• No results found

De Monsterlijsten van Friesland 1552 en Ameland 1558

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Monsterlijsten van Friesland 1552 en Ameland 1558"

Copied!
166
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en Ameland 1558

door

(2)
(3)

Zoals in de hoofdstukken drie en vier van de monografie al uitvoerig beschreven is, zijn er voor de monstering van 3 februari 1552 in totaal twintig lijsten, cedullen of registers be-waard gebleven. Zes daarvan hebben betrekking op steden, te weten Harlingen, Bolsward, Sneek, Workum, Staveren en Sloten. Veertien betreffen plattelandsdistricten of griete-nijen. Voor het kwartier Oostergo gaat het daarbij om Leeuwarderadeel, Ferwerderadeel, Kollumerland, Achtkarspelen en Idaarderadeel. Voor Westergo betreft het Barradeel, Het Bildt, Hennaarderadeel, Wonseradeel, Wymbritseradeel en Hemelumer Oldeferd. En voor Zevenwouden zijn er de lijsten of cedullen van Gaasterland, Lemsterland en Doniawer-stal. Alle stukken bevinden zich in het archief van de op Friesland betrekking hebbende administratie van het centrale gezag in Brussel, in het fonds Papieren van Staat en Audiëntie, dat wordt bewaard in het Algemeen Rijksarchief aldaar. Ze worden daarin bewaard on-der nummer 1429/4 volgens de inventaris van H. Nelis, aangevuld door P. Gorissen en M. Soenen. Informatie over de herkomst wordt in de inventaris niet gegeven. Op het schutblad van de map waarin ze in alfabetische volgorde zijn opgeborgen staat: Rôles des habitants et de leur armes, dans les villes et quartiers de Frise (1552). Iedere monsterlijst blijkt door een eigen hand te zijn geschreven in een aparte band of katern. In hoofdstuk drie is het vermoeden al uitgesproken dat het lokaal vervaardigde afschriften of dubbele exempla-ren betreft van de moederregisters die in de grietenij- en stadsadministraties werden be-waard. Ze zullen door de respectieve stads- en grietenijvertegenwoordigers zijn opgesteld, door de deels- of stadssecretaris, of door de verantwoordelijke grietman of stadsmagistraat zelf, dan wel door een van diens mederechters.

Los van deze Brusselse cedullen is er nog het register van weerbare mannen van Ame-land van 25 maart 1558, opgesteld op last van Peter van Camminga, vrijheer van AmeAme-land. Het wordt bewaard in Nationaal Archief te ’s-Gravenhage, in het Archief van de Nassause Domeinraad 1581-1881, onder inv.nr. 1822. Ook dit stuk is te kenschetsen als een eigen-tijds afschrift.

Wat de afmetingen betreft: de precieze opgaven per lijst vindt men in bijgaand sche-matisch overzicht. In het algemeen gaat het om twee formaattypen: quarto en dubbelge-vouwen quarto, dat dus als vanzelf een smalle, langwerpige vorm heeft. Gemiddeld heb-ben de bladen een afmeting van 310 mm in de hoogte en 210 mm of 105 mm in de breedte. Het aantal bladen per katern wisselt per cedulle. Dat heeft logischerwijs te maken met de omvang en lengte van de registratie. Op geen der lijsten treft men een eigentijdse

(4)

folio-aanduiding. De paginanummers op de in Leeuwarden beschikbare fotokopieën zijn pas na de vervaardiging van de kopieën aangebracht.

Er is sprake van een variatie aan watermerken. Niet voor alle cedullen kon het water-merk precies worden vastgesteld. Die van Bolsward en Ameland ontbreken. Die van Gaas-terland is niet te identificeren omdat het zich juist op een vouw in het papier bevindt. Bij de merken die wel waar te nemen zijn gaat het om afbeeldingen van 1. een drinkbeker met kroon (Achtkarspelen, Het Bildt en Sloten); 2. een gestileerde lelie, met daaronder in ban-derol de letters P I N E T R. (Idaarderadeel en Wonseradeel); 3. een wapenschild met drie schuinbalken en daarboven drie lelies (Barradeel); 4. een wapenschild met schuinbalken, waaronder letters in een banderol (Ferwerderadeel en Leeuwarderadeel); 5. een banderol met de letters P I N (Harlingen); 6. een driehoek, waaronder in een banderol de letters P N E of P V E (de V kan ook gelezen worden als een omgekeerde N) (Kollumerland, Lemster-land en Wymbritseradeel); 7. de (bekende) gestileerde grote P met bloem (Hemelumer Ol-deferd); 7. een schild met gestileerde haan (Staveren); 8. en een wapen met daaronder de letters P I N E T R. Deze bleken niet allemaal in de naslagwerken terug te vinden te zijn. Voor zover dat wel het geval was, hebben we te maken met merken in papier dat in de ja-ren tussen 1540 en 1554 is vervaardigd. Het watermerk van Ferwerderadeel geeft in de ban-derol onder het wapenschild heel netjes het jaartal 1550. In het daarop gelijkende merk van Leeuwarderadeel zijn de cijfers echter niet meer leesbaar. Aangenomen kan worden dat precies daar de ijzerdraadjes van het merkstempel verschoven zijn bij de vervaardiging van de papierset waaruit de bladen van Leeuwarderadeel afkomstig zijn.

Dat het wel via de watermerken te dateren papier uit de jaren 1540 en 1554 stamt ligt ook wel voor de hand, als we inderdaad aannemen dat het of om nette originele versies gaat of om kopieën die kort na het opstellen van de conceptlijsten op 3 februari 1552 of en-kele dagen daarna vervaardigd zijn. De enige afwijking die we op deze regel vonden, heeft betrekking op het watermerk van Staveren (het wapenschild met de haan). Dat blijkt tot dusver alleen te zijn aangetroffen in papier waarvan de tekst, met betrekking tot Kleef, ge-dateerd is op 1557. Het is voor ons geen reden om te denken dat de Staverse tekst pas na die tijd geschreven is. Het papier van het Kleefse stuk kan immers al een paar jaar voor-dien zijn aangeschaft. De voornaamste conclusie die uit de verscheidenheid aan merken kan worden getrokken, lijkt ons dat de lijsten op papier van verschillende leveranciers geschreven werden en dus niet centraal getranscribeerd zijn. Dat ondersteunt de conclu-sie over lokale vervaardiging die ook al uit de variatie aan schrijfhanden werd getrokken.

Daarmee correspondeert dat de bladvulling sterk per lijst varieert. Sommige zijn dicht beschreven, zoals die van Harlingen en Hennaarderadeel, met wel vijftig tot zestig namen op één pagina. Andere, zoals die van Staveren, hebben niet meer dan tien namen op een pagina. Gemiddeld treffen we circa twintig namen aan op de bladen van de andere griete-nijen.

(5)

Gemeente Watermerk Type Jaartal Katern Afm. (mm)

1 Achtkarspelen drinkbeker met kroon DE-HAUMB HAUM 94,

vg. 3 en 15

1521 8 gev. A3 305 x 220

2 Barradeel schild met 3 schuinbalken;

boven 3 lelies

DE-KKDD-C7771 1550 4 gev. A3 305 x 210

3 Bildt, Het drinkbeker met kroon DE-HAUMB HAUM 94,

vg. 1 en 15

1521 6 gev. A4 300 x 103

4 Bolsward geen 4 gev. A4* 310 x 105

5 Doniawerstal schild, waaronder banderol met PINETR DE-HAUMB HAUM 41; NLK-PKL 100,388 1521 4 gev. A4 300 x 110 6 Ferwerdera- deel

schild met schuinbalken; in banderol: 1550

verg. 13 1550 6 gev. A3 300 x 110

7 Gaasterland schild** 6 gev. A4 300 x 110

8 Harlingen banderol met PIN;

boven kruis

4 gev. A3*** 305 x 215 9 Hemelumer

Oldeferd

letter P met bloem DE-KKDD-C823; DE

HAUMB HAUM 6 1540-1550 7 gev. A4 285 x 100 10 Hennaardera- deel

schild; onder: banderol met PINETR DE-HAUMB HAUM 41; NLK-PKL 100,388 1530 3 gev. A3 300 x 215 11 Idaardera- deel

lelie waaronder in kader: PINETR (?) Culemborg (Piccard XIII, 794-795), vg. 18 1553, 1554 5 gev. A3 310 x 215

12 Kollumerland driehoek, waaronder in banderol: PNE

vg. 14 8 gev. A3 305 x 215

13 Leeuwar- deradeel

schild met schuinbalken; onder in banderol?

vg. 6 1550? 6 gev. A3 310 x 210

14 Lemsterland driehoek; onder in banderol: ? vg. 12 3 gev. A3 305 x 215

15 Sloten drinkbeker met kroon DE-HAUMB HAUM 94,

vg. 1 en 3

1521 4 gev. A4 300 x 105

16 Sneek driehoek, waaronder in

banderol: PNE

6 gev. A4 305 x 105

17 Staveren schild met haan Kleef (Briquet 4489) 1557 9 gev. A4 300 x 215

18 Wonseradeel lelie waaronder in kader: PINETR(?) Culemborg (Piccard XIII, 794-795), vg. 11 1553, 1554 9 gev. A4 315 x 110

19 Workum schild, verfrommeld, met in

banderol?

9 gev. A4 310 x 110

20 Wymbritse-radeel

driehoek, waaronder in banderol: PNE of PVE

9 gev. A3 305 x 215

21 Ameland geen 4 gev. A3 296 x 210

* met begeleidend schrijven als latere omslag. ** sporen van (ontbrekende) lakzegel. *** met begeleidend schrijven als omslag.

(6)

Onze editie volgt qua opzet de kritische methode, zoals die is beschreven in de Richtlijnen voor het uitgeven van historische bescheiden.1 Er is voor het vormcriterium gekozen: een ‘ij’ zonder

puntjes wordt daarvan voorzien. Alleen wanneer er echt een ‘y’ staat, is ook een ‘y’ gehand-haafd. Handtekeningen worden aangegeven met [w.g.]. Onduidelijkheden of doorhalin-gen in de tekst zijn door middel van voetnoten aangegeven. Om het aantal verklarende voetnoten te kunnen beperken is een glossarium toegevoegd. De dubbele ‘i’ (‘ii’) wordt afgedrukt als ‘ij’, tenzij het om een citaat in het Latijn gaat. Ontbrekende letters worden voor de duidelijkheid aangevuld, zoals bijvoorbeeld in: ’rynkr[a]ech’. De ‘w’ wordt niet opgelost als ‘uu’ waar hij staat voor de oe-klank, zoals in ‘wr’ (over). Als oplossing van ‘w’ als ‘uu’ tot gevolg zou hebben dat er drie u’s na elkaar komen te staan, wordt de ‘w’ opge-lost als ‘u’. Dus ‘wut’ wordt niet ‘uuut’, maar ‘uut’.

Wanneer data en jaartallen in Romeinse cijfers worden weergegeven, dan blijven die in tekst gehandhaafd, in kapitaal. De dubbele ‘f ’ aan het begin van een zin of eigennaam wordt weergegeven als ‘F’ en in andere gevallen als ‘f ’. Er zijn door de opstellers van de Monstercedullen amper leestekens gebruikt. Omdat die het leesgemak in het algemeen wel bevorderen en in sommige gevallen het begrip verhelderen, hebben we de tekst wel van punten en een schaars aantal komma’s voorzien. Voor het leesgemak en de duidelijk-heid zijn daarom ook een aantal aanpassingen gedaan: ‘tbevel’ wordt ‘’t bevel’ en ‘dolde’ wordt ‘d’olde’, etc.

Afkortingen van benamingen van wapens blijven gehandhaafd en worden niet aange-vuld. Besloten is om de overige afkortingen in de tekst helemaal uit te schrijven, met uit-zondering van ‘z.’ (zoon), ’mr.’ (meester), ‘wed.e’ (weduwe), ‘vs.’ en ‘voers.’ (voorscreven of

voorseyd). Latijnse woorden en zinnen zijn cursief weergegeven.

Wat de foliëring betreft, die is door ons zelf aangebracht. De nummers van de folio’s zijn aangegeven tussen vierkante haken [f.]. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen f r

(recto) als het om de voorzijde van de folio gaat en f v (verso), dat verwijst naar de

achter-kant.

