• No results found

natuur, vroeger en nu

2.2 Zeenatuur en beleid

2.2.1 Het verdwijnen van de natuurlijke dynamiek

Om de veiligheid te verhogen is de Nederlandse kustlijn verkort, zodat deze beter is te beschermen. Met het gereedkomen van de Deltawerken is de Noordzee grotendeels buitengesloten en zijn er nog slechts twee estuaria (getijdengebieden) over: de westerschelde en de eems. Dit belemmert het ecologische functioneren van de estuariene overgangen en heeft bestaande problemen met de waterkwaliteit verergerd. Dit is zichtbaar in de Zeeuwse delta, waar de effecten van de afsluitingen negatiever uitpakten dan voorzien door het wegvallen van getijden en het verdwijnen van zoet- zoutgradiënten. Bij het huidige beleid gaat de kwaliteit van de deltawateren achteruit (zie ook Programmabureau Zuidwestelijke Delta 2011).

Vandaag de dag zijn er plannen voor estuarien herstel, zoals voor de Grevelingen (getijdeherstel), het Veerse Meer (zoutherstel) en het Kierbesluit voor het Haringvliet. Het kust- en duinbeheer is nu meer gegrondvest op natuurlijke dynamiek en ecologische

twee

processen en doelen. Natuurlijke processen (aangroei, afslag, verstuivingen) worden geaccepteerd of zelfs verkozen in de zeewerende duinen, en geprobeerd wordt de kustverdediging te baseren op zachte natuurlijke materialen en sedimentatieprocessen. Zo worden zandsuppleties zo veel mogelijk op de vooroever gedaan, worden dijken als de Hondsbosche zeewering ingepakt in zand en is er de zandmotor bij Delfland.

2.2.2 Het gebruik van de Noordzee

De zee lijkt ‘leeg’, maar de Noordzee en de kustwateren worden intensief gebruikt; de Noordzee is wellicht een van de intensiefst gebruikte zeeën. Dat zal in de nabije toekomst niet verminderen, maar de aard van het gebruik verandert wel, zowel kwalitatief als kwantitatief.

Van oudsher zijn visserij en scheepvaart de vrije gebruikers van de Noordzee. In en na de jaren zeventig van de vorige eeuw namen de olie-, gas- en zandwinning toe, en

tegenwoordig worden er vissen, schelpdieren en planten geteeld (aquacultuur) en staan er windmolens. Visserij en offshoreactiviteiten nemen in belang af, terwijl de aandacht voor natuur, windenergie en zandwinning toeneemt. De hogere olieprijs stimuleert een efficiëntere benutting van de bestaande platforms; de scheepvaart neemt toe door de stijging van transport en handel; de kustverdediging vraagt steeds meer zand. De zee kan duurzaam ecosysteemdiensten leveren: wind en andere vormen van duurzame energie, visserij en aquacultuur en de natuurlijke sedimentatie van delen van het kustsysteem.

Het milieu- en waterkwaliteitsbeleid heeft ook op zee tot resultaat geleid. De eerste beweging was die in de olie- en gassector, vooral als het gaat om de lozingen van boorspoeling. er zijn forse reducties in de lozingen bereikt en de waterkwaliteit is sterk verbeterd. Hier heeft de natuur in zee zonder twijfel baat bij gehad, omdat erger is voorkomen en omdat een (voorzichtig) herstel merkbaar is. Niet overal worden de streefwaarden en normen gehaald, al zijn de meeste waarden flink gedaald. Hoewel de verbetering van de milieukwaliteit ook positieve effecten heeft gehad op de

natuurkwaliteit, is deze kwaliteit nog laag ten opzichte van een ongerepte, natuurlijke situatie (figuur 2.2).

De vele estuariene overgangen zorgden voor een gelijkmatige verdeling van voedings- stoffen (nutriënten) langs de Nederlandse kust. tegenwoordig leiden de rivierstromen deze voedingsstoffen via de Nieuwe waterweg linea recta in een geconcentreerde pluim in de kustzone. Dit mechanisme heeft de problematiek van de vergroting van de voedselrijkdom (eutrofiëring) versterkt. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw was de gehele kust sterk geëutrofieerd, met overdadige algenproductie en soms met zuurstofloosheid tot gevolg. Door zuivering en mestwetgeving is de kwaliteit van het zeewater verbeterd; zo sterk dat er discussie is over de teruglopende productiviteit van de zee.

In het beleid voor zeenatuur is sprake van een duidelijke omslag in beleid. Algemene kenmerken in die beleidsveranderingen zijn een ecosysteembenadering en de

twee

twee

verduurzaming van gebruik. Het ruimtelijk beleid en het specifiek natuurbeleid voor zee is pas van veel later datum dan dat voor het land. De Noordzee is als ‘natuurgebied’ erkend in het rijksbeleid (in de ecologische Hoofdstructuur is de Noordzee het grootste aaneengesloten gebied), maar tot voor kort was er geen actief gebiedsgericht

natuurbeleid, mede omdat de Noordzee een economische gebruiksruimte is. De status van de Noordzee als natuurgebied was niet eenduidig en is na 2005 duidelijker geworden doordat toen gestart is met het proces dat moet leiden tot de aanwijzing van Natura 2000-gebieden in zee. De doelen voor deze gebieden en de consequenties daarvan voor gebruikers zijn echter nog niet definitief. een lastig punt hierbij is het gebrek aan kennis over de vroegere en huidige zeenatuur en de effecten van gebruik op die natuur.

terwijl er op het terrein van vervuiling grote vooruitgang is geboekt, lijkt voor de toekomst juist verstoring (door de bouw van windparken, door zandwinning en -suppleties en scheepvaart) de grootste bedreiging te gaan vormen voor de Noordzee. windparken hebben positieve effecten omdat er niet gevist mag worden en de vispopulaties zich daar dus weer kunnen herstellen. De pijlers van de windmolens zijn

Figuur 2.2 Algen Hogere planten Bodemfauna Vissen Vogels Zoogdieren Gemiddeld1) 0 20 40 60 80 100 % van ongerepte, natuurlijke situatie

Noordzee

Natuurkwaliteit zoute wateren, 2000 – 2007

1) Exclusief hogere planten wegens beperkte representativiteit

Algen Hogere planten Bodemfauna Vissen Vogels Zoogdieren Gemiddeld 0 20 40 60 80 100 % van ongerepte, natuurlijke situatie

Delta

Bron: PBL (2008)

De huidige natuurkwaliteit van de Noordzee en de deltawateren is ongeveer de helft van die in een ongerepte, natuurlijke situatie.

twee

hard substraat waar diverse bodembewonende soorten zich aan kunnen hechten. Dergelijke soorten zijn in omvang achteruit gegaan omdat natuurlijk hard substraat, zoals stenen, is verdwenen.

een ontwikkeling van de laatste jaren is dat voor problemen die op het land moeilijk kunnen worden opgelost, naar de zee wordt gekeken. een voorbeeld is het opwekken van windenergie. Voorstellen om dit op het land te doen, leveren dikwijls veel maatschappelijke discussie op. Dat is een van de redenen om windturbines in zee te bouwen. Nog sterker geldt dit voor de opslag van kooldioxide (CO2). Nadat dit op het land is afgewezen, onder andere naar aanleiding van discussies in Barendrecht, wordt nu geopperd om de zeebodem voor CO2-opslag te gebruiken.

2.3 Internationale context: duurzaamheidsdenken schiet