• No results found

Factsheet De rol van binnenlandse verhuizingen bij inkomensverschillen binnen Noord-Nederland 16 maart 2020, 4 pagina's, PDF - 256,96 KB

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Factsheet De rol van binnenlandse verhuizingen bij inkomensverschillen binnen Noord-Nederland 16 maart 2020, 4 pagina's, PDF - 256,96 KB"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De rol van binnenlandse

verhuizingen bij

inkomensverschillen

binnen Noord-Nederland

FEBRUARI

2020

In Noord-Nederland is onderzoek gedaan naar de rol van verhuizingen bij de

ontwikkeling van inkomensverschillen. Deze factsheet geeft inzicht in de

belangrijkste resultaten.

ANTICIPEERREGIO PROVINCIE HOOFDSTAD KRIMPREGIO OVERIG NOORD-NEDERLAND

(2)

-13.110 INWONERS (-0,7% PER JAAR)

11.720 INWONERS (+0,1% PER JAAR)

In de onderzoeksperiode 2011-2017 is de welvaart in Noord-Nederland toegenomen waardoor het aandeel mensen met een lager inkomen is afgenomen en het aantal huishoudens met een hoger inkomen is toege-nomen.

In de krimp- en anticipeerregio’s is de welvaart minder snel toegenomen dan in de rest van Noord- Nederland. De binnenlandse verhuisstromen leveren hieraan een belangrijke bijdrage: de netto uitstroom van hogere inkomens inclusief studenten blijkt in de

LAGERE INKOMENS

HOGERE INKOMENS EN STUDENTEN

KRIMPGEBIED ANTICIPEERGEBIED OVERIG

NOORD-NEDERLAND PROVINCIE-HOOFDSTAD TOTAAL NOORD-NEDERLAND 0,2% 0,1% 0% -0,1% -0,2% -0,3% -0,4% -0,5% 0,02% -0,05% -0,27% -0,02% -0,09% 0,08% -0,09% -0,13% -0,38% -0,19%

RELATIEF VERHUISSALDO NAAR INKOMENSPOSITIE EN REGIO (NOORD-NEDERLAND 2011-2016)

(6.070) (80) (-260) (-4.150) (-1.310) (-2.300) (1.580) (-11.150) (-90) (1.370) ves tiging [ saldi] vertr ek [ saldi]

Het grote vertrekoverschot van hogere inkomens inclusief studenten in krimpregio's levert de belang-rijkste bijdrage aan de minder sterk gestegen welvaart. als % t otale be volking per ink omenspositie als % t otale be volking per ink omenspositie STUDENT 10.000 0 -10.000 -20.000 (-0,7%) (0,1%) (1,3%) 7.280 4.440 -13.110

GROEI AANTAL INWONERS NAAR INKOMENSPOSITIE HUISHOUDENS (TOTAAL NOORD-NEDERLAND 2011-2017 EN JAARLIJKSE PERCENTAGES)

krimp- en anticipeergebieden relatief en absoluut sterker te zijn dan in de overige gebieden; bij de lagere inkomens is nauwelijks sprake van een netto uitstroom, dit in tegenstelling tot de rest van Noord-Nederland.

CONCLUSIE 1

CONCLUSIE 2

Lagere inkomens Hogere inkomens en studenten LAGERE INKOMENS (<150% BIJSTANDSNIVEAU) HOGERE INKOMENS (>150% BIJSTANDSNIVEAU)

(3)

BINNENLANDSE VERHUISSALDI LAGERE INKOMENS NAAR HERKOMST EN BESTEMMING (NOORD-NEDERLAND, 2011-2016)

aantal v

erhuizingen

aantal v

erhuizingen

De krimp- en anticipeergebieden nemen lagere inkomens op vanuit overig Noord-Nederland buiten de provincie-hoofdsteden. De instroom van lagere inkomens vanuit de rest van Nederland is verwaarloosbaar.