1  Uitgegeven door het Nederlands Historisch Genootschap en de Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschiedenis, 6e herziene druk, 1988, pp. 11-13.

(7)

Achtkarspelen

[f. 1r]1

Den munstercedel van Achtcaspelen, gemunsteert te Buy-tenpost opten IIIden februarij anno XVc twye ende vyfftich [f. 2r]

Buijtenpost

Desen nae screven hebben tzamen harneijen, rijngkelnaers, spets, degens:

1 Tyaerdt Branda 2 Folckert Buwema 3 Heere Sceltez 4 Aucke Balles 5 Benne Jelckema 6 Ept Monsma

Desen nae screwen hebben allenijghen harneijen, spets, deghens:

7 Bennert Boelis 8 Sijt Boelis 9 Magge Leuwynga 10 Rijtzke Houkes

Desen hebben roers ende degens: 11 Low Herema 12 Lijuwe Boersma 13 Peter Wiltes 14 Lyuwe Wijtthyez 15 Reynt Lyuwema 16 Sypke Wopkez 17 Wijger Ydschez [f. 2v] Buytenpost

Desen nae screven hebben ryngkelnars, spets, degens:

18 Jan Janz ter Horne 19 Tyepke Romptz 20 Lyuwe Harckema 21 Drues Janz 22 Lou Copz 23 Folckert Rytzkez 24 Buwe Tyerckz 25 Wytthye Maggama 26 Hendrick Geerts

Desen hebben spets, degens, hyer onder vyftyen backeniels, vijer hellebaerden:

27 Romcke Lolkez ter Horne 28 Thomys Syttyez

29 Poppe opt Utlant 30 Haije Goghs swager 31 Johan Baerls 32 Low Meyntz 33 Romcke Mennoltz

en Ameland 1558

(8)

2  Folio 3v is blanco.

3  De woorden ‘nae screven’ zijn later boven de regel toegevoegd.

34 Geert Goghz 35 Buwe Meyntz [f. 3r] Buijtenpost 36 Andries wewer 37 Benne Lyuwema 38 Joudt Renersz 39 Meyne Sydtsz 40 Frerck in de Meden 41 Popke Buwez 42 Pouwel Suyerdtz 43 Wijger Lyuwema 44 Wyger Uwez 45 Cornelis Mennez 46 Peter Hollander 47 Lijuwe Mackez 48 Rudmaer Rytzkez 49 Magge Romptz 50 Wyger Nyttez 51 Affwe Copz 52 IJt IJez 53 Geert Uwez 54 Buwe Boersma 55 Eercke Sytez [f. 4r]2 Optwijsel

Desen hebben harneyen, spets, degens 56 Wate Harckema 57 Romcke Wybrenz 58 Rompt Gebdyema 59 Romme Papema 60 Lyuwe Ballynckz 61 Rijerdt Betthyez

Desen hebben ryngkelnaers, spets, degens:

62 Wyger Bennez 63 Rytzke Hardtz 64 Uuytthye Euwez Desen hebben roers, degens: 65 Focke Outhyes

66 Wijssel scroer 67 Wijtthye heer Harckez 68 Bout Poppez

[f. 4v] Optwijsel

Desen nae screven3 holden spets, degens, hyer onder XI backeniels, twije hellebaerden: 69 Lyuwe Foelz

70 jonge Johan Cuyck 71 Meijnse Geerts 72 Tyepke Sybetz 73 Drues Wytthyema 74 Ryckwaerdt Ottoz 75 Haije Betthijez 76 Galla Foelz 77 Scelte heer Harckez 78 Ydsche Lubbez 79 Lyuwe Hendrickz 80 Sybet Reijners 81 Lambert Luelz 82 Syttye Douwez 83 Eesck Wybrenz 84 Gerck Pabez 85 Jelcke scomaker 86 Adzeer Rynnertz 87 Sydts Wybrenz 88 Saepe Hartz [f. 5r] Optwysel

(9)

4  Folio 5v is blanco. 89 Johan Ydschez 90 Johan scomaker 91 Bruijn Tysz 92 Cornelis Copsma 93 Nijtte Mynthyez 94 Meijnt IJez 95 Ept Duijerdtz 96 Jenthe Betthyez 97 Luytthyen Thomijsz 98 Geert Gebbes [f. 6r]4 Suyerhuijsum

99 Douwe Hettynghe: harneij, ryngkelnaer, backeniel, spets, degen

Desen nae screven hebben ryngkelnars, spets, degens:

100 Tyardt Syddyes 101 Pyer Leukema 102 Frout Ylema weduwa 103 Tyer Heeckema 104 Jan Olma 105 Gerbet Tadema 106 Rytzke Syckema 107 Affwe Syckema 108 Heere Autz 109 Gerck Grotynge 110 Melle Hayez 111 Folcke Grotynge 112 Tyaerdt toe Nijenhuys 113 Claes Syttyema 114 Marthyen weduwa 115 Hydde Seckema [f. 6v]

Suyerhuysum

Desen nae screven hebben roers, degens:

116 Peter Egbertz 117 Benne Tyaertz 118 Foppe Aythyema 119 Johannes Gerbetz 120 Jacob Hayema 121 IJske Tyaerdtz 122 Rynger Graldz

Desen nae screven hebben spets, deghens, hyer onder XI backeniels en hellebaert:

123 Dyrck ter Scoele 124 Hendrick Euwez 125 Lijuwe Douwez 126 Tyaert Heerez 127 Puwe Pawynghe 128 Gaduwe Poucke weduwe 129 Lijeffke Rytzkema 130 IJff Tadema 131 Pawe Gerbetz 132 Aut Rytzkema [f. 7r] Suyerhuijsum 133 Cornelis Pawez 134 Abele Pawez 135 Harryt Harckez 136 Harmen Deme 137 Peter kystmaker 138 Lamke Beeckez 139 Anna Symerens 140 Meyndt Foppez 141 Wybet Aythyema 142 Rendt Reensma 143 Roleff van Waeteren 144 Focke Hyddez 145 Albaert Claesz 146 Claes Wybetsma 147 Wybren Uwez 148 Johan tymmerman 149 Egbert oppe Dyck 150 Luytthijen oppe Dyck

(10)

5  Folio 7v is blanco.

Suyerhuystera sullen holden bovent geweer hijer geroert, vyff rustynghen mijt haere thoe behoer

[f. 8r]5 Augustijnsga

Desen nae screven hebben allenijgen harneijen, spets, deghens:

151 Focke Jensma 152 Eercke Hetsma 153 Jacob Luelffs

154 Cornelis op Uwe goed 155 Bene Balles

Desen na screven hebben harneyen, ryngkelnaers, spets, degens: 156 Lijuwe Jelgersma 157 Johan Merckx 158 Johan Peters

159 Meynert te Scalckedam

Desen nae screven hebben ryngkelnaers, spets, degens:

160 Elcke Hedz 161 Lyuwe Feijez 162 Muent Uwez 163 Gerrijt Janz 164 Ept toe Gaw [f. 8v]

Augustynsga

Desen nae screven hebben roers, degens: 165 Wijger Ublez

166 Folckert Sysma 167 Rompt Uwez

168 Romme Harckema 169 Coert Jan

Desen nae screven hebben spets, degens, hyer onder VII backeniels, drie hellebaerden: 170 Wyssel in de Fluyt 171 Boye Moersz 172 Myas in de Fluyt 173 Jelle Ublez 174 Roleff Lubbertz 175 Gerbet Robbema 176 Johan Dyrckz 177 Lubbert Gerleffs 178 Hendrick Gerbetz 179 IJme Mynthyez 180 Johan Lamberts 181 Syppe Sydtsz 182 Scelte Woltersz [f. 9r] Augustynsga 183 Arndt scomaker 184 Cornelis Hollander 185 Affwe Heddynghe 186 Johan Uwez 187 Geert oppe Tijule 188 Lubbert te Dyckhuysen 189 Claes te Luytkepost 190 Feije toe Gaw 191 Leffert toe Gaw 192 Kempe toe Gaw [f. 9v]

Oppende

Desen nae screven holden spets, degens, hijer onder synnen vyf backeniels, twye hellebaerden: 193 Althye Ytsma

(11)

6  Hierna doorgehaald: ‘spe’.

7  Aan het begin van deze folio doorgehaald: ‘Coeten. Desen nae screven hebben harneyen, spets, degens. Aeb’. Zie ook begin folio 11r. 8  Folio 10v is blanco. 9  Folio 11v is blanco. 195 Pouke Uwez 196 Tyaerdt Foelffz 197 Johannes Folckez 198 Rytzke in Oppende 199 Johan Fledder 200 Pouke Bennez 201 Johan Claesz 202 Lyuwe Wybrensz 203 Romcke Joudtz 204 Delys 205 Melle Tzallynckz

Hijer onder sal zyn een harneij met6 een ryngkelnaer.

[f. 10r]7 Droegheham

Desen nae screven hebben roers, degen: 206 Sye Ytsma

207 Wyttye Wyttyez 208 Saepe IJmez

Desen hebben spets, deghens: 209 Gerbet Feye swager 210 Pouke inden Hams horne 211 Geert inden Hams horne 212 Pijer Gebbes 213 Jeldt Fockez 214 Focke Heerckez 215 Suyerdt Mellez 216 Luytthyen Hendrickz 217 Berndt Hendrickz

Dese van den Ham hebben twije harneijen met twije ryngkellnaers.

[f. 11r]8 Coeten

Desen nae screven hebben harneijen, spets, degens:

218 Aebdye Wybez 219 Wijbren Romckez

Desen nae screven hebben ryngkelnaers, spets, degens:

220 Geert Alberts 221 Bartel Harmens

Desen nae screven hebben spets, degens ende drye hellebaerden: 222 Dycke Ryerdtz 223 Albert Gerts 224 Rynthie Syttyez 225 Berndt Hendrickz 226 Sybe Lolckez 227 Mense Geertz 228 Johan Scoltynck 229 Johan Goeythyes 230 Romck Popke weduwe 231 Wijmer Syttyez 232 Harmen Dyrckz 233 Folcke Lolckez [f. 12r]9 Recepta Achtkespel

(12)

10  Onderstaande tekst is een ingevoegde, losse brief.

11  Er staat bij vergissing tweemaal ‘ende’; tweede keer in de tekst weggelaten. 12  Later boven de regel toegevoegd.

13  Hierna doorgehaald: ‘heeren’.

14  Hierna is een (onleesbaar) woord doorgehaald.

15  Dit fragment is gelardeerd met versieringen (bloemen, krullen, etc.) en is gekalligrafeerd. In dezelfde hand zijn de onderstaande namen geschreven; de inventarisatie van de wapens is in een andere hand genoteerd. Het lijkt erop dat men het als een invulformulier heeft gebruikt bij de feitelijke inventarisatie.

16  Wanneer een bepaald wapen niet in het bezit van de persoon was, werd dat (later) boven de regel aangegeven. Voor het gemak is hier steeds de aanduiding tussen haakjes geplaatst.

Barradeel10

Anden edelen ghestrengen vermoogenden hoochgheleerden heeren mijn heeren dije president unde hoogen raeden des Keijsers geordonijert inden Hoove van Vrijeslandt mijn ghenadighe ende gebijedende heeren seer dijenstelijcken toegescreeven.

[f. 1v]

Edele gestrenge vermoogende ende hoochgeleerden heeren. Ick gebijede mij in alder onderdanicheyt seer dijenstelicken tot U vuegende U weerden E. inden besten seer dijenstelicken te weeten hoe dat ick naevolgende U.E. schrijftlick byffeele den wapenschouuinge ende monsteringe gedaen ende geholden hebben vanden inghesetene van Barradeel, zoe wel eedel als oneedel, als ick U.E. vanden voors. monsteringe voors. auctentyck copie bi deesen over seijnde ten eijnde U.E. dije selve sal moogen corrigeeren soe vuer genaeden E. dat ghelijeven sal. Ende11 angaende den derde man toe te rusten met waepenen om ter ordinantie van U.E. eenijge tochte te duen hebbe ick seekere diligentie doen willen om eenijge gesette persoonen daer toe twillen committeeren dijen veel daer toe n[ie]t verstaen een12 willen. Ende zoe ick aen U.E. missijff nijet ghenuechsaem onderrecht bijn oft ick den onwilligen daer toe sal moegen gebijeden ofte compelleeren is daeromme mijn ootmuedich bidden ende bijgeeren dat mijn heeren ghelijeven wille mij daer op naeder

verclaeringhe te expedijeren ten eijnde ick mach weeten U genaeden wille ende believen te volcoomen daer ick mijt alle vlijt ende diligentie nae mijn hoochste vermoogen tot belijeven van mijn ghebijedende heeren geerne duen ende volbrengen wil kenne Godt inden hoogen heemel dijen mijn ghebiedende E. heeren tot duechden, eeren ende salich[eij]t wil spaeren mit prosperiteijt van leeven. E. vermoogende13 hoochgeleerde heeren, hijer meede zijt den almoogende heer Jhs. bijffoelen uuijt Herlingen den XIden februarij anno twee ende vijfftich bij mij U.E. alder dijenar.

