• No results found

Razende Roeland : de vurigheid verbeeld.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Razende Roeland : de vurigheid verbeeld."

Copied!
80
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAZENDE ROELAND: DE VURIGHEID VERBEELD

oke Krom

am, juli 1986.

(2)
(3)

Inhoudsopgave

Inleiding 1

1. Historische ontwikkeling 3

2. De verbeelding van eer en liefde in de teksten van

het poppenspel. 18

3. Beeldvorming omtrent eer en liefde volgens ethnografische

teksten. 41

Conclusies 56

Bibliografie 61

(4)
(5)

RA Z E N D E R 0 E L A N D: D E

V E R B E E L D,

Marjoke Krom

Amsterdam, juli 1986.

V U R I G H E I D

(6)
(7)

- 1

-._~rtleiding

Tot aan de Jaren 150 genoot het poppenspel op Sicilië grote populari-teit onder alle lagen van de bevolking, zowel in de stad als op het platteland. Alhoewel de 'rijken' bij tijd en wijle kwamen kijken naar

1 de vlotte vaardigheid waarmee de poppenspeler ridders uit ver~oren

den ten tonele bracht, werden de kleine zaal produkties en open-lucht voorstellingen toch voornamelijk bezocht door 'het volk'.

Historisch gesproken is er in de vormgeving van de poppen een onder-scheid te maken tussen de traditie in Palermo en omstreken en die in Catania. De poppen in Palermo zijn kleiner, beweeglijker, en worden anders bespeeld dan die in Catania. De ridderverhalen die daarentegen in beide tradities voorkomen, vinden hun wortels in dezelfde histori-sche bronnen. Ze vertellen het publiek over de grootse en meeslepende avonturen, wapenfeiten, heldendaden en liefdesgeschiedenissen van Middel.eeuwse ridders, waaronder Karel de Grote en zijn paladijnen.

Omdat het onderwerp van deze verhalen op het eerste gezicht zo geda-teerd lijkt, vroeg ik mij af of de populariteit van het poppenspel ten dele te verklaren valt uit de thema's die er telkens weer in te-rugkeren. Dit bracht mij tot de volgende vraagstelling, die in deze scriptie centraal staat: kan de verbeelding van de thematiek van eer en liefde in de ridderverhalen die gebruikt worden in het Siciliaans poppenspel, getoetst aan de beeldvorming omtrent eer en liefde in de Siciliaanse samenleving, een indicatie geven voor de populariteit van dit poppenspel op Sicilië.

Om deze vraagstelling te kunnen beantwoorden heb ik twee soorten tek-sten naast elkaar gelegd, te weten enerzijds de op schrift gestelde scenario's die door de poppenspelers als uitgangspunt worden gebruikt voor deNoorstellingen, en anderzijds ethnografische teksten die be-doeld zijn om antropologen en andere geinteresseerden een inzicht te geven in het reilen en zeilen van de Siciliaanse samenleving.

Om de lezer mee te voeren in de lijn van m1Jn betoog, heb ik in alle ·drie de hoofdstukken tekst·-fragmenten opgenomen waarop mijn

(8)

In hoofdstuk 1 zal ik de ontwikkeling aangeven die de verhalen in het poppenspel hebben doorgemaakt vanaf hun historische bronnen. In hoofdstuk 2 ga ik in op de verbeelding van de thematiek van eer en liefde in deze verhalen, aan de hand van een analyse van de relaties tussen de groepen personages die erin voorkomen. Hoofdstuk 3 tenslotte is gewijd aan de analyse van ethnografische teksten die betrekking hebben op cl.e beeldvorming omtrent eer en liefde in de Siciliaanse samenleving.

(9)

lf'~

.l .

''.'(

. 1 ·\ 1 \ .

î~

M7 Orlando portando in braccio Angelica attrnvcrsa comhattendo il campo di Agricane, Storia dei paladi11i. Cartcllo cat:mcsc di Frnncesco V:1M11

(vèdi fig. 2Ci).

14.0 Malágigi fa perscguitare i saraccni Pataloco c Ulione dai diavoli, S/oria dei paladini. Cartcllo catancsc di Franccsco Vasta.

(10)

Hoofdstuk 1

Historische Ontwikkeling

Orlando de dappere paladijn van Karel de Grote, is wanhopig op zoek naar zijn geliefde Angelica, de dochter van koning Galafro-ne van Cathai.

Juist als hij na een lange speurtocht door heel Frankrijk op het punt staat zich naar Duitsland Spanje en Italië, en vervolgens overzee naar Lybië en Barbarije te begeven, hoort hij plotseling van nabij het schreien van een meisje. Een hem onbekende ruiter snelt te paard voorbij, een meisje met zich meevoerend. Het arme. kind wenkt en roept Orlando. Hij bedenkt zich geen moment en zet direct de achtervolging in, want hij meent in haar zijn geliefde te·herkennen. Hij slaagt er niet in de vreemde ruiter in te halen. Na een wilde rit komen z.e bij een kas teel, omringEI. door een weide. De onbekende draaft met zijn prooi de gouden slotpoort binnen. Orlando volgt hem op de hielen. Maar eenmaal binnen blijkt de on-bekende nergens meer te bekennen. Orlando stormt het hele kasteel door, hij doorzoekt het van onder tot boven en weer terug. Maar nergens een spoor van zijn beminde, noch van haar belager.

Wel stuit hij tijdens deze wanhopige klopjacht op zijn kornuiten

Ferra~, Gradasso, Brandimarte en Sacripante die net als hij ver-wezen door het slot heen en weer rennen op zoek naar iets dat ze verloren z1Jn, hetzij een paard, hetzij een zwaard, hetzij een beminde.

Als Orlando tenslotte weer op de weide belandt die het kasteel om-ringt, in de hoop de vijand van daaruit de vlucht te beletten, hoort hij plotseling vanuit een van de hoge torens zijn naam roe-pen. Het komt hem voor alsof het gezicht van zijn lieve Angelica daar ontwaart en haar lieve stem hoort die hem smeekt haar te red·-· den. Het beminde aangezicht en geluid bewerkt dag en nacht. Met hernieuwde hartstocht hervat Orlando zijn speuren. Maar hoe hij ook zoekt hij kan haar niet vinden. Telkens meent hij haar stem te horen, maar dan steeds op een plaats waar hij zelf niet is. Ondertussen is ook Ruggero, de heidense prins achter de onbekende ruiter aangereden, 1n de veronderstelling dat deze zijn geliefde Bradamante meevoerde. Net ala Orlando belandt ook Ruggero in de weide om het kasteel, om vervolgens een zinloze klopjacht door

(11)

het kasteel te houden in de hoop zijn beminde terug te vinden. Maar evenals Orlando levert Ruggero het zoeken niets op, Toch denkt ook hij steeds de stem van zijn geliefde te horen e11 haar gelaat zo nu en dan waar te nemen.

Zo blijven beide ridders gevangen in de waan van hun eigen ver-beelding,

Het voorgaande nu hl kt een complot van de tovenaar Atalante, die z n ch lot te doen ontlopen, sneu-velen in de strijd met Orlando1 door beide ridders in zijn slot gevangen te houden zonder dat zij dit van elkaar bewust zijn (Dooren, 1985:43).

Deze episode uit de Orlando Furioso, een ridderepos geschreven door de 16e eeuwse hofdichter Ludovico Ariosto vormt voor een deel de basis van het

pentheater. Het gehele

in het S iaans pop-· staat bekend onder de naam ino, 1977:109), Op het repertoire staan ook levensverhalen van bandieten, heiligenlevens, histori-sche drama's en kluchten van Shakespeare, maar de ridderverhalen ziJn het meest populair.

De ridderlegenden1die werden geimporteerd door Normandische legers in de 11e eeuw, sloegen bijzonder goed aan bij de Siciliaanse

be-, Uit de 13e eeuw komt een citaat waarin een vrouw haar ge-voel voor haar oms ft , dat wil zeggen hevig en gepassioneerd. Het begrip

Correnti (Correnti, 1965:131) voor Sicilianen de betekenis van kracht, passie, een fysiek en geestelijke verfijning,

eigen-s~happen die werden toegeschreven aan de groep van paladijnen rond Karel de Grote. Deze adijnen bezaten bovendien de christelijke

van khi::id en moed,

De ridderverhalen danken hun populariteit onder de bevolking aan het feit dat ze door entertainers van allerlei slag, troubadours, jongleurs, verhalen-vertellers en poppenspelers in het repertoire werden opgenomen. En ook vandaag de dag wurden de avonturen van Karel de Grote en z n paladijnen nog op de marktpleinen gedecla-meen1 in een vorm van entertainment die bekend staat onder de naam

(12)

Van ridders en vrouwen:de t van het Middeleeuws ideaal De wortels van de ridderpoäzie op Siciliä gaan terug tot in de Middeleeuwen.

