• No results found

dis-trictshoofden, en van de ver-dere daartoe betrekkelijke stukken, en daarop naar be-vind van zaken beschikken, na het gevoelen van den re-gent geraadpleegd en den hoofddjaksa gehoord te heb-ben. (Stb. 6 7 - 5 8 , 146).

(2) Indien de zaak een nader onderzoek vereischt, stellen zij tot dat einde de stukkon in handen van den hoofd-djaksa, of van zooclanigen anderen beambte, als zij oor-deelen daarmede te moeten belasten, behoudens het geval voorzien ia het volgende ar-tikel. (In!. R. 55, 79,89,245;

Stb. 8 0 - 1 6 4 ; Bijbl. 1518).

Artikel 78a.

(Nienw ingevolge art. Ib Stb.

1900 No. 243).

Wanneer het nader onder-zoek, bedoeld bij het laatste lid van het vorige artikel be-treft een vermoeden, dat valschheid in geschrifte ge-pleegd is, kan de Resident

padanja oleh kandjeng boe-pati menoeroet jang terse-boot dalam fatsal 67 dan lagi - ia misti preksa segala soerat-soerat laen jang terhoeboeng

di sitoe maka menoeroet so-bagimana pikirannja ia misti kasi poetoesan sasoedahnjft remboek dengan boepati dan.

sasoedahnja dengar bitjara-nja hoofddjaksa (St. 1867 No. 58, 146 enz.)

(2) Djikaloe itoe perkara perloe misti di preksa lagi sekali, maka resident misti kirim soerat-soerat itoe se-kalian kapada hoofddjaksa, atawa kapada prijaie jang Iaen sebagimana di kiranja baik aken soeroe preksa itoe per-kara ketjoeali djika ada hal

jang teratoer dalem fatsal 78u.

(Tabel 268: I, R, 55 d. b„

79. 89, 245; St. 1880 No. 164 Bijbl. 1518).

Fatsal 7SG.

(Fatsal baroe Stb. 1900 No. 243.)

Kapan perkara jang di preksa lebi djaoe seperti termaksoed di dalem fatsal 78 ajat jang pengabisan, mengenaken sangka-an mem-bikin palsoo soerat-soerat)

den openbare bewaarders be-velen, dat zij de onder hunne bewaring zijnde authentieke stukken, welke vermoed wor-den valsch of vervalscht te zijn dan wel ter vergelijking moeten strekken te zijnen kantore inzenden. Indien een door hem voor liet onderzoek noodig geacht stuk een ge-deelte uitmaakt van eeD re-gister, waarvan het niet kan worden gescheiden, kan hij bevelen, dat het geheele re-gister, voor den tijd bij het bevel te bepalen, to zijnen kantore ter inzage worde overgebracht. Het bevel van den resident wordt tegen ont-vangstbewijs aan den bewaar-der uitgereikt of per aange-teekenden brief toegezonden.

C2) De inzending geschiedt tegen door den resident af te geven ontvangstbewijs. Heeft zij zonder geldige redenen niet binnen den bij het

be-maka resident berkoeasa me-nitahken penggawe-penggawe jang menjimpan itoe soera t-soerat, aken mengirim ka kantornja resident, sekalian soerat-soerax jang di siropen oleh itoe penggawe, ia itoe soerat-soerat jang di sangka palsoe atau di sangka di bi-kin palsoe atau djoega jang maoe di pake aken di ban-dingken. Djikaloe soerat jang di pandang perloe boewat pemarikan itoe, djadi sa-bagian dari pada soewatoe register jang tida bole di pisahken dari sitoe, maka re-sident bole menitahkon itoe antero register di bawa ka kantornja boewat solamanja soewatoe tempo jang di te-tapken di dalem itoe soerat titah. Itoe titalmja resident di trimahken kapada itoe penggawe dengan di bri tan-da tangan oleh n ja atau titah itoe di kirimken pada itoe penggawe dengan soerat »aan-geleekend".