[w.g.] Marcus Egidi Vilsecher [f. 1r]

Copia

Monstercedulle beruerende den Wapenschouuinge der grietenije van Barradeel ghecorrigeert bij ioncker Marcus Egidij Vilsecher, olderman tot Harlingen, grijetman oever Barradeel, bi advijs Adriaen Michiels, substituijt der voorschreeven grietenije, sampt die andere14 meede rechteren ende dorprechters der selver grietenije naeden welcken die Waepenschouuinge geholden is opten derden Februarij anno 1552.15

[Minnertsga]

1 Wincent Hermana: harnas (non habet)16, rinc. ofte staelenkraech, arm. (non habet), stormhuet (habet bacco.), slachsveert (non habet) ofte lange sp., d.

(13)

17  Later boven de regel toegevoegd.

18  Later boven de regel toegevoegd: ‘oft stalenkraech’. 19  Hierna doorgehaald: ‘Claesz’.

2 Hessel Hermana: harnas17, rinc. ofte stalenkraech, arm. (non habet), stormhuet (habet bacco.), slachsveert (non habet) of[t] lange spiets, deegen

3 Wibrant Hermana: harnas, rinc. ofte stalenkraech, arm. (non habet), stormhuet (habet bacco.), slachsveert (non habet) oft lange sp., d.

4 Atte Fernija: harnas, ringc. oft stalenkraech, bacco. (non habet), lange sp., d.

5 Gerbrant Gerbrantz: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco.

6 Bijecke Hermenz: harnas, rinc. oft stalenkraech18, hellebaert, d., bacco. 7 Andries Lambertz: harnas, rinc. oft

stalenkraech, sp., d., bacco.

8 Intze Wibez: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco.

[f. 2v]

9 Marten toe Folpta: harnas, rinc. oft stalenkraech (non habet), sp., d., bacco. 10 Feijcke Douuez: harnas, rinc. oft

stalenkraech, sp., d., bacco.

11 Ian Borrijtz: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco. (non habet)

12 Iantje Janz: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco.

13 Wibo Wiboz: harnas, rinc. oft stalenkraech (non habet), sp., d., bacco.

14 Wopcko Ferckz: harnas, rinc. oft stalenkraech (non habet), sp., d., bacco. (non habet)

15 Gerrijt Gauckez: rinc., sp., d., bacco. 16 Jancke Janz: arm. oft rinc. (habet arm.), sp.,

d., bacco.

17 Liuue Jacobz: arm. oft rinc. (habet rinc.), sp., d., bacco.

18 Doije Elckez: rinc., sp., d., bacco. 19 Epo Sibrantz: rinc., sp., d., bacco.

20 Juffrou Popck: rinc. (non habet), hellebaert, d., bacco. (non habet)

21 Meinert Liuue: rinc., sp., d., bacco. 22 Sijds Gabbez: rinc., sp., d., bacco. 23 Tijaerd Martenz: arms., sp., d.

24 Taede Bauckez: arm. sp. (habet halve haeck), d. 25 Pijer Hendrickz: sp., d.

26 Liuue Liuuez: sp., d., bacco. 27 Duedo Sickoz: sp., d. 28 Feer Tiaerdz: sp., d.

29 Minne Gerbenz: roer, d., bacco. 30 Abbe Wibrantz: hellebaert, d., bacco. 31 Jan Douuez: sp., d., bacco.

32 Eze Brioutickz: rinc., sp., d. 33 Kempo Tijaerdz: sp., d., bacco. 34 Abbe Pieterz: sp., d., bacco. [f. 3r]

35 Wijbo Pieterz: sp., d., bacco. 36 Taecko Sibrantz: sp., d., bacco. 37 Claes Janz: halve haeck, d., bacco. 38 Sipcko19 Cornelisz: sp., d., bacco. 39 Tiaerd Tzommez, abest: roer, d. 40 Gerbe Rintzez weduue: roer, d. 41 Sipcko Douuez: sp., d. 42 Taecko Scheltoz: sp., d. 43 Popcke Gerbez: sp. (non habet), d. 44 Tonijs Janz: sp., d.

45 Douue Janz: sp., d. 46 Rommert schroer: sp., d. 47 Sijpt Heinez: sp., d. 48 Bruin Sijuerdz: sp., d.

49 Fonger Latzez, abest: sp., d., egrotat 50 Liuue Meinertz: sp., d.

51 Engel Sipckes weduue, abest: sp., d.; pauper 52 Hancke Claesz: sp. (habet gavelintzen), d. 53 Gerben Heertz: sp., d.

54 Hessel Janz, abest: sp., d.

55 Jan Rueloffs weduue, abest: sp., d.; pauper 56 Claes Douuez: sp., d.

57 Brant van Minnertscha: bardesaen (habet gavelintzen), d.

58 Jochum Cornelisz: sp. (habet bardesaen), d. 59 Hessel Minnertz: sp., d.

(14)

20  Later toegevoegd.

60 Aucke Sijpertz: roer, d. 61 jonge20 Jan wever: sp., d. [f. 3v]

62 Duecko Douuez: sp., d. 63 Jan Arianz: hellebaert, d.

64 Romcke Hesselz, abest: sp., d., egrotat 65 Aucke snijder: sp. (habet roer), d. 66 Albert smit: hellebaert, d. 67 Hobbe Hesselz: sp., d. 68 Eelcke decker: sp., d.

69 Jan schoemaecker: sp. (habet roer), d. 70 Agge Goijtiez: sp. (habet hellebaert), d. 71 Riuerd Hermanz: roer ofte sp., d. 72 IJelger Tierckz: gavelintzen, d. 73 Jan Arnz: sp., d.

[f. 4r] Firdgum

74 Frans toe Campstra van weegen Campstra zate: harnas (non habet), rinc. oft stalenkraech (non habet), bacco. (non habet), sp., d.

75 Frerijck Riuertz: harnas, rinc. oft stalenkraech (non habet), sp., d., bacco. 76 Tonijs Liuuez: sp. (habet hellebart), d., bacco.

(non habet)

77 Jan Tomasz: rinc., arm., sp., d., bacco. 78 Sijbe Liuuez: rinc., arm., sp., d., bacco. 79 Pieter IJntzez: sp., d.

80 Hans Oedtz: sp., d., bacco. 81 Æde Wijtzez: sp., d., bacco. 82 Dirck IJsbrantz, abest: sp., d., egrotat 83 Evert Wiboz: sp., d. 84 Pieter Gerrijtz: sp., d. 85 Jan Claesz: sp., d. 86 Cornelis Hermenz: sp., d. 87 Sicko Sickoz: sp., d. Tiemarum

88 Haring Poppinga, abest: harnas, rinc. oft stalenkraech, slachsveert, d., bacco. 89 Ewert Roorda: harnas (nihil habuit), rinc. oft

stalenkraech, sp., d., bacco.

90 Anna Roerda toe Nordehou, abest: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco. 91 Douue Douuez: harnas, rinc. oft

stalenkraech, sp., d., bacco.

92 Wibrant Thomasz: harnas (non habet), rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco. (non habet) 93 Pieter Eenckez: harnas, rinc. oft

stalenkraech, sp., d., bacco. (non habet) 94 Schelto Foppoz: harnas, rinc. oft

stalenkraech (non habet), sp. (habet ruer), d., bacco.

95 Jucko Claesz: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp. (habet barddesaen), d.

[f. 4v]

96 Lolle Pieterz: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d.

97 Romcke Simenz: harnas, rinc. oft stalenkraech (non habet), sp., d., bacco. 98 Jan Taeckoz: harnas, rinc. oft stalenkraech,

sp., d.

99 Lolcke Liuuez: harnas, rinc. oft stalenkraech (non habet), sp. (habet hellebaert), d.

100 Dirck Pieterz oppo Tijuelen: harnas, sp., d. 101 Bouuen Tomasz: harnas, rinc. oft

stalenkraech (non habet) ende bacco. (non habet), sp., d.

102 Cornelijs Pieterz: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco.

103 Jacob Tzalinckz: harnas (het docht nijet), armstucken (non habet), rincoller oft stalenkraech (non habet), sp., d. (non habet) 104 Dirck Lijcles: harnas, sp., d.

105 Douue Janz: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco.

106 Marten toe Hoeger zijl: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco.

(15)

107 Claes toe Iongema: harnas, rinc. oft stalenkraech (non habet), sp., d., bacco. (non habet)

108 Nanne Claesz: arm. oft rinc., sp., d. 109 Douue Goffez: rinc., sp., d., bacco. (non

habet)

110 Gerrijt Gerrijtz: rincollner (habet armstucken), sp., d.

111 Pijer Jellez: arm. ofte rinc., sp., d. 112 Albert Liuuez: rinc., sp., d.

113 Hermen Hermenz: rinc., sp., d., bacco. 114 Folckert Wijbez: arm. oft rinc., sp., d. 115 Botte Sijbez: arm., sp., d.

116 Baucke Feddrickz: arm., sp., d., bacco. 117 Wibrant Jellez: arm., sp., d., bacco. 118 Harmen Douuez: arm. (non habet) oft rinc.

(non habet), sp., d.

119 Riuert Feijckez: sp., d., bacco. 120 Jetze Liuuez: sp., d., bacco. 121 Ta Reinerz smit: sp., d., bacco.

122 Simon Douuez: roer, d., bacco. (non habet) 123 Baucke toe Harkuma: sp., d.

[f. 5r]

124 Pieter Wtgez: sp., d.

125 Lenart Janz: sp. (habet roer), d. 126 Jacob Janz: sp. (habet kaetsbalger), d. 127 Tzaeling toe Beetlehem: sp., d. 128 Berndt Boijnz: sp., d.

129 Hans Liuuez: halve haeck, d. 130 Sibrant Lambertz: sp., d. 131 Frans Wopkez: sp., d. 132 Jan Huigez: sp., d.

133 Simon Wibo: sp. (habet hellebaert), d. 134 Hidde kraemer: sp., d.

135 Pieter cuiper, abest: sp., d.; pauper 136 Florijs Dirckz: hellebaert, d. 137 Jacob Pieterz smid: roer, d.

138 Barttel Foppoz: sp. (habet knevelspit), deegen

139 Hans Liuuez: sp., d. 140 Wobbe Fockez: sp., d.

141 Jan schoemaecker, abest, is een schamel weduue:21 sp., d., pauper

142 Pieter Jacobz: sp., d. 143 Folckert Jeldertz: sp., d. 144 Jacob Tijaerdz: sp., d. 145 Foppo Gerbrantz, abest: sp., d. 146 Andrijes weever: sp., d.

147 Abbe Heroz, abest, is een schamele weduue:22 sp., d.; pauper 148 Reiner Pieterz: sp., d. 149 Jan Liuuez: sp., d. 150 Gerbren Gerbrenz: sp., d. [f. 5v] 151 Hessel Liuuez: sp., d.

152 Wibe Lambertz, abest: sp., d.; pauper 153 Jan oppe Heide: sp., d.

Oesterbijrum

154 Pier Feddrickz: harnas, rinc. ofte stalenkraech, sp., d., bacco.

155 Wijbo Liuuez: harnas, rinc., sp., d., bacco. 156 Liuue Pieterz: harnas (non habet), rinc. oft

stalenkraech (non habet), sp., d., bacco. 157 Tonijs Eelckez: harnas, rinc. oft

stalenkraech (non habet), sp., d.

158 Æger Liuuez: harnas, rinc. oft stalenkraech (non habet), sp., d.

