• No results found

ZIEKTE IS EEN AFGESLOTEN RUIMTE ‐metafoor

Hoofdstuk 3:  Metaforen in medische informatieve teksten

3.2  Analyse

3.2.3  ZIEKTE IS EEN AFGESLOTEN RUIMTE ‐metafoor

In de voorgaande analyse zagen we dat de werking van diverse lichaamsfuncties uitgelegd werd door  deze te presenteren als mechanica en communicatiesystemen. Dit is echter niet de enige manier om  situaties in het menselijk lichaam begrijpelijk en inzichtelijk proberen te maken. Het gevoel dat veelal  hoort bij het ervaren van een ziekte ‐ opgesloten zitten in het lichaam ‐ blijkt namelijk ook in verband  te kunnen worden gebracht met een metafoor, door dit gevoel te presenteren als het zitten in een  afgesloten  ruimte.  Deze  conceptuele  metafoor  is  te  omschrijven  als  een ZIEKTE  IS  EEN  AFGESLOTEN  RUIMTE‐metafoor. In deze metafoor wordt gesuggereerd dat emotie (waaronder het ervaren van een  ziekte) een afgesloten ruimte is, waar men ‘in’ kan zitten. Een vergelijkbare conceptuele metafoor is  de EMOTIES ZIJN VLOEISTOFFEN IN EEN AFGESLOTEN RUIMTE‐metafoor, waarbij emoties juist als vloeistoffen in  een  afgesloten  ruimte  gepresenteerd  worden.  Deze  metaforen  zijn  onder  meer  beschreven  door  Kövecses (o.a. 2000, 2005). Kövecses liet zien dat de AFGESLOTEN RUIMTE‐metafoor in combinatie met  emotie  in  de  Engelse  taal  op  twee  manieren  werkt,  namelijk  als EMOTIE  IS  EEN  AFGESLOTEN  RUIMTE‐ metafoor en EMOTIES ZIJN VLOEISTOFFEN IN EEN AFGESLOTEN RUIMTE‐metafoor: 

 

(a) “I’m in love”24       EMOTION IS A CONTAINER        (Kövecses, 2000: 52)  (b) “His pent‐up anger welled up inside him”25    EMOTION IS FLUID IN A CONTAINER   (Kövecses, 2005: 40)         (c) “He was bursting with anger”26 

(d) “When I told him, he just exploded”27             Maar ook in de Nederlandse taal komen we deze conceptuele metaforen tegen: 

(e) “Hij zit in een depressie “      EMOTIE IS EEN AFGESLOTEN RUIMTE 

(f) “Ik kook van woede”        EMOTIES ZIJN VLOEISTOFFEN IN EEN AFGESLOTEN   (g) “Zij moet even stoom afblazen”     RUIMTE 

(h) “Hij loopt over van verliefdheid” 

Dat dit werkelijk een algemene manier is om over emotie (bij het ervaren van een ziekte) te denken,  blijkt  bovendien  ook  uit  de  afbeeldingen  op  de  volgende  pagina.  De  eerste  twee  afbeeldingen  zijn  voorbeelden  van de metafoor EMOTIE  IS  EEN  AFGESLOTEN  RUIMTE. Hierbij wordt op figuur 11a de geest  gepresenteerd als een klein mannetje dat opgesloten zit in het hoofd, dan wel lichaam. Ook op figuur  11b zien we het gevoel opgesloten te zitten in het eigen lichaam afgebeeld worden, door de schaduw  van  de  persoon  als  gevangenistralies  te  presenteren.  Daarnaast  is  op  de  laatste  figuur  (figuur  11c)         24 Letterlijke vertaling: “Ik zit in liefde” (“Ik ben verliefd”)  25  “Zijn opgekropte woede vulde hem van binnen”  26  “Hij barstte van woede”  27 “Toen ik het hem vertelde, explodeerde hij” 

een welbekend voorbeeld van de metafoor EMOTIES ZIJN VLOEISTOFFEN IN EEN AFGESLOTEN RUIMTE te zien;  hier wordt boosheid gepresenteerd als een kokende vloeistof in het lichaam.  