('-) Soerat-soerat itoe di kirim kapada resident dengan di bri tanda tangan oleh resident jang soerat soerat itoe soedab di trima. Djikaloe itoe

soe-5

— 66 — velschrift te bepalen termijn plaats gehad, dan kan de re-sident gelasten dat de be-waarder door middel van lijfsdwang tot de inzending worde genoodzaakt. Wanneer het door den resident ver-langde stuk niet uitmaakt een gedeelte van een register, vervaardigt de bewaarder een afschrift, ten einde het af-schrift tot na de terug ont-vangst van het oorspronkelijke stuk in de plaats daarvan te doen treden. Aan den voet van het afschrift, toekent hij de aanleiding tot de vervaar-diging aan, welke aanteekening op de af te geven grossen en afschriften vermeld wordt.

(s) De kosten van inzending of overbrenging van het stuk en van het maken van een afschrift daarvan door den bewaarder, worden onder de justitiekosten begrepen.

rat soerat tida di kirim da-lem tempo jang di seboetken di dalem titahnja resident, dengan tida ada soewatoe sebab jang halal, maka resi-dent berkoeasa meuitahken itoe penggawe di tangkep di

paksa badan aken mengirim itoe soerat soerat. Kapan itoe soerat soerat jang di minta oleh resident boekau sabagian dari satoe register maka penggawe jang me-njimpan itoe soerat haroes mengambil toeroenannja itoe soerat aken soepaija ini toe-roenan bole di pakenja se-latnanja itoe soerat jang asli belon di trima kombali. Ada-poen pada kakinja itoe toe-roenan soerat dia misti tan-da-in apa sebabnja sampe dia misti bikin itoe toeroenan, ini toelisan dia misti djoega seboetken pada kakinja seka-lian soerat grosse dan toe-roenan jang dia (petik) kasi kaloewar dari itoe toeroenan.

(8) Ongkos ongkos boewat mengirim atau boe wat memba-wa ka kantornja resident dan boewat bikin toeroenan oleh itoe penggawe, nanti di itoeng masoek ongkos perkara itoe.

(4) De resident houdt het onderzoek persoonlijk en kan zich daarbij door één of meer deskundigen doen voorlich-ten, die vooraf den eed zul-len afleggen dat zij hun ge-voelen geheel naar waarheid, immers naar hun beste weten, zullen uitbrengen. Van zijn onderzoek maakt hij proces-verbaal op.

Artikel 79.

(]) Wanneer de resident in de bij het vorige artikel be-doelde rapporten, relazen en verdere bescheiden, of in de stukken van het nader daarop gedane onderzoek, genoegza-men grond vindt om een bepaald persoon rechtens ver-dacht te houden van zich te hebben schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, hetwelk ge-vangenis of eene zwaardere straf ten gevolge kan hebben, kan hij diens gevangenneming en opzending bevelen, en zal in zoodanig geval verder ge-handeld worden overeenkom-stig hef bepaalde bij artikel 58 en 59, terwijl, na afloop

(*) Resident haroos bikin itoe pemareksa-an sendiri dan ia bole minta toeloongannja sa-toe doewa orang jangpandei jang terlebi doeioe misü di soempah bahoewa dia orang hendak membri taoe pengra-sa-annja dengan sabenarnja dan dengan ketahoeaunja jang sampoerna. Dari pe-mareksa-annja maka toewan resident nanti bikin soerat proces-verbaal.

Patsal 79.

(') Apa bila toewan resident ada dapet sampe tjoekoop keterangan, dari dalem soerat soerat rappotan jang terso-boet dalem fatsal 78 atawa dari dalem soerat soerat pe-preksa-an lagi sekali boewat terka dengan tentoe bahoewa ada orang jang berboewat kasalahan jang patoet di hoekoem dengan toetoepan atawa dengan hoekoeman jang lebi berat maka resident bo-leh titahken itoe orang misti di tangkep dan di kirim dan di dalem perkara demikian misü di bikin lebi djaoe menoeroet soperfi di pren-tahken dalem fatsal-fatsal 58

— 68 — van het aldaar vermelde ver-hoor, de algemeene voor-schriften van. de volgende artikelen zullen worden op-gevolgd. (Inl. R. 89, 245;

Bijbl. 2169.)

