• No results found

Uitbreidingsplan Otterlo (gemeente Ede) : doorlatendeid en profielopbouw in een tweetal diepboringen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uitbreidingsplan Otterlo (gemeente Ede) : doorlatendeid en profielopbouw in een tweetal diepboringen"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BIBLIOTHEEK

Stichting voor Bodemkartering STARINGGEBOUW

Staringgebouw Wageningen Tel. O837O - 19IOO

Rapport nr. 1152

UITBREIDINGSPLAN OTTERLO (gemeente Ede)

Doorlatendheid en profielopbouw in een tweetal diepboringen

door; Ing. H. Kleijer en

Ing. H.J.M. Zegers

Wageningen, februari 19Jh.

N.B. Gegevens uit dit rapport mogen zonder toestemming van de Stichting voor Bodemkartering uitsluitend door de opdrachtgever worden ver­ menigvuldigd of in andere publikaties worden overgenomen.

1 k FEB. 1974

(2)

I N H O U D

Voorwoord

Verklaring van enkele in de tekst gebruikte termen 1. Inleiding

1 .1 Ligging

1 .2 Doel van het onderzoek 1.3 Werkwijze

2. Weergave profielopbouw

3. Enkele opmerkingen bij de doorlatendheidsgege-vens

Afbeelding

(3)

• k

-VOORWOORD

In opdracht van de Directeur Gemeentewerken te Ede werd een doorlatendheidsonderzoek uitgevoerd door raiddel van schattingen

bij een tweetal diepboringen in de omgeving van Otterlo in de gemeente Ede.

Het veldwerk werd verricht door Ing. H. Kleijer, onder coör­ dinatie van Ing. H.J.M. Zegers.

De leiding van het onderzoek had Ir. G.J.W. Westerveld.

DE Wnd. DIRECTEUR,

(4)

VERKLARING VAN ENKELE IN DE TEKST GEBRUIKTE TERMEN pm Leem(fractie) Zand(fractie) M50 (mediaan) Leemklassen

s

micrometer = 0,001 mm

: minerale delen kleiner dan 50 fxn ; minerale delen tussen 50 en 2000 /xun : het getal dat die korrelgrootte aangeeft

waarboven en waarbeneden de helft van het gewicht van de zandfractie ligt

: benaming leemarm zwak lemig sterk lemig zeer sterk lemig leem leemfractie in $ 0 10 17,5 32,5 > 10 17,5 32,5 50 50 Zandgrofheidsklassen : benaming Humusklassen

uiterst fijn zand zeer fijn zand matig fijn zand matig grof zand benaming zeer humusarm matig humusarm matig humeus zeer humeus humusrijk venig en veen M50 in/Um 75 - 105 105 - 150 150 - 2T0 210 - 300 organische stof in % < 1,5 1,5 - 2,5 2,5 - 5 5 - 8 8 - 15 > 15 Textuur Doorlatendheids-klassen

î procentuele verdeling over de verschillende korrelgroottefracties

{ benaming K-factor in m/etmaal

slechte doorlatendheid matige doorlatendheid vrij goede doorlatendheid goede doorlatendheid

< 0,05 0,05 - 0,U0 0,h0 - 1,00

(5)

cr \kt\ / A I ^**A r~' ,€%. Nil ,7" "-TA ¥A .Jfp^AAIAAàX V"V -WAA^AA^'A AP^ajaBA ..•* . -? •, ;-v. X - " j±-vi ,;-T? ~~r:,rr\ -c ' T:-', >• vj 'V . TjütterioA r X A n : l