             

figuur 11a                figuur 11b      figuur 11c 

De  reden  achter  het  zien  van  een  emotie  als  een  (vloeistof  in)  een  afgesloten  ruimte,  is  volgens  Lakoff en Johnson: “Each of us is a container, with a bounding surface and an in‐out orientation. We 

project our own in‐out orientation onto other physical objects that are bounded by surfaces. Thus we  also view them as containers with an inside and outside.”28 (Lakoff en Johnson 1980: 29).  

In onderstaand voorbeeld hoe een aandoening uitgelegd kan worden aan de  hand van een  dergelijke ZIEKTE IS EEN AFGESLOTEN RUIMTE‐metafoor: 

 

Het  voelt  alsof  je  in  een  sauna  van  40  graden  zit  en  er  niet  meer  uit  kan.  Een  typisch geval van een opvlieger.  (bron: Website ‐ Acht hulpvolle tips tegen opvliegers   Happymoms.nl)    Een korte medische uitleg zou in sommige (eenvoudige) gevallen in feite voldoende informatie voor  lezers zijn om deze aandoening te kunnen begrijpen. Door simpelweg te stellen dat een opvlieger een  plotselinge  temperatuurswisseling  in  het  lichaam  is,  is  de  aandoening  feitelijk  al  beschreven.  Toch  kan  bovenstaande  metafoor,  waarbij  gesteld  wordt  dat  het  hebben  van  een  opvlieger  gezien  kan  worden als het opgesloten zitten in een sauna, meer inzicht verschaffen in de aandoening. Dit inzicht  ontstaat door een gevoel bij de lezer op te roepen dat al bekend is. Iedereen heeft wel eens in een  sauna gezeten of weet tenminste wat een sauna is en begrijpt daarom ook wat deze omstandigheid  met  het  lichaam  doet.  Het  lichaam  gaat  transpireren,  het  hart  begint  sneller  te  kloppen  en  de  lichaamstemperatuur stijgt. De mentale ruimte die bij de lezer wordt opgeroepen, de SAUNA‐ruimte,  is  dan  ook  niet  door  middel  van  de  bovenstaande  metafoor  ingevuld,  maar  heeft  zijn  entiteiten  te        

28

 “Ieder van ons is een afgesloten ruimte, met een begrensde buitenkant. We projecteren onze binnen‐buiten  oriëntatie  op  andere  fysieke  objecten  die  gebonden  zijn  aan  buitenkanten.  Daarom  zien  wij  ze  ook  als 

