• No results found

De mogelijkheden van hefbomen bij de mechanisatie van de cassave - oogst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De mogelijkheden van hefbomen bij de mechanisatie van de cassave - oogst"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CENTRUM VOOR LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK IN SURINAME

DE MOGELIJKHEDEN VAN HEFBOMEN BIJ DE MECHANISATIE VAN DE CASSAVE-OOGST

P. Vermaat

Landbouvrtiogeschool-Wageningen

Verslag van een onderzoek verricht onder leiding van ir. T. van der Sar

(2)

I N H O U D

b i z .

1 . S a m e n v a t t i n g . 5

2 . Voorwoord 5

3 . D o e l o

k. De c a s s a v e 6

k. 1. Gewaseigenschappen 6

k.2. Teeltwijze 6

5 . De c a s s a v e r o o i h e f b o m e n 6

5 . 1 . Algemeen 6

5.2. De omspitvork 7

5 . 3 . De cassavetrekker 7

5 . ^ . De c a s s a v e l i c h t e r 11

5 . 5 . Benodigde materialen en gereedschappen b i j de

c o n s t r u c t i e 13

6 . W e r k w i j z e b i j h e t o o g s t e n 15

6 . 1 . Het verwijderen van de s t e n g e l s 15

6 . 2 . Het rooien van de cassaveplant 15

6 . 2 . 1 . Het r o o i e n met de o m s p i t v o r k . . . . 15

6 . 2 . 2 . Het r o o i e n met d e c a s s a v e t r e k k e r . . 15

6 . 2 . 3 . Het r o o i e n met d e c a s s a v e l i c h t e r . . 16

6 . 3 . Het van het veld dragen van de gerooide

cassave-planten . 16

6.U. Het loskappen van de cassavewortels van de stengel 16

7 . M e e t r e s u l t a t e n 16

7 . 1 . Trekkrachtmeting 16

7 . 2 . Kwaliteit van het werk 17

7 . 3 . T i j d s t u d i e 18

8 . D i s c u s s i e 20

9 . C o n c l u s i e s 20

(3)

5

-1 . SAMENVATTING

Om de cassaveoogst, waarbij de wortels aan de stengel uit de grond

worden getrokken, te vergemakkelijken en om de rooiverliezen te beperken werd in het verleden een cassavetrekker geconstrueerd die door twee man bediend wordt. Om aan de wens tegemoet te komen om een apparaat te maken. welke door één man bediend kan worden, werd aan de hand van de ervaringen

opgedaan met de cassavetrekker een nieuwe cassave-fooihefboom ontworpen en geconstrueerd.

Bij dit apparaat, de cassavelichter, kan de man, die de hefboom bedient, door middel van een kleinere hefboom de zelfklemmende tang openen en sluiten.

Beide apparaten werden in het veld uitgetest. Bij dit onderzoek werd ook het traditionele oogstsysteem met de omspitvork betrokken.

De netto arbeidstijd bij werken met de vork is 171 mu/ha, bij het oogsten met de cassavetrekker 136 mu/ha, bij het oogsten met de cassavelichter

63 mu/ha. Ook werd de kwaliteit van het werk beoordeeld aan de hand van de hoeveelheid beschadigde wortels en de hoeveelheid wortels die in de grond achterbleef. Bij het uittrekken van de cassaveplant met de cassave-trekker of cassavelichter ontstonden er vrijwel geen beschadigde wortels. Wel scheurden er soms een paar wortels van de stengel. De wortels welke

in de grond achterbleven werden na het trekken met de hand boven de grond gebracht. Bij het opwrikken met de omspitvork bleven bovendien stukken wortels in de grond achter, die door de tanden waren afgestoken. De benodigde trekkracht per plant varieerde onder normale omstandig-heden van 50-160 kg per plant. Onder droge omstandigomstandig-heden kon deze kracht oplopen tot 200 kg per plant.

2. VOORWOORD

Het onderzoek werd onder leiding van ir. T. van der Sar in de periode november 1977 tot maart 1978 uitgevoerd. De metingen aan de cassave werden op de STIPRIS-proeftuin Coebiti gedaan. De cassavelichter werd op het Celos door de Technische Dienst gebouwd.

Hierbij dank ik allen die aan het onderzoek hebben meegewerkt, zoals het personeel van het Celos en het personeel van de proeftuin Coebiti.

3. DOEL

De benodigde trekkracht voor het uit de grond trekken van cassavewortels kan onder droge omstandigheden oplopen tot 200 kg. Zonder hulpmiddelen is het voor de mens onmogelijk de cassaveplant uit de grond te trekken. Traditioneel wordt in Suriname de cassave door 2 man met een omspitvork gerooid. Om de arbeid te verlichten en de kwaliteit van het werk te verbeteren, is in 1975 door ir. T. van der Sar de cassavetrekker ge-construeerd. Deze wordt door 2 man bediend. Het doel van het onderzoek was :

1. Het ontwerpen en construeren van een cassaverooihefboom, die door 1 man bediend kan worden.

2. Het vergelijken van de omspitvork, cassavetrekker en cassavelichter. De benodigde arbeidstijden, de trekkracht nodig voor het uit de

grond trekken van de cassavewortels en de kwaliteit van het werk waren daarbij punten van studie.