159 Wattije Jacobz: harnas, sp., d.

160 Wopcko Epoz: rinc., roer (habet spijets), d., bacco.

161 Sicko Jasperz: jacke, arm., sp., d., bacco. 162 Erasmus Douuez: arm., sp., d., bacco. 163 Douue Douuez: arm., sp., d., bacco. 164 Binnert Gerrijtz: arm., sp., d., bacco. 165 Taeting Hesselz: armstucken, sp., d., bacco.

(non habet)

166 Epo Wopckoz: sp., d., bacco. 167 Jan Thomasz: rinc. oft harnas, sp., d. 168 Pieter Jansz: roer, d., bacco. (non habet) 169 Hancke Eedez: sp., d., bacco.

21  Het fragment ‘is een schamel weduue’ is later boven de regel toegevoegd. 22  Het fragment ‘is een schamele weduue’ is later boven de regel toegevoegd.

(16)

23  Hierboven doorgehaald: ‘non habet’. 24  Hierna doorgehaald: ‘sp., d., bacco.’. 25  Hierna doorgehaald: ‘d.’.

170 Foppo Liuuez: sp., d., bacco. 171 Willem Epoz: sp., d., bacco. 172 Andla Willez: sp., d. (nihil habet) 173 Jacob Janz: sp., d.

174 Dirck Janz: sp., d. 175 Liuue Emez: sp., d.

176 Rippert Liuuez: sp. (habet hellebaert), d. [f. 6r]

177 Sicko Tzummez: sp., d. 178 Jan Tijerckz: sp., d. 179 Anna uppe Meeden: sp., d. 180 Heercke uppe Meeden: sp., d. 181 Gerrijt Binnertz: sp., d. 182 Albert Liuuez: sp., d. Sexbijrum

183 Schelto Liaukama: volharnas, rinc. oft stalenkraech, arm., stormhuet, slachsveert, deegen

184 Rippert Eelsama: volharnas (habet een olt ruestich harnas), rinc. oft stalenkraech, armstucken (non habet), stormhuet (habet bacco.), slachsveert (habet spies), d. 185 Claes Ædelen: harnas, rinc. oft

stalenkraech, sp. (habet helbaert), d., bacco. 186 Wlcko Douuama: harnas (habet een olt

harnas), rinc. oft stalenkraech, arm. (non habet), slachsveert (habet spijets), d., bacconijel

187 Andrijes ter Tille: harnas (non habet), rinc. oft stalenkraech (non habet), sp., d.

188 Epke Eenckesz: harnas (non habet), rinc. ofte stalenkraech (non habet), sp., d., bacco. 189 Rins Dirricksz: harnas, stalenkraech, sp.,

d., bacco. (non habet)

190 Pieter Frerijckz: harnas, stalenkraech (non habet), sp., d., bacco.23

191 Jetze Tijaerdz: harnas, rinc., stalenkraech (non habet), sp., d.

192 Baerndt op Ædelen: harnas, sp., d., bacco.24 193 Wigle Pierz: rinc., halve haeck (habet spiets),

d., bacco. (non habet)

194 Meinck Fetzez: rinc. (habet arm.), sp. (habet roer), d., bacco. (non habet)

195 Sipcko Douuez: rinc. (non habet), sp., d., bacco.

196 Meus toe Juckema: rinc., sp., d., bacco. 197 Jan Hesselz: rinc., spiets (habet roer),25

bacco. [f. 6v]

198 Sicko Foppez: rinc., sp., d., bacco. (non habet) 199 Sibrant Ottema: rinc. (non habet), sp., d. 200 Isbrant Martenz: rinc. (non habet), spijets

(habet hellebaert), d. 201 Liuue Wattijez: rinc., sp., d.

202 Pieter IJurianz: rinc. (non habet), hellebaert, d.

203 Agge Brioutsma: rinc., sp., d. 204 Hessel Rintsz: rinc., sp., d.

205 Sipko Claesz: armstucken (habet rincoller), sp., d., bacco.

206 Liuue toe Garlue: armstucken (habet rincoller), sp., d.

207 Dirck Jorrijtz: sp., d., bacco. (non habet) 208 Jonge Pieterz: sp., d., bacco.

209 Wpcko Albertz: sp. (habet bardesaen), d., bacconijel (non habet)

210 Seerp Meijez: sp. (habet roer), d., bacco. (non habet)

211 Jacob Feijckez oever dije Rijed: sp., d., bacco.

212 Dirck Bouuenz: roer (habet spiets), d., bacco. (non habet)

213 Jacob Abbez: roer, d., bacco. (non habet) 214 Menck Menckz: roer (habet spiets), d.,

bacco. (non habet)

215 Taecke Rinsz: roer (habet knevelspit), d., bacconiel (non habet)

(17)

26  Er staat eigenlijk ‘sschroer’; in de tekst verbeterd. 27  De woorden ‘is doot’ zijn later boven de regel toegevoegd. 28  Hierna doorgehaald: ‘z’.

217 Jan Liuuez: sp., d.

218 Hibbe Albertz: roer (habet spiets), d. 219 Duecko Jorrijtz: roer, d.

220 Haeije Douuez: sp., d. 221 Gerrijt Dirckz: sp., d. 222 Claes Evertz: sp., d.

223 Egbert Liuuez: sp. (habet roer), d. 224 Pieter Taeckez: sp., d.

225 Eelcke Rienckz: roer, d. 226 Jacob Tijalckez: sp., d. [f. 7r]

227 Sijuert Scheltez, abest: sp., d. 228 Tijaerd Foppoz, abest: roer, d. 229 Melijs schroer:26 sp. (habet helbaert), d. 230 Jan weever, pauper: sp., d.

231 Andries Jacobz, is doot:27 sp., d.; fuit pauper 232 Eelcke Sijtzez: halve haeck, d.; pauper 233 Simon kramer: sp., d.

234 Jan Simonz: sp., d.

235 Pieter Tialckez: hellebaert, d. 236 Pieter Hermenz: sp., d. 237 Wibo Romckez: sp., d. 238 Jacob Janz: sp., d. Pietersbijrum

239 Pieter Maernstra: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp. (habet roer), d., bacco. 240 Gosse Fockoz: harnas, rinc. oft

stalenkraech (non habet), sp., d.

241 Meijle toe Epijnga: jacke oft harnas ende stalenkraech ofte rinc., sp., d.

242 Tijde Anez: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d.

243 Rinnert Bauckez: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco.

244 Auck Hesselinga: rinc. (non habet), sp., d., bacco. (non habet)

245 Sijtze Gabbez: rinc., sp., d., bacco. 246 Tijaerd Claesz: rinc. oft arm., sp., d., bacco.

247 Abbe Beenckez: rinc., roer, d., bacco. 248 Alijff Meilema: rinc. oft arm., sp., d., bacco. 249 Epo Hoijtez: sp., d., bacco. (non habet) 250 Sijbrant Wlbez: rinc. (habet harnas), sp., d.,

bacco (non habet)

251 IJsbrant Simonz: rinc., sp., d., bacco. 252 Pijeter op die Fennen: sp., d., bacco. [f. 7v]

253 Regst Saecke weduue: sp., d., bacco. 254 Pieter Douuez, abest: sp., d. 255 Michiel toe Garta: sp., d. 256 Andries Jetzez: sp., d. 257 Jan Taemez: sp., d. 258 Sinder Wibez: sp., d. 259 Euue Hansz: sp., d. 260 Hans Hanckez: sp., d. Winaldum

261 Pijeter IJssema: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d.

262 IJd Schelte28 weduue: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d.

263 Douue Engle: rinc., arm., sp., d., bacco. 264 Douue Wibez: rinc. (non habet), sp., d.,

bacco.

265 Jan Hesselz: harnas, rinc. oft stalenkraech, sp., d., bacco. (non habet)

266 Pieter Heertz: rinc., arm., sp., d., bacco. (non habet)

267 Louuerens Liauckez: harnas, sp., d. 268 Tijs Bienckez: rinc., sp., d. 269 Sits Sickes weduue: rinc., sp., d. 270 Pier Reinz: arm., sp., d., bacco. 271 Claes Menckz: sp., d., bacco. 272 Dirck Wiboz: sp., d., bacco. 273 Tijaerd Witgema: sp., d., bacco. 274 Simon Simonz: sp., d., bacco.

275 Jacob Eesckez Sioerda: roer (non habet), d., bacco.

(18)

29  Het fragment ‘is cranck, in doots nooden’ is later boven de regel toegevoegd. 30  Het fragment ‘woont op prijesters landen’ is later boven de regel toegevoegd. 31  Het fragment ‘is een schamele weduue’ is later boven de regel toegevoegd. 32  Folio 9r is blanco.

276 Pilgrum Pieterz: sp., d., bacco. 277 Eeme IJdez: arm., sp., d., bacco. 278 Tzaling Alephz: sp., d., bacco. [f. 8r]

279 Albert Janz: sp.(habet roer), d., bacco. 280 Dirck Hollander: sp., d., bacco. 281 Willem Siuerdz: sp., d.

282 Dirck Jacobz Vogel: sp. (habet barddesaen), d.; pauper

283 Reiner Janz: sp., d. 284 Goslijc op a Berch: sp., d.

285 Hermen Heinez: sp. (habet barddesaen), d. 286 Paije Tijarckz: sp., d.

287 Jan Bauckez: sp., d.

288 Dirrick Evertz, is cranck, in doots nooden:29 sp., d.

289 Claes Seerpz: sp. (habet roer), d. 290 Pieter Hollander, abest: helbaert, d. 291 Feijte Sijmonsz: sp. (habet knevelspit), d. 292 Evert Gerrijtz, woont op prijesters

landen:30 kneevelspit, d. 293 Baucke Heinez: sp., d.

294 Baeffcke Rins Amkis weduue, is een schamele weduue:31 pauper, sp., d. 295 Dijorre Eedez: sp. (habet barddesaen), d. [f. 8v]

Herlinger Wijtbueren

296 Bauck Tijercks weduue toe Wijaerda: harnas, spiets, d.

297 Steffen Abbez: harnas, rinc. oft stalenkraech (non habet), sp., d. 298 Taecle Bienckes: harnas, rinc. oft

stalenkraech, sp., d.

299 Hetto Jeltez: rinc. sp., d., bacco. (non habet) 300 Sipcke toe Roopens: rinc., sp., d., bacco. 301 Jarich Pieterz: rinc., sp., d., bacco. 302 Ocko Sibrantz: harnas, stalenkraech, sp.,

d., bacco.

303 Sijuert Dirrickz: rinc., sp., d., bacco. 304 Jan toe Boute: sp., d., bacco. 305 IJsbrant Evertz: sp., d. 306 Sijuert toe Bingetorp: sp., d.

307 Olbren Scheltez ofte zijn mueder: sp., d. 308 Abbe Graetinga: arm., roer, d., bacco. 309 Pouuels Wouterz: sp., d.

310 Jan Jacobz toe Lutke Scheltinge: sp., d. Gecollationierdt iegenst den principael monstercedullen, welke in pampier stondt geschreeven ende is mitten selven befonden t’accordeeren bij mij als secretarijs van Barradeel van woerdt tot woerdt.

[w.g.] G. Walikama, 1552 [f. 9v]32

(19)

33  Zie ook: K. Kuiken, Het Bildt is geen eiland. Capita cultuurgeschiedenis van een vroegmoderne polder in Friesland (Wageningen 2013), pp. 61, 91-92, 96 en bijlage 4e.

34  Folio 1v is blanco.

35  De aanduidingen van de wapens staan steeds in de linkermarge genoteerd; omwille van de leesbaarheid zijn ze ach-ter de namen van de personen geplaatst.

het Bildt

[f. 1r]33 Recepta

Monstercedel vanden ingesetenen vander Bildt, gemonstert den IIIen febr[uar]ij XVc LII

Om ’t Hoff [f. 2r]34

Monstercedel vanden ingesetenen vander Bildt, bij Boudewijn van Loo als grietman vanden Bildt voors. gemonstert upten IIIen februarii anno XVc LII Eerst de plouchgangen in St. Jacobs prochie

1 Dominicus Hillebrantsz, is geset up harnas ende rynccraech: s.35

2 Hillebrant Melisz: s.

3 Jan Govertsz stede, is geset up rustinck ende rynccraech: s.

4 Andries Andriesz, is geset up rustinck ende rynccraech: s.

5 Mette Claes Jacobsz wede: r. 6 Gerryt Martensz: s.

7 Pieter Pietersz anden Nyeuwen dyck: s. 8 Phillips Willemsz, is geset up rustinc ende

rynccraech: s. 9 Steven Claesz: s.