*rrr?\ïCi #2»-v !": -AA^, AX ..,.XXa(x^^'«X/,>;.: f y:-- ^XX^ X'-V. !--'-^v"-'V:=^2''< \ • °. can X."*a , 7A- AA A - - . v \'i a 7A'A~AT'-'"• ; A ' A A ';' •'•• 7 ~ X T X ' ^ A ' ' ' - A ^ Î ' X I ' À A \: " \ -¥"V/: ,-pl^,..'',.-'';. '••• :;: 6 ^ A ; ; A A '>":'• - XX X~ -:'•v:v-:V;;: *;- „ • - .a a7^XX7''-> y, a X7-iX^X;X *> ° ~~£; A Xu°cV£.^>-H./ r\ •"•••••-• ;..^'=.-.: A ^ •.•••. 'à. ,!?:,•• >~s?-7 X ' ' ~ ' A c « '1 -. -' '*> V: V 'X':.x n-X'X" v- .. X •-•

*TT'V "• ."""'jA, VyVi Kr ii'- 'i: ! U r '' »:• AV X.VfAXA^v7'\->'V77 : -FX ?4- ^ X \ X" y; • y' , . . . . -, /?>*<' A-,>' ' \SA,: I X\ .M7 a. '

-'••^AV V,.' -'i/XXX -• -'X'A .yaaA-/AXA-T . - - X ,A;A J'" X;v V

PX A . - ^°"X- • i \ \ : r ' ° m w E •• --. '-• /^,y:i-'Yi "H \ a s ;• V t: Ii V4- /O 'Pi i' r ioTiZh n ' }<n >\\ . »AI ••>'•• -Y • '/ •'•• •:. 7 ' / ' '5,~1 v.t \ . V ' A"^A :'. ^

-•: •" -Aa "v - .• i; r-'-^V ^\.|\V /' x •'.• A"A' A-A 7'V'AaA" '^A^5 . • Ai;, >A •'" -V • '-' 'I.-A^a,7v A A ^ ^ '> AAA^v .'.A - - • H-- ; '.. •' '•• ;A v J ...A^X- .: •': .^-AA-XvA^ ^ AAV;;,tÀ . ÀOo ?À / / ;.A^. ,V..' A; V."^V-- '7 :•;

X," "^wA A- -A- £ ' ^ ~ • p ' f p - : r" - " - J " iv> Ar-A ^ ' ^ 4 . :^ . 7 . . - A r : a à ^ - a :;7 < . A- / r r j 7 ^a:,; -(h!.: '-ro-ichf. Ii u u rï b>:s r h - '';> -V'p \ .' . aV^-.V' AA '<"';ß\r 7-,\Ä"A •y\J& 7 7.7^ 71.) .. -v: ..;' ;7.A" 7k v-". •"/' / O-'À/ i ' / « X ^ • ' • - . 'rr'1'

v.:.v 7.•: 7-7#-' •• A :v> ' •'. -'-./.v ;\[ o •• t;ÏA as / 'v:vc- •:•' s'A irAr-V/'A-A-"'" AV;:-^

,C\., C - ; ':a"V-. -- - ':a"V-.^aa'A •^^^•rv^Avy l'A

I.A

Afb. 1 Situatiekaart, schaal 1 : 25 000 (Top. kaart 350) 2• plaats en nummer van de diepboringen

(6)

6

-1. INLEIDING

1.1 Ligging (afb. 1)

De diepboringen werden verricht ten westen van Otterlo in de gemeente Ede in gronden die in gebruik zijn als grasland.

1.2 Doel van het onderzoek

Het onderzoek had ten doel een inzicht te verkrijgen in de door-latendheid van de onderscheiden bodemlagen.

1.3 Werkwijze

Voor het verkrijgen van de benodigde gegevens werden door een boorfirma twee boringen uitgevoerd, waarvan één tot 22,80 m - mv. en één tot 12,80 m - mv. Van deze boringen zijn door de Stichting voor Bodemkartering profielbeschrijvingen gemaakt, waarbij de aard en de dikte van de onderscheiden bodemlagen is opgetekend.

De doorlatendheid van de bodemlagen is door schattingen vastge­ steld. Omdat binnen 200 cm - mv. geen grondwater aanwezig was, was het niet mogelijk de doorlatendheid tot deze diepte door middel van metin­ gen vast te stellen.