(4)

D '

-il. DE CASSAVE

fc.1. GEWASEIGENSCHAPPEN

Na een groeiperiode van 12—1U maandenwerd cassave, cultivar Indische Stok, geoogst. Deze cultivar is zoet met een rechtopgaande habitus. Het indexcijfer voor de vorm van de wortels (met een schaal van 1

(slecht) - 5 (goed) is 2,5-3 wat redelijk is in vergelijking tot andere cultivars. De lengte van de zwaarste wortel na 12,5 maand is U5-5O cm (BINK, 1976). Bij een bepaling op 2U-2-1978 bleek dat bij een opbrengst aan wortels van 39 t/ha de planten 21 ton/ha aan stengeldelen bezaten. Deze stengeldelen hadden een vochtgehalte van 55$ w.b.

De c v . Indische Stok heeft een nog stijgende opbrengst tot ca. 15,5 maand na plantdatum (BINK, 1976).

De oudere wortels zijn minder geschikt voor menselijke consumptie, omdat de kern van de wortels dan meer verhout is. Dit is echter geen bezwaar

voor het gebruik als veevoer of voor de zetmeelfabricage. De lage op-brengst van 22-2-1978 is te wijten aan het feit, dat een aantal planten alreeds dood was, waardoor de wortels van die planten verrot waren.

k.2.

TEELTWIJZE

Bij een plantverband van 0,90 x 1,0 m was een deel van de cassave op ruggen geplant en een deel op vlak land.

Het doel van de teelt op ruggen is het vergemakkelijken van de oogst en het verkleinen van de kans op het verrotten van de wortels.

De teelt op vlak land heeft daarentegen als voordelen ten opzichte van de teelt op ruggen, dat de onkruidbestrijding gemakkelijker is uit te voeren en dat de berijdbaarheid beter is. Bij een deel van de op vlak land verbouwde cassave was de stek schuin in de grond geplant, dit in tegenstelling tot het overige deel, waar de stekken verticaal geplant waren. Horizontaal geplante stekken zijn niet in het onderzoek opgenomen.

5. DE CASSAVER00IHEFB0MEN 5.1. ALGEMEEN

De kracht nodig voor het uit de grond trekken van cassave kan oplopen tot 200 kg. Voor het verkleinen van deze kracht, zodat een mens de kracht-bron kan zijn, is een hefboom een geschikt werktuig. (GRACE,1971.) Er komen 2 typen hefbomen in aanmerking :

a. De hefboom van de eerste soort, waarbij het machtpunt en het last-punt elk aan een zijde van het steunlast-punt liggen.

b. De hefboom van de tweede soort, waarbij het lastpunt tussen het machtpunt en het steunpunt in ligt.

De cassavelichter is een hefboom van de tweede soort, terwijl de omspit-vork en de cassavetrekker als een hefboom van de eerste soort werken.

(5)

7

-5.2. DE OMSPITVORK

De omspitvork is een zeer zwaar uitgevoerde vork welke in Suriname ge-bruikt wordt bij het omspitten van de grond. Met kracht wordt daarbij de èmspitvork in de met gras of onkruid bedekte kleigrond gestoten, daarna wordt de grondmoot losgewrikt, opgetild en omgekeerd weggelegd. Door zijn zware constructie is deze vork ook geschikt voor het uit de grond wrikken van cassave. Om te voorkomen dat de houten steel bij het wrikken breekt, zijn de veren van de vork tot aan het handvat verlengd.

Zie Fig. 1.

Technische gegevens :

Gewicht : 3,5 kg Aantal tanden : 2 st. Dikte van de tanden : 1 cm Lengte van de tanden: 33 cm

Afstand van de tanden tot elkaar: 6 cm

Vorm van de tanden: licht gebogen; vierkant.

5.3. DE CASSAVETREKKER

De geheel van ijzer vervaardigde cassavetrekker (zie Fig. 2) bestaat uit een zelfklemmende tang, een standaard en een hefboom. De hefboom rust op een standaard waarop hij kan draaien. De tang is met twee kettingen en een harpsluiting aan het oog aan het einde van de hefboom verbonden. Deze bevestiging geeft de tang een grote bewegingsvrijheid ten opzichte van de boom, hetgeen het plaatsen van de tang aanzienlijk vergemakke-lijkt .

De zelfklemmende tang bestaat uit twee ijzeren strips van 5 mm dik, 30 mm breed en 270 mm lang. Per strip zijn er twee gaten geboord, één aan het uiteinde en één op 165 mm daar vandaan. Aan het andere uiteinde is een klemplaat gelast, zodanig dat deze bij gemonteerde tang juist tegenover de andere klemplaat staat. Bij het vastklemmen van een cassave-stengel blijven de klemplaten op enige afstand van elkaar. Als men de afmetingen van kettingen zodanig kiest dat tijdens het inklemmen de hoek die de twee kettingen met elkaar maken 90° bedraagt, dan is de kracht op de klemplaten 3/2 maal de kracht benodigd voor het uittrekken van de plant (zie Fig. 3b). In de praktijk blijkt dit ruim voldoende om het uit de tang glijden van de stengel te voorkomen. De klemkracht is echter ook niet zo groot, dat de stengel doorgeknipt wordt.