De Middeleeuwen waren de grote bloeiperiode van de orale cultuur in Europa. De Middeleeuwse literaire cultuur bestond voor een groot deel uit het vertellen van verhalen. Jongleurs en troubadours trok-ken langs burchten en kloosters om er voor de heren en kloosterlin-gen te zinkloosterlin-gen en te vertellen. In de latere Middeleeuwen, toen de macht in de steden kwam te liggen, werden de voordrachten van de

chansons de te gehouden op de pleinen en de markten. De latere

~~~~~~~--=-~~

chansons de geste hadden daarom ook een veel groter en volkser publiek dan de oudste van deze verhalen. Ze werden voorgedragen voor een breed en veelal ongeletterd publiek dat zich met deze verhalen liet amuseren (Knorringa, 1980:39).

Troubadours brachten liederen ten gehore over de liefde en de ge~

wenste omgangsvormen tussen mannen en vrouwen. De Italiaanse trou-badours gebruikten hiervoor, in navolging van hun Provençaalse collega's de lingua d1oc de volkstaal. In de 13e eeuw gebruik-ten de dichters van de Siciliaanse dichtschool aan: het hof van

Frederik II te Palermo, het zogenaamde siciliano illustre voor hun liefdes-lyriek. Dit was een iets verzorgder Siciliaans dan de taal die door de bevolking werd gesproken, maar die wel doorpekt was met lokale Provençaalse en Latijnse uitdrukkingen. De meest gebruikte dichtvorm was de ~anzc~ of _canzone ' een term die gebruikt werd om de lengte aan te geven van de hoeveelheid verhaal die een trou-badour op één avond ten gehore kon brengen.

Echte hofliteratuur, naast de hoofse liederen, was de ridderepiek, de verhalende teksten over de avonturen van ridders, meestal in een ver land. De ridderlijke codes van eer en hoofs gedrag worden hierin uitgelegd. Deze verhalen zijn geplaatst in de tijd van Karel de Grote (Se - 9e eeuw), van de Brits--Keltische vorst Arthur (6e eeuw), en van Alexander de Grote (4e eeuw voor Christus). Ondanks deze historische situering ademen deze verhalen de geest uit, en waren een weerspiegeling van de belangen aan de 12e en 13e eeuwse hoven.

(13)

6

1. De oudste bewerkingen van dit genre verhalen ZJ-Jn naar Frans model en spelen zich af rond de persoon van Karel de Grote. Deze gold in de Middeleeuwen als de eerste grote modelvorst na de Ro-meinse ke en werd aanleid tot een hele cyclus van chanson de te rond zijn persoon. De Karel-cyclus ontstond in Frankrijk uit een behoefte van de Franse

genamen voelden van Karel's k~ aan 1

zich de direkte erf-waarin de groots-en de. van hun hoven bezongen werd. De ridderepen met hun spannende avonturen en daden bevredig den dit

ver-langen.

In de vroege epis~he chansons uit de Carolingische cyclus zijn twee thema's dominant aanwez

1. de oorlogen van de Carolingische ridders tegen de heidenen. 2. verhalen over opstanden en vendetta onder de Carolingische adel onderling.

De wereld deze verhalen een harde mannen wereld waarin dè aandacht zich concentreert op het legerkamp en het hof en waarin ridderl ke

tigd worden als s

als iteit,moed en edelmo,edigheid beves-van nobel gedrag (Keen, 1984:52).

In de sche chansons worden standaard-·reacties op standaard-si-tuat zoals de ten opz van verwanten bij een vete, in een waarden-schaal afgezet.

De helden bewaken hun paarden en zwaarden alsof het gepersonifieer-de bez betreft zoals voorbeeld het zwaard Durendaal van Roland t het bekendste chanson, het ~on .~le Roland. Uit dit chanson zou later n insp putten bij het schrij-ven van zijn Orlando Furioso.

In de 11e eeuw brachten jongleurs in het leger van de Normandische Roger de 11e, die later graaf van Sicil en Cala-zou worden cfo verhalen van Roland en de paladijnen van Frank-k mee naar het land. (Mack-Smith, 1968:34). Deze verhalen zouden later in een Siciliaanse context geplaatst worden.

Niet alleen het onderwerp van de Carolingische epen bleef populair, ook de wijze waarop tegen sociale en politieke relaties werd aan-gekeken zou tot lang na de 12e eeuw z n relevantie behouden.

(14)

2. Na de vestiging van het Anglo-Normandisch Rijk in 1066 door Willem de Veroveraar, kreeg de Carolingische cyclus concurrentie van de Ronde Tafel cyclus die speelde ronde de 6e eeuwse Kelti-sche vorst Arthur en zijn ridders van de Ronde Tafel,

Aangezien over Arthur nog minder feitelijke historische gegevens beschikbaar waren dan over Karel de Grote, was de Bretonse cyclus grotendeels gebaseerd op fantasie. De wilde avonturen van de

ridders van de Ronde Tafel werden ondanks hun vaak sprookjesachtig karakter als 'waar gebeurd' gepresenteerd. De gelijkenis van deze verhalen met het Bijbels verhaal is niet toevallig. De avonturen van de ridders in hun gevecht tegen het kwaad was voor een groot deel een wereldse vertaling van Gods strijd tegen het Boze.

Christendom en oorlogszucht vormden vanaf het begin een onafschei-delijk paar in het ideaal van het ridderschap. Het leven van Jezus en van de leiders in het Oude Testament was het aangewezen model om de wereldse heldendaden van de ridders in de juiste dimensies weer te geven. Een voorbeeld hiervan is de Esmoreit~

een romantisch wereldlijk drama over de Siciliaanse geschiedenis, naar Bijbelse analogie, uit de 14e eeuw (Pleij,1974:81).

Deze verhalen slaan geweldig aan in heel Europa. In tegenstelling tot de Carolingische verhalen die vooral draaien om de gevechten tegen de heidenen en de gevechten van de vazallen onderling, was hoofsheid het vo.ornaamste thema van de Arthur-cyclus.

De Arthur verhalen zetten de puntjes op de i wat betreft het ide-aalbeeld van de dolende ridder, en gaven het tournament haar recht-matige plaats als proeve van bekwaamheid in de ridderliteratuur. Omdat ze niet gedwongen waren zich te houden aan feitelijke histo-· sche gegevens hadden de schrijvers van deze verhalen de mogelijk-heid ook ander thema's uit te werken. In oude Keltische verhalen speelden vrouwen een veel grotere rol dan in de Carolingische ver-halen, en de schrijvers van de Arthur cyclus benµtten deze kans om de erotiek van de troubadours-lyriek in hun verhalen te verwer-ken. (Keen, 1984:115).

Adoratie en inspiratie vormden de kern van het ideaal van hoof se liefde zoals dat door de troubadours werd gepropageerd, en niet de consumering van deze adoratie. De verering van de maagd Maria als ideaal van vrouwelijk schoonheid én kuisheid correspondeerde

(15)

?lannelijk ideaal. In de context van de Arthur verhalen bestond er weinig verschil tussen de insp ie de ridder putte uit

over-spelige liefde, zoals die tussen Lancelot en Guinnevere, en de reguliere liefde die van de geadoreerde vrouw uiteindelijk een bruid maakte, Beide soorten van verering vormden een bron van in-spiratie d de tot nog meer en betere helden-daden. De twee thema's een deel van de Arthur verhalen domineren, de gsavonturen en de toewijding, zijn in de meeste van deze verhalen dan ook nauw vervlochten.

De Arthur cyclus werd bij gevolg het voornaamste voertuig voor de verbreiding van de verbintenis tussen ridder-avonturen en de kracht van de liefde, als motor voor de daden van de ridderlijke held. De invloed die van de combinatie van deze thema's uitging op het werkelijke leven in die tijd moet volgens Keen (Keen, 1984:117) niet worden onderschat. Hoewel in de realiteit, in tegenstelling tot wat in de verhalen het geval was, huwelijken gearrangeerd wer-den vanuit het oogpunt van dynastieke belangen en niet op basis van liefde, denkt hij dat de invloed van dit hoofse liefdes-ideaal

te verwaarlozen was en meer was dan een literaire conventie.

3. Naast de Carol sche en de Arthur cyclus ontstond in Italiä een derde type ridderverhalen wat gebaseerd was op klassieke

bronnen~ waarin Alexander de Grote en zijn strijd tegen de Turken en de Bedouinen centraal stond,

