• No results found

Besturing klantenordergerichte deel goederenstroom niet-voorraadartikelen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besturing klantenordergerichte deel goederenstroom niet-voorraadartikelen"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besturing klantenordergerichte deel goederenstroom

niet-voorraadartikelen

Citation for published version (APA):

Dijkstra, Y., Monhemius, W., & Naar, S. A. (1974). Besturing klantenordergerichte deel goederenstroom niet-voorraadartikelen. (TH Eindhoven. ORS, Vakgr. operationele research : rapport). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1974

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

concept -B I -BL. TECHN I SCHE UNIVERSITEIT

I

IIII111111

~

*9612421* EINDHOVEN

BESTURING KLANTENORDERGERICHTE DEEL GOEDERENSTROOM NIET-VOORRAADARTlKELEN

Y. Dijkstra, W. Monhemius, S.A. Naar

(3)

- I

-BESTURING KLANTENORDERGERICHTE DEEL GOEDERENSTROOM NIET-VOORRAADARTIKELEN

Inhoud I. Voorwoord 2. Samenvatting 3. Inleiding 3. I Schema 1 3.2 Schema 2

4.

Aanpak van het onderzoek 5. Uitvoering van het onderzoek

5.1 Produktiekenmerken van de goederenstroom 5.2 Stuursignalen

5.2.1 Schema 3 5.2.2 Schema 4 5.3 Beslissingen

5.4 Funktioneren van het huidige besturingssysteem 5.5 Kwaliteit van de beslissingen (metingen)

5.5.1 Schema 5 5.6 Kwaliteit expeditieplanning 5.6.1 Overzicht I.A 5.6.2 Overzicht I.B 5.7 Kwaliteit orderplanning 5.7.1 Overzicht 2.A 5.7.2 Overzicht 2.B 5.7.3 Overzicht 2.C 5.8 Kwaliteit assemblageplanning 5.8.1 Overzicht 3 5.8.2 Overzicht 4 6. Bevindingen

6.1 Bevindingen t.a.v. het besturingssysteem 6.2 Bevindingen uit de metingen

6.2.1 Overzicht 5 7. Konklusies en aanbevelingen 7.1 Konklusies 7.2 Aanbevelingen 8. Literatuur blz. 2 3 4 6 7 8 9 9 1I 12 13 15 16 17 18 19 21 22 23 25 26 27 28 29 30 31 31 32 33 34 34 34 36

(4)

- la

-Bijlagen

I. Toelichting produktiekenmerken van de goederenstroom 2. Procedures expeditie-afdeling

3. Voorbeelden waarnemingsformulieren

37 39

(5)

2

-1. Voorwoord

Naar aanleiding van het door ons uitgebrachte rapport: Tussentijdsrapport onderzoek Produktiebesturing Oda, dd. september 1974, in het kader van het onderzoekprojekt nr. 3.9 van de vakgroep operationele Research van de afdeling Bedrijfskunde, heeft er een diskussie in het bedrijf plaats gevonden.

Ret resultaat hiervan was een verzoek aan ons om een onderzoek in te stellen naar de besturende rol van de expeditie-afdeling bij de produktie van klantenorders in het bedrijf.

Of schoon dit niet direkt aansloot bij het door ons gedachte vervolgonder-zoek, hebben wij gemeend toch aan dit verzoek te moeten voldoen in ver-band met de goede relaties die wij in het kader van ons onderzoekprojekt met het bedrijf hebben.

nit onderzoek vond plaats in de maanden september en oktober 1974, om-vatte ongeveer 20 mandagen en geschiedde onder leiding van prof. ire W.Monhemius. In het bedrijf werd nauw samengewerkt met de heren Hendrikse

(bedrijfsleider), Ramelijnck (chef bedrijfsburo) , de Koning (chef expe-ditie-afdeling) en van Schijndel (montage-afdeling).

Y. nijkstra, S.A. Naar november 1974

(6)

3

-2. Samenvatting

In dit rapport worden de analyses en de resultaten beschreven van het onderzoek naar de besturing van het klantenordergerichte deel van de goederenstroom van niet-voorraadartikelen.

Achtereenvolgens worden beschouwd:

- Produktiekenmerken van de goederenstroom; - Stuursignalen tussen de betrokken afdelingen; - Beslissingen die een belangrijke rol vervullen; - Kwaliteit van de genomen beslissingen.

Het onderzoek omvatte deels de verwerking van reeds bekende gegevens uit ans vorig anderzoek en deels de uitvoering van enkele metingen in de praktijk naar het funktioneren van het huidige systeem.

Op grond van de onderzoeksresultaten zijn een aantal konklusies getrokken en aanbevelingen gedaan.

(7)

4

-3. Inleiding

In het "Tussentijdsrapport Onderzoek Produktiebesturing Oda" zijn de resultaten weergegeven van:

- Een orientatie ten aanzien van het fabrikageproces, de goederenstroom, de opbouw van het eindprodukt en de funkties die bij de produktiebe-sturing betrokken zijn;

- Een analyse van de informatiestruktuur van de produktiebesturing; - Een analyse van de procedures en de beslissingen die bij de

produktie-besturing een belangrijke rol vervullen.

De inzichten die uit de analyses verkregen zijn hebben geleid tot het ontwerpen van een beheersingsmodel, zie schema 1. Ret model is gebaseerd op het systeemconcept (het cybernetisch model) en geeft een overzicht van de bewerkings- en regelfunkties. In het model zijn drie stuurnivo's aan-gegeven, elk heeft een eigen funktie binnen de totale produktiebesturing.

Stuurnivo I (regel- en stuurorgaan I):

dit zijn de aktiviteiten die plaats vinden met als doel het bewerkstelligen van de afstemming tussen bedrijf en klanten.

Stuurnivo II (regel- en stuurorgaan II):

dit zijn de aktiviteiten die plaats vinden met als doel het bewerkstelligen van de afstemming tussen de produktie-afdelingen onderling, en de afstemming met de magazijnen (voorraadpunten) in de goederenstroom.

Stuurnivo III (regel- en stuurorgaan III):

dit zijn de aktiviteiten die plaats vinden met als doel het bewerkstelligen van de afstemming tussen de werkplekken (man-machinecombinaties) in de pro-duktie-afdelingen van de goederenstroom.

Gebleken is dat zowel de leiding van de expeditie-afdeling als die van de montage-afdeling eigenlijk een dubbele besturende funktie vervullen, ze opereren namelijk niet alleen op stuurnivo III, maar ook geven ze opdrachten op stuurnivo II.

(8)

5

-Tevens hebben de analyses ons het inzicht opgeleverd dat de goederenstroom qua besturing onder te verdelen is in een klantenordergericht deel en een produktieseriegericht deel, elk deel heeft zijn specifieke besturingsken-merken. Tussen deze delen bevinden zich de magazijnen voor halffabrikaten, halfprodukten en onderdelen van derden.

In schema 2 is een en ander weergegeven.

Ret klantenordergerichte deel van de goederenstroom omvat de afdelingen: finish-niet-standaardkleuren, montage/assemblage en expeditie. Ten aanzien van dit klantenordergerichte deel kan nog onder scheid gemaakt worden tussen voorraadartikelen en niet-voorraadartikelen. Voorraadartikelen zijn die meubels die op voorraad gehouden kunnen worden, bijvoorbeeld: universal-buro's. Bij de produktiebesturing dienen beide kategorieen als een geheel beschouwd te worden (integraal). In onze analyse zullen wij ons voorlopig beperken tot de groep van de niet-voorraadartikelen omdat deze kategorie ongeveer 80% van de produktiekapaciteit in beslag neemt en ongeveer 70% van de orozet omvat.

