• No results found

Historische les over hervorming kiesrecht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Historische les over hervorming kiesrecht"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

s&d 9 | 20 0 4

61 ‘Zoals het kiesstelsel weergeeft welke

verlan-gens, wensen en opinies onder de bevolking le-ven, zo zegt het debat over het kiesstelsel of de afwezigheid daarvan iets over de staat van het bestel,’ zo stelt de Nijmeegse historicus Jasper Loots in Voor het volk, van het volk, over de debat-ten rondom de overgang van het districdebat-tenstel- districtenstel-sel naar evenredige vertegenwoordiging in 1917. Tegelijk met de invoering van het algemeen kiesrecht werd een eind gemaakt aan het distric-tenstelsel. Minister De Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing wil een gedeeltelijke herinvoering van kiesdistricten. vvd-voorman Jozias van Aartsen en PvdA-leider Wouter Bos pleiten zelfs voor een volledig herstel van het districtenstel-sel. De dissertatie van Loots plaatst het actuele debat in een historisch perspectief.



Onzedelijke stembusakkoorden

Evenals de meeste andere politici juichte de toenmalige liberale minister-president Pieter Cort van der Linden de evenredige vertegen-woordiging toe. Deze verandering maakte een goede representatie van de kiezers mogelijk,

omdat ‘de verschillende schakeeringen van het politieke en rechtsbewustzijn van het volk, welke zich in de partijen consolideeren, in het parlement in dezelfde relatieve kracht tot uiting komen.’ Ook om een aantal andere redenen was het goed om afscheid te nemen van de districten.

Nederland was in de negentiende eeuw ver-deeld in een aantal kiesdistricten, waarin één of twee Kamerleden werden gekozen. In de grond-wet van 1848 was vastgelegd dat de districten om de vijf jaar moesten worden aangepast aan de bevolkingsontwikkeling, om te voorkomen dat stemmen in het ene district zwaarder zou-den wegen dan in een ander. Dit leidde tot een weinig verheffende ‘kiesgeografie’; voor de rege-rende politieke richting was het zaak om de districten zo gunstig mogelijk in te richten. Steevast ging dit gepaard met beschuldigingen van machtsmisbruik, zo stelt Loots.

Nadat om deze reden in 1887 de koppeling met het inwonertal werd losgelaten en de districten werden ‘gefixeerd’, ontstond het pro-bleem dat verschillende Kamerleden een onge-lijk kiezersmandaat kregen. In 1909 bijvoor-beeld werd in het district Rotterdam iii (cen-trum) de liberale marinier Verheij met ongeveer 2.500 stemmen gekozen. In het district Amster-dam ix (Oud-West) verloor de antirevolutionair De Vries met ongeveer 6.250 tegen 7.500 stem-s&d 9 | 20 0 4

60

b o e k e s s a y

Willem Minderhout over de buitenlandse politiek van George W. Bush

merking genomen, dat Van Wolferen een te somber beeld schetst. Nog zijn de vs niet het Iran van het Westen.

Mocht Bush voor een tweede termijn geko-zen worden en zijn huidige politiek vervolgen dan is het niet ondenkbaar dat het hoofd van Abraham Lincoln, de Amerikaanse Machiavel-listische ‘Prins’ bij uitstek, van Mount Rush-more zal vallen. Chaos zal ons deel zijn. Wat leert lezing van deze boeken met betrekking tot de Nederlandse militaire betrokkenheid in Irak? Op zijn minst dat de regering Balkenende excu-ses zou moeten vragen aan de regering van de vs voor de wijze waarop ze misleid is.

Rest mij een laatste oordeel:

> Laurent’s boek is een prima inleiding op de film ‘Fahrenheit 9/11’.

> De boeken van Soros en Barber zijn onderling uitwisselbaar en vooral van belang vanwege de geschetste alternatieve politieke koers. Mocht Bush een tweede termijn krijgen, dan kan de regering Bos 1 daar zijn voordeel mee doen: zorg voor goede educatie; stimuleer kwaliteitsmedia en ga mediaconcentraties

te-gen; ga niet al te verkrampt om met culturele minderheden; versterk de ‘civil society’; brei-del ‘het kapitaal’; streef bij de politieke ver-nieuwing niet naar plebiscitaire oplossingen met alle gevaren van demagogie en plutocra-tie opdat in ieder geval Nederland een ‘open society’, een ‘CivCountry’ blijft. Van Wolferen schetst wat er gebeurt als je dit soort maatre-gelen achterwege laat. Kortom: word geen vs en houd vast aan de vn. Een ambitieuze, maar tamelijk conservatieve agenda dus. Mis-schien kan prinses Mabel haar vriend Soros eens bij Balkenende introduceren.