Hierin werd de oosterl in eerste instantie afgeschilderd als wat maar weinig menselijke trekken vertoonde en waartegen elke zichzelf respecterende christelijke ridder ten

strijde moest trekken. In werkelijkheid gebeurde dit ook door mid-del van de kruistochten. De kruistochten waren áán groot ridder-avontuur d tbaarheid aan God en aan de christelijke

vers ld waren met de zucht naar aardse roem en buit. De kruistochten maakten het mogelijk om een bepaald aspect van de heroische ethiek, namelijk de jeugd als proeftijd waarin de jonge krijgsman eer en faam moet verwerven in een ver land, in een spe-cifiek christelijke context te plaatsen (Keen,1984:55),

Dit thema sloot goed aan bij de Carolingische verhalen waarin even~

(16)

pe verhalen rond Alexander de Grote waren minder exclusief manne-lijk georienteerd dan de Carolingische verhalen, omdat de klassie-ke bronnen waaruit de schrijvers van de Alexander cyclus putten dit ook niet waren. Ook via deze verhalen werd de liefdes-ethiek van de troubadours opgenomen in de verhalende literatuur.

De attitudes die in deze verhalen worden verbeeld zijn echter niet klassiek maar middeleeuws en zullen typerend worden voor de romans van de latere 12e en 13e eeuw. Het idee dat ridderlijkheid de schakel vormde tussen het verwerven van roem door middel van eer-volle da.den en het winnen van het hart van een beminde vrouw zou krachtig en duurzaam blijken. Ridderlijkheid leerde de edelman bovenal om zijn eer in het centrum van zijn mentaal en sociaal be·-staan te plaatsen.

Een bijzonder type verhalen in dit genre handelt over de bijna on-mogelijke liefde tussen een christen-kind en een heiden-kind. Een thema wat we later ook nog bij Ariosto terug zullen vinden in ziJn Orlando Furioso. Eigenlijk is de enige ondeugd van het heiden-kind in dit verhaal-type dat het niet christelijk is en aan het eind van het verhaal bekeert het zich dan ook meestal tot het christelijk geloof.

Het ontstaan van al deze typen ridderverhalen is te verbinden met het ontwikkelen en propageren van ideale levensvormen aan de ver-schillende hoven van die tijd. De ridderromans ontlenen hun poJ?u-laritei t, .die onverminderd voortduurt tot in de 16e eeuw, echter niet uitsluitend aan hun propaganda·-waarde. Vanaf het begin had het vertellen van verhalen een belangrijke vermaaksfunctie. Ledig-heid en verveling vormden volgens de christelijke leer een bedrei-ging voor een deugdzaam leven. Het luisteren naar deze moralise-rende verhalen vulde zodoende niet alleen op aangename wijze de tijd, maar voorzag de luisteraar tevens van stichtelijke lessen.

t van de derde stand: sociale conventies in

Uit verschillende bronnen blijkt dat tussen de late Middeleeuwen en de Renaissance de ridderaristocratie geleidelijk aan plaats begon te maken voor een hofaristocratie (Elias, 19 82: 277),

(17)

10

-Kenmerkend voor deze dat de adel steeds vaker het leven op het voorouderl ke landgoed op moest geven om, vanwege de afhankelijkheid van de vorst, steeds sterkere banden aan te gaan met het stedelijke hof. De verstedelijking en verhoofsing van de

de kloof tussen stad en

van de bevolking versterkte . De stedelijke elite bleef wel de revenuen van hun en ontvangen maar investeerde de-ze op het . Het werd cultureel gespro-ken langzaam maar zeker beschouwd als een achtergebleven gebied. Als we kijken naar het beeld van de ridder in de Middeleeuwen dan blijkt zijn bestaan te draaien om krijgstocht,toernooien, jacht en het liefdesspel. In de loop van de 1 Se eeuw begint dit ,qnder --invloed van bovenstaande ontwikkelingen, te veranderen, De eisen die aan de ridder gesteld werden zijn niet dezelfde als die aan de hoveling worden gesteld. alleen op de wa-penen en in de

de aan het hof venshouding in

z n van belang maar ook een beheersing van . Langzaam maar zeker gaat de

le-ie tot uitdrukking komt, samenvallen met een andere levenshouding die het beste kan worden

met het - - - - as, 1982:289).

Een ander wat van even groot belang is geweest voor de vèr-anderende op het M , is de opkomst van de burgerij.

De voor de feodale standen, adel,priesters en boeren, golden voor de zogenaamde vierde stand, de

burge-.Vandaar dat zij zochten naar een eigen identiteit, een eigen burgermoraal. Het sentiment van eer was in Ariosto's tijd niet langer voorbehouden aan een speciale, geprivilegeerde klasse. Dit vinden we ook

delijkte s

z n epos de Orlando Furioso. In de verste-van de Renaissance was komaf zonder betekenis tenzij deze gecombineerd werd met vrije tijd en geërfde rijkdom. Rijkdom diende in dit opzicht alleen om jezelf de nodige educatie en beschaving te verschaffen. De echte hoveling moest weliswaar van adel zijn maar de persoonlijke merites van de niet-adellijke bevolking verschaften hen net zoveel aanzien (Burckhardt,1958:353). De opkomst van de stedelijke cultuur gaat ook gepaard met een

(18)

ver-anderende rol-verdeling tussen mannen en vrouwen. Op het platte-· land werkten de vrouwen veelal mee op het land, maar in de stad wordt haar rol teruggedrongen tot het verzorgen van het gezin en het huishouden.

Vanaf de 14e eeuw zien we dan ook voor de literatuur een nieuw pu-bliek opkomen in de steeds machtiger wordende steden. Allereerst de rijke kooplieden en grondbezitters, de patriciersklasse, en vervolgens breidt het zich uit over steeds bredere lagen van de

stadsbevolking. Dit publiek heeft aan de propaganda van dynas ke belangen geen boodschap. De sprookjeswereld vol avonturen en ridders met hun mooie manieren is voor hen alleen een model van een verheven manier van leven, waarmee ze zich in eigen kun-nen onderscheiden. Ze voelen zich ridders, tenminste in de

tie van uiterlijke gedragsvormen, De ridderepiek wordt gebruikt om aan dit verlangen, zich te onderscheiden, tegemoet te komen, Voor dit doel worden de verhalen aangepast. De opkomende burgerij in de steden verbindt zich door middel van het huwelijk met de verarmde landadel en lonkt naar de riddercultuur. De burger be··· gint zijn emancipatie met het imiteren van de bestaande

cultuur. De bronnen hiervoor vindt hij in de eerste plaats in rid-derromans in de volkstaal, die veelal een bewerking zijn van de oorspronkelijke hofteksten. De populaire versies van deze teksten bevatten vooral aanpassingen aan het stedelijk milieu: ingewikkelde hofmanieren, verfijnde beeldspraak en symboliek worden vereenvou-digd of weggelaten. Aan de andere kant worden de l , het jesachtige en de beschrijving van toernooien aangedikt. De stede-lijke wil zich vergapen aan een droomwereld en vermaakt wor-den. Het vermaak is ook terug te vinden in teksten die de spot drijven met vrouwen die hun plaats niet kennen. Bijgelovigheid, ongebreidelde sexuele lusten die de mannen ten gronde richten -en luiheid in het huishoud-en zijn slechts -enkele van de ondeugd-en die aan de vrouw worden toegeschreven. De mannelijke

pendant

hier-van is de pantoffel-held die onder de plak zit hier-van zijn vrouw.

Orlando Furioso of hoe een ridder ten val werd

(19)

- 12

-,1532 schreef, zijn de van Luigi Pulci uit 1483, en de

~-~-l'"---·-Or. lando Inamorato van Boiardo uit 1476 (Brouwer,1983:67) In deze epische dichtwerken worden de hoofse lyriek, die zo'n gro-te rol speelde in de Arthur- en de Alexander cycli, en de epische traditie van de Carolingische cyclus, samengevoegd. Een ontwikke-ling die bij to haar zal vinden.

t de Karel~roman boven de avonturen van de ridders van koning Arthur. de achtergrond van Karel's oorlog

de .Saracenen ensceneert de meest fantastisc1:1e avonturen

van ronddolende paladijnen. Het belangrijkste avontuur is dat van Orlando, die door de ten van de jaloerse Gano di Maganza wordt verbannen van het hof van zijn oom Karel de Grote.Tijdens zijn

zwerftocht ontmoet Orlando drie reuzen die hij probeert te bekeren tot het Christendom. Twee ervan weigeren, maar de derde laat zich dopen. Dit is Morgante,