(9)

~\

3. I. 5

c.1-I

E.M A I

CONCEPT

BEHE£RSJNG5MOD~L

PRODUKT1E&i:5TURING

;.

1 - - - 7 - - - -1

I

I

I

~

I

I

I

I

--l

IllS

Ill. III 0""" I . INFo

s::

ST\I"'RSlCNA"L

:t.

OROEIrPLA",",NG

2t.

W.ICUI~'~TE

r--- ---,

I I

: Ir--l I:

r"--"---'

I I

:I~

I:

--~----~ts:

REGE L- EN

STVURORGAAN

s

I

,.._-

---,

~ _ .

-J

I

I

I

lill

I"

I~

I

I

L __

(10)

3.2 SCHEMA 2: MODEL VAN DE GOEDERENSTROOM

~

kLAN TI.NOllDERGU.' C.HTE I)EEL

1) klantenorders (klantenrelatie) 2) relatief kleine series

3) relatief kleine omsteltijden 4) relatief veel opslagruimte nodig kenmerken I

,

I I I

MACaA'Z.IJNE.N I

I halffabrikatenmagazijn I halfproduktenmagazijn I onderdelen-van-derdenmagazijn: I I I I I I I I I I I I

,

I

.

I I I

I

I I I I I I I

I

I HFM HPM :: ODM 1) produktie-orders (geen klantenrelatie) 2) relatief grote series

3) relatief grote omsteltijden 4) relatief weinig opslagruimte

nodig

PRQDUkTII·ORDER.CiERICNTl DEEL

(11)

8

-4. Aanpak van het onderzoek

nit hoofdstuk bestaat uit een overzicht van de uitgangspunten die we hebben gesteld bij het onderzoek en tevens een beknopte opsomming van de belangrijke stappen.

Uitgangspunten:

a. Integrale aanpak, d.w.z. alle betrokken afdelingen en alle stuurnivo's worden indien mogelijk in beschouwing genomen.

b. Black-box idee op verschillende aggregatienivo's. d.w.z. de mate van detaillering zodanig kiezen, dat het vereiste inzicht wordt verkregen zonder naar alle details te kijken.

c. Schematische weer gave van situaties en ideeen naast een omschrijving ervan.

Stappen:

a. Inventarisatie van produktiekenmerken die van belang zijn bij de pro-duktiebesturing, d.w.z. de relevante aspekten en restrikties waarmede rekening moet worden gehouden in het besturingssysteem.

b. Opstellen van een besturingsmodel van de huidige situatie op basis van de reeds verzamelde gegevens uit het tussentijdsrapport.

c. Inventarisatie van de beslissingen die genomen worden m.b.t. het klanten-ordergerichte deel van de goederenstroom.

d. Verrichten van metingen naar het funktioneren van het huidige besturings-systeem.

(12)

9

-5. Uitvoering van het onderzoek

In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens behandeld: - produktiekenmerken van de goederenstroom

- stuursignalen - beslissingen

- funktioneren van het huidige besturingssysteem

- effect van de beslissingen in de praktijk (metingen)

5.1 Produktiekenmerken van de goederenstroom

Alvorens in te gaan op het besturingssysteem willen we eerst inzicht hebben in de relevante aspekten en restrikties (produktiekenmerken), die gelden in de produktie-afdelingen van het beschouwde deel van de goederenstroom.

Een overzicht van de bedoelde produktiekenmerken is gegeven op de volgen-de bladzijvolgen-de.

Op de eerste plaats willen wij nagaan ~n hoeverre bij de besturing rekening wordt gehouden met deze kenmerken. Op de tweede plaats willen wij nagaan

~n hoeverre de gehanteerde waarden van deze kenmerken overeenstemmen met de werkelijkheid. We hebben ons in verband met de beschikbare tijd moeten beperken tot het eerstgenoemde punt.

(13)

- 10

-Produktiekenmerken van de goederenstroom

Relevante aspekten en restrikties waarmede rekening moet worden gehouden bij de produktiebesturing.

1. Magazijnen

1.1 de voorraadhoogte per artikel 1.2 de afnamesnelheid per artikel

2. Finish-afdeling 2.1 produktielijnen 2.2 omstelverliezen 2.3 kapaciteitsbeperkingen 2.4 doorlooptijden 2.5 produktiesnelheden 2.6 organisational stocks 3. Assemblage-afdeling 3.t produktielijnen

3.2 uitwisselbaarheid van het personeel 3.3 opslagruimte gereed produkt

3.4 omstelverliezen 3.5 doorlooptijden 3.6 produktiesnelheden 3.7 organisational stocks 4. Expeditie-afdeling 4.1 kapaciteitsbeperkingen 1.v.m. wagenpark

4.2 bezorgingsbeperkingen i.v.m. klantenspreiding 4.3 organisational stocks

opmerking:

(14)

- II

-5.2 Stuursignalen

Aan de hand van de gegevens uit het tussentijdsrapport hebben wij de be-sturing van de totale goederenstroom in beeld gebracht, zie schema 3: het besturingsmodel van de huidige situatie.

In dit schema worden de stuursignalen die van belang zijn oij de produk-tiebesturing weergegeven. Onderstaand volgt een beschrijving van de huidige besturing.

Uitgangspunt voor alle akties is de klantenorder, die bij de afdeling order-planning binnenkomt. Deze afdeling bepaalt de leverdatum van elke order. De werkelijke verkopen en de verwachte verkopen van een meubel leiden all

niet tot een aanvraag van een produktieserie van dat meubel bij het be-drijfsburo. Als een produktieserie is aangevraagd bij het bedrijfsburo wordt door middel van een explosieprogramma bepaald welke halffabrikaten, halfprodukten en onderdelen.van derden daarvoor nodig zijn. Op basis hier-van worden de opdrachten voor de aanmaak/bestelling hier-van deze komponenten van het meubel vastgesteld. Deze komponenten dienen in de magazijnen te worden opgeslagen.

De binnengekomen klantenorder wordt nadat er een leverweek aan is toegekend doorgegeven, via een kopie, aan de expeditie-afdeling. Deze afdeling maakt periodiek (wekelijks) op basis van aIle binnengekomen klantenorders een expeditieplanning. Een kopie van deze planning gaat naar de montage-afdeling

(assemblage-afdeling) en dient als assemblage-opdracht. De montage-afdeling leidt daaruit de finish-opdrachten voor niet-standaard kleuren af en deze worden aan de finishafdeling gegeven. De benodigde komponenten van een meubel worden uit de magazijnen betrokken.

Op grand van het bovenstaande is het mogelijk om het klantenordergerichte deel als een apart systeem (subsysteem) te beschouwen. In het verder onder-zoek gaan wij nader in op dit subsysteem, zie schema 4 en de toelichting daarop.

(15)

5.2.1 SCHEMA 1: RESTURINGSMODEL HUIDIGE SITUATIE N kfJP/6 - klANTENDlfD61l ~FJ)I,./6UI.J)III IF1tP4INr/'~~.w; I I I I

!

I

J

L_ .. __... _ ...J'U'l.ITL/JSrlJtl I I I I I I I

____ J

1

I

AAN".I.IJtI".

Sl#uITO'-INIA I I I I ,...

---,.,

I ! , , ___I. 'AODUkrJIS61118 MEU.£J. ~ODUk7/.­ ORillA. BIDRIJ~SSURD NoAA/III/N(; AANNAAk EN .ESTELl.IN(;6/11/

"

,

I I

:tr----I

L ... _

O,flDEA Pi.ANN IIVG

(16)

5.2.2 SCHEMA 4: BESTURINGSMODEL KLANTENORDERGERICHTE DEEL

Sa

56 53

Sz

N w

N.