10 Daem Cornelisz, is geset up harnas ende rynccraech: s.

11 Jan Jansz van Ysselmonde: r.d. 12 Joris Jansz: hel.

13 Hubert Arysz: k. [f. 2v]

14 Thet Lyouwes wede: s. 15 Sijbe Wijbez wede: hel.

16 Adriaen Claesz wede: r. 17 Gerryt Jansz: r. 18 Aucke Frericxz: hel. 19 Mari Symons wede: s. 20 Job Boijensz: s. 21 Harrent Cornelisz: r.d. 22 Stans Jansz: s. 23 Michel Cornelisz: s. 24 Albert Claesz: hel. 25 Aert van Gelre: r. 26 IJsbrant Semsz wede: s. 27 Diert Willemsz: hel. 28 Fem Pietersz: hel. 29 Nanninck Thijsz: s. 30 Claes Elbertsz: s. 31 Claes Nannincxz: hel. 32 Cornelis Jansz: k. [f. 3r]

33 Dirrick Pietersz: s. 34 Tzaling Ryeurtsz: r. 35 Lambert Hesselsz: s. 36 Arent Bottes wede: hel. 37 Frerick Maertsz: k. 38 Ariaen Cornelisz: r. 39 Jonge Jan Jansz: k. 40 Garbe Popkez: r. 41 Foeckef Walichs: s. 42 Gysbrecht Claesz: k. 43 Thonis Thonisz: s. 44 Jan Pietersz: k. 45 Jan Thonesz: s. 46 Sybrant Dirricxz: r. 47 Witte Ariaensz: hel. 48 Sasker Douwez: s. 49 Abbe Gabbez: s. 50 Jasper Wijbez: s. 51 Wijbe Wijbez: r.

(20)

[f. 3v]

52 Jan Gerritsz van Campen: k. 53 Claes Maertsz: h.h. 54 Cornelis Claesz: r. 55 Jan Claesz: s. 56 Cornelis Cornelisz: s. 57 Cornelis Gysbertsz: s. 58 Cryn Jacob Fransz wede: s.

59 Jaspar Jansz, is geset up harnas ende rynckraech: s.

60 Rompke Harmansz: s.

61 Jan Jacobsz, is geset up harnas ende rynckraech: s.

62 Goris Melisz: s. 63 Commer Jansz: r. 64 Jan Dammasz: r. 65 Pieter Pietersz: s. 66 Claes Willemsz wede: s.

67 Dirrick Louwerisz, is geset up harnas ende rynckraech: s.

68 Willem Stevensz, is geset up harnas ende rynccraech: s.

[f. 4r]

69 Bastiaen Jansz: s.

70 Jan Cornelis Hesselsz wede: r.

71 Claes Barthoutsz, is geset up rustinc ende rynccraech: s.

72 Gillis Aelbrechtsz: s. 73 Maritgen Baerthouts wede: s. 74 Job Thonisz: s.

75 Cornelis Scheltez: hel. 76 Geert Reynerts: s. 77 Gabbe Dirricxz: s.

Arbeyts luyden ende andere die gheen lant en gebruycken inde voors. prochie

78 Frerick Vries schout: s.r.r. 79 Pybe Feyckez: s.

80 Olfert Pietersz smit: k. 81 Thonis backer: s. 82 Syts smit: s. 83 Thys Aertsz: s.

84 Jan Scheltez: de. 85 Aert schoemaicker: s. 86 Gerryt Eeuwoutsz: r. 87 Jan Lambertsz: k. [f. 4v] 88 Ariaen Meusz: s. 89 Jan Jacobsz: s. 90 Cornelis Pietersz: s. 91 Jan Claesz: s. 92 Gerryt Hettez: s.

93 Mr. Wouter barbier: nihil 94 Pieter Hollander: k. 95 Egbert Lambertsz: hel. 96 Gerryt Jansz: s.

Plouchgangen in Onser Vrouwen prochie 97 Cornelis Bastiaensz Stelman: s.r.r. 98 Jan Cornelis Bonteman: s. 99 Aert Jacobsz: r.

100 Dirrick Gerrytsz Sterck: s. 101 Ariaen van Doerne: s. 102 Jacob Heynez: s. 103 Pier Cornelis Wyttes: s. 104 Claes Douwez: hel. 105 Jorrit Reynicxz: r. [f. 5r]

106 Thonis Jacobsz: r. 107 Sybe Doyez: r. 108 Pieter Jansz: r. 109 Jan Lenertsz: hel. 110 Ariaen Cornelisz: s. 111 Ariaen Aertsz: r. 112 Job Pierssen: r.

113 Cornelis Wyttiez wede: s. 114 Sipke Taeckez: s. 115 Cornelis Myntgez: s. 116 Albert Dirricxz: s. 117 Pieter Zyttsz: hel. 118 Jacob Claesz: h.h. 119 Cornelis Rynicxz: s. 120 Marten Rynicxz: s.

(21)

36  Hierna staat onderaan de folio in moderne hand: 14294. 121 Cornelis Ariaensz: k.

122 Cornelis Fransz: r. 123 Syts Pietersz: r. 124 Jonge Bouuman: k. 125 Harman Jan Lenertsz: s. 126 Douwe Zybez: s. [f. 5v]

127 Symon Zybez: s. 128 Johannes Ryeurtsz: hel. 129 Folckert Aelbrechtsz: s. 130 Jan Jansz: r.

131 Pietrick Cambuyrs: s. 132 Harman Cornelisz: s. 133 Hillebrant Pietersz: hel. 134 Jan Poppes: hel. 135 Lenert Jansz int Blick: s. 136 Pieter Haertsz: s. 137 Alyt Haertsz: k.

138 Jacob Cornelis Pierssen: r.d. 139 Fop Jansz: s.

140 Pieter Foppez: r. 141 Jan Pietersz: s. 142 Jan Dirricxz: s.

143 Jan Cornelis Spannenburger: s. 144 Jan Cornelisz Cambuyr wede: s. [f. 6r]

145 Dirrick Claesz Spannenburger: s. 146 Aene Cornelis Pierssen: k.

147 Claes van Weydum, is geset up harnas ende rustinck: s.

148 Neel Pieters wede: h.h. 149 Marten van Collum: r. 150 Dirrick Ariaensz: h.h. 151 Danckert Cornelisz: h.h. 152 Salvijus Jacobsz: s. 153 Claes Cornelisz Cleyn: r. 154 Jan Folckertsz: s. 155 Pieter Harmansz: s.

156 Bet Jonge Neel: hel. 157 Fop Dirricxz: s. 158 Ysbrant Claesz: k. 159 Harman Jansz, was cranck 160 Rompke Feyez: hel. 161 Sybrant Zyttsz: r. 162 Joucke Sickez: s. 163 Douwe Claesz wede: s. 164 Douwe Pybez: r. [f. 6v]

165 Johannes Douwez, was cranck 166 Groote Philippus: hel. 167 Cornelis Cornelisz Spronck: s. 168 Jan Cornelisz Spronck: s. 169 Jacob Arisz: r. 170 Rob Heyndricxz: r. 171 Thoenis Pierssen: s. 172 Tjalle Martens: s. 173 Rytske Zytgez: k. 174 Claes Jacobsz: s. 175 Griete Zytts: r. 176 Ocke Foppis: s. 177 Taecke Sipkez: s.

178 Cornelis Jacobsz val int Guet, is geset up harnas ende rynckraech: s.

179 Jacob Heynez: r. 180 Harcke Jacobsz: s. 181 Cornelis Taedez: k. 182 Dirrick Claesz: k. 183 Laus Pierssen wede: s. 184 Lange Pieter Jacobsz: s.36 [f. 7r]

185 Jonge Cornelis Jacobsz: s. 186 Claes Claesz: s.

187 Jan Pieter Luytges, is geset up rustinck ende rynckraech: s.

188 Adriaen Danckertsz: s.d. 189 Cornelis Pierssen: s.

(22)

37  Dat wil zeggen: Ariaen Heyman Scheyff en Ariaen Lenertsz.

190 Groote Andries: s. 191 Bastiaen Claesz: r. 192 Oude Adriaen Joostez: s. 193 Pieter Cornelisz Levrey: r.

194 Thonis Eeuwoutsz, is geset up harnas ende rynckraech: s.

195 Lenert Heyndricxz: s. 196 Pieter Jacobsz Vermeye: s. 197 Lambert Joriaensz: k. 198 Tjaert Folckerts: s. 199 Marten Gerrytsz: k. 200 Tryn Willems wede: s.

Arbeytsluyden ende andere die geen plouchgangen, noch lant en hebben inde voorn. prochie

201 Kempo smit: hel. 202 Thonis wever: de. 203 Douwe Oenis: k. [f. 7v]

204 Ariaen Pietersz: s. 205 Aelbert Kuip: de. 206 Joriaen Aggez: r. 207 Claes Willemsz scroer: s. 208 Barthelt: k.

209 Pieter scroer: s. 210 Jan Gerrytsz: hel. 211 Henrick Gerbrantsz: s. 212 Jan Ottez: k. 213 Adriaen Janssen: s. 214 Laes Obbez: k. 215 Boyen Cornelisz: s. 216 Homme Lyeuwez: s. 217 Pouwels Koevoet: s. 218 Symon Claesz: hel. 219 Oude Jan van Gelder: k. 220 Cornelis Cornelisz: k. 221 Wytge metselaer: k. 222 Otte Gerrytsz: k.

[f. 8r]

Plouchgangen in St. Annen prochie

223 Cornelis Willemsz, is geset up harnas ende rynckr[a]ech: s.

224 Frans vander Meye, is geset up harnas ende ryncraech: s.

225 Philippus Jacobsz Buyrtgen, is geset up harnas ende rynckraech: s.

226 d’ Erffgenamen van Frerick Cuycken: s. 227 de wede van Jan Cuycken: r.

228 Gerryt Adriaensz Cuycken: s. 229 Pieter Symonsz: s.

230 Lenert Joostensz: hel. 231 Steven Cornelisz: s. 232 Ulbe Aesgez: s. 233 Folckert Zybrantsz: s. 234 Tjaert Feddez: r.

235 Andries bouumeester vande Crucebroeders te Franicker: hel.

236 Hessel moelenaer: r.

237 Heyndrick Jansz vander Meye: s. 238 Dirrick Pietersz: s. [f. 8v] 239 Symon Reynertsz: s. 240 Pieter Elbertsz: s. 241 Folckert Pietersz: s. 242 Cornelis Wyttiez: s. 243 Lenert Piersz: s. 244 Jan Ariaensz: r. 245 Aert Aertsz: s.

246 Nelemoer Huberts wede: s.

247 Pieter Cornelis Cuycken: s. 248 Marten Jansz: s.

249 Ariaen Heyman Scheyff: s.

250 Ariaen Lenertsz, dese twee37 zijn geset up rustingen ende rynccraegen: s.

251 Dirrick Heyndricxz: r. 252 Jan Claesz: hel.

(23)

253 Henrick Ryckez: s. 254 Luytgen Pietersz: s. 255 Sybrant Pietersz: hel.

256 Jelger Lambertsz, dese is geset up rustinc ende rynccraech: s.

[f. 9r]

257 Adriaen Adriaensz: s. 258 Joost Jansz van Kempen: r. 259 Cornelis Ariaenssen: r. 260 Sybe Rommertsz: s. 261 Albert Jansz: s. 262 Femme Albertsz: s. 263 Tzomme Aesgez: s. 264 Ariaen Cornelis Wyttiez: s. 265 Jacob Claesz: s.

266 Willem Claesz: r. 267 Ariaen Philippusz: s. 268 Cornelis Gillez: r. 269 Jan den Abt: hel. 270 Gerryt Jacobsz: r. 271 Hans Heynez: s. 272 Heyn Folckertsz: s. 273 Aert Aertsz byeman: hel. 274 Hessel Zytsz: s.

275 Bauck Broeticx, is geset up harnas ende rynccraech: s. 276 Pieter Jansz: s. [f. 9v] 277 Jan Femmez: s. 278 Pouwels Pietersz: k. 279 Claes Pietersz: s. 280 Lenert Jacobsz: s. 281 Jan Ariaensz: s.