danken aan een eerdere ervaring en/of algemene kennis die de lezer heeft opgedaan. Op die manier  maakt de lezer de structuur zelf compleet (completion). Door vervolgens te stellen dat het zitten in  een  sauna  dezelfde  ervaring  oplevert  als  het  hebben  van  een  opvlieger,  kan  de  lezer  de OPVLIEGER‐ ruimte invullen. Dit door de entiteiten die te maken hebben met de effecten van een sauna op het  lichaam uit de SAUNA‐ruimte te kopiëren naar deze ruimte, en verbindingen tussen de twee mentale  ruimtes te leggen. Door dit te doen, ontstaat er een hechte samenvoeging van verbindingen (web) en  daarmee  bij  de  lezer  het  inzicht  dat  de  effecten  van  een  opvlieger  op  het  menselijk  lichaam  te  vergelijken zijn met die van een sauna. Wat het slagen van de metafoor vervolgens compleet maakt,  is  het  leggen  van  de  nadruk  op  het  feit  dat  men  in  de  voorgestelde  situatie  niet  uit  de  sauna  kan  komen. Dit is voor de metafoor erg belangrijk, omdat het zitten in een sauna normaal gesproken niet  in verband wordt gebracht met een situatie waarin men zich niet prettig voelt, maar men juist voor  ontspanning  zit.  Bovendien  kan  de  keuze  gemaakt  worden  om  regelmatig  in  en  uit  de  sauna  te  stappen.  Door  een  situatie  te  schetsen  waarbij  de  lezer  opgesloten  zit  in  deze  sauna,  wordt  de  nadruk gelegd op het feit dat men tegen de zin in en zonder enige controle de effecten ondergaat  van deze ruimte, en het dus warm krijgt, gaat transpireren, hartkloppingen krijgt en het bloed naar  het hoofd stijgt, zonder dat daar zelf de keuze voor gemaakt wordt en er de mogelijkheid is om uit de  ruimte te stappen.     Een goede manier om de effectiviteit van de metafoor te bewijzen, is om af te vragen hoe de  kwaal op een andere manier uitgelegd had kunnen worden. Zoals eerder gesteld was het uitleggen  van de kwaal door te zeggen dat een opvlieger een plotselinge temperatuursverhoging in het lichaam  is,  feitelijk  gezien  voldoende  informatie  geweest  om  deze  aandoening  te  kunnen  begrijpen.  Een  metafoor  zorgt  er  echter  voor  dat  deze  vrij  abstracte  informatie  omgezet  wordt  in  een  situatie  die  voor  de  ontvanger  herkenbaar  is.  Toch  zou  niet  iedere  metafoor  over  een  situatie  waarin  een  plotselinge  temperatuurswisseling  centraal  staat,  even  effectief  zijn.  Was  het  ervaren  van  een  opvlieger  bijvoorbeeld  gepresenteerd  als  het  gevoel  dat  men  zou  hebben  bij  het  verblijven  in  de  Saharawoestijn (een andere plek die soms erg heet kan zijn), dan geeft dit een minder goed inzicht in  hetgeen ervaren wordt bij het lijden aan deze kwaal. Ten eerste mist de gemiddelde lezer de ervaring  van het verblijven in een dergelijke woestijn, waardoor het iets moeilijker zou kunnen zijn om voor te  stellen hoe dit zou voelen. Ten tweede is de Sahara een open ruimte waarin bewogen kan worden,  waar ook andere mensen zijn die dezelfde hitte ervaren en waarin men niet plotseling terecht komt.  Bovendien zou een woestijn ook met andere effecten op het lichaam geassocieerd kunnen worden,  zoals nachtelijke kou en een tekort aan drinkwater. Dit terwijl een sauna per definitie heet is en deze  andere eigenschappen niet heeft. Deze overige eigenschappen van de Sahara hebben niets met het  hebben  van  een  opvlieger  te  maken,  wat  voor  verstoring  van  de  werking  van  de  metafoor  zou  kunnen  zorgen.  De  elementen  van  beide INPUT‐ruimtes  zouden  dan  ook  niet  geheel  met  elkaar 

overeenkomen,  waardoor  dit  voorbeeld  niet  aan  het  topology  principe  zou  voldoen  en  het  web  principe te zwak zou zijn. De metafoor van de sauna waarin de lezer opgesloten zit is op die manier  effectiever,  omdat  er  weinig  of  geen  eigenschappen  zijn  die  de  werking  van  de  metafoor  zouden  kunnen verstoren. Bovendien is het opgesloten zitten in een sauna een situatie waarin alleen degene  die  in  de  ruimte  zit  last  heeft  van  de  plotselinge  temperatuurswisseling;  mensen  daarbuiten  lopen  immers in de normale temperatuur rond en ervaren deze plotselinge wisseling van temperatuur niet.  Dit  opgesloten  zitten  in  een  ruimte  die  afgesloten  is  van  andere  mensen  en  waarbij  er  niet  voor  gekozen kan worden om de ruimte te verlaten, zorgt ervoor dat de metafoor heel effectief kan zijn in  het uitleggen van de effecten van een opvlieger op het lichaam.  

 

  opgesloten    .ik               .geest     opgesloten           in                         in         .sauna             .lichaam                                          .effecten op lichaam:               .effecten op lichaam:        hogere lichaamstemperatuur         hogere lichaamstemperatuur          hartkloppingen             hartkloppingen        transpireren              transpireren             

      SAUNA‐ruimte                   OPVLIEGER‐ruimte          

            .ik = .geest en .lichaam        opgesloten                            in         .sauna = .lichaam                 .effecten op lichaam:          hogere lichaamstemperatuur                            hartkloppingen                         transpireren          BLEND                  figuur 12    In bovenstaand conceptuele integratiediagram is te zien dat er een scheiding gemaakt wordt tussen  lichaam en geest; ofwel een split of the self. De geest ‐ de entiteit die de emotie voelt ‐ ervaart het  lijden  aan  een  opvlieger  namelijk  als  een  opsluiting  in  het  eigen  lichaam.  Omdat  een  opvlieger  negatieve  effecten  heeft  op  het  lichaam  en  daarmee  een  negatieve  ervaring  veroorzaakt  voor  de  geest,  wil  de  ‘emotionele  zelf’  uit  dit  lichaam  ontsnappen.  Dit  is  echter  onmogelijk,  waardoor  de  emotie van het opgesloten zitten ontstaat. Daarnaast is in dit diagram ook weer te zien dat selectieve 