.-.-LE.lDlt-iG EXPEDITIE. .N~._ LE.II)ING A.SS£MaLAGt

..

~Is

ISJi

~14

I.

·

1

17

ISs

~

I,

·

··

...

, . i :

UlDl..G MAGA~IJNENI" S7

I

LLI~ING FINI~H

N

3

----·

·

·

~1,

Iso

·

STUURSIGNAAL

S

IN'ORHAT.lSTROOM

I

NORM~N N OA.D&.R.PLANN .NG

(17)

14

-Toelichting op schema 4

In dit schema is te z~en dat de leiding van de expeditie-afdeling en die van de montage-afdeling zowel binnen de eigen afdeling als daar buiten een besturende rol vervullen.

a. Besturende rol van de expeditie-afdeling:

De expeditie ontvangt een stuursignaal (SO) van de afdeling orderplanning, te weten een kopieklantenorder. Op grond hiervan stelt de expeditie vast wanneer de betreffende klantenorder verzonden zal worden d.m.v. een

expeditieplanning (52)' Uit deze expeditieplanning resulteren de vracht-lijsten die naar de montage-afdeling verzonden worden en als assemblage-opdracht fungeren (SI)'

b. Besturende rol van de montage-afdeling:

Op grond van de ontvangen vrachtlijsten bepaalt de montage-afdeling op welke dag een bepaalde "meubelgroep" van een klantenorder geassembleerd zal worden. Hieruit volgt een behoefte aan komponenten, o.a. aan ge-spoten halfprodukten van artikelen in niet-standaardkleuren; deze wor-den besteld bij de finishafdeling d.m.v. een aanvullende spuitopdracht

(S 4) •

Voor de uitvoering van de vrachtlijsten heeft de montage-a~delingbruto ca. 7 dagen beschikbaar. Hierin is de tijd van de finishafdeling (ca. 3 dagen) ingekalkuleerd.

c. In het schema zijn verder nog aangegeven de informatiestromen - van en naar de expeditie-afdeling

- van en naar de montage-afdeling en - van en naar de finishafdeling.

Het betreft hier de kommunikatie die aanwezig is tussen de werkmeesters en bazen van de genoemde afdelingen betreffende de uitvoering van de opdrachten. Schriftelijke informatie-overdracht komt niet voor.

(18)

15

-d. Tevens geeft het schema aan dat er normen zijn die respektievelijk de leiding van expeditie-, montage- en finishafdeling zullen hanteren bij de uitvoering van hun besturende funkties.

5.3 Beslissingen

De beslissingen die genomen worden m.b.t. de besturing van het klanten-ordergerichte deel van de goederenstroom zijn als volgt samen te vatten:

afdeling Orderplanning Expeditie Montage Finish beslissingen

- leverweek voor klantenorder vaststellen - welke klantenorders in behandeling nemen - klantenorders indelen naar sub-rayons - verzenddag van klantenorder bepalen

- welke deelorders per assemblagegroep kunnen in behandeling genomen worden

- welke komponenten moe ten nog gefinished worden (niet-standaard kleuren)

- assemblagedata bepalen van deelorders (postnrs.) - welke halfprodukten kunnen in behandeling

ge-nomen worden

- finishdata bepalen van die halfprodukten

Zie voor nadere informatie m.b.t. input/output en voorschriften van de bovenstaande beslissingen, de paragraven 3.2 en 3.3 van het tussentijds-rapport.

Uit het bovenstaande blijkt dat in eerste instantie de afdeling order-planning vaststelt wanneer een bepaalde klantenorder zal worden afgeleverd. Bij een nadere beschouwing blijkt dat de expeditie een beslissende rol speelt. zij bepaalt namelijk op welke dag een bepaalde klantenorder zal worden afgeleverd (verzenddag), waarbij zij bij de klantenorders van een bepaalde week ook die klantenorders voegt met een leverdatum die + week afwijken.

Bij het vaststellen van deze afleverdag houdt de expeditie uitsluitend rekening met expeditie-aspekten (route, rayon, belading enz.). Dus niet

(19)

- 16

-met aspekten die voor de montage-afdeling en/of de finishafdeling van belang kunnen zijn. Dit houdt in dat de verzenddatum volgens de expeditie slechts een planning is, waarvan de realisatie nog afhankelijk is van de montage-afdeling, de finishafdeling en de toeleveringsmagazijnen.

Viteindelijk zal de afleverdatum bepaald worden door de gerealiseerde assemblagedatum in de montage-afdeling.

5.4 Funktioneren van het huidige produktiebesturingssysteem

In het voorgaande hebben wij ons een beeld gevormd van de formele opzet van het produktiebesturingssysteem voor het klantenordergerichte deel van de goederenstroom.

Alvorens tot konklusies betreffende het gehanteerde systeem te kamen, is het nodig na te gaan hoe het huidige besturingssysteem in de praktijk werkt. De volgende aspekten kunnen daartoe onderzocht worden:

I. De kwaliteit van de beslissingen die genomen worden in het kader van de produktiebesturing, m.a.w. hoe vallen de beslissingen in de praktijk uit.

2. Het effekt op de produktie, hoe worden de klantenorders in de produktie-afdelingen gerealiseerd, waarbij wordt gedacht aan o.a.:

a. omstellen van machines, afbreken van series; b. seriegrootten;

c. bezettingsgraad;

d. tijdelijke uitbreiding van produktiekapaciteit bv. overwerk, kapaciteit lenen van andere afdelingen;

e. wijzigingen aan de produktieplanning.

3. Het effekt op de organisatie, w.o. arbeidsverdeling en arbeidsklimaat. 4. Het effekt op de kosten, w.o. voorraadhoogten in de magazijnen.

In het hiernavolgende zullen wij ons voorlopig beperken tot het eerstge-noemde aspekt.

Vit schema 2 en 3 is gebleken dat er v~er afdelingen een direkte rol spelen bij de realisering van de klantenorders, te weten: de expeditie, de montage, ,de finish en de toeleveringsmagazijnen.

(20)

- 17

-In schema 4 Z1en we W1e een direkte invloed hebben op de leverdata van klantenorders, te weten: orderplanning, leiding expeditie, leiding montage en leiding finish. De rol van elk vindt vindt zijn oorsprong

in de beslissingen die daar genomen worden m.b.t. de klantenorders.

5.5 Kwaliteit van de beslissingen

Om een idee te krijgen van het funktioneren van het gehanteerde besturings-systeem zijn er metingen uitgevoerd die de effekten van de beslissingen die in de drie genoemde afdelingen worden genomen, meten. In schema 5 zijn deze metingen aangegeven met de cijfers I, 2 en 3. Elke meting leidt tot

een inzicht in de kwaliteit van een kategorie van gelijksoortige beslissingen, bijvoorbeeld: meting 2 geeft inzicht in de kwaliteit van de beslissingen om-trent de afgegeven leverdata die door de afdeling orderplanning in een be-paalde periode genomen zijn. "Kwaliteit" is daarbij te omschrijven als de mate waarin een bepaald resultaat voldoet aan de gestelde normen.

De volgende metingen zijn uitgevoerd:

I. De kwaliteit van de expeditieplanning (zie overzichten IA en 1B) 2. De kwaliteit van de orderplanning (zie overzichten 2A, 2B en 2C)

3. De kwaliteit van de assemblageplanning (zie overzichten 3 en 4)

ad 1

Bij de kwaliteit van de expeditieplanning is de norm de afgegeven lever-datum, het resultaat is de geplande verzenddatum.

ad 2

Bij de kwaliteit van de orderplanning is de norm de afgegeven leverdatum, het resultaat is de gerealiseerde leverdatum c.q. de werkelijke verzend-datum.

ad 3

Bij de kwaliteit van de assemblageplanning is de norm de geplande verzend-datum, het resultaat 15 de gerealiseerde verzenddatum.