282 Lenert Jacobsz Harman coemen: s. 283 Symon Pietersz: s.

284 Cornelis Gerrytsz Cuyck, is geset up een rustinck: hel.

285 Thys Jansz: s. 286 Tjebbe Broeticxz: s. 287 Philippus Dirricxz: hel. 288 Jacob Jacobsz: k. 289 Claes Claesz: hel.

290 Homme Zyeurtsz: hel. 291 Louweris Arisz: h.h. 292 Pieter Bouwensz: s. 293 Geen Dirricxz: s. 294 Evert Jansz: s. 295 Cors Cornelisz: s. [f. 10r]

Arbeyts luyden ende andere die geen plouchgangen noch lant en gebruycken inde voors. prochie

296 Cornelis Juriaensz carcher: r. 297 Laurens Cornelisz: d. 298 Goris Ariaensz: s. 299 Doecke Zyeurtsz: r. 300 Jan cremer: k.

301 Meester Joost barbier: k. 302 Tjerck Hesselsz: s. 303 Meester Meynert: k. 304 Ariaen scroer: k. 305 Gerryt smit: s. 306 Hartoger Aertsz: s. 307 Ariaen smit: r.

308 Gys Gerrytsz van Gyssen: r. 309 Job Dirricxz: k.

310 Joost Jansz: s. 311 Jacob wever: k. 312 Cornelis decker: k. 313 Jan van Campen: k. [f. 10v]

314 Matheus Cornelisz: k. 315 Lau Jansz: s.

316 Thonis schoemaicker: k. 317 Gerryt snyder: de. 318 Dirrick backer: k. 319 Cornelis snyder: k. 320 Haye Jacobsz: s. 321 Syeurt Serpsz: s.

322 Pieter Cornelis Bonteman: s.r.r. 323 Lambert Lybbertsz van Lochem: r. 324 Wouter wever: k.

325 Heynrick schoemaicker: k. 326 Cryn Pouwelsz: s.

(24)

38  Folio’s 11r, 11v en 12r zijn blanco. 39  Doorgehaald: ‘363’.

327 Cors Phillippusz: s. 328 Henrick van Lingen: k. 329 Barthel Claesz: k. 330 Aert Dirricxz: k.

Ic Boudewyn van Loo, grietman vander Bildt, certifficere de voorn. persoenen gemonstert te hebben ende geweert gevonden als voeren upten IIIen febr[uar]ij XVc LII,

[w.g.] B. v. Loo [f. 12v]38 Bilt No. 27239

(25)

40  Deze folio is de omslag van het katern.

41  Staat ondersteboven geschreven, links onderaan op de folio. 42  Hierna is een (onleesbaar) woord doorgehaald.

43  Waarschijnlijk is dit een apart, toelichtend vel bij de monsterlijst; later toegevoegd en bedoeld als omslag. 44  Lees: ‘zee’.

45  Vanaf hier begint een andere hand.

46  Deze aanduiding ‘r’ (voor ‘rustinghe’) staat in de linkermarge; omwille van de leesbaarheid achter de namen ge-plaatst; passim.

Bolsward

[f. 1r]40 Bolzwaert41

Den edelen welgeborenen gestrenghen erentvhesten vroemen hoichgeleerten vermogende heren stadtholder generael etc. Keyserleyke Mayesteyts mitsgaders president ende raden42 geordineert in Vrieslandt, onsse gnaedigen ende andachtighen lieven heeren, etc.

[f. 0]43

Edele welgeboren gestrenghe erentvheste vrome hoichgeleerte vermogende heren, achtervolgende uwer genaden brieven ende bevel hebben wij opten derden februarij lestgeleden wapenscouwinge onder onsse burghers ende inwoenders geholden; ende zeijnden uwer genaden mits desen over onssen monstercedule, welverstaende dat bij alle personen op rustinghe geordinert gescreven staet een ‘r’ ende alle andere personen dair niet bij gescreven staet, zyn geordinert op spieets ende deghen, oft in plaetze vanden spietze een hellebaert, ruer oft andere guedt langh geweer na gelegentheyt vanden personen, zo dat wij nae onsse conditie redelycke well versien zijn van hantbussen, spietzen, hellebaerden ende andere geweer. Ende zoe ytlycke overmits cortheijt van tyde, wenterdach ende onweder hoere geweer ten vollen niet hebben moeghen gecrijghen, is d’selve zeer scerpelycken bevolen tgene dair anne gebreketh to raiden bij drie weken

naden monsteringe voors., bij sulcke penen als dair op bij uwer genaden gestelt zijn, zonder enich simulatie to verboeren. Ende zoe uwer genaden uuyt deser monstercedule well heeft to bemercken dat wij mitt onssen burgeren voors., schoen wij alle present waeren noch niet meer dan genoich solden zijn omme van Keyserleyke Mayesteyts wegen zijne Mayesteyt tegens gewelt van vianden to defenderen, zo ist noch bij uwer genaden toe bemercken dat inden monstercedule voors. benometh zyn veel zeevarende personen die hen tegens den tyt ter zeer44 begeven ende oyck eenighe hen begevende in Keyserleyke Mayesteyts dienste als sulcx to doen valt, zo dat wij soemers zeer gebloet worden van onsse vroomste borghers, wair na uwer genaeden gelieven zal provisie to doen, indyen hyr to lande pericule van crijch ende oirloch vallen mochte. Hijr mede zij uwer genaden Gode den almogende bevolen. Datum Bolsuert den elliften dach februarij anno XVc tueendevijftich.

By45 ons uwer genaden onderdane guetwillighe

etc.

Olderman, burgermeesteren, scepen ende raetsluden der stede Boelswart.

[f. 2r] Merckstraet 1 Goslyck Bernardusz 2 Frans Gerbrenz 3 Gerbren Eeblez: r46 4 Alle Annez

(26)

5 Sytthye Johanz 6 Ryoerdt Sybez: r 7 Lenert stoeldrayer 8 Lambert Tyaerdtz 9 Molle Sybrantz: r 10 Claes Abbez: r 11 Romcke cuyper: r 12 Doecke Gerbrenz 13 Sybren Lyewez 14 Jan mesmaker 15 Dowe Janckez 16 Frans Arentz: r 17 Jan Arentz: r 18 Syrdt Sypckez: r 19 Albert Dyrckz 20 Pieter Hesselz: r 21 Mgr. Wyllem 22 Pier Herez: r 23 Wybe Fransz: r 24 Jancke Janckez 25 Haye Reynerz: r 26 Wybe Lyewez: r 27 Lambert Ottez: r 28 Goslyck Scheltez: r 29 Jeldert Syurdtz: r 30 Harmen Hylbrantz: r 31 Sacke Baez: r 32 Fecke Syerdtz: r 33 Douwe Janz: r 34 Jacob cramer: r [f. 2v] 35 Sicke Ryurdtz: r 36 Enne Jarichz: r 37 Syurdt Tyaerdtz: r 38 Jan Claesz: r 39 Pieter Jarichz: r 40 Jan Janz 41 Dirck Adamz: r 42 Syoerdt Sickez 43 Tyepke Hesselz 44 Ryck wever: r 45 Here Hayez 46 Sypke Janz: r 47 Baernt Jacopz 48 Pieter Foppez: r 49 Sytze schonmaker 50 Douwe Robynz 51 Gerryt Joryanz: r 52 Pieter scheryer 53 Frans goltsmidt 54 Pieter Sytthijez 55 Bae Alephsz: r 56 Anne Alephsz 57 Lyewe smidt: r 58 Tys Raphelsz 59 Taeke goltsmidt: r 60 Cornelius Fransz: r 61 Meye Feckez: r 62 Thonys Gerrytz: r 63 Claes Gerrytz 64 Botte Jellez: r 65 Schelte Fransz: r 66 Olphert Foppez 67 Gorys Pieterz: r 68 Frans Romckez: r 69 Harmen Hyllez 70 Ment Jarichz [f. 3r] 71 Frans Tabbez: r 72 Saekele Syurdtz: r 73 Bernardus Aggez: r 74 Jochym Hendrickz 75 Feyke Hemmez 76 Claes Claesz: r 77 Sypke Eebez 78 Frans Jacobz: r 79 Mgr. Andreas Phoceus: r 80 Johannes Mennez: r 81 Frans 82 Baucke Jettyez 83 Bennert Syurdtz 84 Jan Dyrckz 85 Attick pelser 86 Cryn Peetersz 87 Jacob Symenz 88 Anne Pyersz 89 Jelys Janz 90 Ryuerdt Lammertz

(27)

91 Jan cramer

92 Harmen van Assendorp 93 Tomis Janz 94 Symen Janz 95 Hessel Martenz 96 Jan Janz 97 Jacob Geertz 98 Arndt Janz 99 Bauck Jans 100 Jan Symenz 101 Baucke Harmenz 102 Tymen Sytyez 103 Hendrick Ockez 104 Rynnert 105 Wouter Sickez 106 Roelof Willemz [f. 3v] 107 Sibren Janckez 108 Heyne Lambertz 109 Evert Janz 110 Cornelys Sybrenz Dilaeckster verndeel 111 Gerryt Bouwenz 112 Pieter Baerentz 113 Syoerd Claesz: r 114 Pyer Buwez 115 Wolter Eelckez 116 Jelte Symonz 117 Cornelys Gerliffz 118 Aencke Bauckez 119 Syoerd Cyryckz 120 Jan Janz 121 Mgr. Hobbe Douwez: r 122 Jasper Janz 123 Dytye Herez: r 124 Broetich Aepkoz 125 Pieter Gerbrenz 126 Gosse Hayez: r 127 Pieter Syoerdtz 128 Syoucke Douwez 129 Jan Hendryckz 130 Syurdt Goffez: r 131 Tyaerdt Johanz [f. 4r] 132 Lyuwe Syerckz 133 Pieter Pieterz 134 Douwe Cyrycxz: r 135 Bonne van Haythiema: r 136 Pybe Aennez: r

137 Bernardus Romckez: r 138 Lou Symonz

139 Douwe van Hottingha: r 140 Pouwels Jacobz 141 Here Lubbertz 142 Tymen Bouwenz 143 Sicke Reynerz 144 Wencent Janz: r 145 Gerryt Symenz: r 146 Wilhelmus Cijrijcxz: r 147 Pieter lastman: r 148 Syurdt Wpckez: r 149 Gerryt van Hattum 150 Gercke Hommez: r 151 Dyrck Janz: r 152 Schelte Harmenz 153 Douwe Syurdtz 154 Hylbren Arendtz 155 Pieter Gysbertz: r 156 Abbe Douwez: r 157 Ocko Dyrckz: r 158 Enne Tzalinghsz: r 159 Taecke Ockez 160 Hylle Sijurdtz 161 Haye Oegez: r 162 Freryck Gerrytz 163 Fetze Bauckez: r 164 Pieter Tyaerdtz: r [f. 4v] 165 Claes Janz: r 166 Lolle Hemmez 167 Wyllem Peeterz 168 Teete Wopckez

(28)