(2) Wanneer tegen het feit geldboete is bedreigd, zoome-de wanneer in het geval bij de voorgaande alinea bedoeld, gevangenneming niet wordt noodig geacht, kan de resident zoo noodig de oproeping van den verdachte bevelen tegen een door hem te bepalen dag, en kan hij, ingeval van niet verschijning, gelasten, dat de verdachte voor hem worde gebracht. (*) (R. R. 8 5 ; Inl.

R. 80, 29, 245.)

dan 59, sedang sekalian atoe-ran jang terseboet dalem fatsal

fatsal di bawah ini misti di toeroet sasoedahnja peprek-sa-an termaksoecl dalem fatsal 58 dan 59 telah abis dibikin.

C3) Djika peiboewatan itoe terantjem dengan hoekoeman denda, dan lagi djikaloe di pikir ticla perloe boewattang-kep itoe orang jang di terka, maka kandjeng resident pren-tahken soeroe panggil itoe orang mengadep padanja di ari jang soeda memang di tentoe-in, dan djikaloo itoe orang tida mengadep di ari jang tertetap itoe maka bole di prentahken jang itoe orang misti di bawa di hadepan resident. (R. R. 85, I. R.

80, 89, 245; Tabel 299,313;

Stb. 1876 No. 25; 1895 No.

90.) Artikel 80. (*)

Ingevolge Stbd. 1895 No.

90 wordt dit artikel gelezen : De resident doet wekelijks op een of meer bepaalde da-gen, na kennis genomen te

(*) Zie de noot onder artikel 4.8.

Fatsal 80. (]) Boen/jinja sekarang

menoe-roet Stb. 1895 No. 90.

Satoe minggoe sekali atawa lebi dari satoe kali di hari jang soedah di tentoe-in

da-(') Liat noot di bawah fat-sal 48.

hebben van de ter zake be-trekkelijke stukken, de gevan-genen, die laatstelijk ter hoofd-plaats zijn opgevat of der-waarts overgebracht, voor zich brengen, en ondervraagt hen in tegenwoordigheid van den Inlandschen officier van jus-titie, evenzeer als de in de laatste alinea van het voor-gaand artikel bedoelde per-sonen, wier oproeping is be-volen, en de getuigen, zoo deze aanwezig zijn (Inl. R.

48, 58, 60 v., 84, 89, 4 3 1 ; Stb. 65—94 ; 76—298 ; 84—1, 67, 20,3 (i); Bijbl. 2017, 2165.

2547, 3168.)

Wanneer de resident van oordeel is dat er genoegzame grond bestaat tot vervolging-van den verdachte, handelt bij in voege als bij de drie volgende artikelen is voorge-schreven. (Inl. R. 88, 89;

(') Vg. Stb. 1884 No. 203 voor de beëediging van getuigen gedu-rende de instructie voor de uitle-vering van een verdachte, die voort-vluchtig is.

lem tiap tiap minggoe maka kandjeng resident misti soe-roe bawa di hadepannja se-kalian pesakitan pesakitan jang baroe di tangkep di dalem kota karesidenannja atawa jang baroe di bawa di sitoe, begitoe djoega orang orang jang di bitjara-in da-lem ajat jang pengabisan dari fatsal 79: dan kandjeng re-sident nanti preksa itoe orang-orang di hadepan hoofddjaksa dengan saksi saksi djikaloe ada mengadep (I. R. 48, 58, 60 cl.b., 84, 89, 4 3 1 ;

St. 1865 No. 94; 1876 No.

298; 1884 No. 1, 67,203 H;

Bb. 2017, 2165, 2547,3168;

Tabel 300; St. 1895 No. 90).