trouw als schildknaap zal

vervolgens Orlando tot aan zijn dood

Pulci schreef zijn werken een voor het volk begrijpelijke taal. En het volk hoorde verhalen graag, vaak door Pulci zelf voor-gedragen . De werken van Pulci groeiden uit tot echte ridderromans waarin het avontuurlijke element gaat overheer-sen en de vrouw eert ker rol gaat spelen, allemaal elemen-· ten die in het Franse epos veel minder belangrijk waren.

In de Orlando Inamorato van worden de twee cycli, de Caro-lingische en de Bretonse voor het eerst met elkaar versmolten. Het chanson de uit de Frankische Karel-roman, wat ef!n heroische en waardige uitbeelding geeft van de strijd voor het geloof van de paladijnen tegen de heidense muzelmannen, wordt vermengd met de fantasievolle Arthur-roman waarin de liefdesavonturen van de Ronde-Tafel ridders centraal staan. De belangrijkste thema's en motie-ven bij Boiardo komen

blijft de Frankische s

de Bretonse cyclus maar het grondmotief d tegen de Saracenen. Boiardo gaf in zijn uitwerking van deze thema's en motieven een nieuwe gestalte aan het liefdes-element. Het belangrijkste personage van het dicht-werk, Orlando, die als nobele ridder en dappere paladijn tot dan

toe volkomen.doof en ontoegankelijk was gebleken voor enige vrou-welijke ~ zwicht nu eindelijk voor de liefde. Boiardo's devies was dan ook:"Amor vincit Onmia" (Brouwer, 1983:71).

(20)

.In de bewuste episode vertelt Boiardo het verhaal van een toernooi, afgekondigd door Karel de Grote, wat plaatsvindt buiten Parijs. Terwij 1 Karel deelneemt aan een groot banket dat hij zelf voor twin·"' tigduizend ridders, christenen en heidenen heeft laten aanrichten, komt de beeldsschone Angelica haar opwachting maken. Zij is de dochter van Galafrone , koning van Cathai in India. Angelica laat alle ridders uitdagen tot een duel met haar broer zonder hierbij te vertellen dat deze betoverde wapens draagt. Voor degene die hem overwint zal zijzelf de beloning zijn. Alle ridders, ook ûrlando en diens neef Rinaldo, zijn op slag verliefd op deze mooie prinses. Maar haar broer wordt overwonnen door de heidense Ferraguto, waarop Angelica op de vlucht slaat en Rinaldo en Orlando haar achtervolgen. Deze twee rakEm daarbij zo volledig hun hoofd kwijt, dat zij alle plichten ten opzichte van Karel vergeten en tevens hun plicht als christen. Angelica is immers een heidense prinses. De achtervolging duurt tot in het Ardennerwoud, waar Rinaldo drinkt een betover-de bron waardoor hij zijn verliefdheid kwijt raakt~ terwijl Ange-lica uit een andere bron drinkt en juist op slag verl

Rinaldo.

*

1)

wordt op

Angelica trekt zich nu terug op het kasteel van Albracca, waar Or-lando en koning Sacripante haar verdedigen tegen de aanvallen van koning Agricane van de Tartaren. In een duel tussen Orlando en Agri-cane wordt de laatste gedood.

Hierop begint de Afrikaanse koning Agramante samen met Agricane1s zoon, een oorlog en ze vallen bij Marseille Frankrijk binnen, Orlando gaat he.n tegemoet, niet zozeer om hulp te bieden aan 1 alswel om Angelica te volgen die in haar verliefdheid nu achter Rinaldo aanzit. Totdat deze beiden weer uit de betoverde bronnen drinken, nu met het omgekeerde gevolg: Angelica haat Rinaldo, ter-· wijl Rinaldo weer tot over zijn oren verliefd is. Het komt tot een duel tussen Orlando en Rinaldo. Karel de Grote haalt zijn beide neven uit elkaar en looft Angelica uit aan degene die op het slag-veld de meeste slachtoffers zal maken. Als de Christenen de neder-laag lijden, ziet Angelica kans om te vluchten.

*1) Deze passage doet sterk denken aan een passage uit Shakespeare's Midzomernachtsdroom.

(21)

- 14 ~

pok bij Ariosto verschilt het beeld van eer en liefde nogal van het .beeld wat door het Middeleeuws ridderideaal werd gepro-pageerd. De beladen katholieke wereld uit de Middeleeuwse ridder-romans ,vol Germaanse en Keltische motieven, paste niet meer in de voorstellings wereld van de humanistische Renaissance.

In to's werk z n thema's of verhaal-motieven te onder-s

1. des d van Karel de Grote tegen de Saracenen, aangevoerd door de koning en de hoogmoedige Rodomonte, die tenslotte

het onderspit moet delven,

2, de liefdesperikelen van Orlando en Angelica

3. de liefde tussen , de heiden, en Bradamante, Rinaldo's zuster.

Ariosto begint zijn gedicht waar Boiardo het zijne laat eindigen: op het punt dat Angelica na de christelijke nederlaag wegvlucht. Orlando achtervolgt haar. Het tweede thema, .wat tevens de titel aan het gedi~ht heeft gegeven - , vindt zijn klimax in de krankz van Orlando op het moment dat hij ont-dekt dat Angelica, die tot nu toe alle mannen heeft afgeweèrd, getrouwd blijkt te zijn met een eenvoudige Moorse soldaat, Medoro, die ze de kant van de weg heeft gevonden. Orlando ontdekt dit omdat hun beider namen verbonden door een hart in bomen en op rotsen z

bevangen dat het verstand

staan. Hij wordt door zo'n razernij t, zijn kleren afrukt, zijn wapens en alles wat hij op z n pad tegenkomt vernielt. De strijd van Karel kan echter zonder Orlando, en in allerijl wordt Astol:fo, de prins van Engeland, op het vleugelpaard de Ippogriffo, naar de maan gezonden om daar het verstand van Orlando te zoeken. Inderdaad vindt Astolfo op de maan een ampul die het verstand van Orlando bevat. Als deze aan de ampul ruikt krijgt hij zijn verstand weer , en samen met de Ruggero verslaat hij

voor Karel de heidenen, waarbij Rodomonte door Ruggero wordt gedood.

De fantasiewereld die Ariosto creëerde had geen enkele pendant in de geaffecteerde traditie die heerste aan de verfijnde hoven van zijn tijd. De ridderlijke code van eer was in de Renaissance onder invloed van het verbleekt tot niet meer dan een uiterlijke vorm.

(22)

~riosto behandelt zijn materie dan ook niet meer met het geïdea-liseerde respect van voorgaande eeuwen maar geeft er een licht komische wen.ding aan. In de 16e eeuw is ridderpoëzie nog altijd een aangename verpozing maar is de riddercode niet langer meer een na te streven ideaal. Ariosto schreef zijn epos dan ook voor-namelijk als esthetisch genoegen voor de edelen aan het hof van zijn werkgever, de hertog \an Ferrara, 11

• • tot plezier en

ontspan:-m.ng van adelijke heren, fijnbeschaafde personen en edele dames" (Dooren, 1985:41).

Eer en liefde: de verbeelde kheid

Laten we dan nu eens kijken naar de uitwerking van de twee hoofd-thema's van eer en liefde het fragment uit de Orlando Furioso wat aan het begin van dit hoofdstuk staat.

We zien Orlando op zoek naar Angelica die hij tot de zijne wil ma-ken. Geen zee gaat hem daarbij te hoog. Hij is dapper en doortas·· tend zoals het een held betaamt. Hij wordt op zijn eer aangespro-ken als hij meent Angelica te horen roepen:"O red mijn zuiverheid, o alsjeblieft, ik wil er graag mijn leven voor beloven! 0 lieve Orlando, zal die vuile dief mij in jouw bijzijn van mijn eer be-roven? Liever sterf ik ter plekke door jouw handen, dan dat ik moet buigen voor zulk een schande!" (Dooren,1985:46).

In een notedop wordt duidelijk wat Orlando1 s eer inhoudt.: hij is

als man verantwoordelijk voor de eer (lees: kuisheid) van de vrouw. Mocht hij haar niet redden dan blijft haar niets over de dood te

vc~rkiezen. Dat is zij aan haar eer verplicht.

Inderdaad zien we een ander fragment uit dit gedicht dat Isabella een christelijke heldin de dood verkiest boven de schande dat

kuisheid zal worden geschonden door de Saraceen Rodomonte.

Het thema van de uitwissing van schande door middel van het doen vloeien van bloed was in Ariosto's tijd niet ongewoon, zoals

Burkchardt aangeeft (Burckhardt, 1958:430-2). Het idee van de 'È~~

vendetta' sprak bijzonder tot de verbeelding en kwam onder alle lagen van de bevolking voor. En onder mannen en vrouwen.