De twee strips met kleurplaten worden door een bout met moer draaibaar aan elkaar verbonden. De moer wordt door een las op de bout geborgd. Om de kettingen aan de strips te bevestigen wordt aan het uiteinde van de ketting een schakel opengezaagd, opengebogen, door het gat in dè strip gehaald, dichtgebogen en vastgelast. De beide kettingen worden tenslotte met een harpsluiting aan het oog van de hefboom bevestigd.

De standaard bestaat uit een bodemplaat van ca. 2 mm dikte. Hierop is een vierkant stuk meubelbuis gelast met een lengte van 600 mm. Om dit stuk buis stevig op de bodemplaat te bevestigen worden twee schoren van meubelbuis aangebracht. Het haaks op de bodemplaat gelaste stuk buis wordt naar boven toe verlengd met twee stukken strip, waarin om de 10 cm

gaten geboord zijn. Door de gaten komt de bout waarmede de hefboom draai-baar aan de standaard bevestigd is. De hefboom kan dus in de hoogte

(6)

«w.

Fig. 1

(7)

Fig. 2 .

(8)

10 -Fig. 3ft. ^& ^ ^ % = ketting 2 « t&ngdeel 3 e klemplaat % e kefbooa •-•-• gesleten

Pig. 3b, Kelatie tussen uittrekkracht (?) en de kraent op de klemplaten (c), Als a « 90 . - 3 F. Fig. 'Sb.

J?*\

C4* £* «1

(9)

11

-De hefboom is gemaakt van vierkante meubelbuis, met een lengte van 200 cm. Beide uiteinden zijn dichtgelast met een plaatje.

Aan de oogzijde is het plaatje ter versteviging aangebracht aan de andere kant heeft het plaatje het voorkomen van verwondingen tot doel. De hefboom is aan de bovenzijde met een trekdraad van 8 mm betonijzer versterkt om doorbuigen van de hefboom te voorkomen. De afstand van het oog tot het draaipunt van de boom op de standaard is 50 cm. De

hefboom-verhouding is dus 3:1. Technische gegevens :

Gewicht : 10 kg Hoogte van standaard: 90 cm Lengte hefboom : 200 cm Hefboomverhouding : 3:1

Hefboomverhouding van de tang: 3:1 May lichthoogte : 50 cm

5.k. DE CASSAVELICHTER

De van ijzer gemaakte cassavelichter bestaat uit een standaard, hefboom, zelfklemmende tang en tanghefboom. Zie Fig. h.

De standaard bestaat uit twee haaks op elkaar gelaste stukken meubel-buis van vierkant 30 mm. De standaard is onder een hoek aan de hefboom

vastgelast, zodat de standaard verticaal staat als een man van gemiddelde lengte het uiteinde van de hefboom in de hand houdt.

De hefboom is gemaakt van vierkant 30 mm meubelbuis van 2,50 m lengte en is aan beide uiteinden met een plaatje afgesloten. Dit is gedaan om de buis voor vocht af te sluiten. Tevens worden daardoor de scherpe kanten van de buiseinden afgerond. Op een kwart van de lengte van de hefboom (gerekend vanaf de standaard) zijn 2 strips onder een hoek aan de bovenzijde van de hefboom gelast. In deze strips zijn gaten geboord, waardoor de bout komt waarmee de uitzetplaten van de tang aan de hef-boom "bevestigd zijn. Tegen de zijkanten van de buis is op de plaats van de strips ter versterking een plaat gelast. Verder is ter versterking van de hefboom een trekdraad 0 8 mm betonijzer op enige afstand van de

onderzijde aangebracht. Voor het scharnierpunt van de tanghefboom zijn 2 strips tegen de zijkant van de buis van de hefboom gelast.

De tang is zelfklemmend. De hoofdelementen (zie Fig. 5a) zijn de tang-buizen, die gemaakt zijn van vierkant 25 mm constructiebuis. Aan de benedenzijde zijn de tangbuizen voorzien van getande klemplaten. Aan de bovenzijde zijn aan het einde van de buis twee naar elkaar toege-bogen en op elkaar vastgelaste plaatjes bevestigd. Door deze plaatjes is een gat geboord. Door dit gat komt de bout van de uitzetplaten. De vorm van dit gat is conisch zodat de tangbuizen in de lengterichting van de hefboom kunnen draaien. Dit is nodig om buigkrachten op de tang-buizen bij het uit de grond trekken van cassaveplanten te elimineren. Op een derde van de hoogte, gerekend vanaf de klemplaten is aan de ene tangbuis een stuk constructiebuis vastgelast. Aan de andere tangbuis

zijn op dezelfde hoogte aan weerszijden van de buis twee strips beves-tigd. Het stuk buis past tussen de strips. Zowel door de buis als door de strips is een gat geboord, waardoor een bout gestoken wordt. De tang-buizen kunnen om deze bout ten opzichte van elkaar scharnieren.