(21)

- Itj

-5.5.1 SCHEMA 5: SCHEMATISCH OVERZICHT UITGEVOERDE METINGEN

VERkDOP kLANTU

PRo

bE R kLANTe, OR.bER. r

.,

UP.-PLANNING , , HALfFAaRIKATEM VlACH'

-LUST

1'WALFPRODUkTEH

,

1'ONbERDElEN ASSEMaL:-PLANNING

CaRbNDSTO~HN

,

,

,,

"

""

"

'

...

-.-

..

'

kOMPONENTo ORb&.R. PL~NNING 1 4 - - - 1 PLArtNlttG OOUICTIESERIE vIlAGE.H AAHV. SPulT OPDRACHT FINISH .. PLANltlNG

(22)

19

-5.6 Kwaliteit expeditieplanning

Meetvoorschrift

De kwaliteit van de expeditieplanning is bepaald door de afwijking te meten tussen de afgegeven leverdatum en de geplande leverdatum waarbij de eerstgenoemde als norm fungeert. De afgegeven leverdatum is de datum

(week) welke bij de orderacceptatie door de afdeling orderplanning aan de klantenorder is toegekend. De geplande leverdatum is de datum (dag) waarop de order door de expeditie ~s ingepland om te worden verstuurd. Om een vergelijking mogelijk te maken is hierbij de verzenddag vertaald naar de desbetreffende week.

Om deze meting uit te voeren is gebruik gemaakt van het archief dat zich op de afdeling montage bevindt. In dit archief zijn de montage-opdrachten

(computerlijsten) opgeslagen, gerangschikt per dag (de werkdag veer de verzenddag) en daarbinnen per assemblagegroep per klantenorder (zogenaamde postnummers). De montage-opdrachten bevatten de voor deze meting nood-zakelijke gegevens:

a. de geplande verzenddag (namelijk 1 werkdag later dan de vermelde datum 1n de kop) en

b. de door de afdeling orderplanning afgegeven leverdatum.

De meting heeft betrekking gehad op de maanden me1, augustus en september 1974 en betreft een 100% meting. De gekozen maanden mogen volgens het bedrijf als normale maanden beschouwd worden. Om de metingen te kunnen weergeven is het volgende waarnemingsformulier ontworpen (zie bijlage 3 bladen I tim 5):

I. Boven aan het blad staat de geplande verzenddag

2. Links op het formulier, in vertikale richting, staan de afwijkingen in weken. Het min-teken duidt hierbij op een te vroeg willen leveren, het plus-teken op een te laat willen leveren.

De waarnemingen omvatten het volgende:

1. De op de montage-opdrachten in de kop vermelde datum aflezen en ver-talen naar geplande verzenddag

(23)

- 20

-2. Deze datum boven aan het waarnemingsformulier plaatsen. 3. Geplande verzenddag vertalen in geplande verzend-week. 4. Per postnummer aflezen van afgegeven leverdatum (week), 5. Deze vergelijken met geplande verzendweek.

6. Verschil als streepje (turfje) plaatsen op waarnemingsformulier.

Verwerking van de gegevens

De gegevens op de waarnemingsformulieren z1Jn per maand getotaliseerd, 1n procenten uitgedrukt en grafisch weergegeven in overzicht I.A. uit overzicht I.A is overzicht I.B afgeleid. Opgemerkt wordt dat "op tijd gepland" betekent; geplande verzenddatum valt in dezelfde week als de afgegeven leverdatum. Op verzoek van de bedrijfsleiding is nog onder-scheid gemaakt tussen"l week te laat" en "meer dan week te laat" omdat I dag te laat in de analyse kan neerkomen op week te laat

(24)

-

ME/

74

lWki#

n

%

5.6.1. OVERZICHT I.A

<-

/6

~,~

-5"

S

(),13

4

1 / /

%

-4

7

()"g

-3

10

0,2.1

-2

/07

fl,91

---~...--

--- I

'197

13,82

0

10""

1.9,/)3

-1-1

881

2/1,49

---

-

-- . . --

-_-.-.

-1-2

373

II)

,37

+3

193

s,3&

-1-4

I'IJ

3,97

28,

(,.1

%

-1-5

90

~,:J.2

+5

iVa

,

6~

35"9b

/00

%

I

AUG.

74-Jtl.,.C-t'£N

"

%

<-5

If

O,¥

/3,21

%

-5

.3

0,1

-4

(,

0,2--3

15

O,~

-2

3S"B

11.,0

- /

71S

2.6.33

0

102./

3~,

'lS

70

.3/·

-1-1

291)

.9,72

-+2

/17

1;.2'

r3

71

2,61

r~

2S

0.83

/6,47

Z

../05'

34-

I,/~

r5"

117

7.~9

19B/

/00

%

,

SEA

'4

W£KG-t'

I?

%

<-5

4/

1,~3

24,60

%

- 5

2.0 D,6S

-4

'1~

1.60

-3

61

'-,25"

-2

$7$

19,77

-- I

472

15,41

0

632-

20,64-

1,9,

8'

%

+/

¥23

/..3,

a

1

_

...

_---_....---1-1-

2.9.3

g,~6 -1-3

:1..12

I,,!J2

-I-

4

loS

3,92

25,~5"

Z

-1-5 ~2

1,69

>-1-5

/19

.3,9'

3062.

/00

%

(25)

·5.6.2~OVERZICHT·I .B

V6/iZ£NJ>DATUM ME'" t>G ~DOA OAt>GAPJ.ANNING

.

.

P6RIO.DG MG/74 AV~ 7~ S£P 7~ rOTAAL.

AANTAJ. P(JS7NIlS. .3SS'(i,

298/

.30'2

9&39

t)P TIJD ~£P~AN/)

29

34

2.1

28

%

re

Y/lDEG (jIPtoAItID 18

90

qO

31.S"

~

~AA7 G£PLANJ) ~3

2'

39

~o.~

%

IOD

%

lOt)

%

100

~

100

4

NA/)IIlE SPEC/~II<ArI4

VAN TILAAr i:lIPlAND:

/ WEEk iAAT

24

10

/4

'6.S

%

MEER DAN I W£8~ 1i!'LAlIT

29

"

2'

2"

4

S"3

i'

2&

k

.1.9

4

¥D1t"

k

I. "IF CE&E Yllt/J Z/./N A~k~i"I.T7/~ (//

r

01 VAA~N"J.I.lS7'£N

"AN De MON"A~E

2.

AU.£

IN

YIlACHTt.IJ S TilAI' "'-41V 1'1'

.sIP"~ 'ZuN' /IV -"1£r

,e.,AANI'4'N DNDIAZDE/r MEl I AlI6 8,TAokKEN

J.

LH IS (;8£/11/ I!JNIJ£RSc.HIUD EN' S/>4C/AA4.WERk

(26)

23

-5.7 Kwaliteit orderplannin~

Meetvoorschrift

De kwaliteit van de orderplanning is bepaald door de afwijking te meten tussen de afgegeven leverdatum en de werkelijke leverdatum, waarbij de eerstgenoemde als norm optreedt. De afgegeven leverdatum is de datum(week) welke bij de orderacceptatie door de afdeling orderplanning aan de order

is toegekend. De werkelijke verzenddatum is de datum(dag) waarop de order aan de klant wordt afgeleverd door de expeditie-afdeling.Om een verge-lijking mogelijk te maken is hierbij de dag vertaald naar de desbetreffen-de week.

