Hoofdstuk 3: Metaforen in medische informatieve teksten
3.2 Analyse
3.2.5 ZIEKTE IS EEN KRACHT VAN BUITENAF ‐metafoor
Een op één na laatste categorisatie van metaforen in medische informatieve teksten is die van de ZIEKTE IS EEN KRACHT VAN BUITENAF‐metafoor. In deze metafoor wordt een aandoening uitgelegd aan de hand van een invloed die van buitenaf het lichaam komt. Deze metaforen lijken vooral (net zoals in de ZIEKTE IS EEN AFGESLOTEN RUIMTE‐metafoor en ZIEKTE IS EEN AFWIJKENDE LICHAMELIJKE ERVARING‐metafoor) voor te komen in de medische uitleg van ‘hoe iets voelt’. Dit is ook niet zo verwonderlijk, want wanneer een kracht op het lichaam inwerkt, geeft dit altijd een lichamelijk effect en daarmee een bepaald gevoel. Het zien van een kracht van buitenaf als oorzaak van een lichamelijke of mentale reactie, is een manier van redeneren die in ons denkpatroon vast gebeiteld zit. De lichamelijke of mentale reactie (het ‘gevoel’) wordt niet als iets gezien wat van binnenuit komt (wat in feite wel zo is), maar als een kracht van buitenaf die inwerkt. De conceptuele metafoor ZIEKTE IS EEN KRACHT VAN BUITENAF lijkt op de meer bekende EMOTION IS A FORCE‐metafoor. Deze kan verschillende vormen aannemen, zoals een kracht die vloeibaar is, iemand (letterlijk) kan breken, iets wegneemt of juist op iemand drukt: (a) “I’m overwhelmed by your expressions of love”34 (b) “He was flooded with joy when his daughter was born”35 (c) “Desperation and disgust engulfed me as I listened to Eminems songs”36 (Goatley, 2007: 202‐203) Ook in de Nederlandse taal is deze conceptuele metafoor terug te vinden: (d) “Hij heeft mijn hart gestolen” (e) “Dat is een zware last op mijn schouders” (f) “Mijn verdriet houdt me in zijn greep”
In andere talen is de EMOTION IS A FORCE‐metafoor zelfs de meest gebruikelijke manier om over emoties te spreken. Dit laten onder meer Jekale (2008) zien in de Amhaarse taal, Aksan en Kantar (2008) in de Turkse taal en Kövecses (1986) in de Hongaarse taal. Ook is het niet lastig om visuele uitingen te vinden waarin de EMOTION IS A FORCE‐metafoor getoond wordt en er dus een kracht van buitenaf zorgt voor een emotie ‐ iets wat ook aan de lichaamshoudingen en gezichtsuitdrukkingen van de afgebeelde personen te zien is: 34 “Ik word overmand door jouw uitingen van liefde” 35 “Hij werd overstroomd van plezier toen zijn dochter geboren werd” 36 “Ik werd verzwolgen door wanhoop en afschuw tijdens het luisteren naar Eminem’s liedjes”
figuur 14a figuur 14b figuur 14c
Zo zien we in de eerste afbeelding (figuur 14a) het gevoel afgebeeld wat iemand kan hebben bij hoofdpijn (iets wat verderop in deze analyse ook naar voren komt). Deze pijn blijkt niet van binnenuit te komen, maar veroorzaakt te worden door een zwaar stuk metaal dat op het hoofd ligt. Daarnaast wordt in figuur 14b de conceptuele metafoor EMOTION IS A FORCE afgebeeld, door een donkere wolk als oorzaak voor een emotie (depressie) te presenteren. Tenslotte laat figuur 14c zien hoe men zich kan voelen wanneer men zich onder zware druk voelt staan; dan ligt de zware last van de wereld op diens schouders. Wederom geven deze afbeeldingen aan dat de metafoor EMOTIE IS EEN KRACHT in het algemeen en ZIEKTE IS EEN KRACHT in het bijzonder een conceptuele metafoor is, en geen talige metafoor. Het is een manier waarop er over het ontstaan van emoties dan wel het ervaren van een ziekte wordt gedacht, waardoor deze manier van denken allerlei verschijningsvormen aan kan nemen.
