• No results found

ETE-AK-2012-HAVO-1-o

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ETE-AK-2012-HAVO-1-o"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

200401121-o

Examen HAVO

2012

Aardrijkskunde

Bij dit examen hoort een bijlage.

Dit examen bestaat uit 38 vragen.

Voor dit examen zijn maximaal 59 punten te behalen.

Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.

Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het antwoord meestal geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt.

Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld.

tijdvak 1 maandag 21 mei 10.30 - 13.30 uur

(2)

Aanwijzingen voor de kandidaat

Indien naar de Grote Bosatlas (GB) wordt verwezen dan wordt de 53edruk bedoeld.

Elke opgave bestaat uit enkele vragen. Bij elke vraag kun je, indien gewenst, de atlas gebruiken.

(3)

200401121-o 3 lees verder ►►►

Opgave 1 - Endogene en exogene krachten in Japan

Bestudeer bron 1 in het bronnenboekje en GB157.

Japan loopt risico getroffen te worden door verschillende natuurrampen.

2p 1 Noem twee endogene en twee exogene natuurkrachten die deze rampen kunnen

veroorzaken.

2p 2 Beredeneer welke twee plaatbewegingen tussen de Euraziatische en Filippijnse

plaat zijn te onderscheiden.

1p 3 Verklaar het vulkanisme in Japan.

1p 4 Welke vulkaanvorm komt voor in Japan?

Hazardmanagement wordt gebaseerd op het actualiteitsprincipe.

2p 5 Welke conclusie had men in Japan moeten trekken uit de recente

onderzoeksinformatie over historische gebeurtenissen in Japan? Baseer je antwoord op informatie uit de bron.

Bestudeer GB157G.

De investeringen in risicobeheersing voor de prefectuur Fukushima zullen waarschijnlijk veranderen.

2p 6 Beredeneer dit.

Bestudeer GB 157C en GB 156A.

Japan ligt in “Taifoen-alley”, de zone van de belangrijkste taifoenroutes. De kracht van taifoens neemt op hogere breedte af.

(4)

Opgave 2 - Sociaaleconomische ontwikkelingen van Bangladesh

Bestudeer GB statistiek.

Vergelijk het aandeel van de beroepsbevolking in de landbouw met het aandeel van de landbouw in het BBP (BNP) van Bangladesh.

1p 8 Welke conclusie kun je trekken over de arbeidsproductiviteit van de landbouw?

1p 9 Geef een verklaring voor de arbeidsproductiviteit van de landbouw van

Bangladesh.

Bangladesh heeft de 4e plaats op de wereldranglijst van rijstproductie.

1p 10 Welke figuur in de GB toont dit? Noteer kaartnummer en titel van de kaart.

Rijst, suikerriet, jute, tabak en graan zijn de belangrijkste exportartikelen van Bangladesh.

Uit de statistiek van de GB blijkt dat er tussen 1995-2001 sprake was van een ruilvoetverslechtering.

1p 11 Verklaar de ruilvoetverslechtering aan de hand van de samenstelling van de

export.

Bangladesh heeft, vergeleken met veel andere landen in de regio, weinig kunnen profiteren van globalisering vanwege een slechte bereikbaarheid.

1p 12 Noem een factor die een negatieve invloed heeft op de bereikbaarheid van

Bangladesh.

In Bangladesh wordt de huidige lingua franca gebruikt, wat verklaarbaar is vanuit een historische dimensie.

2p 13 Geef de historische verklaring hiervoor.

Welke kaart in de GB ondersteunt deze verklaring? Noem kaartnummer en titel. In toenemende mate vestigen zich telemarketingbedrijven in Bangladesh.

1p 14 Wat is, naast de lingua franca, de belangrijkste reden voor de vestiging in

(5)

200401121-o 5 lees verder ►►►

Opgave 3 - Globalisering en kinderarbeid

Bestudeer bron 2, 3 en 4.

1p 15 Wat is outsourcing?

2p 16 Beschrijf twee aspecten van de relatie tussen MNO’s en global sourcing.

De mate van kinderarbeid verschilt sterk tussen centrum, semiperiferie en periferie.

2p 17 Leg uit dat er een verschil bestaat tussen de periferie en de semiperiferie.

Baseer je antwoord op informatie uit bron 2.

Kinderarbeid in de periferie kan vanuit verschillende dimensies verklaard worden.

1p 18 Verklaar het bestaan van kinderarbeid in de periferie vanuit de demografische

dimensie.

Kinderen worden officieel niet tot de beroepsbevolking gerekend en dragen niet direct bij aan het BNP.

1p 19 Wat is de indirecte bijdrage van kinderarbeid aan het BNP?

Bestudeer bron 4 als voorbeeld van een vicieuze cirkel.

Ook kinderarbeid kan in een vicieuze cirkel geplaatst worden.

1p 20 Plaats onderstaande punten in een logische volgorde zodat een vicieuze cirkel

ontstaat. Noteer de nummers.

Neem punt 1 (armoede) als uitgangspunt.