Kaloe sa soedah itoe kan-djeng toewan resident pikir ada sampe tjoekoep kate-rangan boewat toentoet itoe orang pesakitan pada penga-dilan maka resident misti toeroet bagimana ada di

ti-(l) Liat djoega Staatsblad 1884 No. 203 boeat soempah saksi saksi selamanja perkara di preksa se-belonnja ketangkep pesakitan jang lari.

Artikel 81. Patsal 81.

_ 70 — "

Stb. 76—298; 1885 No. 8 1 ; 1895 No. 90 Bijbl. 1276 4126.)

Artikel 82.

(gew. by Stbl. 1901 No. 320).

(]) Indien naar zijn oor-deel de zaak voldoende is onderzocht en behoort tot de kennisneming, van den land-raad, zendt hij de stukken ten spoedigste aan den voorzitter der rechtbank die hij bevoegd acht, (Inl. R. 81, 83 87 v.;

374 v.;

(") Indien het onderzoek geloopen heeft over

verschil-lende strafbare feiten en de resident van oordeel is dat er slechts ten aanzien van sommige daarvan genoegzame grond bestaat tot vervolging, geeft hij bij de toezending der stukken aan den voorzitter schriftelijk kennis ter zake van welke der feiten de toe-zending geschiedt.

tahken dalem tiga fatsal jang berikoet ini. (Tabel 302 ; I. R.

88 d.b., Stb. 1865 No. 94;

1876 No. '298; 1884 No. 1, 67; 1885 No. 81 Stb. 1895 No. 90; Bb. 1276 4126.)

Fatsal 82.

di robah, Stbd. 1901 No. 320.

(x) Djikaloe kandjeng toe-wan resident timbang jang itoe perkara soedah sampe tjoekoep di preksa dan itoe perkara misti di poetoes

di moeka Landraad maka ia misti kirim itoe soeratsoerat dengan sigrah kapada pre-sidentnja itoe pengadilan jang di pandangnja wadjib (I. R.

83 d.b., 240a d.b., 308, 374;

Bb. 41, 62; Tabel 216.) (2) Djikaloe pemareksa-an ini terdjadi dari pada bebrapa perboewatan jang bole di hoekoem, abis dari padaper-timbangannja resident, tjoema ada katerangan jang tjoekoep boevvat menoentoet satoe doe-wa perboedoe-watan itoe, maka di dalem soerat jang mengi-rim soerat soerat pemareksa-an itoe resident misti kasi taoe kapada toewan president

(deze nieuwe alinea 2 is toegevoegd bij art. 1 sub Ie van Staatsblad 1898 No. 66).

Artikel 83.

(al. 2 gewijzigd en aangevuld biß Stbd. 1898 No. 66).

(') In de gevallen bij het voorgaand artikel voorzien, gelast de resident dat de ver-dachte, wanneer deze reeds aangehouden is, in voorloo-pige hechtenis zal blijven, of anders daarin zal worden ge-steld, indien het feit straf-baar is met eene der straffen omschreven in artikel 5 No. 1 tot en met 4 van het Wet-boek van Strafrecht voor In-landers.

(2) Indien de verdachte beneden de zestien jaren oud is, en indien tegen het feit dwangarbeid buiten don ket-ting voor meer dan twee jaren is bedreigd, voorts in geval van verwonding', wederspan-nigheid, bedreigingen,

bede-tentang perboewatan jang mana soerat seerat itoe telah di kirimken.

Ini qjat ke 2 di tambah dengan Stb. 1898 No. 66.

Fatsal 83.

ayat ke doea di robcüi dan di tambah Stb. 1898 No. 66.

(*) Di dalem hal jang terseboet di fatsal 82 maka kandjeng toewan resident prentahken biar pesakitan tinggal doeloe dalem toetoë-pan djikaloe dia memang soedah di tahan, dan djikaloe dia belon di tangkep maka kandjeng resident prentah-ken biar itoe pesakitan di tangkep kaloe kasalahan itoe terhoekoem dengan satoe dari pada hoekoeman jang ada terseboet di dalem fatsal 5 No. 1 sampe No. 4 dari boekoe Strafwetboek boewat orang-orang Islam.