Een voorbeeld van hoe deze conceptuele metafoor in de praktijk op een creatieve manier tot uiting komt, is te vinden in een brochure van het Nederlands Huisartsen Genootschap waarin het onderwerp hoofdpijn centraal staat. In onderstaande passage gaat het om een specifieke vorm van hoofdpijn, namelijk spanningshoofdpijn: Spanningshoofdpijn geeft meestal een gevoel alsof er een strakke band om het (voor‐)hoofd zit. (bron: Folder ‐ Hoofdpijn Nederlands Huisartsen Genootschap) In dit fragment wordt het gevoel van het hebben van spanningshoofdpijn uitgelegd, door dit gevoel te presenteren als het gevoel dat men zou hebben wanneer er een strakke band om het (voor‐)hoofd zit. Opvallend is dat in de uitleg van het gevoel van spanningshoofdpijn vrijwel altijd gebruik wordt gemaakt van een metafoor waarbij het gevoel als gevolg van een invloed van buitenaf ontstaat. Ook
al wordt de metafoor van de strakke band rond het hoofd niet gebruikt, dan wordt er in alle gevallen die tegengekomen zijn gesproken van een ‘knellende en drukkende pijn rond het hoofd’: (a) De pijn is meestal gering tot matig, diffuus drukkend of klemmend van aard, aan beide zijden van het hoofd. (b) Spanningshoofdpijn wordt gekenmerkt door een drukkend gevoel aan beide kanten van het hoofd, die soms gevoeld wordt als een balk boven de ogen. (c) De klachten, die vaak aan het eind van de ochtend of het begin van de middag beginnen en enkele uren kunnen aanhouden, zijn: ‐ meestal continue en soms bonzende pijn boven de ogen of in het hele hoofd; ‐ druk achter de ogen; ‐ spanning van de nekspieren;. ‐ bekneld gevoel rond het hoofd.
(d) Spanningshoofdpijn wordt gekenmerkt door een drukkende of knellende hoofdpijn rondom de schedel gedurende minuten tot vele dagen, zonder misselijkheid of braken.
(e) Spanningshoofdpijn uit zich door een drukkende of knellende hoofdpijn.
Het lijkt dan ook alsof het gevoel behorende bij spanningshoofdpijn, in ieder geval bij voorkeur ‐ maar mogelijk ook uitsluitend ‐ beschreven wordt als een gevoel alsof het hoofd bekneld is en er iets op het hoofd drukt; een kracht die van buitenaf op het lichaam werkt dus, terwijl de oorzaak van de pijn feitelijk binnenin het lichaam zit. Daarnaast kunnen we uit dit voorbeeld de conclusie trekken dat een metafoor niet altijd een voor de lezer bekende situatie hoeft te betreffen, wil deze effectief zijn. Niet iedereen die deze uitleg leest, zal namelijk eens een strakke band om het (voor‐)hoofd hebben gehad. Toch is de lezer in staat zich dit gevoel voor te stellen. Door zich in te beelden dat er een strakke band rond het hoofd zit, kan de lezer zich ook indenken wat voor gevoel dit geeft: een knellende en drukkende pijn. En dat is klaarblijkelijk het gevoel wat hoort bij het lijden aan spanningshoofdpijn.
In het verwerken van de metafoor doorloopt de lezer tenslotte een aantal stappen. Eerst wordt bij de lezer de mentale SPANNINGSHOOFDPIJN‐ruimte opgeroepen. Hierbij wordt de pijn die hoort bij het lijden aan deze aandoening gepresenteerd als de pijn die zou horen bij het trekken van een strakke band om het (voor‐)hoofd. Door deze metafoor toe te passen, ontstaat er ook een FICTIEVE ruimte. In deze ruimte wordt er namelijk een fictieve situatie gecreëerd waarbij er een strakke band om het (voor‐)hoofd zit.