Allerlei redenen konden er de aanleiding voor zijn, diefstal, moord of aanranding cq verkrachting van vrouwen, maar ook een vermeende aangedane smaad of bel!ediging. Het gevoel dat er gerechtigheid

(23)

ge-- 16

-schiedde was in dit opzicht minder belangrijk dan het gevoel de opponent een morele vernedering te hebben toegebracht.

Uit hetzelfde citaat spreekt het contrast tussen de twee soorten liefde die we in de bespreking van de Arthur-verhalen ook al zijn tegengekomen. Orlando's liefde voor Angelica is van de nobele, zui-verste soort; een

en die haar eer bedre lust.

passie. De rover die haar ontvoert 1 staat voor de tweede soort; de zinnelijke

Dit past in de liefdes-ethiek van de Renaissance, waarin de cultus van ridderlijkheid in ke gedragsvormen en eer gepaard ging met een cultus rondom de ideale liefde. Tegelijkertijd echter werd de relatie tussen de sexen gekenmerkt door een dubbele moraal. Overspel en clandestiene verhoudingen waren aan de orde van de dag. Huwelijken werden vaak uit economische en sociale overwegingen ge-sloten en de huwelij ksrechtcm hadden dan ook vaak alleen op papier waarde. want het waren met name de getrouwde vrouwen waarop de

man·-ke passie zich richtte. Enerzijds omdat de jonge,ongetrouwde vrouwen zorgvuldig van de buitenwereld werden afgeschermd en daar-door relatief onbereikbaar waren, anderzijds omdat de getrouwde vrouw ker was vanwege haar gebonden status. Overspel van de kant van de vrouw had meestal geen ernstig conflict tot gevolg, tenzij de verhouding resulteerde in een buitenechtelijke zwanger-schap. De t claimde vooral de uiterlijke trouw van zijn vrouw, maar niet haar affecties,

In een dez komt een passage voor waarin een jonge vrouw, met een oude man, de presentjes en brieven van een jonge aanbidder aanvankelijk steeds terugzendt, met het vaste voornemen haar eer (honest~) te bewaren, maar deze uiteindelijk toch

en verheugt in zijn liefde vanwege zijn uitmuntend-heid en karakter. Ze weet dat een edele vrouw een waardig man lief kan hebben zonder haar eer te verliezen (Burckhardt,1958:434). Als de echtgenoot ontrouw is,heeft de vrouw in principe recht om

wraak te nemen of genoegdoening te eisen. De echtgenoot erkent dit recht echter niet altijd. Doet hij dit wel dan is het uit angst voor verlies van prestige, en om zijn huwelijk niet te doen stranden.

Als de ontrouw van de vrouw de bespotting van de man door buitenstaan··· ders tot gevolg heeft, dan de affaire vaak in een bloedbad.

(24)

Hierbij zijn dan vaak een of meerdere famiU.eleden van zowel de man als de vrouw betrokken. Bandello, een tijdgenoot van Ariosto, klaagt hierover: " Wat een dwaasheid is het van mannen te veronderstellen dat hun eer en de eer van hun huis, afhankelijk is van de lusten van een vrouw" (Burckhardt,1958:435)

Het vrouwelijk ideaalbeeld wat in de lyrische poëzie werd bezongen als het onderwerp van de allesverterende passie, l'amor divino, was in feite een mannelijke projectie omtrent de vrouwelijke

(25)

135 La fata Bianca e la fata Nerm, portate in volo da diavoli, rapiscono Grifone e Aquilante, i figli gemelli di Oliviero e Feldesmo:>ndft, Dalla prÎm$

edizione dell111 Sloria dei' paladini.

136 Rinaldo, che ha bevuto alla fonte dell'odio, si è addorment"to vicmo alla fonte dell'amore; Angelica giunge, beve e si innamora di Rinaldo.

(26)

Hoofdstuk 2

De verbeelding van eer en liefde in de teksten van het poppenspel Karel de Grote, keizer van Rome en koning van Frankrijk, viert de geboorte van zijn zoon Ademaro. Een bode meldt de aankomst van de wonderschone Angelica en haar broer Umberto de Leeuw. Angelica

ver-zoekt de keizer haar een van zijn ridders als gemaal te geven. De ridders en Karel zelf ziJn diep onder de indruk van Angelica's schoonheid en de keizer stemt toe. Angelica stelt als voorwaarde dat de gegadigden een toernooi op de speer zullen moeten uitvec~ten met haar broer. De ridders trekken lootjes om de volgorde van de kandi-daten te bepalen. Orlando,Karel's neef is als laatste aan de beurt. De tovenaar Malagigi, vorst van de hel, is ook op het feest aanwe en hij vermoedt onraad. Hij verzoekt Nacalone, een hellegeest, hem · de bedoeling van Angelica te openbaren. Nacalone onthult dat Ange·· lica de dochter is van de heidenkoning Galafrone, en dat haar broer in werkelijkheid Argalia heet. Uit haat tegen de christenkoning Karel, de vijand van hun vader, hebben broer en zus een list bedacht om de ridders van Karel uit te schakelen. Angelica met een tover-ring en Argalia met een toverspeer.

Malagigi, die tevens de oom is van Rinaldo, een van Karel's vazal-len, besluit om het verraad te verijdelen.

Angelica ligt te rusten, bewaakt door een reus. Malagigi bedwelmt de wachter met een toverwolk. Hij neemt een dolk om Angelica te doden, maar over haar heengebogen verleidt haar schoonheid hem, en inplaats van toe te steken, kust hij haar. Angelica wordt wakker. Op haar hulp-geroep komt Argalia aangesneld en deze grijpt Malagigi vast. Angelica fouilleert hem en vindt het toverboek met helse bezweringen. Ze leest erin en er verschijnt een duivel, Calcabrino, die haar de toverkracht van het boek openbaart. Angelica beveelt hem Malagigi als gevangene naar het hof van haar vader te brengen. Verv6lgens bevrijdt ze de reus met haar magisc>he ring uit zijn betovering.

Argalia begint ondertussen met het toernooi. Als eerste komt Astolfo, prins van Engeland, die onmiddellijk het slachtoffer wordt van de betoverde speer en gevangen genomen wordt. Als tweede komt Ferra~.

prins van Spanje, en ook deze kan niet tegen de speer op. Hij weigert 'echter zich gewonnen te geven en wil het gevecht met: het zwaard

(27)

voort19

-zetten. Dit staat toe. reuzen proberen vervolgens Ferrau vast te pakken maar slaat hen dood. Een vierde reus klieft zijn helm, maar voordat hij valt weet Ferrau de reus te do-den. Hierna wordt hij door ge boe

Als b komt naar Argal te

roepen. Deze kan tenslot smaad verdragen en stemt toe in een met het zwaard. Weldra verkeert hij in een benar-de pos en laat op de vlucht, haast zich op pad om Angelica te ontvoeren. Astolfo wordt uit zijn gevangenschap bevrijd

en neemt de van ia mee.

2. 1 Inleid

Het bovenstaande is ~&n voorbeeld van een verhaallijn zoals die voor een voorstell

ment en de andere

het worden gebruikt. Dit

frag-d in dit hoofdstuk zal gebruiken, n alle ontleend aan de Star van Lodico (Pasqualino,

~~-·~···-"·-·--~--··~-1977: 109).Ik wil ingaan op de inhoud van de , waarbij ik deze fragmenten als voorbeeld zal gebruiken. Mijn bedoel is om de relaties tussen de. personages immanent, dat wil zeggen b

analyseren.

anders nages z n

de verbeelde werkelijkheid van de verhalen, te

van mensen ir1 de werkelijkheid. Perso-de context van het verhaal, omdat zij door hun handelen sen in het verhaal veroorzaken of ondergaan. Over de def tie van personages bestaan nogal wat uiteenlopende me-ningen, zoals blijkt uit de door Bal (1979) geredigeerde bundel arti-kelen.

Er veel aand besteed aan classif : de indeling van perso-nages in groepen. Ik denk bijvoorbeeld aan Propp (1968:79) die een classificatie maakt waarbij hij van drie typen dramatis

, te weten de held, de boef en de dwaas.

Door spec ieke kenmerken, zoals u ken gedrag van personages, te koppelen aan algemene kenmerken, zoals de sociale rol of positie .van dat personage, het k om categor personages te

(28)

~lassificeren in literaire typen.

De .tekst bevat naast expliciete informatie, gelegen in de uiterl ke kenmerken van personages, veel impliciete informatie die verloopt via de handelingen van de personages. Door uit te gaan van de handelingen als basis van de analyse is het mogelijk de impliciete informatie in de tekst expliciet te maken, en inzicht te krijgen in de ideologie van de tekst.

