede Kamerverkiezingen 1 C4: Europese verkiezingen 1 C5: Winnaars/verliezers 0,9396 C6: Debatten winnen/verliezen 0,8654 C7: Strategie 0,8042 C8: Taalspel 0,7582 C9: Peilingen 0,8224 C10: Meningsverschil/onenigheid 0,7136

(36)

36

C11: Kritiek 0,8345

C12: Twee of meer kanten 0,8727 C13: Presentatie/stijl 0,7765 C14: Eind negatief 1 C15: Algehele toon 1 C16: OW negatief 0,786 C17: Betrouwbaarheid 1 C18: Competentie 0,8514

Appendix C: grafieken en tabellen

Figuur 1. De mate van strategisch nieuws en negatieve toon per zender per jaar waar de vierde week voor de verkiezingen is weggefilterd van 1994 en de laatste week van 2003 en 2012. 0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 N O S R T L N O S R T L N O S R T L 1 9 9 4 1 9 9 4 2 0 0 3 2 0 0 3 2 0 1 2 2 0 1 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• WP5: perform extensive experiments with this prototype, observing selected elderly with a high fall frequency for longer periods

De stage heeft me veel geleerd over het schrijven van teksten, het monteren van video’s, het benaderen van mensen en over hoe het werken op een redactie er aan toe gaat. De

Van 0,8 procent van de verhalen kon niet worden vastgesteld of ze tot het binnenlands of buitenlands nieuws behoorden; dit zijn voornamelijk items over sportgebeurtenissen, maar

Begin januari 2001 laat Europees commissaris voor de Interne Markt, Frits Bolkestein weten dat de Europese Commissie in 2002 alle nog resterende grensbelemmeringen in de Europese Unie

De interne dynamiek van een bestuur reflecteert de gedeelde waarden en overtuigingen die van invloed zijn op de wijze waarop het bestuur zijn taken uit- voert en beslissingen

Dat kan door persoonsgerichte combinaties van straf en zorg; door gedragstraining; door ambulante behandeling na detentie; en door mensen na detentie een goed geordende nieuwe

Als dit waar zou zijn, dan zouden we al- leen door die columns niet te schrijven, die films niet uit te zenden en die schilderijen niet te maken, het terrorismeprobleem of

Wanneer de toon A een frequentie van 220 Hz heeft, hoort men elf zwevingen per seconde, een octaaf hoger zijn het er twee maal zo veel, en een octaaf lager twee maal zo weinig