Om deze meting uit te voeren ~s gebruik gemaakt van het archief dat zich op de expeditie-afdeling bevindt. In dit archief zijn de kopieen van de uitgeleverde klantenorders opgeslagen gerangschikt per rayon (nummer op het schutblad van de ordner) en daarbinnen per verzenddatum. Deze kopie-orders bevatten de voor deze meting noodzakelijke gegevens:

a. de door de orderplanning afgegeven leverdatum en b. de werkelijke verzenddag.

De meting heeft betrekking gehad op de maanden mei, augustus en september 1974 en betreft een steekproef uit de rayons 3, 5, 7 en 11. Zowel de maanden als de rayons zijn in overleg met het bedrijf gekozen en mogen

als representatief gezien worden. Er is naar gestreefd per week ongeveer 50 waarnemingen te verkrijgen. In totaal bestaat de steekproef uit 610 waarnemingen (klantenorders). Het totaal aantal klantenorders van deze maanden bedraagt ongeveer 6000 (populatie).

Om de metingen te kunnen weergeven is het volgende waarnemingsformulier ontworpen (zie bijlage 3 bladen 6 tim 9):

- Boven aan het blad staan de maanden en daaronder de betreffende weken. De waarnemingen omvatten het volgende:

1. Van de kopie-order vaststellen of deze ~n de betreffende periode valt, zoja

2. Aflezen van de afgegeven leverdatum (week) en deze d.m.v. een kruisje in de betreffende week weergeven op het waarnemingsformulier.

(27)

24

-3. Aflezen van de verzenddag

4. Verzenddag vertalen naar verzendweek

5. Verzendweek d.m.v. een cirkeltje in de betreffende week weergeven op het waarnemingsformulier.

Verwerking van de gegevens

De gegevens op de waarnemingsformulieren z~Jn per maand getotaliseerd, 1n procenten uitgedrukt en grafisch weergegeven, in overzicht 2.A. Uit overzicht 2.A is overzicht 2.B afgeleid. Opgemerkt wordt dat"op tijd afgeleverd" betekent: de gerealiseerde leverdatum valt in dezelfde week als de afgegeven leverdatum.

Op verzoek van de bedrijfsleiding 1S nog onderscheid gemaakt tussen

"1 week te laat" en "meer dan 1 week te laat", omdat 1 dag te laat in de analyse kan neerkomen op 1 week te laat (maandag t.o.v. de voorgaande vrijdag) •

In overzicht 2.C Z1Jn de deelleveringen, d.w.z. die klantenorders die "versnipperd" zijn afgeleverd, buiten beschouwing gelaten.

(28)

h 0/ WlkGN /0

<-5"

0 () -5" 0 () - ~ 0 ()

-3

0

()

- 21

8

~,'

- I

2.g

13,7

o

79

37,3

+

I

5"5'

2.~'

+2

12

5:7

-I-

3

8

.3,'

+

4

"

2,8

+

5'

2

O,g ) of

5

S'

2,3

D4EU..

9

03,8

2./2. 100 - LJ -5.7.1. OVERZICHT 2.A "'EkE" n

<-

5 0 - 5 0

- 4

I - 3 I

- 2

31 - I

.32

o

'6

+

I

36

+

2

10

.;. 3

1.3

+

4

4

+

5 2.

>

+

5'

.3

D£E.LI..

I'

2/5

%

(J ()

o.S

0,5'

14,1,·

'''',9

Jo,'

1',7

~,'

',0

1,9

0,9 I,~ 7.1,

too

~

,

SEP 74

WEkG/l I?

<-5

(J - 5 0

-4.

0

- 3 S' - 2

.3

- I

35

o

'I

+

I

4/

+

2.

2~

+

.3

7

+

~

/

+

G 0

>+G

0

D611.1.. ,

t83

%

(J fJ (J 2,7

1.6

,g,1

33,5'

2.2,~ I~.I

.3.8

0,5'

o

(J

3,3

100

%

(29)

26 -5.7.2. OVERZICHT 2.B

V£IlCGI.IJ/</NG VAN' OF /)oOIi ORt>E~PlANN/It/(,

i.EVGRL>A7VM k'-ANrEIVO/l~E~

,

.

,

P£~/O/)E MGI 7~ AU~

7"

S£P

7~ rOTAAL

AANTAi. ORI)$~S

2/2

2/5

/IJ

Ido

OP

T~JD A;C£i.GVGHJ)

.17

.31

.34-

.34-

%

VRo£6 A,c<,GJ.GV4"A'/J

18

Jo

23

l4-

4

rE

.lAAT AF~£I.EI/L~i)

/tl

J1

~o

.J8

%

L>£EI..lEV£/iI/N6"c!V : 6,1' rlJ/J

+

rE

VRtlGti . f)P Till) ~ 7"1 ~AA7

:t.

) ~

7

.3

~ rG "'#(JEt;

+

'AA7

~AT .,&

r.t

~AAT

/IJO

%

/DO

~

/IJO

~

100

~

NA~AG S,D.ClJ:"IKAT/4"

VAN' 74" I.AA7 AP~EaYGA.lJ

I ltf'ee,t rG LAAT

2'

17

2.2

~2

%

MEER A4.N' / J¥1F4!k ~kMr IS' IS'

/8

/,

%

oY/

~

32

;r.

~o

~

.38

k

2.

NET 8~rN£rr illER E~IV

Her rlJTAI.£ I>RD£".IltJAkkE'r

~ AvG. eoN S£P l~

.

GA'o7$ VAAl DE Sr£Ek,o~t:JJEF

vIr

"'AAAlJ:j~JV HEI, DE .RAYDN'S ..3, ~,$" p,f II EA' /.f' aGEN Nt:>A1"-'7A A I.. -DN.o~ArCN#r/L) uGMAAkT GN SPEC/AALwIrH/C".

(30)

- '1.7 -5;7;3~ OVERZICHT2.C

GkSI<t.VS/EF

.f)££LLGYG!?IN<JEN

,

MEl

7~

W&I<£AI

n

%

AFGENIItII.

~

- 2

a

3,9Z

,. elct

- /

~

0

~

-Ie /

/'3

79,

go

80

%

)} +

2.

33

/'.'7

'I,

i:,

204

99,99

/00

%

,

AUG.

74

WEK4£N

n

%

AF,uoNl. 0

,

-2.

.33

/',58

/1

4;

- / , 0

~

+/

13~

'7,3.3

(,7

%

~

+2

32

1',08

I'

~

199

99,g9

100

%

,

SER

7/.

WGKE/I

n

%

mUON/)

~-2

8

Lt,51

S

%

-/~ 0

~ +/

/37

77.

~(J

71

~

-?

-Ie

2

32-

/8,07

18

%

177

tJ9."

100

%

(31)

28

-5.8 Kwaliteit assemblageplanning

Meetvoorschrift

De kwaliteit van de assemblageplanning is bepaald uit de vergelijking van de geplande verzenddatum met de werkelijke verzenddatum waarbij als norm geldt de geplande verzenddatum (van de expeditieplanning).

De gegevens zijn afkomstig uit de overzichten IB en 2B, waarbij de percentages uit overzicht 2.B zijn herleid op 100% i.v.m. het weglaten van de restgroep deelleveringen.

De percentages uit genoemde overzichten zijn weergegeven 1n overzicht 3. Overzicht 4 geeft hetzelfde weer als overzicht 3 met dien verstande dat de kategorie "op tijd" is uitgebreid met een tolerantie van + 1 week.