Ik zal dan ook onder personages verstaan:handelende personen in een fictionêle kontekst.

2.2 Politiek ~èréldbééld

Als we naar het eerste verhaal-fragment kijken dan zien we ver·-schillende personages op basis van hun handelingen tegenover elkaar geplaatst kunnen worden: Angelica en haar broer Argal

over Karel de Grote en zijn ridders.

staan

tegen-Hiermee komen we direkt bij de fundamentele basis-oppos de verhalen van het poppenspel:

-· vrienden - vijanden.

Deze oppositie manifesteert zich het meest duidelijk in het b lo-gisch gegeven van leven en dood. De episodes culmineren vrijwel al-tijd in een gevecht, waarbij of een vriend of een vijand de dood vindt. De definitie van vrienden en vijanden wordt gemaakt aan de hand van de norm van loyaliteit (aan vorst, verwanten, geliefden etc). De oppositie vrienden - vijanden is op het politieke vlak te vertalen in drie tegenstellingen:

1. Christenen Saracenen 2. bekeerden - verraders

3. vorst - rebellerende vazallen

Bij de eerste tegenstelling gaat het zowel om de verbeelding van een statenkundig conflict tussen bevriende vorsten en vijandelijke vorsten, zoals ik in schema 1 laat zien, maar ook om een religieus conflict. Ze overlapt gedeeltelijk met de tweede tegenstelling. Saracenen wordt eigenlijk gebruikt als verzamelnaam voor alle vijanden van Karel de Grote en van het Christelijk geloof. Alle niet-christelijke volkeren . vallen eronder, dus zowel heidenen als Islamieten.

(29)

vrienden

- Karel de

Grote

keizer van Rome en

"koning

van Frankrijk

S je

Karel's

neef

-

ginaldQ~

Karel's neef

AstolfJ2.,

prins van

Engeland

prins

van

Spanje

- 21

~-l's zuster

H Il>'

s

z.uster

Orlando'

vrouw

, nicht van

- - - . - - - - Ii1

erra·u

vrouw van

vorsten

Cathai

Az

de

taren

Afrika

Albracca

prins

one

Schema 1

(30)

pit

wordt duidelijker als we kijken naar schema 2 waarin ik de tweede tegenstelling, tussen bekeerden en verraders, heb uitgewerkt" We zien hier Ruggero vermeld, een heidense prins, maar ook Agricane, een Tar-taarse vorst. Beide zijn vijanden en worden Saracenen genoemd.

De bekeerden zijn vijanden, of in Propp's terminologie boeven, cl

vrienden geworden zijn, volgens de norm van loyaliteit. Ogenschijn-lijk zijn de heidense en Saraceense vijanden die zich bekeren niet loyaal, dat wil zeggen loyaal aan hun eigen vorst en geloof, maar loyaliteit wordt altijd gerekend vanuit het christel k standpunt in de verhalen.

De bekering gebeurt meestal onder druk van de omstandigheden: of men bekeert zich of men wordt gedood. De meeste bekeringen vinden dan ook plaats tijdens een oorlog of kruistocht.

Er is onderscheid te maken tussen twee soorten bekeerden:

1. Deze bekeerden zijn van oorsprong heidens of Saraceens en hun beke-ring is meestal afgedwongen. Dit is bijvoorbeeld het geval blj Agri-cane, wat we in het vierde fragment zullen zien. Hlj bekeert zich tot het christelijk geloof vlak voordat hij sterft, nadat Orlando hem een dodelijke verwonding heeft toegebracht.

Van enkele heidense en Saraceense helden die zich tot het Christendom bekeren wordt de bekering in feite al van tevoren aangekondigd door-dat ze kwaliteiten krijgen toegeschreven die normaal gesproken voor-behouden zijn aan christelijke helden: ze tonen zich edelmoedig, dapper, barmhartig etc. De bekering wordt ook niet gepresenteerd als een we-zenlijke verandering van het personage maar als de onthulling van de ware inborst. Dit geldt bijvoorbeeld voor Ruggero, de heidense pr:rns • die al voor zijn bekering veel zogenaamde christelijke trekken ver--toont, en die na zijn bekering een van de trouwste vazallen van Karel de Grote wordt.

2. De tweede groep bekeerden bestaat uit personages d:i.e als kind, ge-durende de oorlogen of kruistochten, in het vijandelijke kamp terecht zijn gekomen en daar zijn opgegroeid. Hun bekering behelst evenmin een wezenlijke verandering in het karakter van het personage, maar is vrijwel onvermijdelijk in de context van de verhalen; ze erkennen hun ge~rfde christelijke geloofsovertuigin~. Deze bekeerden krijgen eveneens dezelfde status toegeschrev~n als de van oorsprong christe-lijke helden.

(31)

23

-pe

verraders zijn eveneens te onderscheiden in twee groepen.

Aan de ene kant zijn er e en Saraceense verraders, die zich meestal bevinden onder degenen die zich onder dwang tot het Christen-dom hebben bekeerd, en wiens verraad ze niet zo ernstig wordt aangere-kend. Het zijn vijanden die

Aan de andere kant z n de gen

men wordt.

hun vorst en zijn de verraders

dat ze vrienden geworden zijn. ke verraders, die verraad ple-' en wiens verraad wel hoog

opgeno-de poorten. Hun verraad bestaat er meestal ofwel uit dat ze een geheime overeenkomst sluiten met de vijand, ofwel dat ze hun vorst proberen op te hitsen tegen een andere ridder en zo proberen om een scheuring te veroorzaken in het christe-1 ke kamp~ waar ze zelf hun voordeel mee kunnen doen. Het voorbeeld van een dergelijke verrader is de listige Gano di Maganza die zijn va-zalschap probeert aan te wenden voor zijn eigen gewin en die daarvoor onder andere de al eerder genoemde Ruggero vermoordt.

enden

d i.

3. Dit brengt ons lerende vazallen. In deze tell

n

<1<--~-1---.Rug

ge r o

:Lcane

bekeerden

verraders

Schema 2

de derde telling: tussen vorst en

rebel-komen tegenover vrienden te staan.Dit kan meerdere oorzaken hebben maar vrijwel altijd is de norm van

loya-li in het geding.

Het gedrag van de vorst kan uiteenlopen van een juiste en rechtvaardi-ge uitoefening van z n gezag tot rechtstreekse tirannie. In het laat-ste geval rebelleren de vazallen de autoriteit van de vorst en

(32)

betwisten hem zijn soevereiniteit. De verantwoordelijkheid voor de oplossing van het conflicct ligt dan zowel bij de vorst als bij de vazal, maar de laatste is meestal degene die toe moet geven om uit-eindelijk tot een verzoening te komen. Als de vorst rechtvaardig is en de onenigheid komt voort uit persoonlijke grieven of ontevreden-heid van de vazal, ligt de verantwoordelijkontevreden-heid voor een verzoening geheel bij de vazal.

Soms loopt de onenigheid tussen vorst en vazal zo hoog op dat het tot een oorlog leidt, zoals in het geval van de twist tussen Karel de Grote en zijn neef Rinaldo, die veroorzaakt wordt door de listige Gano di Maganzo, en waarbij de vorst twijfelt aan zijn neefs

loya-liteit. In deze episode heeft Gano de keizer overgehaald om alle va-zallen aan het hof te nodigen om hun loyaliteit te bewijzen door zich te beroemen op het geld en goed wat ze bereid zijn aan de kroon te schenken in geval van oorlog. De opzet van Gano is om Rinaldo, die niet bepaald welgesteld is, te vernederen en in discrediet te

en bij de vorst, en zo zijn eigen invloed te vergroten. Als Rinaldo's beurt om te pochen is gekomen verklaart hij: 11

dat het niet rijkdom is waarop men zich moet beroemen maar deugd en moed, want rijkdom is de mens niet eigen''. Hij vervolgt met een opsomming van al zijn hel-dtmdaden en overwinningen, ook die welke hij in toernooien heeft be-haald op de keizer en op Gano. Hiermee beledigt hij de keizer zo ze.er dat deze in toorn ontsteekt en Rinaldo verbant.

Uit dit fragment blijkt dat helden en boeven niet al d eenduidig te onderscheiden zijn. Rinaldo is weliswaar trots en eigenzinnig en gaat daarom nogal eens Karel's wil in, maar hij een loyaal vazal en redt Karel meerdere malen uit handen van de Saracenen. Hij rebelleert slechts tegen de onrechtvaardigheid van de vorst. Gano echter lijkt loyaal maar blijkt uiteindelijk riiet Karel1s maar zijn eigenbelang voorop te stellen en ontpopt zich als verrader.