.strakke band .spanning gedrukt tegen voorhoofd .pijn rond hoofd .hoofdpijn
FICTIEVE ruimte SPANNINGSHOOFDPIJN‐ruimte
.strakke band om (voor‐)hoofd .hoofdpijn BLEND figuur 15
Dit conceptuele integratiediagram maakt ook goed duidelijk dat de oorzaak (hetgeen aangegeven wordt met de pijl in de INPUT‐ruimte) achter het hebben van spanningshoofdpijn uiteindelijk alleen uit de FICTIEVE ruimte in de BLEND geprojecteerd wordt. De werkelijke oorzaak achter het hebben van spanningshoofdpijn (verkramping van de hoofd‐ en nekspieren als gevolg van factoren als stress, lawaaioverlast en vermoeide ogen) wordt in de metafoor zodanig niet genoemd. Toch zou de lezer deze oorzaak kunnen herkennen aan de benaming van de aandoening: spanningshoofdpijn. Omdat deze werkelijke oorzaak er in de metafoor echter niet toe doet, komt deze daarom ook niet in de BLEND voor. Hierdoor ontstaat er een situatie waarbij er een fictieve oorzaak bestaat voor een
realistisch probleem; iets wat overigens geen probleem moet zijn voor de lezer. Door deze fictieve oorzaak begrijpt deze namelijk hoe het voelt om spanningshoofdpijn te hebben; bij de werkelijke oorzaak (verkramping van de hoofd‐ en nekspieren) is dit moeilijker voor te stellen. Hierdoor gaat de voorkeur bij het uitleggen van het gevoel behorende bij spanningshoofdpijn dan ook uit naar een fictieve, maar eenvoudig voor te stellen oorzaak.
Een ander voorbeeld waarbij het gevoel bij het lijden aan een aandoening gepresenteerd wordt als een kracht die van buitenaf het lichaam komt, is te vinden in een uitleg van het hebben van een hartaanval:
De pijn kan aanvoelen als een licht ongerief of als een beklemmend gevoel of alsof er een olifant op de borst staat.
(bron: Website ‐ Hartaanval Medischeboeken.nl)
Hierbij wordt de mate van druk op de borstkas die gevoeld kan worden bij het krijgen van een hartaanval, gepresenteerd als een situatie waarbij er een olifant op de borstkas zou staan. Dit zou de immense druk van 3000 tot 5000 kilo opleveren. Hoewel dit, net zoals de situatie waarin een strakke band om het (voor‐)hoofd getrokken wordt, een fictieve situatie is, kan de lezer zich wel een voorstelling maken van hoe deze druk aan moet voelen. Bovendien kan de lezer aan retrieval (Steen, 1994) doen bij het echt meemaken van de aandoening, door de metafoor te gebruiken om de kennis van de ziekte op te halen. Met andere woorden, voelt iemand zich alsof er een olifant op zijn borst staat, dan zal deze de eerder opgedane kennis wat betreft het hebben van een hartaanval ophalen, omdat de conceptuele domeinen eerder al aan elkaar zijn verbonden.
Een ander voorbeeld van een manier waarop de ZIEKTE IS EEN KRACHT VAN BUITENAF‐metafoor tot uiting komt, zien we in de bijnaam die Engelstaligen aan de Ziekte van Bornholm toekennen: ‘Devil’s grip’. Deze bijnaam kent zijn oorsprong aan de eigenschappen van deze ziekte. Eén van de symptomen hierbij is namelijk een plotselinge pijn onderin de borstkas. Dit bemoeilijkt het ademhalen, waardoor er een benauwd gevoel ontstaat. Omdat deze pijn zo plotseling is en er een benauwd gevoel ontstaat, hebben patiënten het gevoel in de greep te zitten van een kracht van buitenaf het lichaam. Aangezien er maar weinig negatievere krachten voor te stellen zijn dan de duivel, is het dan ook eenvoudig verklaarbaar waarom er van de ‘Devil’s grip’ gesproken wordt.