• No results found

Huisvesting van huisartsen: in toenemende mate worstelen huisartsen met hun huisvesting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Huisvesting van huisartsen: in toenemende mate worstelen huisartsen met hun huisvesting"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Huisvesting van huisartsen

toelichting op het onderzoek nav de posterpresentatie op de Hanze Research Day

Huisartsen zijn opgeleid om zorg te verlenen. Toch wordt tegenwoordig van hen veel meer verwacht.

Zij opereren in een zorglandschap dat voortdurend in beweging is, vooral in de krimpgebieden in Noord-Nederland:

 Ziekenhuizen stoten steeds meer onderdelen van de niet-complexe zorg af naar huisartsen.

Zorgverzekeraars zetten in overleg met huisartsen ketenzorg op, waardoor de patiënt deze zorg dichterbij huis kan verkrijgen. Deze grotere en complexere vraag naar zorg, heeft effect op de bedrijfsvoering van de huisarts.

 In Noordoost- Groningen worden twee ziekenhuizen gesloten, waarna in Scheemda een nieuw ziekenhuis wordt gebouwd. Deze nieuwbouw was voor het ziekenhuis de aanleiding om – naast de al bestaande ketenzorg - een deel van de tweedelijnszorg niet meer aan te bieden, maar naar de eerstelijnszorg, dus de huisarts, af te stoten.

• De huisartsen opereren in een krimpgebied, jongeren trekken naar de stad en de steeds ouder wordende ouderen blijven achter. De behoefte aan chronische zorg neemt daardoor snel toe en dat in een gebied dat door haar relatief lage inkomen een patiëntenpopulatie heeft met verhoudingsgewijs veel extreem overgewicht, overmatig drankgebruik en overmatig roken (RIVM, 2014). Deze groep doet dan ook een groot beroep op de huisarts.

• Door het verdwijning van de AWBZ, de veranderingen in de zorgzwaartepakketten waardoor steeds meer behoefte aan zorg in de thuissituatie is, het overhevelen van de jeugdzorg naar de gemeente en de veranderingen in de ggz, wordt er een steeds groter beroep gedaan op de huisarts , die dus ook andere zorg moet verlenen.

• Tegelijkertijd komen er allerlei ICT toepassingen via e-Health en Gezondheid 2.0 op zijn pad, wat eveneens enorme gevolgen zal hebben voor de manier waarop de zorg verleend moet en kan worden.

In dit speelveld moet de huisarts zich momenteel staande houden. Hij gaat daarvoor op zoek naar verbinding met zorgpartners, variërend van praktijkondersteuners tot andere nulde- eerste- of tweedelijns zorgverleners . Op verschillende manieren krijgt dit momenteel vorm, van fysieke verbindingen in gezondheidscentra tot virtuele verbindingen op afstand. Een lastige taak voor een huisarts, die ondernemerschap moet tonen dat leidt tot een efficiënte en effectieve organisatie.

Bij deze veranderingen in de bedrijfsvoering speelt ook een vastgoedvraagstuk. Er moet immers in veel gevallen nieuwe huisvesting gezocht worden en dat in een markt waarin veel vastgoed leegstaat (commercieel vastgoed, zorgvastgoed en maatschappelijk vastgoed). Echter, vaak lijkt de in

aanmerking komende voorraad vastgoed niet te passen bij de vraag ondanks de grote mate van leegstand. Een bijkomend probleem is dat huisartsen en hun zorgpartners het vastgoed als uitgangspunt kiezen voor een samenwerking, waarbij die samenwerking niet voldoende is

uitgewerkt. Zij realiseren zich onvoldoende hoe zij efficiënt met huisvestingskosten kunnen omgaan en gebruiken een gebouw als bedrijfsverzamelgebouw, met voorzieningen als een laboratorium, een apotheek, een thuiszorgorganisatie, een fysiotherapeut etc. Dat is een gemiste kans. Immers, het betrekken van een nieuw pand biedt bij uitstek mogelijkheden om goed te anticiperen op de nieuwste ontwikkelingen en het duurzaam organiseren van de zorg.

Er wordt voorbij gegaan aan het hele proces van inrichting van de organisatie dat start bij de omgevingsanalyse. Op basis hiervan wordt de samenwerking verder ingevuld en uitgewerkt, waarna

(2)

de huisvestingsbehoefte wordt beschreven. Hierbij is niet het vastgoed het uitgangspunt maar gaat het om het hele proces. In figuur 1 wordt dit schematisch weergegeven.

Figuur 1 huisvestingsvraag huisartsen

Binnen het onderzoek wordt op een multidisciplinaire en geïntegreerde wijze gekeken naar de manier waarop huisartsenpraktijken aan de nieuwste eisen op het gebied van zorgverlening kunnen voldoen en welke locatie en gebouw daar het beste bij past. Dit gebeurt in een multidisciplinaire en interactieve setting, waarin huisartsen, zorgprofessionals, docenten, studenten, bedrijven en onderzoekers samen nieuwe kennis ontwikkelen. Een kenniscirculatie tussen werkveld en onderwijs waar vanuit het onderwijs – zie fig 1 - meerdere disciplines in participeren. Op deze wijze wordt een toolkit ontwikkeld die voorziet in de beschrijving van bovengenoemd proces.

Onderdeel van bovengenoemde aanpak is een beschrijving van best practices.

Centrale vraag in het onderzoek luidt;

Wat hebben huisartsen in krimpgebieden in Noord-Nederland nodig, in het proces dat leidt tot hun vastgoedkeuze, opdat het vastgoed (als bedrijfsmiddel) hen faciliteert bij een efficiënte en

effectieve bedrijfsvoering?

Groningen, 24 januari 2016 Wilma Wolf

Martin Stijnenbosch

Hanzehogeschool Groningen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

De sectorstudie 'MeeIjarenprogramma voor de sector huisvesting in Suriname' vloeit voort uit de afspraken die zijn gemaakt tijdens het beleidsoverleg in juni 200 I tussen de

Leefwereldwerkers zijn vrijwilligers van Marokkaanse herkomst die de helpende hand willen bieden aan moeilijk bereikbare Marokkaanse gezinnen (jongeren en ouders) in Den Haag

groep als de eerste, alleen uiten zij zich anders?) en daardoor hier geen gebruik van maakt of niet wordt toegelaten.. • De groep die voldoende heeft

[r]