• No results found

De provincie: taai ongerief of onmisbaar bindmiddel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De provincie: taai ongerief of onmisbaar bindmiddel"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De provincie: taai ongerief of onmisbaar

bind-middel?

Het thema van het Arenadebat in deze aflevering van de BMGN is de taaiheid van de provincie. In de aanloop tot de Provinciale Statenverkiezingen van 2007 laaide in Nederland een publieke discussie op over het ‘nut’ van de provincie. Waren provincies eigenlijk nog wel nodig? Konden de bevoegd-heden niet beter door andere organen of bestuurslagen worden uitgeoefend? Toen de verkiezingen eenmaal achter de rug waren, doofde de publieke belangstelling voor het item even snel als ze was opgekomen. In werkelijkheid is de discussie natuurlijk niet gestopt. Ze gaat achter de schermen in bestuurs-kundige en politieke kringen gewoon door, zoals ze dat al tientallen jaren lang doet. Ze is ook niet typisch Nederlands. In andere Westeuropese landen, waaronder België, is het voortbestaan van een verschijnsel als ‘de provincie’ evengoed onderwerp van debat geweest, of is dat nog steeds. Maar hoezeer de toekomstige functie van‘de provincie’ tussen enerzijds Europa en de natiestaat, anderzijds de regio en de gemeente vanuit bestuurskundig of politiek oogpunt ook discutabel mag zijn, het fenomeen zelf blijkt stug te overleven. Provincies zijn verdraaid taai. Ze hebben kennelijk het vermogen om macht te behouden of in elk geval minimaal om zichzelf in stand te houden.

Historici, intussen, houden zich tegenwoordig nadrukkelijker met ‘provin-ciale’ geschiedenis bezig dan vroeger. Zo verschijnen aan de lopende band provinciale geschiedenissen, zijn her en der provinciale consulenten voor geschiedenis aangesteld en worden in sommige gevallen zelfs aparte provinciale historische canons opgesteld. Wat valt er van historische kant over de duurzaamheid van de provincie te zeggen? De redactie heeft een aantal historici uit Nederland en België die al eerder over de geschiedenis van provincies, regio’s of andere intermediaire structuren hebben gepubliceerd de vraag voorgelegd hoe de taaiheid van de provincie zou kunnen worden verklaard. Heeft die louter met het gewicht van de ‘historische erfenis’ te maken (zo ja, hoe dan?) of ook met andere factoren? In hoeverre is de behoefte aan regionale identiteit hierbij van invloed (die kan samenvallen met de identiteit van een provincie)? Welke rol spelen lokale elites in dit verband, gezien tegen de achtergrond van spanningen rond natie en modernisering? Wat kan een vergelijking tussen België en Nederland hierover zeggen? In de drie bijdragen worden antwoorden geformuleerd en posities gemarkeerd en verwachtingen uitgesproken. Als het goed is, leveren ze stof voor verdere discussie, in de provincie en daarbuiten.

Namens de redactie,

Karel Davids en Jan De Maeyer

DEARENA. DE TAAIHEID VAN DE PROVINCIE

(2)

Ligamenten van de staat?

Over regionale identiteit en de taaiheid van de provincie

MAARTENDUIJVENDAK

Het provinciale verband van Nederland

In het Latijn betekent het woord ‘provincie’ wingewest. Het betere woordenboek zal dat bevestigen. ‘Toen het rijk zich uitbreidde kreeg het de beteekenis van veroverd gebied onder een magistraat uit Rome’ voegt het Woordenboek der Nederlandse Taal er nog behulpzaam aan toe. Nu neemt de kennis van het Latijn onder de Nederlanders eerder af dan toe, dus gelukkig zal niet iedereen deze associatie hebben. Integendeel, het lijkt wel alsof voor veel Nederlanders het begrip ‘provincie’ juist een gevoel geeft van veiligheid tegen ‘verovering’, een wijkplaats voor de Europese eenwording. En bij het begrip ‘wingewest’ zullen sommige oudere katholieke Nederlanders misschien nog een vage herinnering hebben aan het ‘anti-Hollandse’ proefschrift over Limburg en Brabant van Gerard Knuvelder Vanuit wingewesten en wellicht denken,‘dat was toen’.1

Het is merkwaardig gesteld met de provincie in Nederland. De publieke belangstelling voor dit bestuurlijke middenniveau is klein, als we naar de opkomstcijfers voor de verkiezingen voor Provinciale Staten kijken. Tegelijk timmeren provinciale bestuurders flink aan de weg en maken regionale kranten, regionale omroepen, streektaal en streekproducten een heuse ‘comeback’ door. Deze paradox roept een aantal vragen op; vragen naar de bestuurlijke verhoudingen in Nederland en vragen naar de aard van de provincie. Is de provincie een geografische eenheid waarmee inwoners zich identificeren? Zo ja, wat maakt dit gebied nu zo bijzonder? Voelt men hier geborgenheid, biedt de provincie een bijzondere band tussen haar bewoners? Wat melden historici over deze liefde? Over deze laatste vragen gaat dit opstel. Vertrekpunt is mijn veronderstelling dat in een klein en verstedelijkt land als Nederland, met een zeer mobiele bevolking, geen sterke provinciale identiteiten kunnen bestaan.

Identiteiten en sociale samenhang

De vraag naar provinciale identiteiten, naar deze vorm van regionale culturele eigenheid, lijkt op het recent weer oplaaiende debat over de Neder-landse identiteit. Dat is vooral een publieke discussie waarop journalisten en politici proberen te scoren. Maar er is ook een interessante inhoudelijke zijde.2 MAARTENDUIJVENDAK

342

1 G.P.M. Knuvelder, Vanuit wingewesten. Een sociografie van het zuiden (Hilversum 1930). 2 Zie bijvoorbeeld W. Velema en H. Wansink, ‘Vaderlands gevoel geeft richting’, de Volkskant

(zaterdag 22 december 2007) Het Betoog, 1 en meer inhoudelijk P. Scheffer, Het land van aankomst (Amsterdam 2006) of M. Grever en K. Ribbens, Nationale identiteit en meervoudig verleden (Amsterdam 2007).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het  zijn  vooral  ouderen  die  euthanasie  plegen,  maar  vorig  jaar  waren  er  ook 

·ik het geven. Ongevmagd en wel. Wel, de.ze burger is een typisch middenmannetje. Hij is Hiet voor niets stok-oud geworden. Want in de politiek is het gelijk

Conclusions: An association was established between reduced treatment failure and the delivery of incidental dose outside the prostate for high-risk patients treated

Survival outcomes among ibrutinib-treated chronic lymphocytic leukaemia patients according to the receipt of ibrutinib within or outside the indications endorsed by the CLL

The source localization process using signals from various array rows as well as averaging signals over the same rows (simultaneously with FDM) are shown in Figure 9.. The

Het verband tussen de binnen de kas gemeten straling en de trans­ piratie of evapotranspiratie van de plant óp weegschaal 2 zijn weer­ gegeven in figuur 12 en 13> de

De kuil-kuil (KK) methode leidt in alle situaties zowel bij het systeem met dekgrond (!1D) als bij het systeem zonder dekgrond (ZD) tot een aanmerkelijk hoger positief verschil dan

In dit nummer van TGV wordt dit prachtig geïllus- treerd in de cartoon, waarbij de eenvoudige vraag van de cliënt om suiker niet gehonoreerd wordt door de geestelijk verzorger?.