projectie een belangrijk onderdeel is in het slagen van de BLEND en daarmee de metafoor. Het feit dat 

een  sauna  een  ruimte  van  hout  is,  waar  water  op  hete  kolen  wordt  gegooid  en  voor  ontspanning  dient, doet er in de BLEND niet toe. Alleen de effecten van een sauna op het lichaam en het feit dat 

Daarnaast valt op dat er door het presenteren van het lichaam als een sauna waarin men opgesloten  zit,  het  gevoel  van  ‘opgesloten  zitten’  in  de BLEND  ook  gekoppeld  wordt  aan  het  lichaam.  De  conceptuele domeinen van een sauna en het lichaam worden dus niet alleen geïntegreerd, maar ook  het gevoel wat hoort bij opgesloten zitten (in een sauna vs. in het eigen lichaam). Dit wordt wederom  door  de  lezer  zelf  gedaan;  de  structuur  wordt  compleet  gemaakt  door  middel  van  completion.  Een  bijkomstig voordeel van deze specifieke metafoor, is dat de lezer in de toekomst aan retrieval (Steen,  1994) kan doen. Op het moment dat de lezer zelf een opvlieger krijgt, kan zij haar gevoel relateren  aan de metafoor die ze in het verleden heeft gelezen: opgesloten zitten in een sauna. Op die manier  kan  ook  de  medische  informatie  (het  equivalent  van  de  metaforische  omschrijving)  teruggehaald  worden, waardoor het besef ontstaat dat dit om een opvlieger moet gaan.    

De  ZIEKTE  IS  EEN  AFGESLOTEN  RUIMTE‐metafoor  er  één  die  relatief  weinig  in  medische  informatieve  teksten  voorkomt.  Toch  wordt  er  ook  in  andere  contexten  over  ziektes  gesproken  waarbij de aandoening gezien wordt als de emotie van het gevangen zitten in een afgesloten ruimte.  Een goed voorbeeld hiervan zien we in de bespreking van een informatieve film (Vleugellam) van de  Afasievereniging:     ‘Vleugellam’ vertelt het verhaal van mevrouw Kanters die getroffen wordt door  afasie, vanwege een hersenletsel. Zij heeft een motorongeluk gehad en belandt  in het ziekenhuis op de afdeling neurologie. Van het ene op het andere moment  heeft  zij  grote  moeite  met  spreken,  lezen  en  schrijven.  Beroofd  van  het  belangrijkste  communicatiemiddel  van  de  mens,  de  taal,  is  zij  ‘vleugellam’  geworden  en  voelt  alsof  zij  in  een  kooi  gevangen  zit  waaruit  ze  wil  uitbreken,  maar niet kan. 

(bron: Website ‐ Vleugellam  Afasievereniging)   

Een patiënt die aan afasie lijdt heeft blijkbaar het gevoel in een kooi ‐ wat in feite haar eigen lichaam  is  die  het  voor  haar  onmogelijk  maakt  om  met  de  buitenwereld  te  communiceren  ‐  gevangen  te  zitten waaruit ze wil  uitbreken, maar niet kan. Patiënten  die aan opvliegers lijden en  patiënten  die  aan afasie lijden voelen zich in beide gevallen klaarblijkelijk opgesloten in een ruimte die hun eigen  lichaam  blijkt  te  zijn.  Denken  op  een  dergelijke  manier  is  iets  wat  aan  een  conceptuele  metafoor  verbonden  is  en  die  daarmee  dus  de  basis  vormt  voor  bovenstaande  creatieve  metaforen29.        

29 De ZIEKTE  IS  EEN  AFGESLOTEN  RUIMTE‐metafoor  komen  we  ook  tegen  in  een  televisiecommercial  van  Stichting  Stop Hersentumoren. Dit wervende spotje kan niet als een medische informatieve tekst worden beschouwd,