Aan de bovenzijde van de tangbuizen zijn nut een bout de uitzetplaten bevestigd. De vier uitzetplaten zijn tweemaal omgezet. Aan beide

uit-einden van de uitzetplaten is een gat geboord. Door het ene uiteinde gaat de bout die ook door de tangbuizen steekt. Deze bout is vastgelast

(10)
(11)

13

-aan een van de uitzetplaten. Aan het andere uiteinde komen de uitzet-platen twee aan twee samen en zijn daar draaibaar bevestigd aan de bout, die door de strips op de hefboom gaat. Twee van de vier uitzetplaten zijn van een oog voorzien, waaraan de ketting voor het openen van de tang bevestigd wordt.

De zelfklemmende werking van de tang is als volgt.

Bij gemonteerde tang vormen de uitzetplaten een V. Worden de klemplaten nu vastgehouden en wordt op de punt van de V (waar de tang aan de

hef-boom bevestigd is) een opwaartse kracht uitgeoefend, dan zal de hoek van de V groter worden. De uitzetplaten drukken de bovenkant van de tang-buizen dan naar buiten, waardoor de klemplaten naar elkaar toe bewegen. De hefboomverhouding van de tang is 2:1. Dit is voldoende om met getande klemplaten greep op de cassavestengel te krijgen. De relatie tussen de hefkracht en de klemkracht wordt bij de tang bepaald door de hoek tussen de uitzetplaten en de hefboomverhouding van de tang (zie Fig. 5b). De hoek varieert van 15° bij geopende tang tot 120° bij gesloten tang met tegen elkaar liggende klemplaten. Als F de hefkracht is, dan is de klemkracht K = F tg£ B.B = de hoek tussen de uitzetplaten. De hoek waar-mede gewerkt wordt ligt meestal in de buurt van de 90°. Bij 90° is de klemkracht K gelijk aan de uittrekkracht F. Minder gunstig is, dat bij een dikkere stengel de verhouding tussen klemkracht K en uittrekkracht F kleiner wordt.

De tanghefboom is gemaakt van vierkant 30 mm meubelbuis en dient om de tang te openen. Aan de onderzijde is een gat geboord. De tanghefboom kan om een door dit gat stekende bout scharnieren. Op een derde van de lengte van de tanghefboom is een oog vastgelast. Hieraan wordt met een harp-sluiting een nylon koord vastgemaakt. Het andere eind van het koord is in het midden van de ketting, die aan elke kant aan de ogen van de uit-zetplaten bevestigd is, met een harpsluiting vastgemaakt. Het openen van de tang gaat als volgt:

Wordt de tanghefboom van de tang af bewogen dan wordt de hoek die de uitzetplaten met elkaar maken kleiner. Daardoor opent de tang zich. De tang sluit onder invloed van zijn eigen gewicht. Bij geopende tang

stuit het scharnierpunt van de tangbuizen tegen de trekdraad. De tang kan dan niet meer bewegen en het is dan mogelijk om de cassavestengel tussen de klemplaten te schuiven.

Technische gegevens: Gewicht

Hoogte standaard Lengte van de hefboom Hefboomverhouding

Hefboomverhouding van de tang Max. lichthoogte 9 kg 15 cm 250 cm 1:U 1:2 50 cm

5.5. BENODIGDE MATERIALEN EN GEREEDSCHAPPEN BIJ DE CONSTRUCTIE

Het aantal verschillende materialen is zo beperkt mogelijk gehouden. Als belangrijkste materialen worden gebruikt meubelbuis vierkant 30 mm,

constructiebuis vierkant 25 mm (alleen bij de cassavelichter) en plat-ijzer 5 x 30 mm (zie voorts bouwtekeningen).

De uitrusting van de werkplaats, waar de cassaverooihefbomen gemaakt kunnen worden hoeft niet uitgebreid te zijn. Naast een tafelboormachine, een lastransformator, een elektrische slijpsteen en een bankschroef is verder alleen het gewone handgereedschap nodig zoals hamer, tang,steek-sleutels en ringtang,steek-sleutels.

(12)

- 11»

-Fig. 5a.

1 =• uitzetplaat

2 = tangcleel

3 - klemplaat

k = hefboom

geepend

Fig. 5b. Relatie tussen uittrekkraefct (F) en '.e fc. acht op de klearalateis ( O

Als g» 90°, F = C.

(13)

15

-6. WERKWIJZE BIJ HET OOGSTEN

De oogst is in vier werkzaamheden te verdelen:

- Het verwijderen van de bovengrondse delen van de cassaveplant. - Het uittrekken van de cassaveplant.

- Het wegdragen van de wortels naar het transportmiddel. - Het loskappen van de wortels van de stengels.

6.1. HET VERWIJDEREN VAN DE STENGELS

Met een houwer wordt de houtige stengel van de plant afgekapt. Bij het rooien met de vork wordt de stengel 50 cm boven de grond afgekapt, bij de cassaverooihefboom is dit 20 cm. De afgekapte stengels worden ter zijde gele_d. Bij een rijafstand van 1 m kunnen in 1 werkgang drie rijen worden gekapt. Er is dan genoeg ruimte voor de stengels van de volgende 3 rijen.