ANTICIPEERGEBIED OVERIG NOORD-NEDERLAND PROVINCIEHOOFDSTAD KRIMPGEBIED Provinciehoofdsteden Noord-Nederland Noord-Nederland buiten provinciehoofdsteden 1.500 1.000 500 0 -500 -1000 -1.500 -300 -500 -710 -560 -40 -20 1.450 -1.520 170 10 70 370 Overig Nederland

De gedachte dat mensen met lagere inkomens in grote getale vanuit de rest van Nederland naar de krimp- en anticipeergebieden in Noord-Nederland trekken, blijkt ongegrond.

CONCLUSIE 3

ves tiging [ saldi] vertr ek [ saldi]

(4)

SPREIDINGSDIAGRAM NETTO VERHUISSALDI GEBIEDEN NOORD-NEDERLAND LEGENDA REGIO Anticipeergebieden Krimpgebieden Overig Noord-Nederland Provinciehoofdsteden Totaal Noord-Nederland

Er bestaan grote verschillen tussen de krimp- en anticipeerregio’s en tussen de diverse kernen.

In bovenstaande spreidingsdiagram staan de

verhuissaldi van hogere inkomens inclusief studenten op de horizontale as en de verhuissaldi van lagere inkomens op de verticale as. Zo is in het groene vak rechtsonder te zien dat in Groningen stad een vestigingsoverschot van hogere inkomens inclusief

CONCLUSIE 4

studenten bestaat en een klein vertrekoverschot van lagere inkomens. Hoogeveen en Oosterwolde laten een heel ander beeld zien met een vertrekoverschot van hogere inkomens inclusief studenten en tevens een vestigingsoverschot van lagere inkomens.

0,8% 0,7% 0,6% 0,5% 0,4% 0,3% 0,2% 0,1% 0,0% -0,1% -0,2% -0,3% -0,4% -0,5% -0,6% Lager e ink omens Lager e ink omens

Hogere inkomens en studenten Hogere inkomens en studenten

-1,5% -1,4% -1,3% -1,2% -1,1% -1,0% -0,9% -0,8% -0,7% -0,6% -0,5% -0,4%-0,3% -0,2%-0,1% 0,0% 0,1% 0,2% 0,3% 0,4% 0,5% Winschoten Delfzijl stad Stadskanaal Hoogeveen Veendam Emmen Eemsdelta Oosterwolde Sappermeer Krimpgebied Anticipeergebied Oost-Groningen Zuidoost-Friesland Leeuwarden Friese Waddeneilanden Elders Friesland Provinciehoofdstad Totaal Noord-Nederland Musselkanaal Assen Overig Noord-Nederland Noordoost-Friesland Noordwest-Friesland Elders Groningen Elders Drenthe Zuidoost-Drenthe Groningen stad ves tiging [ saldi] vertr ek [ saldi] vestiging [saldi] vertrek [saldi]

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het dorp Huisduinen is hier de oudste nederzetting, maar het werd rond 1800 overvleugeld door Den Helder omdat zich langs het Nieuwe Diep in de Franse Tijd een

Groningen Delfzijl Veendam Leeuwarden Drachten Sneek.

Er kan echter niet vanuit worden gegaan dat iedere open- water pingoruïne intensief door de mens gebruikt wordt of werd; niet iedere open-water pingoruïne leent zich

Het begrip kwaliteit wordt door Garvin (1984) vanuit verschillende invalshoeken bekeken. - Transcedente benadering; Deze benadering van kwaliteit is synomiem met het begrip

In het onderzoek van de scherven zijn twee typen randen aangetroffen die niet binnen de typologie van Roorda of Emden passen.. Het betreft hier type SB en

Hoe worden klaslokaalexperimenten door docenten in Noord-Nederland in de bovenbouw van de havo en het vwo toegepast binnen het economie onderwijs en welke effecten ervaren docenten

By engaging in organizational learning, key members of the organization, besides the manager or owner of a SME, will be capable to sense signals in the environment and thus

Lastly, looks to both the English and Dutch competitors could increase, which would reflect that the effects of non-native speech processing and speech processing in noise are