> Van Wolferen’s boek verdient het om een, in minder grote haast geschreven, tweede bijge-werkte druk te krijgen. Het is een rijk boek, maar nogal slordig van compositie en over-emotioneel van toon.

> Clarke’s boek ten slotte, zal als ooggetuigen-verslag een bron van waarde blijven. Boven-dien leest het als een thriller van Le Carré. Een absolute aanrader!

Literatuur

Pieter Geyl, Napoleon, voor en tegen in de Franse geschiedschrijving, Ut-recht, 1946

Karel van Wolferen, De ondergang van een wereldorde, Contact Am-sterdam, 2003

Eric Laurent, La guerre des Bush : Les secrets inavouables d’un conflit, Plon Parijs, 2003

Benjamin Barber, Het rijk van de angst, AMBO/Manteau Amster-dam Antwerpen, 2003 George Soros, De zeepbel van de

Ame-rikaanse macht, Contact Amster-dam, 2004

Richard Clarke, Against all enemies, Free Press, New York etc., 2004 Henry Kissinger (2000; 1957), A

world restored. Metternich, Castle-reagh and the problems of peace

1812-1822, Phoenix Press Londen Gore Vidal, Droomoorlog,

Arbeider-spers Amsterdam Antwerpen, 2003

Shadia Drury, ‘Gurus of the right’ Benjamin Barber, Jihad versus

McWorld, Ballantine New York, 1995



b o e k e n

Over de auteur Ronald van Raak is historicus aan

de Universiteit van Amsterdam en lid van de Eerste Kamer voor de sp

Historische les over

hervorming kiesrecht

Voor het volk, van het volk

Van districtenstelsel naar evenredige vertegenwoordiging Jasper Loots, Amsterdam, Wereldbibliotheek, 2004

r o n a l d v a n r a a k

(2)

s&d 9 | 20 0 4

63

b o e k e n

Ronald van Raak bespreekt Voor het volk, van het volk

satie strakker, het laatste bij de liberalen. De evenredige vertegenwoordiging werd door lei-ders als Willem Vliegen aangegrepen om het be-stuur en de kandidaatstelling te centraliseren, zo suggereert Loots. Daardoor groeide volgens hem ook de afstand tussen de lokale amateurs en de nationale professionals.

Dwong de evenredige vertegenwoordiging partijen tot een strakkere partijhiërachie? Of maakte dit kiesstelsel zo weinig protest los om-dat het paste in een nieuwe opvatting van poli-tiek? Waarschijnlijk allebei. Loots geeft zelf aan dat deze ontwikkeling zich rond 1900 in de meeste Westeuropese landen voltrok, ook in Groot-Brittannië, dat bleef volharden in distric-ten. Tevens geeft hij aan dat de pijn hem vooral zat bij de liberalen en veel minder bij de sociaal-democraten, antirevolutionairen en katholie-ken, die ook vóór 1917 een belangrijkere rol za-gen voor partijen, als onderdeel van de massapo-litiek. Juist de noodzaak van een evenwichtige en kwalitatief goede fractie was een argument voor een meer centrale kandidaatstelling, een beroep op specialisme dat de liberalen niet zou hebben misstaan.



Regels discussiëren niet

‘Vreemd is het wel dat in een tijd waarin er dank-zij trein, auto en internet nauwelijks meer sprake is van wat voor afstand dan ook, veront-ruste politici heil verwachten van districtsge-wijze verkiezingen,’ concludeert Loots. Herin-voering van districten moet de kloof tussen kie-zers en gekozenen dichten. Het is maar de vraag of ‘kloofdenkers’ als De Graaf gelijk hebben: Loots refereert aan het Nationaal Kiezersonder-zoek, waaruit blijkt dat burgers tevreden zijn met het huidige kiesstelsel, geloven dat hun stem telt en wel degelijk geïnteresseerd blijken in de politiek. Op ingewikkelde mengsystemen met twee stemmen zitten weinig kiezers te wachten.

