• No results found

"En wie ben ik volgens jullie?": Antwoorden op de vraag of Jezus de Zoon van God is

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share ""En wie ben ik volgens jullie?": Antwoorden op de vraag of Jezus de Zoon van God is"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

"En wie ben ik volgens jullie?" Roffel, Klaas Geurt Willem

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date: 2018

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Roffel, K. G. W. (2018). "En wie ben ik volgens jullie?": Antwoorden op de vraag of Jezus de Zoon van God is. Rijksuniversiteit Groningen.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

1

-Stellingen bij Geurt Roffel, ‘En wie ben ik volgens jullie?’ – Antwoorden op de vraag of Jezus de Zoon van God is

1. De waarheidsaanspraak van het christelijk geloof is het best gediend met een

pluraliteit van visies op wat het christelijk geloof is.

2. Wie, zoals Kasper, de belijdenis ‘Jezus is de Christus’ als een waarheid

beschouwt die voor de kerk niet ter discussie staat (vgl.Jesus der Christus, 24-26, 38), vervreemdt de kerk van de discussie waar ze juist middenin moet staan, de discussie of Jezus de Christus is.

3. Pannenberg doet zijn onderbouwing van de waarheidsaanspraak dat Jezus de

geïncarneerde Zoon van God is tekort door zijn eerste visie op de incarnatie later te relativeren (inGrundzüge der Christologie, 6e druk, 423 en

Systematische Theologie 2, 428-29).

4. Door het trinitarisch en christologisch dogma te verstaan als regels voor het spreken over God en Jezus (Der Auferweckte Gekreuzigte, 136), miskent Dalferth dat God op meerdere manieren van zich laat spreken.

5. Crisps angst voor theologische bijdragen die de kerkelijke traditie kunnen

beschadigen (God incarnate, 18) is te groot, hij ziet onvoldoende dat

confrontaties met alternatieve inzichten ook kansen op ontwikkeling van die traditie bieden.

6. Henriksen laat zien dat postmoderne ervaringen kunnen aansluiten bij

christologische inzichten, maar verwerkt onvoldoende dat de christologie daardoor tijd- en contextgebonden wordt (inDesire, Gift and Recognition).

7. Terecht stelt Welker dat elke theologie contextgebonden is (Gottes

Offenbarung, 32), maar dit inzicht wordt onvoldoende in zijn christologie verwerkt doordat hij daar één perspectief als vertrekpunt neemt.

8. Gadamer stelt terecht dat het niet mogelijk is om geïnterpreteerde zaken in

interpretaties volmaakt weer te geven (Wahrheit und Methode, 441-42), maar verwerkt dit onvoldoende in zijn werkwijze (ibid., 278, 290). Die moet daarom worden aangevuld met een interpretatie van het voor de interpreet

onbegrijpelijke.

(3)

2

-niet begrijpt (La vérité Blessante, 24), is vruchtbaar, maar deze werkwijze heeft als nadeel dat het eigen standpunt van een interpreet onvoldoende inzichtelijk wordt.

10. Het van Jezus in zijn stervensuur vermelde citaat van psalm 22:2, “Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?”, maakt duidelijk dat de ervaring van godverlatenheid hoort tot het hart van het christelijke geloof.

11. Theologiseren met kinderen en jongeren is onontbeerlijk voor een vitale

geloofsgemeenschap, niet omdat ‘de jeugd de toekomst heeft’, maar omdat jeugd en jongeren op een andere manier middenin de samenleving staan dan volwassenen.

12. Waar hetero-zijn de norm is, is dit begrip, ontleend aan het Griekseto heteron (het andere), een contradictio in terminis.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zijn stem had geklonken als hemelse muziek en zijn ogen keken in een andere wereld, ver weg van de plaats waar hij stond.. Hij zag de dreiging niet van de mannen, die zochten naar hun

De heilige Jozefmaria heeft ons geleerd alle wegen op aarde te doordrenken met de barmhartigheid die Jezus Christus op aarde is komen brengen en hij

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft

Fidèles à notre mission de guetteurs pour le peuple de Dieu (cf. Ez 3, 17), nous dégageons de ce processus plusieurs défis à relever pour l’avenir en vue de l’avènement d’un

Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de Messias is, de Zoon van

Het College is van oordeel dat beklaagde in strijd met artikel F (informatievoorziening over de hulp-en dienstverlening) van de Beroepscode voor jeugdzorgwerkers heeft gehandeld

De vorige uitzending lazen we als laatste vers uit de eerste brief van Johan- nes, 1Joh.5:12 waar de apostel aan zijn lezers schreef: Wie dus de Zoon van God heeft, heeft het

Zijn er voor de grondroerder, ondanks de verstrek- te tekeningen, aanwijzingen dat de kabel op een andere plaats ligt en zijn deze voldoende concreet.. Dan kan hij toch