(32)

29 -5.8.1. OVERZICHT 3

VGRCGL/JI<IN(;

VAN

i>E ~4PI.ANJ)G

V£IlZEN/)/)ATV/I1

MET./)£ WGIl/(£L/Jk£

VER ZGNDL>ATUM

,

,

I'G,lfIODG MEl 7~

AUt:,;

71

S£P

74-PLAN

WElk.

PLAN

Wll'k

RAN

WC/?k.

OP T/JO

29

.99

34

.33

2/

3S

TE

vRo£6

18

19

~(J ~J

90

24

LAAT

5,3 ~,3

2'

.3~

.39

4/

I""

%

100

Z

/Of)

Z

/00

Z

lOb!

0

/00

"Z

.sPECIFlkAT/e VAN'

L.MT:

I W£IK

n:

J!A4T l~

27

10

19

I~

2.3

MGER bAN I

W.

7r

LA4r

1.9

I'

I'

16

25'

18

53%

~3%

21J

~

"

394

.39

%

4/

%

I. Dc <;G~6V£/l/J' 2/..1IV AFKoMSr/G VIT l)G

OV£Rz/CHrGIV

I. S

EN

2.

B

:J..

bG PFRCGNrAc,,=s

vIr

OVGIC'Z/CHT

2.8

ZIJIV'

NEHL$"Il) ~p 100

%

/.

V. M. W'GCt.A

r./I/

vA-N

Rc-ST- C;Ho.P L)£GLLGV£~/N(;G'N'.

3.

G"f

/J'

CG"~

QA/L)GRSCH£"ID t:;£I"7AA/C-r TUJJE,v

/Y'oK MAAL -

$#

SP£C/AALWE'Il'K.

!Va.

(33)

30

-5.8.2. OVERZICHT 4

VE~GGL/JI</NC

VAN DE

GEPLANb£

V£~Z£NDlJATUI'1

MET

DiG'

W£~K£LI.lk'£

Y£RZt=/lIf>I)A rUM

,

,

PE/l/OOE MEl

74

Ave,

7~

SEP

7~

PLA/V

£VElA:

IlAN

WE~

PLAN

WEA'k:

OP

r/.I0

Z /

WEEK

6'

90

70

{,7

5"0

77

rE

V/lO£G

*

-t

/J

/1

2SO

s

t.AAT

2.9

/6

/7

"

2S

'8

/00'

/004

IIJO

I.

IOoZ

I(}()

10

1001.

OPMEIIKI!V(;£N

IDEM

OVGRZ/C.J.lT

3

(34)

- 31

-6. Bevindingen

In dit hoofdstuk zullen we de bevindingen die uit het onderzoek naar voren kwamen weergeven.

Eerst komen de bevindingen ten aanzien van het besturingssysteem aan de orde, daarna de bevindingen uit de verrichtte metingen.

6.1 Bevindingen t.a.v. het besturingssysteem

I. Een besturingssysteem voor het klantenordergerichte deel als geheel ~s niet aangetroffen.

2. De expeditie-afdeling en de montage-afdeling oefenen een besturende funktie uit buiten de e~gen afdeling, te weten:

- de expeditieleiding in de montage-afdeling (zie pijl SI in schema 4); - de montageleiding in de finishafdeling (zie pijl S4 in schema 4). 3. De kommunikatie tussen de betrokken afdelingen vindt voor wat betreft

de stuursignalen schriftelijk plaats, voor wat betreft de informatie-stromen bestaan er geen vastgelegde procedures (zie schema 4).

4. Een systematische afstemming tussen de produktie-afdelingen is niet ge-bleken.

5. De expeditieplanning wordt opgesteld op basis van gegevens van de order-planning (afgegeven levertijd), die niet op een produktieorder-planning be-rusten.

6. Bij het streven naar een optimale belading van de wagens worden orders gekombineerd binnen een interval van 3 weken. Hierdoor worden sommige orders te vroeg en andere te laat afgeleverd.

7. Bij het opstellen van de expeditieplanning wordt geen rekening ge-houden met produktie-aspekten van de montage, de finish en met de magazijnvoorraden.

8. Een gevolg van de bovengenoemde punt en ~s, dat op het laatste moment blijkt dat bepaalde orders niet kunnen worden uitgeleverd, waardoor de expeditieplanning weer moet worden aangepast.

(35)

32

-6.2 Bevindingen uit de metingen

Zie overzicht 5 op de volgende bladzijde.

I. Volgens de planning zou er minder "op tijd" afgeleverd worden, dan volgens de werkelijkheid.

2. Volgens de planning zou er meer "te vroeg" afgeleverd worden, dan volgens de werkelijkheid.

3. Ten aanzien van "te laat" blijken de percentages tussen planning en werkelijkheid nagenoeg met elkaar overeen te komen.

4. Uitgaande van een tolerantie van + I week ten opzichte van de door de afdeling orderplanning afgegeven leverdatum (zie ook de procedure expeditieplanning op bijlage 2), blijkt ongeveer 75% op tijd afge-leverd te worden.

(36)

6.2.1 Overzicht 5

PLAN ~I NG

20MD~R TOL~RANT'~

33

-WER KEL

IJ

K

I-l

Eol

~

(REA

LI SATlE.)

1oNDIi.R. TOLE.RA.NTIE. OP TIJI)

28 -;.

TOL.E.2A~TIE.

'!.

I WE.E.K 0' TIJD t I WE.E.IC.

1.3

%

TO"1!.2A.NTI~ t I WE.&.K

75%

~o%

(37)

- 34

-7. Konklusies en aanbevelin~en

7.1 Konklusies

I. De afstemming tussen expeditie, montage en finish kan niet optimaal funktioneren.

2. Door de afdeling orderplanning worden leverdata voor klantenorders afgegeven. Via kopie-orders komen deze gegevens bij de afdeling expeditie binnen en vormen dan het inputsignaal voor de expeditie-planning. Gebleken is dat deze leverdata daartoe erg ruim worden geinterpreteerd. Zie de spreiding van de afwijking van de afgegeven leverdata in de grafieken van overzicht I.A.

3. In de huidige situatie wordt de expeditieplanning rechtstreeks door de orderplanning gestuurd d.m.v. het inputsignaal: leverdata van

klantenorders. De sturing van de produktie die daaruit volgt geschiedt dus als het ware van achter uit. Er is nog niet gebleken dat deze "achter-uit-sturing" optimaal ~s voor de gegeven situatie.

4. De expeditieplanning wordt in een te vroeg stadium "genomen".

7.2 Aanbevelingen

1) Er dient een produktieplanning te z~Jn voor het klantenorder-gerichte deel van de goederenstroom als geheel m.a.w. een produktieprogramma dat expliciet is afgestemd op:

a. enerzijds het voorraadbeheersingssysteem voor halffabrikaten, half-produkten en onderdelen van derden;

b. anderzijds de eigenschappen van de produktiekapaciteiten van finish, assemblage (montage) en expeditie.

2) De besturende instantie (welkehet ook zal zijn) zal als uitgangspunt bij het opstellen van een produktieplan voor het klantenorder-gerichte deel van de goederenstroom moeten nemen de voorraden in de magazijnen. Vervolgens zal rekening gehouden moeten worden met de eigenschappen van: - de finish: capaciteit/omstellen/opslagruimte

- de assemblage (montage): capaciteit/omstellen/opslagruimte - de expeditie: capaciteit/omstellen/opslagruimte

(38)

35

-3) De tijdsplanning moet op dagbasis geschieden in plaats van op week-basis, want de montage levert per dag af en de expeditie plant haar transporten ook op dagbasis.