Het personage van Rinaldo is functioneel nauw verbonden met het perso-nage van Orlando. Beiden zijn neven van de keizer en loyale vazallen. Maar waar Rinaldo nogal eens uit de gunst raakt vanwege zijn opvlie-gendheid en trots, is Orlando altijd even trouw en serieus. Alleen

.~·

(33)

- 25 ••o

Karel omdat hij voor Rinaldo opkomt. Orlando is het prototype van 1

de perfecte held, terwijl Rinaldo als personage correspondeert met de meer volkse bandieten in de andere verhalen van het poppenspel. Rinaldo is vaak genoodzaakt om als roofridder door het leven te gaan omdat hij te arm is om op andere wijze in zijn levensonderhoud te voorzien, zeker wanneer hij weer eens door Karel is verbannen en ver van zijn avonturen beleeft.

Wat de oorzaak van de tussen vorst en vazallen ook is, en welke vorm deze ook aanneemt, het is noodzakelijk dat het uiteinde-lijk tot een verzoening komt tussen beide partijen. De verantwoor-delijkheid van de vazal is vrijwel altijd groter dan die van de vorst aan wie hij immers als leenman respect en gehoorzaamheid verschuldigd is. Hij moet zich daarom voegen naar het gezag van de vorst, zelfs al is dit onrechtvaardig.

Rebell wordt in de verhalen verbeeld als een sociaal kwaad wat de sociale orde bedreigt en wat daarom uit alle macht bestreden moet worden.

(34)

~eizer Gradasso beroemt zich erop de dapperste krijger op aarde te zijn en heerser over heel Azië. Een oude onderdaan komt hem vertellen dat niet ver bij het paleis vandaan zich de tovertuin van de heks Sibilla bevindt, waar hij de uitrusting van Samson kan vinden. Om deze te bemachtigen moet hij vier reuzen bevechten die voor de slotmuur van Sibilla's burcht op wacht staan. Hij moet de monsters bevechten die de tovertuin bevolken, en tenslotte moet hij de reus-· achtige eik waaraan de uitrusting hangt, met één slagvellen, anders wordt hij door vlammen verslonden.

Na het aanhoren van dit verhaal gaat Gradasso meteen op weg. Hij veert bij de slotmuur, doodt de vier reuzen en betreedt de betoverde

tuin. Monsters van uiteenlopende aard belagen hem, maar hij weet ze allemaal te verslaan en komt bij de eik. De vlammen houden hem op een afstand maar toch lukt het hem de boom met één slag te vellen. De uitrusting van Samson valt voor zijn voeten. Gradasso hem op, maar uit de stam van de eik verschijnt de geest van Samson die hem vertelt dat hij nog twee daden moet volbrengr~n om zich werkel k de dapperste krijger van de aarde te kunnen noemen: hij moet Orlando1

s magische zwaard de Durlindana en Rinaldo1s onverslaanbare strijdros, Boiardo, veroveren. Gradasso gaat onmiddellijk op pad.

Ondertussen in het Ardennerwoud bij twee toverbronnen:

Rinaldo, op zoek naar Angelica, loopt door het woud en komt bij de bronnen. Hij drinkt uit de ene bron, en valt in slaap. Kort daarna verschijnt Angelica en ZlJ drinkt uit de andere bron. Dan ziet ze Rinaldo en wordt meteen hevig verliefd op hem. Ze maakt hem wakker, maar als hij haar ziet, weert hij haar af en slaat op de vlucht. Hij heeft uit de bron van de afkeer gedronken. Vertwijfeld blijft Ange

ca achter en legt zich neer op de plaats waar Rinaldo eerst lag. Orlando en Ferrau betreden het woud. Ze zijn beide op zoek naar Ange-lica. Dan komen ze bij de plek met de bronnen waar Angelica slaapt. Orlando ziet haar het eerst maar wil haar niet wekken dus gaat hij naast haar zitten. Als Ferraû verschijnt wil deze haar wel wakker ma-ken maar Orlando belet het hem. Ze beginnen te vechten. Angelica wordt wakker, ziet de vechtende mannen en vlucht weg. Orlando wil haar achter ua gaan maar Ferrau dwingt hem door te vechten.

(35)

Gra--· 27 ..

<lasso reeds een deel van Spanje heeft. veroverd en nu op weg is naar Barcelona. Het. is noodzakelijk dat Ferrau teruggaat naar Spanje om hulp te bieden. De ridder staat. even in tweestrijd tussen zijn ver-langen naar Angelica en zijn plicht tegenover zijn verwant.en, Maar teslotte besluit hij om

een later tijds . Orlando

te gaan. Het duel wordt verschoven naar verder op zoek naar Angelica.

Inmiddels in Spanje: Koning Marsilio laat zijn edelen weten dat Gra-<lasso inmiddels Granada, Toledo en Aragon heeft veroverd als er een bode binnen komt om hem te melden dat Karel de Grote hem een groot

stuurt onder aanvoering van Rinaldo, Allen bereiden zich daarop voor om op te trekken naar Barcelona en Gradasso terug te dringen.

Gradasso belegert Barcelona. De strijd is in volle gang als de hulp-troepen uit Marseille arriveren. Rinaldo en Gradasso komen tegenover elkaar te staan in een tweegevecht. De nacht valt zonder dat de strijd beslist is. Ze besluiten tot een wapenstilstand tot het aanbreken van de volgende dag.

2.3 Familie

Uit het voorgaande de oppos vriend ~·

wordt duidelijk dat ook in de familiesfeer and verbonden is met de norm van loyaliteit. De beste manier om vijanden tot bondgenoten te maken is door er mee

te trouwen. Maar hier zijn grenzen aan. Er wordt niet. getrouwd met heidenen of Saracenen, maar wel met opstandige vazallen of leden van geallieerde hoven. Door huwelijksverbintenissen, die meestal dienen ter ondersteuning van politieke allianties, worden familie-banden versterkt.

'

Familierel worden gekenmerkt door negatieve en positieve span-· ningen die zich ontladen in een opeenvolging van onenigheid en ver-zoening, scheiding en hereniging. Spanningen kunnen bijvoorbeeld ont-staan als de persoonlijke gevoelens haaks komen te ont-staan op de ver-plichting aan de familie. In het voorgaande fragment zien we Ferrau in tweestrijd staan tussen zijn liefde en zijn plicht.

1i'amilieconflict.en kunnen dus aanleiding zijn voor uitbarstingen van geweld, vrouwen en kinderen of zusters worden erdoor van huis

(36)

ver-jaagd en ze brengen de held in oppositie tegenover de autoriteit van de familie. Pas na langdurige omzwervingen ver van huis, waarbij ze veel beproevingen moeten doorstaan, kunnen ze naar huis terug keren, en volgt er een hereniging en een verzoening waarbij de held of heldin zijn of haar plaats in de familie en in de gemeenschap weer inneemt. De beproevingen zijn verschillend voor mannen en vrouwen. Voor mannen betekent het meestal dat ze zich moeten meten met andere mannen, met bovennatuurlijke wezens en monsters die hen belagen, waardoor ze de kans krijgen hun moed en kracht te tonen en zich faam te verwerven. Voor vrouwen bestaan de beproevingen meestal uit het lijdzaam verdra-gen van hetgeen haar door de mannen is aangedaan.

De thematiek van de familie·-conflicten lijkt me in zekere zin ana-loog aan die van de sociaal-politieke conflicten. Rinaldo en Orlando trekken als neven één lijn tegenover hun oom Karel de Grote, net als zoons dit doen in geval van een intern familie-conflict waarbij de ouderlijke autoriteit in het geding is. In de familie-kring is de zoon (en dochter) fideliteit en piéteit verschuldigd aan de vader; in de verhouding tussen vorst en vazallen is de vazal respect en ge-hoorzaamheid verschuldigd aan de vorst. Politieke bondgenoten hebben de afspraak om elkaar.bij te staan; familie-leden hebben de plicht elkaar te helpen.

Het enige personage waar ik in dit verband niet zo goed mee uit de voeten kan Malagigi de tovenaar. Hij is de oom van Rinaldo, en vorst van de hel. Hij is dus zowel een mens als een wezen wat geasso-cieerd wordt met de onderwereld (zie ook schema 5). Ik heb niet veel aanwijzingen over zijn achtergrond kunnen vinden, maar uit wat ik weet van De Vier Heemskinderen (Alberdingk Thijm,n.d,)waar hij ook een belangrijke rol in speelt, vraag ik me af of hij misschien de broer van Karel de Grote zou kunnen zijn. Zijn ambiguiteit blijkt uit het feit dat hij niet altijd klaar staat om Rinaldo te helpen, ook al is deze zijn neef. Dat hij de familie-solidariteit wel se-rieus nl:!emt blijkt uit het feit dat hij Rinaldo's weigering om zijn oom te helpen (in het 3e fragment) hoog opneemt.