Ook een methode voor het verwijderen van de stengels is maaikneuzen. Dit werd met een Uger«5se maaikneuzer achter een MP 135 beproefd. De

cassave-stengels worden dan zo beschadigd en versplinterd, dat er geen problemen met opslag te verwachten zijn. Door de beperkte hoogteverstelling worden de stengels echter te kort boven de grond afgeslagen. Het is dan onmogelijk of zeer moeilijk, de tang van de cassaverooihefbomen om de stengel te plaatsen. Het overblijvende stuk van de stengel wordt ook te veel beschadigd. Vaak komt het voor dat de stengel in de lengterichting scheurt. De stengelstukken met wortels moeten dan in meerdere keren uit de grond getrokken worden.

6.2. HET ROOIEN VAK DE CASSAVEPLANT - Rooien met de omspitvork.

- Rooien met de cassavetrekker. - Rooien met de cassavelichter.

6.2.1. Het rooien met de omspitvork

De arbeidsbehoefte voor het rooien met de vork is twee man. Bij het kappen is er van de bovengrondse delen 50 cm blijven staan, om als handvat te dienen. Eén man steekt de omspitvork naast de cassaveplant in de grond. Terwijl de man met de omspitvork de cassavewortels uit de grond drukt, trekt de andere man aan de stengels(zie foto 1). Bij het op deze wijze uittrekken breken een aantal wortels van de stengel, voorts gebeurt het vaak dat met de vork wortels doorgestoken worden. In de

grond achtergebleven wortels worden opgezocht, wat veel extra tijd kost.

6.2.2. Het rooien met de cassavetrekker

De arbeidsbehoefte is twee man, êén man voor het bedienen van de hefboom en één man voor het bedienen van de tang. De standaard van de cassave-trekker wordt op zodanige wijze bij de cassaveplant geplaatst, dat als de tang om de stengel grijpt de standaard verticaal staat. De tang wordt dan om de stengel geplaatst. De hefboom wordt vervolgens naar beneden bewogen met eventuele assistentie van de tweede man.

(14)

16

-Ka het losmaken van de tang wordt de cassavetrekker door twee man naar de volgende plant gedragen (zie foto's 2, 3 en h). Afgebroken wortels moeten worden opgezocht. Door de witte kleur van het breukvlak is dit vrij gemakkelijk als de plant nog in de tang hangt.

6.2.3. Het rooien met de cassavelichter

Voor het rooien met behulp van de cassavelichter is de arbeidsbehoefte één man. De tang wordt door de bedieningsman met de tanghefboom geopend. De tang wordt dan voorbij de cassaveplant geplaatst. Door de lichter naar zich toe te trekken komt de cassavestengel tussen de klemplaten. Door het naar voren duwen van de tanghefboom sluiten de klemplaten zich door het eigen gewicht van de tang om de cassavestengel. Bij het omhoog bewegen van de hefbcom klemt de tang zich verder vast. Na het omhoog bewegen van de hefboom controleert de bedieningsman of er wortels afge-broken zijn. Evenals bij de cassavetrekker is dit het makkelijkst te doen als de cassaveplant nog in de tang hangt. Door het naar zich toe halen van de tanghefboom opent de tang zich. De cassavelichter wordt dan in het midden opgetild en naar de volgende cassaveplant gedragen. Zie foto's 5, 6, 7, 8 en 9i

6.3. HET VAK HET VELD DRAGEN VAN DE GEROOIDE CASSAVEPLANTEN

De cassavewortels worden bij de stengels opgepakt en naar het transport-middel gedragen. Eén man kan al naar gelang het gewicht 2,3 of k planten dragen.

6.k. HET LOSKAPPEN VAN DE CASSAVEWORTELS VAN DE STENGEL

Met een houwer worden de wortels van de stengel losgekapt. Kleeft er weinig grond aan de cassavewortels dan kan het loskappen op de wagen ge-beuren. Bij veel aanhangende grond is het beter het loskappen naast de wagen te doen, zodat de aanhangende grond niet op de wagen terecht komt. De wortels moeten daarna dan nog op de wagen gegooid worden.

7. MEETRESULTATEN 7.1. TREKKRACHTMETING

De kracht voor het uit de grond trekken van cassavewortels is afhankelijk van de volgende factoren.

- Vorm van de wortels. - Ouderdom van de plant.

- Teeltwijze (Ruggen; Vlakveld).

- Plantwijze (Verticaal; Horizontaal; Schuin). - Grondsoort.

- Vochtgehalte van de bodem.

De metingen werden op verschillende tijdstippen gedaan zie Tabel 1.

Gemeten werd bij twee verschillende teeltwijzen en 2 verschillende plant-wij zen.

(15)

17

-Tabel 1. Gemiddelde, minimale en maximale trekkracht per plant (kg/plant) Datum

8-2

16-2 22-2

2-3

Opbrengst-nzveau ton/ha

k9

-39

5U

Gem.

123

167

100

1**5 Teeltsysteem Ruggen Min. Max.