(7)

Ü <D g1 •H U 0) S a o -p S-i S <D >

•a

•H bO <H c co > •H -"3 •H Xi •H 50 c (0 > I Ö a) -p CO a) 0) a) > *a "H •H -H U bO bQ Ö ""O •H <f+ O bO c c a m o n > > > S S S •H *H *H

%

g g <D Û) 0) s e s •O ,r~3 •'"3 •H «H *H a J3 3 •H 60 tf-t O u bO Ö co > I -P co M o M a) bQ o o o o o o o o o o o o o o c ^ - L n m a s i a ^ L P i O o o m o o o o o o o ai -3" fOv CO C\J

&

3 •P X a> -p O © o o o o o o o o o o o o o o N J \ 4 0 D « K \ S i û C O L f \ \ 0 v O O A V c o a j a \ a i m c o m i r \ a i m a i m m m w 3 t«. -=)- K\ *8 «j N <M &0 •H -P C0 N d ÏÏ 4? là s % 60 "H as co N y * s •H s a> "S a) N Ö -H ï "S •H •a Ö •a B G 1—1 N tj -H CO CO CM CO C0 C0 •H > i a <W CD ri N •a N 'S N bO N -a N N a) m •o C0 Ö (0 C •H a C0 a a

•H U H N HH •H 0 S T-i &0 Ö N •H N •H -P •o N ""O -"S *H •H •H

Ä Ü -P •H C CH g tH <H M tM * n bO 03 <M O O tQ w W •H S •H bO h0 hO bO bû G 3 3 -P U CM . f-i bO •H bO •H bO •H •H O s s S U) d) bO CO bO CO S C0 bO C0 £0 a> 9i co n <D -P -P •H -P bO -P -P 3 3 •H N •H H •H S O S •H S H Si JC •» H •P -P rH +J H S û) CO n co % * m •» bO bO bO s bO S bO X bO s bO bO •H •H co •H •H •H C0 •H •H •H -P -P S H * S •» S 5 S •» e £ ta C0 a> <0 a> S 0) H 0 N d> s <D 0) S S o rH 5 N r—i U CO r-1 U co »H rH u co rH r—\ * * X H S •» S M -y •p -P «t • * CO CD co a> C0 C £0 tu co CO u C0 u <a r—1 rH O) £ CD <D •H 2 <L> S S O N rH N r—\ N N rH N N 3 s CD a> U N N bO fcO «K •» *K •> £1 «1 •* •* «t M c co co CO CO CO CO co co co ta ta n T3 •H ""D **"3 "~3 •r-3 «s O T} •o "-3 •H d •H •H •H •H •H •H •H •H •H •H •H •H S-. u ÉH u S- U U bO Xi bO «ï 60 bO bO bO bO bO bO bO bO W) • > O o O O O o o O O o o O O o ^ S o -3" «— ~=t KO o lA O o S\ O O co ä •» •l % *k •k *k •> •» •» n •* •H 1 O r— r- OJ OJ OJ KA -=t tC\ -=J-r-~ m OJ OJ CVJ OJ 0) CO 1 1 1 1 1 -P u O O o o o o o o o o O o o o a a) o D- o r— -ij- VO o LA o o o o O) -P * * % * % •* •t n •» «* n •H <D o o T— r— OJ CVJ CM fOv -=t" -=1- m OJ T3 S r- "" OJ

(8)

a a> g •H £4 Q> S a o t. s O -P -p (D 0 \ co S «M 1 c ^ tH -p CO Si O W 0 bO 1U U) Ö ca > •H <D S c a) p m 0) â a> 0) > O O O O O O O O L A O V O L A C O I A O L A I A O O A O O CVI OJ KN K"\ O K\ 3 3 -P « a> -p LA S V ^ 0 0 0 0 0 0 0 0 O CO CO CO Iû \û 1Û CO vo I c— 00 co 00 f m in w tr\ o r- 1A A iA W 3 OJ I CV1 S •H > •H O W 6 O