4) Het expeditieplan moet niet eerder dan een week voor expeditie wor-den opgesteld, omdat er dan pas goed zicht bestaat op wat er gereed zal zijn voor expeditie.

(39)

36

-8. Literatuur

I. Y. Dijkstra, W. Monhemius, S.A. Naar, "Tussentijdsrapport onderzoek produktiebesturing Oda", internrapport THE sept. 1974.

2. W. Monhemius en A.C.J. de Leeuw, "Methodologie en Inletding Systeem-leer", deel I en II collegediktaten THE.

3. L.U. de Sitter, "Sociotechniek I", collegediktaat THE.

4. A.H. van der Zwaan, "Leveren en laten leveren" proefschrift THE

5. J. Kuiper en J.A.M. Theeuwes, "Bedrijfssignalering", collegediktaat THE.

(40)

Bijlage I blad I 37

-Toelichting produktiekenmerken van de goederenstroom

I. Magazijnen

1.1 het aantal stuks dat per tekeningnummer op een bepaalde dag in het magazijn ligt (beschikbaar is)

1.2 reserveringen per tekeningnr.

2. Finishafdeling

2.1 welke produktielijnen (straten) kunnen onderscheiden worden; welke produkten of produktfamilies kunnen op elke produktielijn gemaakt worden

2.2 wanneer moet je omstellen

hoe groot zijn de omstelverliezen 2.3 welke capaciteit is beschikbaar

2.4 de totale tijd (bewerkingstijd + transporttijd + wachttijd +

tussenopslag) voor de uitvoering van een order; dus de tijds-duur tussen binnenkomst order en aflevering

2.5 hoeveel werk kan per periode evt. per produktielijn gerealiseerd worden

2.6 welke opslagruimte ~s aanwezig voor tussenopslag tijdens het totale produktieproces binnen de afdeling.

3. Assemblage-afdeling

3.1 welke produktielijnen kunnen onderscheiden worden

welke produkten (produktfamilies) worden op elke lijn gemaakt 3.2 is het personeel uitwisselbaar tussen de produktiecapaciteiten 3.3 hoeveel opslagruimte is aanwezig voor opslag van het gereed

pro-dukt, evt. te onderscheiden in opslag voorraadartikelen en op-slag t.b.v. expeditie

3.4 wanneer moet je omstellen

hoe groot zijn de omstelverliezen

3.5 de tijdsduur tussen binnenkomst order en aflevering

3.6 hoeveel werk kan per periode evt. per produktielijn gerealiseerd worden

3.7 welke opslagruimte ~s aanwezig voor tussenopslag tijdens het totale produktieproces binnen de afdeling.

(41)

Bijlage 1 blad 2

38

-4. Expeditie-afdeling

4.1 aantal wagens, de kapaciteit per wagen, gebruik van containers

4.2 rayonindeling, bezorgingsschema, vaste wagens per rayon

4.3 welke opslagruimte is aanwezig voor tussenopslag tussen bedrijf en klant.

(42)

61>

13

8ULA6&

2.

aLAD i.

39

-PROCEDURES EXPEDITIEAFDELING

input: - kopie-orders van comp. afd.

- C1rca een dag later ponskaarten per meubel per order - reeds in bezit zijnde gesorteerde kopie-orders

beslissing: welke orders 1n behandeling nemen voorschrift: geen

eigen regel: orders met levertijd < 3 weken

orders met levertijd > 3 weken opbergen in ordermap op kommissienr.-volgorde (de eerste twee cijfers geven het

x

rayon aan)

tevens ponskaarten 1n bak a doen.

beslissing: orders met levertijd < 3 weken indelen naar subrayonsX voorschrift: rayonindeling

orders met levertijd ~ 3 weken sorteren naar subrayon en deze per subrayon in een aparte map doen.

beslissing: welke orders op welke dag verzenden voorschrift: geen

eigen regel: op basis van kennis over - de leverweek

- ~et subrayon van de order - de rayondagen

- de beladingskapaciteit van de auto vrachten per subrayon per verzenddag samenstellen ponskaarten per meubel per order uit bak a lichten en sorteren naar verzenddag en auto

output: gesorteerde ponskaarten naar comp.afd. zenden voorimaken van voorkontrolelijst

(43)

8'JLAG£

2.

8LAD

2.

40

-input: - voorkontrolelijst van computer afdeling - gesorteerde ponskaarten

verifieren van voorkontrolelijst a.h.v. kopie-orders, eventueel korrekties aanbrengen op ponskaarten en deze zenden naar computer afdeling voor maken van mutatielijsti gesorteerde ponskaarten in bak b doen.

computer afdeling bellen voor akkoord voorkontrolelijst. opm. op grond van dit signaal maakt de computer afdeling

lijst 14a voor de montage en de verzendlijst per ver-zenddag per auto.

twee dagen voor de verzenddatum worden de ponskaarten van meubels die niet op tijd gereed zullen zijn uit bak b ge-licht en terug gedaan in bak a. Overige ponskaarten van meubels die wel op tijd gereed zullen zijn zenden naar

computer afdeling voor het maken van de verzendadviezen. Tevens wordt dan het orderbestand bijgewerkt.

output: ponskaarten van meubels die op tijd gereed zullen zijn naar computer afdeling.

input: verzendadviezen van te verzenden orders resp. deel-orders van de computer afdeling

verzendadviezen verstrekken aan chauffeurs deze moe ten worden afgetekend door de klant bij ontvangst van de meubels.

output: verzendadviezen naar chauffeurs.

*

rayon

=

geografisch gebied b.v. zuid-limburg

(44)

Bijlage 3 blad 1

41

-Voorbeelden waarnemingsformulieren

- Waarnemingsformulieren 3, 17, 28 en 31 hebben betrekking op meting zoals aangegeven in schema 5 en omschreven in paragraaf 5.6: kwaliteit expeditieplanning.

Waarnemingsformulieren 34, 38, 39 en 43 hebben betrekking op meting 2 zoals aangegeven in schema 5 en omschreven in paragraaf 5.7: kwaliteit orderplanning.

x betekent: geplande week klantenorder

(45)

42 -/.J<~~J

,-4t-

S - ')" -

-;1

'1

*;;"

tel"

T ."

1'7'

<-~---f'

-y

- 3

-:t

I

.- I 71Il( /IN, ~ /Ni. 1hi~ I

ofI l#(l1tf..Jh()W(

Ac

I1t( 1'/1(

hi<

~

A

~ ~ ~ II/

f

'i

~

lIN..

II

+-

3 ~ 11/ +Lj 1/ f~- I

it.

I

-11 /

+-

01

f,

-1-/0

)>iI.>

<--5-

I -::5'

-'I

-3

I

'. 2. - j

hN.

///1

i-

/I?N...

I1fY.. /IN.. /lH.. ~ I~ fht....

1M..

~ ~ /It.( ~ ~ ~ ~ /

t-

2

1/1/ f 3

!I>s<.

/1

f't

III t5- II f t i l l f

f

I

+D

-f1

ilO ) I ( )

11/

o

()

o

i 3/

3

(6')

/2

~

~ I I I

o

() () ()

i

o I o

t3

o

o

J

(46)

43 -.,., o o

m

s

/~ ~ /ht.. lhv.

;'»"

~ I~ /1/ 3~ --..:c,,,-)~~~-J.L:.:L....!.:~=""'WA.---t=,,-l!!LL~_

2>«

IN 0¥.

htt.

A ~l.!%/11(. III. _ _

~..3.-+

I I'fri... Ihf. /l1{. /-:.-~

2

IN.