Het pleidooi van Van Aartsen en Bos om de evenredige vertegenwoordiging geheel los te la-ten en terug te keren naar negentiende eeuwse

enkelvoudige districten gaat voorbij aan de vele nadelen die toen algemeen werden gevoeld. Of worden deze nadelen door hen gezien als voor-delen? Van Aartsen lijkt gesjoemel met stem-men juist aan te moedigen. In Trouw van 25 mei merkte hij op dat in een districtenstelsel bijvoor-beeld de ChristenUnie, om een zetel te kunnen bemachtigen, maar concessies moet afdwingen bij het cda, als haar stemmen nodig zijn om deze partij ergens aan een meerderheid te hel-pen. En zou Bos op deze manier willen afreke-nen met linkse concurrenten? De sdap werd in 1918 verrast door de Sociaal-Democratische Par-tij (twee zetels) en de Socialistische ParPar-tij van Harm Kolthek (één zetel).

Het debat over de evenredige vertegenwoor-diging voor 1917 laat iets zien over veranderin-gen in ideeën over representatie: de onafhanke-lijke districtskandidaat die in de liberale opvat-ting van politiek het algemeen belang zou ver-tegenwoordigen werd een partijgebonden re-presentant van de ideologische massapolitiek. Evenredige vertegenwoordiging was een aan-vulling op het algemeen kiesrecht. Kiesrechther-vorming was niet een doel op zich, maar een aanpassing aan ontwikkelingen in de politieke cultuur. De huidige roep om herinvoering van districten is vooral ingegeven door een angst dat de huidige politici de burgers onvoldoende re-presenteren.

‘Sleutelen aan het electorale mechaniek wordt namelijk altijd voorgesteld als dé oplos-sing om een vormverandering in het representa-tieve bestel te boven te komen,’ aldus Loots. Kiesrechthervormingen zullen de politiek ech-ter niet dichech-ter bij de mensen brengen. Vooral gematigde politici zullen erin slagen een meer-derheid te halen in een district. Het verlies van kleurrijke partijen zal het debat nog verder doen verschralen. Kiezers willen uitgesproken poli-tici, die hen kunnen enthousiasmeren voor de politiek. Regels discussiëren niet. Een ander kiesstelsel kan geen politieke cultuurverande-ring afdwingen. Als politici burgers meer bij de politiek willen betrekken, dan moeten zij zélf politiek leveren die de burgers trekt. s&d 9 | 20 0 4

62

b o e k e n

Ronald van Raak bespreekt Voor het volk, van het volk

men van de sociaal-democraat Vliegen. Op deze manier kon een minderheid in het land de meer-derheid van de zetels winnen, een probleem dat we nu nog steeds zien in landen met districten, zoals Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.

Bovendien bleek het districtenstelsel slecht voor de politieke interesse van de burgers. De stem van de minderheden ging verloren. In districten met een duidelijke meerderheid wer-den vaak niet eens tegenkandidaten gesteld en werden Kamerleden zonder stemming gekozen. In districten met kleine verschillen werden stemmen ‘gekocht’; soms werden kiezers ver-leidt met geld, bier of sigaren. Niet onbelangrijk waren bovendien de ‘onzedelijke stembusak-koorden’. Doordat in sommige districten geen van de kandidaten in de eerste ronde de absolute meerderheid haalde was vaak een tweede ronde nodig, waarbij tactische stemmen werden uitge-bracht. De noodzaak om akkoorden te sluiten was vooral voor beginselvaste partijen een gru-wel.

Door deze en andere nadelen van het distric-tenstelsel werd de evenredige vertegenwoordi-ging in 1917 breed gedragen. Dit kiessysteem werd bovendien gezien als een noodzakelijke aanvulling op het algemeen kiesrecht. Tot die tijd was het kiesrecht beperkt geweest doordat allerlei eisen aan de kiezers werden gesteld, zo-als leeftijd, geslacht en betaalde belasting. Even-redige vertegenwoordiging werd gezien als een garantie dat ook de ‘weldenkende minderheid’ in het parlement vertegenwoordigd bleef.



