• No results found

Het zoeken is naar een balans tussen creatief en cognitief

School 4De stenfunctie 67 66 Schoolportretten cultuureducatie in het primair onderwijs

Hoe typeren leerlingen hun school?

In gesprek met twee meisjes en twee jongens uit groep 8 .

Wat is er zo leuk aan school?

“Dat we leuke dingen samen doen. Eerst door- werken en dan voorlezen.”

“Er is niet te veel huiswerk. Wij krijgen het woordpakket niet mee naar huis.”

Welke lessen vinden jullie leuk?

“Handvaardigheid (de meisjes noemen hun handwerkles ook handvaardigheid), gym en mu- ziek.”

Drie van de vier leerlingen bespelen een muziek- instrument. Een jongen vertelt enthousiast over een man die een orgel op school demonstreerde. Hij speelt nu zelf ook orgel en krijgt bij een neef les. De meisjes spelen beiden ook een muziek- instrument. De een volgt harples bij de muziek- school twintig kilometer van het dorp vandaan. Het andere meisje krijgt panfluit- en orgelles bij de dochter van de schooldirecteur thuis.

Op de vraag hoe ze op het idee zijn gekomen een instrument te bespelen, vertellen de leerlingen over concerten die ze hebben gezien. “Ik heb een concert van panfluitiste Noortje van Middelkoop gezien. Daarna wilde ik ook panfluit spelen.”

Omschrijving school

De gereformeerde school ligt in een klein afgelegen dorpje in de buurt van de zee. Het dorp waarin de school ligt, is klein, de om- geving weids. De meeste van de veertienhonderd inwoners zijn gereformeerd. Er zijn twee basisscholen: een openbare basisschool en de gereformeerde school die we hier bespreken. De gerefor- meerde school heeft veruit de meeste leerlingen, 209 kinderen. Ook kinderen uit omliggende dorpen komen naar deze school, want de school heeft een streekfunctie voor reformatorisch onderwijs.

Het verenigingsleven in het dorp is gerelateerd aan de kerk. Er is geen ‘gewone’ muziekvereniging. Hierdoor hangt alles wat in het dorp aan muziek wordt gedaan samen met de ‘geestelijke’ muziek. Wel zijn er een knutselclub en voetbalvereniging die niet aan de kerk verbonden zijn.

De school en de gemeenschap geven, mede door het geloof, een traditionele invulling aan man-vrouwverhoudingen. Alle meisjes zijn verplicht een jurk of rok te dragen, en dat gebeurt ook. Veel moeders zijn huisvrouw en de vaders werken. Ook zijn er weinig kinderen met gescheiden ouders op deze school.

De school is gebouwd in de jaren negentig. Het is er ruim en licht. In 2007 komt de openbare school in dit gebouw en krijgt de gerefor- meerde school een nieuw gebouw achter de kerk. De nieuwbouw wordt gecombineerd met seniorenwoningen.

De huidige school heeft twee ingangen, een voor de onderbouw en een voor de bovenbouw. In het midden van de school ligt de centrale ruimte: het handvaardigheidlokaal. Aan de centrale ruimte grenzen de directie- en docentenkamer. In de school hangt een sfeer van

geborgenheid. Dit is onder andere te merken aan omgang tussen leerlingen en leerkrachten. Als we de school bezoeken zien we dat de leerlingen ontspannen en geconcentreerd aan het werk zijn. Hun werk wordt met zorg in school gepresenteerd. In de gang van de onderbouw hangen mooie kleurrijke appels en bomen. Die zijn op verschillende papierformaten geschilderd en hangen zorgvuldig uitgelijnd naast, onder en boven elkaar. Het zijn resultaten van een boomgaardproject in de onderbouw.

Het team bestaat uit tien fulltimers en zes parttimers. Drie full- timers en drie parttimers wonen in het dorp zelf.

Fundament en bouwstenen

voor cultuur in school

Het geloof en de cultuur

De geloofsovertuiging is leidend bij de invulling van het onderwijs op deze school. Dit heeft tot gevolg dat de school bepaalde culturele activiteiten wel doet, zoals samen zingen, en andere niet. Theater- voorstellingen bijvoorbeeld passen niet in de geloofsovertuiging van de school en de ouders. Ze hebben bezwaar tegen het onechte van toneel, het doen alsof. “ Zowel het woord als het vak drama ligt gevoelig op school. Dit wordt dan ook niet gegeven. Wel is er aandacht voor spel en beweging. Deze woorden zijn wel geaccep- teerd.

Eigenlijk zijn wij qua identiteit cultuurmijdend. Wij gebruiken alleen instrumenten die ten dienste staan van geestelijke muziek zoals orgel”, aldus de directeur. Ook ritmische muziek en dansen worden afgewezen vanwege het geloof. Muziek van na de jaren zestig wordt niet beluisterd en besproken. De dirrecteur: “In de kerk

School 5: Geloof en vertrouwen

School 5Geloof en vertrouwen

Ook vertellen de leerlingen over muzikanten op school. “Ja, in de gymzaal speelde iemand trom- pet op een tuinslag,” vertelt een jongen. “Ik heb het thuis nog wel eens geprobeerd, maar dat lukte niet.” Een meisje vertelt dat zij wel een in- strument van een pvc-buis heeft gemaakt. De kinderen praten honderd uit, ze voelen zich op hun gemak, ook in het bijzijn van de directeur en hun leerkracht.

De vier leerlingen hebben thuis een computer, maar niet allemaal internet. Een meisje heeft wel internet, maar mag alleen internetten als haar vader erbij zit. De kinderen geven aan dat ze liever buitenspelen. “De computer is wel leuk als het regent”, vertelt een jongen, “maar het regent nu niet zo veel.”

Gaan jullie allemaal naar de kerk? Alle vier de kinderen knikken.