57

68

U6

72

168

200 ,

1U9

176 ; _.. i Vlakveld Gem. Min.

111*

hl

187 136 68 37 171 Uo Max.

191

200

127* Bodemom-standigheden matig droog droog vochtig 200 | droog

x De waarnemingen hebben betrekking op schuingeplante cassave.

De overige waarnemingen hebben betrekking op verticaal geplante cassave.

De trekkracht werd gemeten bij cassave verbouwd op ruggen en op vlak-veld. Op de ruggen waren alle stekken verticaal geplant. Bij de teelt op vlakveld was het grootste deel verticaal geplant en een klein deel schuin; onder een hoek van ca. 1*5°«

De trekkracht nodig voor het uit de grond trekken van cassaveplanten werd met behulp van een veerunster bepaald. Aangezien de veerunster een meetbereik van 50 kg had, werd gebruik gemaakt van een hefboomstelsel, om dit te vergroten. De veerunster met hefboomstelsel was aan de hefboom van de cassavetrekker bevestigd (zie foto 10). Onder ongunstige om-standigheden, d.i. bij een oud gewas op droge grond, kan de trekkracht tot 200 kg oplopen. Dit betekent, dat bij de cassavetrekker door de bedieningsman een kracht van + 65 kg uitgeoefend moet worden, terwijl dit bij de cassavelichter dan + 50 kg is.

Uit de tabel blijkt dat de trekkracht het laagst is bij schuin geplante stekken, maar dit is het gevolg van veelvuldig afbreken van stengel-delen waar nog wortels aan vastzitten. De plant moet dan in meerdere keren uit de grond getrokken worden. De cassave die op ruggen verbouwd wordt blijkt dan de laagste trekkracht nodig te hebben. De verschillen

tussen de bepalingen op de verschillende tijdstippen tonen aan dat de vochtigheid van de grond een grote invloed heeft op de benodigde trek-kracht .

7.2. KWALITEIT VAN HET WERK

(Bepalingen omtrent de hoeveelheid wortels die tijdens het uittrekken van de plant afbreken en de hoeveelheid die bij rooien beschadigd

worden.)

Bij het uit de grond trekken van de cassaveplant breken soms een paar wortels van de stengel af. Deze in de grond achterblijvende wortels worden met de hand alsnog uit de grond gehaald. De wortels zijn dus niet verloren maar zij veroorzaken wel behoefte aan extra arbeidstijd bij het

zoeken in de grond. Omdat ze alreeds van de stengel los zijn, moeten ze in manden of iets dergelijks verzameld worcen om naar het transport-middel te kunnen worden gebracht. Dit veroorzaakt ook extra arbeidstijd.

(16)

18

-Vooral "bij het rooien met de vork worden er veel wortels beschadigd. Beschadigde wortels (zie foto no. 11) zijn wortels die in twee of

meerdere stukken zijn gebroken of waarvan grote stukken zijn afgebroken. De grote hoeveelheid beschadigde wortels bij het werken met de vork

vindt zijn oorzaak in het feit dat bij het in de grond steken van de vork er een grote kans is dat de tanden van de vork één of meerdere wortels kapot steken.

Uit Tabel 2 blijkt dat het gemiddelde percentage wortels dat tijdens het rooien afbreekt voor de drie gereedschappen niet zo sterk uiteen-loopt. Voor de cassaverooihefbomen gemiddeld ca. 6% en voor de vork ca.

Q%. Anders is het gesteld met het percentage beschadigde wortels. Bij de cassaverooihefbomen is dit percentage te verwaarlozen terwijl dit bij het gebruik van de vork varieert van 7-32$. Vooral droge en daardoor

harde omstandigheden veroorzaakt een hoge percentage beschadigde wortels,

7.3. TIJDSTUDIE

Op een aantal data werden er ook tijdwaarnemingen uitgevoerd. De uit-komsten staan vermeld in Tabel 3.

Tabel 3. Netto arbeidsbehoefte in mu/ha voor het rooien van cassave met de verschillende gereedschappen op verschillende

tijd-stippen Datum 22-12 27-12

3-2

8-2

22-2

1-3

2-3

Cassave-lichtér Ruggen Vlak

1*3

58 70 1*0 73 _ 80 .76* - 8 0 11*0 Cassave-trekker Ruggen Vlak 86 -. 115 190 — -150 109* - 138 173 19** Vork Ruggen Vlak _ -186 181 11*7 ~ 359 250 Bodemom-standigh. m.vochtig m.vochtig m. droog matig droog vochtig droog zeer droog Opbrengst-niveau

37

38

kl

1*8

50

50

50

x Schuin geplante cassave.

Het vochtgehalte van de grond heeft een sterke invloed op de benodigde trekkracht. Het moeten leveren van de grote hoeveelheid energie onder droge omstandigheden komt tot uiting in een grotere arbeidsbehoefte. Men is langer over het uittrekken van één plant bezig. Vooral het werken met de vork wordt sterk beïnvloed door het vochtgehalte van de bodem. Hetgeen wel te begrijpen is als men bedenkt dat het ook meer energie kost om de vork in een droge harde bodem te drukken. De cijfers tonen

aan dat men het best de cassave onder enigszins vochtige bodemomstandig-heden kan oogsten.