1 armoede

2 schoolverzuim 3 analfabetisme 4 laag geschoold werk 5 kinderarbeid

De laatste decennia is er sprake van de volgende ontwikkelingen:

 MNO’s stellen steeds meer eisen aan het productieproces, onder meer aan arbeidsomstandigheden en het milieu.

 In de meeste centrumlanden is een toenemende invloed van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s).

2p 21 Leg de relatie tussen beide ontwikkelingen uit.

(6)

Opgave 4 - Het Caribisch gebied

De internationale concurrentiepositie van de landbouw van de meeste Caribische eilanden is slecht. Een oorzaak hiervan is de productiewijze.

2p 23 Verklaar de slechte concurrentiepositie aan de hand van de productiewijze.

Noem in je verklaring zowel een interne als een externe factor.

Door de opkomst van het toerisme is de samenstelling van de beroepsbevolking veranderd.

2p 24 Beschrijf de verandering in samenstelling van de beroepsbevolking.

De opkomst van het toerisme in het Caribisch gebied kan gedeeltelijk verklaard worden door een afname van de relatieve afstand.

1p 25 Wat is de belangrijkste verklaring voor de afname van de relatieve afstand?

Men kan cruisetoerisme en verblijfstoerisme onderscheiden.

2p 26 Welke vorm van toerisme heeft de grootste invloed op het ruimtegebruik?

Verklaar je antwoord.

2p 27 Welk gevolg heeft de opkomst van het toerisme voor het migratiesaldo van de

meeste Caribische eilanden? Verklaar je antwoord.

Door de opkomst van het toerisme treedt diffusie van culturen op. Binnen het Caribisch gebied zijn er verschillen in diffusie, die gedeeltelijk verklaarbaar zijn vanuit de historische dimensie.

1p 28 Leg dit uit.

Stelling: ‘Diffusie leidt tot positieve gevolgen voor het eiland waar je woont.’

(7)

200401121-o 7 lees verder ►►►

Opgave 5 - Venezuela: biobrandstof en voedselvoorziening

Bestudeer bron 5 en 6.

De keuze van Venezuela zich te richten op de productie van biobrandstoffen heeft kenmerken van importsubstitutie.

2p 30 Noem twee voordelen van importsubstitutie.

Het toevoegen van biobrandstof aan benzine wordt gezien als een duurzame oplossing van een mondiaal milieuprobleem.

2p 31 Welk mondiaal milieuprobleem wordt bedoeld?

Verklaar je antwoord.

Op lokaal schaalniveau kan de productie van biobrandstoffen milieuproblemen veroorzaken.

1p 32 Leg dit uit.

Bestudeer bron 7.

Jatropha, een gewas waaruit biobrandstof gewonnen kan worden, groeit op onvruchtbare grond.

1p 33 Welk gebied (1, 2 of 3) in Venezuela komt in aanmerking voor de verbouw van Jatropha?

Verklaar je antwoord.

De doelstelling van Venezuela om biobrandstof niet uit maïs te produceren is, vanuit de sociaal-culturele dimensie, een logische keuze.

2p 34 Beredeneer deze keuze met behulp van informatie uit bron 6.

De toename van de voedselproductie in Venezuela heeft prioriteit.

3p 35 Beredeneer het streven van Venezuela naar voedselsoevereiniteit vanuit

de demografische dimensie, de economische dimensie en de politieke dimensie. Stelling: ‘Vergeleken met andere landen in de regio heeft Venezuela achterstand in zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve voedselvoorziening.’

2p 36 Welke twee wereldkaarten uit GB onderbouwen deze stelling?

Stelling: ‘Het concept van de arepa restaurants van Venezuela heeft overeenkomsten en verschillen met het concept van McDonald’s.’

2p 37 Noem zowel een overeenkomst als een verschil tussen beide concepten.

2p 38 Verschillende factoren zullen bepalend zijn bij de locatiekeuze van arepa restaurants.

Noem zowel een demografische als een economische factor.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Enkele beweringen over de spijsvertering zijn: I Verteren is voedsel veranderen tot het..

Hier volgen twee beweringen over de mangrove: I Mangrove beschermt de kust tegen modder- aanslibbing en bevordert erosie.. II Mangrove beschermt de kust tegen erosie en

Door hormonen van welke andere hormoon- klier(en) wordt de schildklier sterk beïnvloed?. de schildklier

Men plaatst een blokje naast het ene maatglas en bij het andere maatglas wordt er een identiek blokje in het water geplaatst.. Ga de juistheid van de volgende

A Alfredo. C un hombre de África. D un hombre de la Cruz Roja. En la puerta, un portero les entregaba una flor a todas las mujeres que cumplían el requisito*. “¿Es usted madre?”,

INDIEN NIET ANDERS VERMELD, IS ELKE VARIABELE EEN ELEMENT VAN .. B alleen II

De monding van deze rivier is ontstaan door A erosie als gevolg van een gering getijverschil.. B erosie als gevolg van een

bloedcellen functie bloedcellen A rode vervoer van zuurstof B rode vernietiging van bacteriën C witte vervoer van zuurstof D witte vernietiging van