De essentie van de familieverhalen, ideologisch gezien, is de inhe-rente conflictualiteit van de familie als sociale eenheid, en tegelij-kertijd de noodzakelijkheid voor het individu om zich verzekerd te

(37)

·- 29

weten van een plaats in zijn familie, en daarmee van een plaats in de gemeenschap.

mannen

vrouwen

Orlando

Bell'Alda

gehuwd

Mil one

Bertha

gehuwd

Brand

te

d

ns vrouw

gehuwd

tussen

vrienden

Zerb

Is

verliefd

~..;;.,.;;;;~;;.;;;.;~;;;_.,~~~~~-~-+_,;;;;.~~-'-';.,;;;;~----~-~---~---i--;...;.;.~~--~~--~~-~"''~

Orlando

Rinaldo

Rinaldo

Ruggero

Rodomonte

Medoro

Angelica

lica

Costanza

Bradamante

Isabella

Angelica

verliefd

verliefd

verliefd

verliefd

verliefd

gehuwd

Schema 3

(38)

f._ngelica en Rinaldo

Angelica op haar vlucht inmiddels in de buurt van Cathai gekomen. Ze is zeer bedroefd omdat Rinaldo haar heeft afgewezen. Plotseling herinnert ze zich dat Malagigi, de tovenaar, nog altijd bij haar va-der gevangen wordt gehouden en ze besluit om hem om hulp te vragen. Malagigi stemt toe Angelica te helpen om Rinaldo voor haar te winnen, en Angelica stelt hem zijn vrijheid in het vooruitzicht als hij in zijn opdracht slaagt. Ze laat hem echter wel zweren dat hij vrijwil-lig in gevangenschap zal terugkeren indien het hem niet lukt Rinal-do1 s liefde voor haar op te wekken. De tovenaar stemt toe.

Angelica geeft hem zijn boek met toverspreuken en Malagigi roept de duivel Nacalone op die hem onthult dat Rinaldo zich in eE~n

legerstede bij de stad Barcelona bevindt. De tovenaar klimt op de rug van Nacalone en vliegt zo naar Spanje,

Rinaldo ligt te slapen als Malagigi aankomt.. Dus de tovenaar wekt zijn neef en vraagt hem de liefde van Angelica te beantwoorden zodat hij zi.Jn vrijheid terugkrijgt.. Rinaldo weigert zijn oom te helpen, omdat hij teveel afschuw voor Angelica voelt. Malagigi vertrekt, zinnend op wraak.

Hij verzint een list om Rinaldo naar Cathai te lokken: de duivel Nacalone zal zich vermommen als Gradasso, waarmee Rinaldo nog steeds het duel moet vechten. De valse Gradasso zal net doen alsof hij voor Rinaldo vlucht en aan boord gaan van een schip, waarna het schip naar Cathai zal varen. En aldus gebeurt.

Eenmaal aan boord van het schip bemerkt Rinaldo het bedrog en hij ver~

vloekt de tovenaar.

Angelica wacht ondertussen in Cathai op bericht van Malagigi. De tove-naar komt haar vertellen dat hij een plan heeft bedacht: hij zal Rinal-do in een tovertuin lokken en daar zal Angelica haar ridder lijk kunnen liefhebben.

Rinaldo komt met ziJn schip bij een ei.land, Op het"strand ontmoet hij een jonge vrouw die hem uitnodigt in een tuin te komen: de val •van Malagigi. Rinaldo vraagt haar wie de tuin toebehoort en de vrouw

(39)

- 31

--wijst hem op Angelica. Rinaldo herkent haar en versmaadt haar

nog-•

maals. Op zijn vlucht ontmoet hij een grijsaard die hem om hulp vraagt: een reus belaagt de omgeving en neemt alle voorbijgangers ge-vangen.Ook zijn dochter is dit lot overkomen, Rinaldo belooft zijn hulp en gaat op weg naar het slot van de reus.

De reus staat voor het slot op wacht. Rinaldo valt hem aan en weldra vlucht de reus naar dens de achtervolging valt Rinaldo in een • Daar treft een draak die hem wil verslinden. Omdat de ridder tijdens de val zijn zwaard heeft verloren moet hij dekking zoe-ken. Dan komen Angelica en Malagigi tevoorschijn. De tovenaar wil van de benarde situatie van Rinaldo gebruik maken om deze te dwingen toe te geven aan Angelica. Angelica doodt de draak door deze een kaas-brood vol naalden in de muil te werpen. Maar zelfs na deze dappere daad vers~aadtRinaldo haar liefde: hij dreigt zelfs de hand aan zich-zelf te slaan. Bedroefd verlaat Angelica met Malagigi het toneel.

2.4 Liefde

Behalve op het gebied van de biologische gegevens van leven en dood, komt de basis·-oppos vrienden - vijanden ook duidelijk naar voren in de verbeelding van de sentimenten van liefde en haat.

Wat voor huwelijksverbintenissen opgaat, geldt in principe ook voor liefdesrelaties: verliefd wordt je op vrienden en niet op vijanden, tenzij ze zich bekeren en daarmee tot de mogelijke partners gaan beho-ren. Dit geldt voor Ruggero en Bradamante, de zus van Rinaldo.

Meestal is de liefde van de beminde de beloning die de held ontvangt na al zijn beproevingen, aan het eind van het verhaal. Althans als het de liefde tussen vrienden betreft.

Het liefdesavontuur met een vreemdelinge, veelal een heidense of Sa-raceense prinses, dient als beproeving door middel waarvan de held zich moet bewijzen. In het ene geval betekent dit dat hij de verlei-ding van deze exotische liefde moet weerstaan, In het andere geval moet hij zich bewijzen door de vrouw te veroveren maar haar daarna te verlaten. Rinaldo heeft een dergelijk avontuur met de oosterse prinses Costanza.

(40)

geboren. Het liefdesavontuur vervult in dit geval een dubbele func Het schept de mogelijkheid voor de introductie van een nieuwe held en

tegelijkertijd wordt m~t de situatie waarin de held geboren wordt,de aanzet gegeven voor een nieuwe episode, waarin de jonge held dan meestal op zoek gaat naar de vaderlijke familie.

In een andere liefdes-situatie behoren de beide protagonisten wel tot het christelijke kamp, maar ontmoeten sociale obstakels bij de reali

van hun liefde. Dit geldt bijvoorbeeld voor de efde tussen Milone, een arme ridder uit het gevolg van Karel de Grote" en Bert.ha Karel v s zuster. Het verschil in sociale status maakt hun 1 on·· mogelijk dus vluchten ze. Uiteindelijk worden ze vergeven en keren naar huis terug. Uit deze verhouding wordt Orlando geboren.

In weer een andere liefdes-situat is de held op zoek naar een voort-vluchtige geliefde. De beproeving voor de held deze si is dat hij moet proberen om zijn plicht tegenover n verwant.en en ziJn vorst te combineren met de realisering van z n , Deze verzoe-· ning van plicht en gevoel kan onmogelijk blijken omdat de beminde vrouw niet van hem houdt, en zijn liefde dus niet beantwoord wordt. Dit zien we in de voorgaande episode bij Rinaldo en Angelica,

Volgens Pasqualino (1977:123) komt deze situatie zo vaak voor dat hij de formule van de intrige als volgt weergeeft: als A van B houdt, houdt B niet van A; als B dan eenmaal wel van A houdt, houdt A langer van B ..

Ik heb al de mogelijke even op een

Het personage van Angelica is tamelijk uitzonderlijk in deze situaties, Laten we dus even wat dieper op haar ingaan.

In eerste instantie, in het eerste fragment van ons verhaal, wordt Angel gepresenteerd als een slimme maar slechte vrouw, d naar Parijs komt om de ridders van Karel de Grote, en daarmee Karel zelf,

in het verderf te storten door ze te verleiden. Alle ridders vallen inderdaad voor haar schoonheid en komen daardoor als rivalen, harent-wege, tegenover elkaar te staan. Kortom ze zaait tweedracht in het christelijke kamp.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(dus: Jan zei, dat zijn broer ziek is geweest). Aldus werd het kaartbeeld vertroebeld en misschien gedeeltelijk onjuist. Het is inderdaad waarschijnlijk dat de tijd van het hulpww.

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

Ge- vraagd naar waar zij over 15 jaar wil- len wonen, blijken jongeren een duidelijke voorkeur te hebben voor het buitengebied.. Met name lande- lijk wonen vlakbij een

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

Uit het onderhavige onderzoek blijkt dat veel organisaties in de quartaire sector brieven registreren (van 51% in het onderwijs tot 100% of bijna 100% in iedere sector in het

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

In de gesprekken die Awel voerde met de groep kinderen die weinig contact heeft met de ouder vertellen zij dat ze het gevoel hebben dat de ouder hen niet ‘kent’ en niet weet wat er