Laat men het oogsten onder zeer droge omstandigheden buiten beschouwing dan vindt men gemiddeld voor de onderscheiden gereedschappen de volgende arbeidsbehoeften:

voor de cassavelichter 63 mu/ha cassavetrekker 136 " vork 171 "

(17)

19

I ^ h Q

. s >

tu S v m -p «

S &

& 0

* s

« ft > «

ai a

T» eu ! <3 :

! r

_ , M i Jl <tf fe

8 0 S

tt* 9

» 1 Ö «3 0 j 4» M |

"SS'

•P g>

1 *i

s **g

il

. « t > ! ' ""3 M '. • r i « J • t +» ,0 ) 'S S •

«S 3r ! u !

•P t V

3 S i -8 i

ni

S ft ?

* * Ss ' 0) « i 3 '

f S j

S

l

»4 CJ

•a

i !

i

i

3

t

H ?

•1

e

rm i i

E

3

9

1

e

s

I

1

§

I

& A o «

<8

<M < O io fi' <5 «) Vi < * fil o m o

«8

.** < * o 10 0> •9 «i t&

23

* ü M » 0) 60 «H •< O (0 . •9 <o 0 0 f\ 1 °o t -A ! oo •** oc ; ^ o « *~ r » | ' O 1 r -* • 0 \

1

o t -«t (M O PO * t -' o 0 0 * T " 04 ci . 0 0 1 » * -a-CJ Jdr 1 1 » <M ' ' LA oo r- on T— r" ir\ CM * A | r- CO r » 1 1 O T— l 1 * ITv O oo o i I A vo A A I O i - *-1 *-1 o ' T— 1 1 •* u-\ I A r -O <M | oo t -* -* 1 oo oo eu oj oo CJ ci JL CJ CJ Vu * T-oo .3-A u-\ 1 1 o : \o f% C \ 1 1 o vo A i r \ i i oo 1 VO w\ *— CVi OJ M t -O CJ * O r » O t 0 \ « t «- i i ' o r-i j 1 * t . * 5

j

1

j

O j j

o i

• 1 \o ! f \ t 1 ON 1

o

oo f l VD

1

hfl

(18)

20

-Ruwweg kan men stellen dat de arbeidsbehoeften zich verhouden als 1:2:3.

Tegelijk werden tijdstudies gemaakt van de werkzaamheden: - kappen "bovengrondse delen en het terzijde leggen daarvan; - het uitdragen van de cassavewortels aan de stengel over een

afstand van 6;

- het loskappen van de wortels van de stengel op het vervoermiddel. Van de werkzaamheden werden waarnemingen verricht en het gemiddelde berekend. Gevonden werd:

voor het kappen 31 mu/ha voor het uitdragen 28 " voor het loskappen 29 "

Totaal 88 mu/ha

Voor de onderscheiden rociwerktuigen zijn deze bewerkingen nagenoeg hetzelfde. De totale netto arbeidsbehoefte bedraagt voor:

de cassavelichter 63 + 88 = 151 mu/ha de cassavetrekker 136 + 88 = 21^ " de vork 171 + 88 = 259 "

8. DISCUSSIE

De cassaverooihefbomen kunnen gezien worden als eerste stap van de cassavemechanisatie. Beiden leveren een arbeidsbesparing op t.a.v. de traditionele manier van rooien. De cassavelichter heeft de kleinste arbeidsbehoefte. Wel moet bedacht worden dat een van de twee werkers met de cassavetrekker geen volwaardige arbeidskracht hoeft te zijn. De cassaverooihefbomen zijn wat betreft de kwaliteit van het werk duidelijk in het voordeel ten opzichte van het op traditionele wijze rooien met de vork. De teelt op ruggen is in het voordeel ten opzichte van vlakveld wat betreft de arbeidstijd en de trekkracht. De constructie van de cassavelichter is ingewikkelder dan die van de cassavetrekker. Daarom is de cassavetrekker geschikter dan de cassavelichter voor ge-bieden met een laag niveau van ervaring met de fabricagetechnieken

zoals die toegepast worden in kleine werkplaatsen. Voorts hebben kleine boeren wel vaak de beschikking over een niet volwaardige arbeidskracht

(zoon, vrouw).

9. CONCLUSIES

- De cassaverooihefbomen verbeteren de kwaliteit van het werk ten opzichte van de traditionele manier.

- De arbeidsbehoefte voor de oogst met de cassavelichter is kleiner dan die voor de oogst met de cassavetrekker.

- Voor het vervaardigen van de cassaverooihefbomen is geen uitgebreide werkplaatsuitrusting nodig.

- De cassaverooihefbomen verminderen de arbeidsbehoefte ten opzichte van de traditionele manier van oogsten.

- Wat arbeidstijd en trekkracht betreft is de teeit op ruggen gunstiger dan de teelt op vlak land.

(19)

21

-10. LITERATUUR

BIHK, J.P.M., 1976. CELOS rapporten no. 120.