'S "H

ca co N N <M <W «) bO -p P <o S 'S -H C0 N *B <0 s •» S c CO à N 1 "S B u N "-3 G co co CO CO co a) •H N N N N s S G <« •H <D 0 Cw C C C a 0) a> •H bO "-3 •O •^-3 pH r—! Cm iH bû •H •H •H •H -P •H Cm <W «M <M * •» bO 2 P (0 W •H S S bO bO bO bO 3 3 P H •H •H •H •H a> £ CO * P P P -P g S S bO * CO CO (« CO 3 3 •H bO S S g S xi * S •H S <D 8 * * n •* bO bO u c—1 a> W bO bO bO •H •H co •H •H •H •H S -H P P S S 8 S a) H CO CD (1) co Q> Q) 0) d) a; H S <D £ co rH «H 1—H rH 1—1 1—1 N s M % * N X M *î 0) X -P co •s •» co CO cO CO U CO CQ * £ 3: •O S co •H •O -"3 rH « M N •H N 5 •H •H a> N bO <D % * * co -P bO bO bO co CO co ? CO rH r—i *•"5 •^-5 •H ~~3 •H CÖ <D a> 0 •H •H •H 3 "H U £ 0) 0 0 U U É-i U bO N £0 bO s-l bO bO bO bO Ö •H I Q) W -P k Q. a> a> -p •m a> -O S L A aj 1 O O O L A O O O O O C T \ 0 0 L A L A O O L A O O J C M 0 0 O O T - V O O N O O J C M O J 1 1 I I I I I T T - A O O O O O O O L A OJ LA C7\ 00 LA 'A O OJ OJ o o o o r - v o c T v O o j a j

(9)

9

-3. ENKELE OPMERKINGEN BIJ DE DOQRLATENDHEIDSGSGEVENS

Er zijn geen metingen verricht daar het grondwaterniveau zich dieper dan 200 cm - mv. bevond.

De doorlatendheid van het voorkomende zand is grotendeels goed (K-factor > 1,00 m/etm.).

Bij de aanwezigheid van grind neemt de doorlatendheid soms sterk toe; indien de zandgrofheid (M50) + 150yum is, is de doorlatendheid soms vrij goed (K-factor 0,^0 - 1,00 m/etm.).

Het humeuze zandpakket heeft ook een vrij goede doorlatendheid; de in de ondergrond bij boring 2 voorkomende dunne humeuze leemlaag is slecht doorlatend (K-factor < 0,05 m/etm.).

BIBLIOTHEEK STARINGGEBOUW

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Helmond e.o. Daarnaast zijn bijvoorbeeld tabellen mogelijk die de aanwezigheid van houtwallen, de perceelsgrootte, enz. Gaat men uit van een blok van 10 x 10 km, met daarin

Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van inzicht in de ontwikkeling van de variatie en diversiteit van teams (staff en skill mix) binnen de leerateliers en de

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm en op welke andere wijze ook zonder voor' afgaande

In opdracht van de directeur van Openbare Werken van de gemeente Alphen aan den Rijn heeft de Stichting voor Bodemkartering een bodemkundig onderzoek uitgevoerd rond een

Als slotstuk van onze werkzaamheden zijn wij door het lezen van de jaarrekening globaal nagegaan dat het beeld van de jaarrekening overeenkwam met onze kennis van Stichting

Op het rangeerterrein was het vanwege de hoge grondwaterstanden en de samenstelling van het opgebrachte zand niet mogelijk om tot 300 cm - mv.. 2 DE BODEMGESTELDHEID 2.1

A3-6 Benadering van het GHG-niveau door een gerichte opname in een periode met relatief hoge grondwaterstanden Het vaststellen van het GHG-niveau met behulp van gemeten

1.2 Gronden met een matige ontwatering of met een vrij gering vochtleverend vermogen 2 Gronden met beperkte mogelijkheden voor kampeerterreinen, speel- en ligweiden (a. gronden