Emotievolle bestormers

De dissertatie van Loots, die onderdeel uitmaakt van het onderzoeksprogramma ‘De Natiestaat. Politiek in Nederland sinds 1815’, brengt het de-bat over de evenredige vertegenwoordiging in kaart. Dit was ook een discussie over de wijze waarop de kiezers een stem moesten hebben in het bestuur ¬ hiernaar verwijst de titel van het boek. Na de liberale grondwet van 1848 werden Kamerleden geacht te besturen ‘voor het volk’, waarbij afgevaardigden het algemeen belang

dienden te vertegenwoordigen. De band met de kiezers in het district behoorde los te zijn. Behar-tigen van deelbelangen leidde in deze liberale opvatting van politiek tot verlammende onenig-heid.

Na 1870 stond een nieuwe generatie politieke leiders een andere vorm van politiek voor en werden politici in toenemende mate vertegen-woordigers ‘van het volk’: de antirevolutionair Kuyper, de katholiek Schaepman en de socialist Domela Nieuwenhuis worden door Loots ge-typeerd als ‘emotievolle bestormers van het poli-tieke bestel’. Dit boek beschrijft in het bijzonder de debatten over de evenredige vertegenwoordi-ging bij de drie los georganiseerde liberale par-tijen, de Vrijzinnig Democratische Bond, de Li-berale Unie en de Bond van Vrije LiLi-beralen, en bij de strakker georganiseerde Sociaal-Democra-tische Arbeiderspartij (sdap). De ontwikkeling bij de sociaal-democraten wordt door Loots ver-gelijkbaar geacht met die bij de antirevolutionai-ren en, in mindere mate, de katholieken en de christelijk-historischen.

Ferdinand Domela Nieuwenhuis, die in 1879 het Comité voor Algemeen Stemrecht oprichtte, kwam al vroeg tot het inzicht dat voor de poli-tieke integratie van de arbeiders wijziging van het kiesstelsel zeker zo belangrijk was als uit-breiding van het kiesrecht. In een pakkende ver-gelijking stelde hij dat, zoals in de feodale tijd de boer aan de grond, nu de arbeider gekluisterd was aan het district. Zoals destijds de boer was het nu zaak de kiezer te bevrijden, door van het land één kiesdistrict te maken. Bij de verkiezin-gen van 1918 bleek dat algemeen kiesrecht en evenredige vertegenwoordiging vooral winst op te leveren voor de sociaal-democraten en de ka-tholieken, op kosten van de liberale partijen.

Ook de liberale opvatting van politiek legde het na 1918 af. De evenredige vertegenwoordi-ging had gevolgen voor de partijorganisatie, zo laat Loots zien aan de hand van ontwikkelingen in de sdap. In het districtenstelsel waren afge-vaardigden en lokale kiesverenigingen relatief autonoom. Na 1870 ontstonden geleidelijk lan-delijke politieke bewegingen en werd de

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De geregistreerde gebruiksgege- vens zijn echter bovendien uitgangspunt voor een groot aantal andere bedrijfsinterne be- heerprocessen, zoals het dynamisch configu- reren van

Combineer de op zijn best aarzelende manier waarop mensen spontaan kunnen formuleren dat er wetten, regels, gebouwen en functiona- rissen zijn of zouden moeten zijn die hen op

Maar misschien zijn er andere zaken die slechts inkonveniënten betekenen en die dus enige tijd kunnen rusten misschien zijn er zaken die wij o zo graag willen, maar die door

(daarbij steeds indachtig zijnde de kern van de P.B.O.: samenwerkingsorgaan tussen werkgevers en werknemers om met name sociale rechtvaardigheid in de bedrijfstak te

Een grote hoeveelheid van maatregelen waarvan een deel door de leerkracht op klasniveau wordt toegepast of die deel uitmaken van goed onderwijs aan alle leerlingen hoeven niet

Manin, The Principles of Representative Government (Cambridge 1997).. Hoe moest je voor elkaar krijgen dat iedereen op ongeveer hetzelfde moment zijn stem uitbracht waarna al

Uit die voorafgaande beredenering volg die navorsingsprobleem, naamlik dat bepaal moet word welke taak die universiteit in die voorsiening van voortgesette

• Door het verdwijning van de AWBZ, de veranderingen in de zorgzwaartepakketten waardoor steeds meer behoefte aan zorg in de thuissituatie is, het overhevelen van de jeugdzorg naar