47  Hierna is het woord ‘van’ doorgehaald. 169 Ryoerdt Gerliffz: r 170 Pieter Abbaz: r 171 Johan Sickez 172 Jan Pieterz 173 Douwe Fongerz: r 174 Pieter Peeterz 175 Gale Janz 176 Syurdt Gerbrenz: r 177 Menne Sypckez 178 Lourens Abbez: r 179 Claes Wolterz 180 Taede Herez: r 181 Wopcke Broerz: r 182 Jan Corneliusz 183 Jan Peeterz 184 Pouwels Gerrytz: r 185 Tymen Wybrenz: r 186 Pieter Pauwelsz 187 Douwe Emez 188 Wellem Peeterz 189 Jacob Wyttyez 190 Douwe Phridtsz: r 191 Pieter Syoerdtz: r 192 Rochus Sytzez 193 Gerryt Harmenz 194 Jan Eebez: r 195 Jan Doeythyez 196 Jan Jarichz: r 197 Ryuerdt Hayez 198 Johan Synnez: r 199 Eecke Reijnz: r [f. 5r] 200 Watze Sipckez: r 201 Jacob Andrysz 202 Botte Boldewynz: r 203 Jan Sybrantz 204 Jan Folkertz 205 Andrys Tyaerdtz: r 206 Gercko Ryoerdtz: r 207 Douwe Symenz: r 208 Olphert Dirckz 209 Hydde Lolckez: r 210 Tzalingh Reynerz 211 Claes Claesz 212 Pieter Heynez 213 Lubbert Jacobz 214 Douwe Janckez: r 215 Cornelius Daemz 216 Claes Laesz 217 Here Doeythyez 218 Jan Burgherz: r 219 Pieter47 Vrismoet 220 Henryck Jacobz coninck 221 Georgien Harmenz 222 Jan Hesselz: r 223 Otto Wynckis 224 Henryck Zegerz 225 Pouwels Pieterz [f. 5v] Dyckster verndeel 226 Wellem Peterz 227 Ada Wopckez 228 Jan Janz schuytmaker 229 Pieter Hansz 230 Henryck Wopckez: r 231 Aenka Taekez 232 Gosse Douwez 233 Folkert Louz 234 Frans Gerrytz 235 Reijntzen 236 Wellem Fransz 237 Gosse Syboutz 238 Symen Pouwelsz: r 239 Frans Jacobz 240 Hotza Taedez 241 Baucke Haringhz: r 242 Jan Allertz: r 243 Pieter Wybez: r 244 Symen Symenz: r

(29)

48  Hierna staat onderaan de folio in moderne hand: 14294. 245 Sijmen Janz: r 246 Lambert Hoijtis 247 Jan Reynerz 248 Frans Ottez 249 Romke Wybez: r 250 Syurdt Sypkoz: r 251 Wybe Hansz 252 Gerryt Wellemz: r 253 Ritsca Aryanz: r 254 Menne Jacobz: r 255 Feico Wellemz: r 256 Cornelius Wolterz: r 257 Lolle Gerbrantz: r 258 Jijntze Tabbez: r 259 Baucke Lolckez: r 260 Lou Louz48 [f. 6r] 261 Douwe Etez 262 Willem Egbertz 263 Fonger Haringhz: r 264 Stoffel Peeterz 265 Schelte Taeckez 266 Schelte Scheltez: r 267 Reyner Annez: r 268 Seerp Bintez 269 Watze Michaelz 270 Gatza Gerliffz 271 Lolle Ewertz: r 272 Cornelius Hoeytez 273 Sipcke Sijbrantz 274 Idts Corneliusz 275 Lijuwe Renckez: r 276 Isbrant Pierz 277 Wybrant Janz 278 Anna Janz 279 Jan Harmenz 280 Willem Pierz 281 Ewert Taemz 282 Cryn Aepkez 283 Botte Jacobz 284 Hans Hansz 285 Anna Reynerz: r 286 Wlke Syurdtz: r 287 Rienick Sybrantz 288 Albert Adamz 289 Lanckhals van Wyck 290 Frans Lolkez 291 Jacob Wijbez 292 Jan Sytzez 293 Pieter Epez 294 Pouwels Claesz [f. 6v] 295 Henryck Dionisiusz 296 Wopcke Douwez 297 Jauke Oedsz 298 Tyerck Epez 299 Jan Janz 300 Huygh Peterz 301 Jan Sybrantz 302 Tite Lambertz 303 Doede Symenz 304 Venka Jaukez 305 Cornelius Aerndtz 306 Egbert Epez 307 Jan pottebacker 308 Job Pieterz 309 Willem Paeskez 310 Bonifacius wielmaker 311 Hobbe smidt 312 Syurdt smidt 313 Andries Auckez smidt 314 Dominicus Auckez smidt 315 Syurdt cuijper

[f. 7r] Haytye baen 316 Jan Warnerz: r 317 Jacob Gerbrantz: r

(30)

49  Hierna is een naam doorgehaald: Gaucke Baucke z. 318 Sipcke Syurdtz: r 319 Jan Claesz: r 320 Reyner Jacobsz 321 Bouwen Bouwenz 322 Adriaen meslaer 323 Pieter Janz 324 Jan Hardkies 325 Jelle Takez 326 Pieter Hummez 327 Pier Hottyez 328 Harmen Abbez 329 Folckert Abbez 330 Anne Scheltez 331 Jan Janz 332 Jan Penninck 333 Wopke Taekez 334 Jan Janz 335 Andries Symenz 336 Jan Tietez 337 Bartelt Gerrytsz 338 Allert Pieterz 339 Jacob Gerrijtsz 340 Claes Folkertz 341 Jacob Janz 342 Gerbrant Tyaerdtz 343 Anne Gerrijtsz 344 Jacob Jacobz 345 Anne Abbez 346 Wybe Tzalinghsz 347 Bern Claesz 348 Gerryt Janz 349 Cornelius Claesz [f. 7v] 350 Tyaerdt Georgienz49 351 Jurijan Heynz 352 Allert Gerrytsz 353 Pieter Claesz 354 Johannes Eelckez 355 Claes Dirckz 356 Ysbrant Gerbrantz 357 Syurdt Hottyez: r 358 Wellem Ysbrantz 359 Joachim Epkez 360 Doeytye Tzalinghsz: r 361 Jan Claesz 362 Syurdt Allertz: r 363 Bryontick Wybez 364 Pieter Allertz: r 365 Cryn Allertz 366 Hendryck Jarichz 367 Gerryt Albertz 368 Carst Hennicxz 369 Claes Jacobz 370 Andries Lollez 371 Hylke Albertz 372 Luytyen Syurdtz 373 Gattye Eemez 374 Pier Wolterz 375 Botte Meynertz 376 Joachim Janz 377 Take Yghez 378 Cyryck Jacobz 379 Tymen Janz 380 Thomas Martenz 381 Bernardus Gerrytz 382 Doede Jarichz 383 Jacob Louz [f. 8r] 384 Adriaen Janz 385 Broer Dirckz 386 Watze Peterz 387 Cuert Renckez: r 388 Hoyte Syurdtz

389 Mr. Jacob van Lottringen: r 390 Sybolt Leenertz: r

391 Joncheer Tyaerdt van Jwynghama: zzz 392 Wlbe Sipckez

393 Baytye Symenz

394 Johan van Heerm[a]: zzz 395 Wytye Symenz: r

(31)

396 Johan Wpckez: r 397 Jan Fransz 398 Peeter Meynertz 399 Jan Janz 400 Jan Janz 401 Claes Gerbrantz 402 Henryck Janz 403 Jettye Foppez 404 Allert Wopkez 405 Jan Pyeterz 406 Peeter Lyuwez 407 Douwe Renckez 408 Baernt Jacobz 409 Jettye Olfertz 410 Reyner Henrycxz 411 Sappe Syboutz 412 Otte Eepez 413 Johannes Hansz: r 414 Sibolt Jettyez 415 Taeke Janckez: r 416 Douwe Etez: r [f. 8v] 417 Tyalke Sybrantz 418 Hilbrant Martenz: r 419 Broer Eetez: r 420 Sybe Syurdtz 421 Gerrijt Symenz 422 Meynert Outgertz 423 Botte Bottez 424 Evert Harkez 425 Baerndt Poppez 426 Anne Luytgensz 427 Pieter Janz 428 Cleijs Harmenz 429 Claes heer Sueers 430 Outger ticheler 431 Symen Wijttijez 432 Pouwels Sybrenz 433 Fedde Peeterz 434 Hendrick Dirckz 435 Frans Hendryckz 436 Pieter Michielz 437 Otte Syttyez 438 Tijaerdt Tyez 439 Foppe Harmenz 440 Dominicus Renckez 441 Lolcke Pybez 442 Reyn Janz 443 Wyllem Janz 444 Jettye Emckez 445 Wolter Janz 446 Luytyen Welmerz 447 Lambert Jelysz 448 Jacob Cyrycxz 449 Jan Janz 450 Pieter Feckez 451 Symon Aggez 452 Jan brouwer [f. 9r] 453 Adriaen Hendricxz 454 Andries Peterz 455 Abbe Gysbertz 456 Georgien Feckez 457 Jacop Jacopz 458 Broer Dirckz 459 Thomas Jelysz 460 Jan Hendrycxz 461 Joest Janz 462 Hessel Dyrcxz 463 Gerbren Reinerz 464 Pieter Janz 465 Jan Fransz 466 Sipcke Reynerz 467 Eeble Wyllemz 468 Harmen Doeythyez 469 Egbert Gerrytz 470 Harmen Jelysz 471 Romcke Jwz 472 Sybren Taecckez 473 Pier Abbez 474 Johan Gossez 475 Myrck Fockez 476 Tyaerdt Hettez 477 Wyllem Hoeytz 478 Freryck Buwez 479 Ryoerdt Bauckez 480 Watze dragher 481 Eelcke Lyuwez

(32)

482 Broer Baerntz 483 Lourens Janz 484 Anne Dyrckz 485 Job Bastiaensz 486 Sibren Romckez 487 Alger Eepez 488 Foppe Hayez 489 Cornelius Janz 490 Botte metslaer 491 Johannes Jelysz 492 Henryck Wolterz 493 Watze pelser 494 Jan Jacopz 495 Juw Ruch 496 Hessel wever 497 Hendrick Jacopz 498 Peter Hendrijckz [f. 9v] Wuytbueren

499 Gerrolt Nannez mit zijn zuager oppe Cleuweren 500 Symon: r 501 Cornelius to Keppens 502 Douwe 503 Syoucke oppe Cleuweren 504 Douwe 505 Jelbe to Merwirt 506 Douwe

507 Gerliff Wlbethz op Baucketerp 508 Taeke: r

509 Jetze to Tzaerdt

510 Hotze

511 Oltgert to Pellenszoen mit zijn adherenten 512 Rienick to Longee

(33)

50  Hierna doorgehaald: ‘s’. Doniawerstal

[f. 1r]

Achterfolgende opde bevelen vanden Hove van Vrieslant heb ick Gabbe Andrijnga, Keyserlycke Mayesteyts gretman, geordoneert een monster zedel ende monstrijnge te holden ende den monster zedel, te verstaen so waer een ‘h’ myt een ‘r’ staet, beduuit een harnas myt een rynckolder; so waer een ‘s’ myt een ‘d’ staet, beduuit een speet myt een degen; so waer een ‘r’ staet alleen beduuit een roer myt een degen; ende daer een ‘h’ alleen staeidt, beduuit een helbaerde.

Ynden eersten den dorpe van Tzerckgeest

Dese eerste naesc. naemen syne die monster mannen. 1 Jelle Jetthiez: s, d 2 Uite Pijrs: h, r, s, d 3 Szucke Wlkez: h, r, s, d 4 Anna Broers: r, d 5 Ryncke Folkerts: r, d 6 Anna Alez: r, d 7 Ids Taekes: s, d 8 Fodde Heris: s, d 9 Fodde Hans: h, r, s, d

Hyr nae volgende d’ander gemeynten. 10 Wlke Holkama: s, d 11 Tete Feytez: s, d 12 Jelle Hesselz: r, d 13 Ebe Martensz: s, d 14 Jan Lioeskez: s, d 15 Hopke Jellez: s, d 16 Jacop Janz: r,50 d 17 Joucka Wlkez: s, d [f. 1v] 18 Lolle Heerkez: s, d 19 Ebe Hanckez: r, d 20 Hancke Herincksz: s, d 21 Haeite Herez: s, d 22 Feit Wibis: s, d 23 Boete Martensz: s, d 24 Jacop Lwithiez: s, d 25 Nolle Reynsz: s, d 26 Broer Tietez: h, r, s, d 27 Eelke Symensz: s, d 28 Jotthie Nollez: s, d 29 Jochum Holkez: s, d

Dorp van Doanigae, hijr nae folgende hoer monstre mannen. 30 Asmus Sinez: r, h, s, d 31 Baucke Pijrsz: r, h, s, d 32 Nolle Bonnez: r, h, s, d 33 Jan Andrisz: s, d 34 Gerryt Andrisz: s, d 35 Ithie Lolles: r, d 36 Hoeit Hynnes: s, d 37 Hynna Zeuckes: r, d

Hyr nae volgende d’ander gemeenten. 38 Ebe Sypkes: s, d

39 Rycolt Sybrens: s, d 40 Tyamcke Tynckez: r, d

41 Ocko Dowis: een stalen boge myt pylen ende degen 42 Symen Andris: s, d 43 Tyamcke Pekez: s, d 44 Syne Lollis: s, d 45 Claes Andris: s, d [f. 2r] 46 Broer Bonnes: s, d 47 Igele Rynckes: r, d