11// .f- 3

+

'-I

/11/

+

-5-+

t

+

7

I 1- f} /11

t-

j I +-10

/I(.}

I / ~--)" III

-

~--L; -3

-2

- I

<-~

/1 -

-5--it

-3 ~ - 2 III/ -I I~ li>v, /

o

~ # f I

/hr...

I~ ~ IN. !h( :/h....

A

,?N, //1(.. p

+-

2 /I I- 3 /1/

fit

/

f

-r

fi-f

f

I

t

Jl

ill/ f

J" /

1- /L; ... )IJ il / ' ')

'1

II

.1i-.

'II

1

3 I () () / 'I

lL

il)

(47)

~~-

-;--t

/111 - 3

lIN.

- 2

/IN..

Iffl. ~

I

- I

/hi.

/)

+

I lhi

/Nt

I f-- 2.. I'N./. IN.( / f

3 /

l'N.. /"7'»( II/ fr-,~/ I- jll f

t

I f-

l.

T

<f /

J..'j +-10

)/0

/1/1 44 -

-s-It.

")-.._.__. 2b

/1 //

;3

{' ~ ) I U /

o

<-~-

I

-~- /1

-'1

-3

l/;<.

- 2.. "'" /lY.i..

h11.

/tit..~ 1NI ~ ~ /t'I{

/"h.c

Ihx /

- I I'M...

/lit...

ffi.t.. I'M. II/

()

- ~ I - l a . . - J L E A , - J . L £ . r . . . . J I . J : " - - . _ - _

f- I /It-I... 1't?Y- IN /11

f- l.

!Nt..

/11

fJ

llN.,

t-

'-I

!fI.I..

III

f

5-+

t. /

f-l

f-~

1-5

t-ID

)JtJ

I '/. o ... ( , ~. ()

(48)

45

-<~

'>-- / -~

- 4

/'rf.!.. II! -3 -2~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~1 - I

Jw..

1tf..:. ~ IN.. /'!1y;.1111 ..,... I f- 2 f-3 ~1

/

f-~- /)1 .f

t

;//

f

7- /

f,f}

1-5

f-IO

)/0

/),I~

2}-1-1"/

if

<~--s­

-..,

-'1'

III -3 /

- 2 1N.( I~ I~ Ilrx

IN

I"'N /It( I~ ~

- I

I'm.

/hot.... !'t'1t I't¥.. /I

o

+1 III

fj

+-.5 JI/I

f-lt

III f- -5-

IN

/'N.iI

+-

t

J

+-1

-Ill

f-~. / -t/o

/tv

i

o

!J

o II/

2.'3

/ c·

(49)

46 -l( 0

I

D

I

I

l( 0 J( 0 JC 0

-t-i-:

ti~.~-~-i=-~-+--"""'i.f-,-:-~...,lf-/-/_:"':+?: [,-;;-'.ll-~--+-Z-l-l_1-J-'tr-.~J, F~t;';,,:t~:.+::" ~~~

I

l( 0 )( 0 l( 0 o o )( o )( 0 x 0

l

o

o It 0 o o )( 0 o o )( o o x

o

@ @

I )(

(50)

47

--=-..1-~~~'j~~~~:';"·-t---",,...-II~--+-....:a=+-~::..--.-t.,::;4~·

..

=--

..-.Jl

~'. lf~r ~.i

j,c;

/.-r

I

'.<h

i ,

,If . 2,f 2f? h J/

~,

3Tt

lv

!

;u-

r"'-+

1

? .-'y" Jj' I

Y~-+--(/i"=:"

...-f--"-v-z'+- .1

fYf

<Y.r

/-S"

*'/

Wk

,il·~ ~-2

f:.f

vZ-/611f-2326~()/.-.6

1-/3 /6-2d23-,"';Z!3p- ;l-///?,_/.

'~)j

zJ-;

.

l o X 0

~

-@

6JJ

o

)(

o

x

o

x

o

;< @ o >t' @ )( 0 )( 0 ~

o

)t

-

y )( 0 I

o

l( 0 1< 0 o @ X 0 )( 0 )( 0 x 0 , ! I

o

I

X-I

j , X o )( o x ,.,

o

o

o

I

I

I

(51)

48

-o

x

0 )( 0 ~ )< 0 0 0 0

Ii

11 )( 0 ItI ~

I

I

€J

I .6C>

I

)( ()

o

)( l( 0 )( )(

A

Ct'

~,t

,

Z)- 1~: ~'? 30 J/

.!,--

:35 J

I-'!,-

14.4

Vi" J.1?(;, ~i-2 ~-'-9 /,i-It. /1/

@ CJ CJ )C (jf) ~ @ €> X () 0 X / 0 ~ CJ D 0 0 0 0 0

_.

(J 0 1l 0 0 X )r

"

0 X )( X <:' l( ~ 0 )( <fD ~

(52)

. 49 . -4,~

I

'-J'A"'7' ....""

~r4e

.3, V$J J'I

,I

JJ- l6 ,j'} .J,~

)?

v·o f-,.

n ..

YJ y~ <V J--f /2-1"

'f-

zJ,26-.1., l-6

7-/

1 ~

-z"

23 -21 ..10-;1

1-

1/

1ft-4'

2/-2)' 21-1 0 )( (fP

I@

~

iIJ x, D J( D )( 0

I

)( 0

I

l( () I )( 0

I

0 )t I

I

() )( I I 0 lit

I

&>

I

I 0 )(.

«>

t( (;> )(. 0 I

I

e

i I ". 0

I

I

I X () I )C 0

I

I

)( 0

I

I

J( 0 1 )( 0 (;> J<

,

~ i

i

@

I

i

)( 0 !

i

I )( 0 i @

I

I

4P

1 1 ~ 0 (S)

I

!

I( to 0 >c 0 )( I ~ 0 )( 0 () (;> )( 0

'e

e

0 )(

«>

~ 0 I 0 'Co

I

0 ~ 0

x

I

~ , 0 )C

j

"

J( 8 0

"

)( , J

-.:... -"-«

l i "

-t;z

q

y

30 31

I-$'"

l'Ai

/!'AI

21-Z'

2'1_1-I

I

I

I

I

--

I

I I

j

I

I I I I ! i

!

i I

I

I

I

! ''-''"' \

I

I

I

I

I

I

!

/ ./ 6i\

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

نيخدتلا لا حمسي يف طقف نيخدتلاب كياودرود عقوم يف حمسي .هطيحم يف وأ انافشتسم يف نيخدتلاب نلآا دعب يعقوم يف تارايسلا فوقو ناكم نإ .)ىفشتسملا لباقم( جراخلا

W razie pytań, które pojawią się po przeczytaniu niniejszej broszury, w trakcie pobytu w szpitalu, pacjent może zwrócić się z nimi do pielęgniarki.. W przypadku skarg lub

Kardiyak izleme bölümünde geçerli olan ziyaret saatleri, diğer hasta bakımı bölümlerinden farklıdır... Her gün saat 13.00-19.30 arasında ziyaretçi

Een positieve zienswijze af te geven ten aanzien van de kadernota 2021 van de GR Cocensus, met als kanttekening het verzoek om deze in het vervolg op te stellen naar het format

Concluderend kan derhalve worden gesteld dat bij de bepaling van de te volgen koers voor de adviesgroep Horeca &amp; Recreatie onderzocht dient te worden in hoeverre de groep

De verboden zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚, van het Wetboek van

Vervolgens rekent het systeem aan de hand van de eerder genoemde restricties en parameters uit wanneer er hoeveel geproduceerd moet worden en geeft het door aan de

Maar als bidden het eigenlijke kerkwerk is en het eerste belang der kerk is om kerk te blijven, dan wordt het leven der kerk gestaald en gevoed door hem die, of hij kinderen en