GRACE, M., 1971. Processing of cassava. F.A.0. Agricultural Services Bulletin 8, Rome, Italy.

(20)

;

- •? *•', *- •*'''• \i \ yV • •;

4

" ,'' "-'"'• •'

•i r» • -s * ' , , f* .1 . f . t'i ' '

ï V

: '.*' • V Ä / . •?• t i/t ^ , - ' • . . . - • » • . . . * • > • jl-St,

2. Plaatsen van de tang 1. Rooien met de vork

» - • • ' . « ; r v i -< » ' *.•*< i «

r ." V,

•"".•V* J .' "1 . »

*.v/

A'

• * • . '* .» ». * * » i-? -• . « ^ i - . . J • . . - » . T ' — » 1 * * • • 0 < . *"• . / •• • *. ;- / * ; • - •'.. •• . \ v ' i * * / . i f - " • „ - - • »

f - ' * ' • ."."••* ' •• fi t # • . • - ' . * , .

J

i:'

v,w

<

r . . - • - . • . • , - • • * * - < • j . •* ' - . . . • : ' * • - " , ; ^ . - . / ' • • •- • : . . - . "•• . _, / • • ; . " / • , • -*'-*-".,!S • - . * - ' - • • ' - - • •• . •- } ' *« . . . . » ' * •"•••v * 1

F * * * .•• .-••.-•.• .' , , •• .. - *.*.'%.-'*• " i

(21)

I 4 ' ' - . . . \ « . . ! *: '•.'?•'• i" i \_ '"' . . 'i . • . . ' • »v I ' • ' . . . . | t . i » - * « • ' . • ' • ' "î .' . -* t X / v / - . . - . I t « ».-' • J., ,*.: . ' . ' . ' » V - • ' *. •••J f •. • .- • ,-.. *• . • . : • • - ' - " *-'..-••'» ': w 1 / . • .

1

» s i • * f* . ' -i ... ' \ * • . . • - • • t. * . . ' • ' • - • i- - - • / ' - • r ' „* •* » i * fc.^*,.^. v : ^ ^ - V , * "1 F 4 -/ . , -. i - ' i-O . * * • • * • • • - . . » i ! • • • •

, i

' '

7 -V

i i • • !

." '"/• J « > . , « * ! . . • V- . " . j ^ r f !%.. * _ ' . _ A j i J

4. Dragen van de cassavetrekker

;-**». '

V*'

1 > S * %• 1 S- - *! Ï " i - • ' •- v •, .-• •.». *••• ; . 1 f - , -, «• . , i - • » • * • • • , ' i •>. » i , , . .. . • • • • - * . - _ . • . t ' • \ - \ ' . . « * . . - • L » • .. »V v Î . '

(22)

# -s M . *. • V

w\

•5 V» .:*.« ' 't. ^

6. Uit de grond trekken van de cassaveplant.

£•-'

t -. • : r i • •, •

/»•«-» . . - < • /»•«-» * . « /»•«-»• i

.1

?it !•::>« A V, d

(23)

» f ' . 1 * •'1 [ f I . l ' i , • 1 » , "\ 'i • • :» •

-. ï

.

;

*MW

'V

(

; ^.

* » fi > ^ * _ *

9. Uit de grond trekken van de cassaveplant.

V Y •;.-.•.».• >.-, •' • ", •;/ • • ;,

«

7-.v , '

1 1 • * • . < • * > • • « * i • ' ' r . ' . ' • • ' ' . •

, v>

. :>$ --•• .-KIT i •« r»A««--î.r?.'' c>:

10. Veerunster met hefboomstelsel

**^y

:

r

: .-*. < ; Ï . ™ ^ -» - n - ï - - * . ^ -» ' v n -» • . . •• - l~t '•* i . r.-l t1» / . --.

:

J

11. Beschadigde wortels.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het EHRM vindt met 15 tegen 2 stemmen, en in afwij- king van de Kamer, geen schending van het recht op leven in zijn materiële aspect, maar doet dat unaniem wel voor wat betreft

De FSMA verwacht dat de sector inspanningen levert om onder meer de duidelijkheid en de begrijpelijkheid van de KID’s te verbeteren, om zo de duidelijke doelstelling

Zo behandelt Vincent Sagaert uitvoerig wat het lot is van de zakelijke en persoon- lijke gebruiks- en genotsrechten in geval van onteigening, meer bepaald of, en zo ja wanneer,

Deze kenmerken zijn identificerend, immers ze zijn uniek voor de persoon, en worden gebruikt in biometrische systemen om iemand te herkennen en de identiteit vast te

Voor alle werknemers binnen het hoger beroepsonderwijs, met uitzondering van universitair opgeleide mannen, geldt dat het bruto uurloon op jongere leeftijd lager ligt dan in

• Het aantal wetten neemt sinds 1980 stelselmatig toe, en dat geldt ook voor ministeriële regelingen sinds 2005, het aantal AMvB’s neemt enigszins af sinds 2002. • In de jaren

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,

Hier moeten we ver vóór 2020 fors iets aan doen, anders zal het probleem van de vergrijzing in combinatie met de krappe arbeidsmarkt alleen maar groter worden,