(34)

51  Hierna doorgehaald: ‘Ewe’. 52  Hierna doorgehaald: ‘Sycke’.

48 Jelle Lollis: s, d 49 Pyr Hoeits: s, d 50 Rynnert Sybis: s, d 51 Pyr Thietzes: s, d 52 Jelle Theetis: s, d 53 Licke Gathis: s, d

Het dorp van Sinte Nyclaes gae, hyr nae folgende de monstre mannen. 54 Licke Watthis51: r, h, s, d 55 Ewe Onis: r, h, s, d 56 Tomis Rynnertsz: h, r, s, d 57 Aucke Nannes: s, d 58 Bonne Onckez: s, d 59 Dowe Liauckes: s, d 60 Harmen Wybez: r, d 61 Luthien Mynnez: r, d

Hyr nae folgende d’ander gemeenten. 62 Bawe Roerda: r, h, s, d 63 Otto Liauckez: s, d 64 Andreas Attis: s, d 65 Aucke Rynnerts: s, d 66 Helmer Janckez: s, d 67 Meyna Pyrs: r, d 68 Reythien Jouckaz: h, r, s, d 69 Jelle Atthisz: s, d 70 Tyamcke52 Syppez: s, d

71 Rynnert Jelkesz: een stalen boge myt pylen, d 72 Wlke Rijnckez: r, d 73 Sijble Hollez: s, d 74 Diore Edez: r, d 75 Jan Herez: s, d [f. 2v] 76 Fedde Jetthisz: s, d 77 Buwe Aedgersz: s, d 78 Ede Wybis: s, d 79 Sijbren Edis: s, d 80 Jaen Hommis: s, d 81 Buwe Bauckes: s, d

Dorpe van die Nyemeer, hijr nae folgen die monstre manne. 82 Jelle Doiesz: r, d 83 Sine Sijpkesz: h, r, s, d 84 Sacke Holkez: s, d d’ander gemeynten 85 Wybe Birdez: s, d 86 Andries Symensz: s, d 87 Tyarck Dowis: s, d 88 Gatte Dioresz: s, d 89 Broer Fueckes: s, d 90 Broerke Wybis: s, d 91 Alger Algersz: s, d 92 Ige Agez: s, d

Dorpe ter Oele, hyr nae volgen de monstre mannen. 93 Jaerich Hijlkez: r, h, s, d 94 Buwe Jeclis: r, h, s, d 95 Tijarck Emers: r, h, s, d 96 Wybe Attis: s, d 97 Atta Nollis: s, d 98 Syppe Romckez: s, d 99 Tyarck Bonnis: s, d

Hyr nae folgende d’ander gementen. 100 Cornelis Romckes: s, d 101 Jencke Buuis: s, d 102 Gerryt Ebisz: r, d 103 Wlke Poppis: r, d 104 Anna Tyarcksz: r, h, s, d 105 Lolle Lolckez: s, d 106 Buue Wybez: s, d

(35)

[f. 3r] 107 Walte Benedix: r, h, s, d 108 Taeke Herez: s, d 109 Sypka Saskers: s, d 110 Athie Romkez: s, d 111 Fecka Dowez: r, d

dorp In dye Dicken, hyr nae volgen hoer monstre mannen. 112 Fedde Heris: r, h, s, d 113 Iete Tyarcksz: r, h, s, d 114 Here Anskes: r, h, s, d 115 Joannes Eewis: r, d 116 Ona Hansz: r, d 117 Sybren Buuisz: s, d 118 Atte Doeithisz: s, d D’ander gemeij[n]ten 119 Syble Ewertsz: s, d 120 Walte Jellisz: s, d 121 Iete Tyarcksz: s, d 122 Hysse Herez: s, d 123 Syert Pekes: s, d 124 Hemcke Dowez: s, d 125 Lolle Ewertsz: s, d 126 Here Anskez: s, d 127 Bonte Hylkez: s, d 128 Sybolt Gerryts: s, d 129 Hans Hannes: s, d 130 Age Mijrcksz: s, d 131 Diore Onaz: s, d 132 Jonge Jongez: s, d 133 Romcke Meynaz: s, d 134 Fedde Martensz: s, d 135 Atte Idsz: s, d 136 Watthie Agez: s, d 137 Sythie Hoeithes: h, r, s, d 138 Eelke Igez: s, d 139 Feyte Mynnez: s, d 140 Broercke Poppaz: s, d [f. 3v]

Dorp van Langwer, hyer nae folgende die monstre mannen; Jancke van Douwema vas nycht by die monstrynge dorch syn kranckten.

141 Hans Reijnsz: h, r, s, d 142 Ew Jorcksz: h, r, s, d 143 Obbe Pijbez: h, r, s, d 144 Jancke Wlkez: h, r, hel, d 145 Hijdde Hoeitsz: r, d 146 Gerck Hansz: r, d 147 Pijr Herez: r, d 148 Pybe Hepkez: s, d 149 Broer Jansz: s, d 150 Peter Jansz: s, d

Hyr nae folgen d’ander gementen. 151 Reort Haeitez: s, d 152 Atta Ackez: s, d 153 Wylhem Claesz: s, d 154 Joucke Broersz: s, d 155 Hylke Janckez: s, d 156 Tzalinck Tzalinxz: s, d 157 Diore Wythiez: s, d 158 Inthie Lolkez: s, d 159 Jorgen Fockez: r, d 160 Job cuper: halff haeck, d 161 Abe Sybez: s, d 162 Jelle Hopkez: s, d 163 Aucke Edez: s, d 164 Wul Jellis: s, d 165 Foecle Hoeithiez: s, d 166 Hoeithie Gelkez: s, d 167 Taeke Broerckez: s, d 168 Jan Broersz: s, d 169 Broer Onisz: s, d 170 Ebe Synez: s, d 171 Ryncke Martens: s, d 172 Engele Repkez: s, d [f. 4r]

Den dorpe van Bonszuage hyr nae folgen die monstre mannen.

(36)

53  Hiervoor doorgehaald: ‘Jans’.

54  Hierna staat onderaan de folio in moderne hand: 14294. 173 Dijrck Reynersz: r, d

174 Poppe R[e]ncksz: h, r, s, d 175 Tyalke Fongersz: h, r, d, s Hyr nae volgen d’andre gementen. 176 Sybren Jansz: s, d 177 Ferck Rynncke: s, d 178 Goeithien Hollez: s, d 179 Gerryt Rynthez: s, d 180 Sypke Haeithiez: s, d 181 Pyr Mynckez: s, d 182 Marten Jellez: s, d

Den dorpe in die Broeck, hyr nae folgen de monstre mannen. 183 Joest Simensz: r, h, s, d 184 Baucke Pyrsz: r, h, s, d 185 Jeldert Ockez: r, h, s, d 186 Pyr Saskersz: r, d 187 Sythie Wijbez: r, d 188 Atta Rynnerts: s, d 189 Hans Pekez: s, d 190 Tyarck Wybez: r, d d’ander gemey[n]ten 191 Baecke Onnez: r, d 192 Rynnert Attes: s, d 193 Claes Jacop: s, d 194 Ona Rouckes: s, d 195 Isse Pyrsz: s, d 196 Wybe Rouckesz: s, d 197 Poppe Sywertsz: s, d 198 Anna Gyoltsz: s, d 199 Dowe Wyglez: s, d 200 Haie Rencksz: s, d [f. 4v] 201 Jan53 Dyrcks: s, d 202 Joucke Rouckez: s, d 203 Roucke Jouckez: s, d 204 Gerck Jellez: s, d

Dorp van Goingrijp, hyr nae volgen de monstre mannen.

205 Lolke Fueckes: h, r, s, d 206 Wybe Doedez: h, r, s, d 207 Tyebbe Hoeithiez: h, r, s, d 208 Fetthie Hoeithiez: s, d 209 Foeckel Sickez: halff haek, d 210 Age Petersz: s, d

211 Wybe Taeckez: s, d 212 Poppe Hanckez: s, d Hyr nae volgt d’ander gementen 213 Reest Tijsz: s, d 214 Genne Nannez: sl 215 Hans Gabbis: s, d 216 Ryncke Tybbez: s, d 217 Ona Dowis: s, d 218 Sybolt Haiez: s, d 219 Sythie Tyebkes: r, d 220 Christoffel Rouckes: s, d 221 Joucka Onis: h, r, s, d 222 Wlke Fethis: r, d 223 Ete Pyrsz: s, d 224 Haie Tyerdts: s, d 225 Wge Pyrs: s, d 226 Claes Nannes: s, d 227 Lolle Hanckes: s, d54

(37)

55  Er staat bij vergissing tweemaal ‘den’; tweede keer in de tekst weggelaten. 56  De folio’s 6 en 7 zijn blanco.

[f. 5r]

Den dorpe van Oustre Haule, hyr nae volgen de monstre mannen.

228 Cornelis Theegersz: r, h, s, d 229 Here Sypkez: r, d

230 Meynert Dowes: s, d Hyr nae volgen d’ander gementen. 231 Abe Joannesz: s, d 232 Foecke Wlkesz: s, d 233 Fonger Sywertsz: s, d 234 Eete Jellesz: s, d 235 Reijn Sickesz: s, d 236 Ede Hoeitsz: s, d 237 Syrck Gerlffsz: s, d 238 Paels Dowis: s, d 239 Oebe Assez: s, d 240 Myrck Sybrens: s, d

Den55 dorpe van Oustre Nyega, hijr nae volgen die monstre mannen.

241 Nolle Eckez: h, r, s, d 242 Ithie Adgersz: s, d

Hyr nae volgen d’ander gementen. 243 Harijnck Hanckez: s, d 244 Ona Sybolstz: s, d 245 Hylke Igez: s, d 246 Tyalke Waltez: s, d 247 Foppe Wybes: s, d 248 Remer Sywertsz: s, d 249 Greldt Jellis: s, d 250 Sythie Tyebbisz: s, d [f. 5v]

Den dorpe vanden Olde Ower, folgen hijr nae de monstre mannen.

251 Sane Jellis: r, h, s, d 252 Alle Joest: r, d 253 Wlke Buttis: s, d

Hyr nae folgen d’ander gementen. 254 Tomes Ietes: s, d 255 Inthie Liclez: s, d 256 Pyr Andris: s, d 257 Goeythien Jellis: s, d 258 Nanne Engelis: s, d 259 Tijmen Tymensz: s, d

260 Benthien Greldts: had een gavelyn ende een deegen 261 Atthie Thietez: s, d 262 Ede Tybs: s, d 263 Joannes Assez: h, r, s, d 264 Andries Sybrensz: s, d 265 Rijncke Fueckesz: s, d 266 Marten Cleysz: r, s, d 267 Ete Gerckes: s, d [f. 8r]56 Doenywerstal

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(2) Eine „geradezu verzweifelte Vereinzelung“ beobachtet Wolfgang Kaschuba unter heutigen Jugendlichen.. „Viele suchen nach einer Gruppenform“, sagt der Professor für

hem allen beroeren mochte ende alle die daer waren beefden ende waren in anxste, sonder olymphias die vrouwe philips wijf, want die draec boet hoer sijn hant ende hi was bereyt te

[H]Ier na quam alexander weder in Gryeken mit grooter macht om een meerre heer te vergaderen ende machtelicker teghen Darius te striden: mer hi moeste liden doer die stat Thebea Mer

Hij gevoelt zich plotseling een persoon van gewicht, nu hij er aan denkt dat de resident daarbinnen zijne laatste instructiën ontvangt, om op Atjeh's Zuidkust het civiel bestuur in

Wat de komische intermezzi betreft komt Bredero daar rond voor uit als hij in zijn voorrede zegt dat ‘de Ghemeente en 't slechte (= eenvoudige) Volck ... meer met boefachtige

dankbaarheid na aanvankelijke verwarring bij de gewonde Rodderik; zorg om de beminde, maar tevens om haar eer bij Elisabeth en zich gehinderd voelen door de verplichting

Gy hebt mij het herte genomen, mijne waerde lieve Bruyd, ja gy hebt mij het herte genomen met eene van dijne ogen, ende met eene keten van dijne hals.. + Mijn suster, mijn lieve

Floyris ende Blantseflur..