(2) Djikaloe pasakitan poenja oemoer belon anem bias taon, djikaloe itoe kesalahan ter-antjem dengan hoekoem ker-dja paksa di loewar rante lebi dari doewa taon lama-nja ; dan lagi djikaloe sebab bikin loeka, melawan

pema-— 72 pema-— larij of landlooperij, clan wel

van eene overtreding, waar-tegen, behalve geldboete of verbeurdverklaring, is be-dreigd dwangarbeid buiten den ketting, kan de resident, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan, gelasten dat de verdachte in hechtenis blijft of wel gesteld wordt.

(3) In alle andere gevallen gelast hij dat cle verdachte, als hij in hechtenis is, dade-lijk op vrije voeten zal wor-den gesteld.

Artikel 8:1. (')

f1) Wanneer de resident van oordeel is dat het feit behoort tot zijne bevoegdheid als rechtsprekende krachtens

(') Zie noot bij artikel 48.

rentah, raengantjemin, minta-minta atawa berdjalan de-ngen tida ada poenjapentja-rian (perisau) atawa kasahalan

overtreding jang terantjem salaennja dengan bajar denda dan rampasan barang djoega terantjem dengan hoekoe m kerdja paksa di loewarrante, maka kandjeng toewan

resi-dent bole prentahken orang jang di terka itoe misti ting-gal di tahan doeloe, atawa kaloe belon di tangkep biar dia misti di tangkep (1898 No. 66).

(:!) Djikaloe laen dari hal jang terseboet kaloe orang jang di terka salah soedah di tangkep maka kandjeng resi-dent prentahken itoe orang lantas misti di lepas clari toetoepan. (S. I. 145 b.b.

163 d.b., 201 d.b., 211 d.b., 222 d.h., 225 d.b., 245 d.b., 297 d.b., 328, 330, euz. Bb.

4162; Tabel 302).

Fatsal 84. (*) (!) Djikaloe itoe perkara di timbang oleh kandjeng

resi-dent ada sampe tjoekoep katerangan boewat dakwa C) Lihat noot di bawah, fatsal 48.

art. 110 van het reglement op de rechterlijke organisatie en het beleid der justitie in Nederlandseh-Indië, of tot die van een regentschaps- of districtegerecht, kan hij zoo noodig een nader-onderzoek bevelen.

('J) Zoodra de zaak naar zijn gevoelen vooi'loopig vol-doende is onderzocht; doet hij haar, indien zij behoort tot zijne bevoegdheid, inschrij-ven in het bij art. 369 be-doelde register en handelt verder zooals is voorgeschre-ven bij den XlIIden titel van dit reglement; indien zij behoort tot de bevoegdheid van een regentschaps- of dis-trictsgerecht, gelast hij den bevoegden rechter om van de zaak kennis te nemen en daarin uitspraak te doen.

pesakitan cli hadepau penga-dilan, bilangan kakoewasa-an kandjeng resident jang djadi hakim atas koewatnja, fatsal .110 dari Reglement penga-toeran pengadilan dan dja-iannja djoestitie di tanah India Nederland (Reglement R. O.) atawa cljato dalem ka-koewasa-an raad kaboepaten atawa raad district, maka kaloe ada perloenja kandjeng resident bole titahken aken preksa lagi sekali.

(2) Apabila kandjeng toe-wau resident kira jang i toe perkara lebih doeloe soedah sampo di preksa, dan djikaloe perkara itoe djato dalem

ka-koewasa-an papreksa-annja maka ia misti kasi masoek itoe perkara dalem register jang termaksoed dalem fatsal 369 laen dari itoe di per-boewatnja bagimana telah di prentahken dalem titel ka XIII dari ini reglement;

djikaloe itoe perkara misti cljato pada raad kaboepaten atawa pada raad district maka kandjeng resident prentahken pengadilan jang warljib itoe boewat preksa itoe perkara dan ambil poetoesan.

_ 74 —