• No results found

Waar plaatsen we de woning?

4. T HUIS OPNIEUW VORMGEGEVEN DOOR GRENZEN : CONCLUSIES 1 C ONCLUSIES

4.1.2 Z ORG EN FAMILIE RELATIES ALS GRENZENWERK

Het samenwonen van het volwassen kind en de oudere brengt naast deze overwegingen over de fysieke elementen ook veel teweeg omtrent familie relaties en zorg. De beslissing om te gaan samenwonen vraagt automatisch van de familie dat er mogelijke zorgtaken bij kunnen komen. En in een aantal gevallen is dit al aan de orde. Ook binnen deze sociale kant van samenwonen wordt grenzenwerk gebruikt om de woonsituatie vorm te geven en te doen slagen. Er worden zowel grenzen opgeheven en veranderd of opnieuw opgesteld. Dit opheffen van grenzen gebeurt binnen deze sociale kant niet altijd bewust. Zo overschrijden een afnemende gezondheid, onverwachte zorgtaken deze grenzen zonder dat de betrokkenen daar invloed op hebben. Daarnaast worden de rolverdelingen minder duidelijk door het samenwonen waardoor de markering wie welke

verantwoordelijkheden heeft minder zichtbaar is. Dit leidt ook tot het opheffen van bepaalde rolverdelingen. Daar staat tegenover dat de familieleden op andere momenten duidelijk aangeven waar hun limiet ligt om controle te behouden over de woonsituatie. De familieleden maken afspraken over hoe binnen de woonsituatie de verdelingen liggen ten opzichte van

verantwoordelijkheden en relaties. Daarnaast onderhandelen zowel de familieleden die

zorgverlening ontvangen en geven, in welke mate lichaamswerk wordt uitgevoerd en door wie. Naast dat thuis moet worden hervormgegeven na het eerste moment van ontwrichting; het

samenwonen, is dit een voortdurend proces. In dit onderzoek is het gebruik van grenzenwerk als een manier om hiermee om te gaan belicht. De verschillende motivaties die achter het dan wel opheffen of maken van grenzen liggen, illustreren de visie van diegene op thuis. Om voor de familieleden deze ontwrichting te stabiliseren en om vervolgens de twee condities van thuis na te streven is

grenzenwerk nodig. Door grenzen om op die manier een veilige haven te creëren door aan te geven wie daar wel bij horen en wanneer. Deze veilige haven is wat Duyvendak (2009) als haven

definieerde. Door beslissingen te nemen over hoe de woonoplossing wordt uitgevoerd, zoals de plaats en locatie van een mantelzorgwoning, wordt deze veilige haven behouden. Maar ook door juist de nabijheid van elkaar op te zoeken wordt voor sommige families gewerkt aan hun haven. Het beperken en controle houden over onverwachte zorgtaken, of wie die zorgtaken uitvoeren is een volgende manier om deze veilige haven te creëren. Deze bemiddeling van zorg is voornamelijk wanneer het gaat over de vieze kant van zorg. Om aan de tweede conditie van thuis te werken,

52

Heaven heeft te maken met hoe die fysieke afstand op bepaalde moment je eigen plek creëert, dat

binnen de woonsituatie ruimte is om jezelf te zijn. De activiteiten die door het samenwonen erbij komen, worden soms geaccepteerd en daarmee toegevoegd aan hun heaven. In veel gevallen werden bepaalde zorgtaken geweerd uit iemands verantwoordelijkheid. De nabijheid van elkaar en zorg zijn de achterliggende aspecten die het hervormgeven van thuis vergt. Eén van de manieren om dit te kunnen bewerkstelligen is het opheffen en maken van grenzen.

4.2D

ISCUSSIE

Dit onderzoek is uitgevoerd in Nederland onder zeven families. Deze families kunnen of konden het zich veroorloven om samen te wonen met elkaar en op deze manier het soort ouderenzorg

realiseren waar de Nederlandse overheid op aanstuurt. We blijven hierdoor zitten met vragen die betrekking hebben op hoe een dergelijke woonsituatie wordt ervaren door families die hun ideale situatie niet kunnen realiseren. In dit onderzoek beschikken de families over de middelen die zij nodig achtten om de woonsituatie zo te realiseren dat het aansluit bij een mate van bereidheid tot samenwonen. De overheid vraagt ondertussen van de burgers dat deze initiatieven meer worden gerealiseerd. Echter, de vraag blijft welke impact dit heeft wanneer de realisatie zodanig thuis van mensen ontwricht, dat het te belastend wordt. Of wat te denken van de financiële middelen die niet iedereen heeft. Een mantelzorgwoning van PasAan is niet betaalbaar voor iedereen, het verbouwen van een gedeelte van het huis zal ook niet altijd mogelijk zijn. Het is daarom belangrijk om meer onderzoek te doen naar de haalbaarheid van dit soort woonoplossingen binnen de ouderenzorg. Voor analytische redenen is deze thesis opgedeeld in een hoofdstuk over grenzenwerk in fysieke elementen en een hoofdstuk dat aandacht besteedt aan de sociale aspecten zoals onder andere zorg. Echter in de realiteit is deze scheiding tussen de twee niet bestaand. Deze twee overlappen,

beïnvloeden, en behoren bij elkaar in het gezamenlijk hervormgeven van thuis voor de betrokken familieleden. In deze thesis is dit al eerder benadrukt, maar het analyseren van de data zonder deze verdeling zou meer tijd en context vergen. Tot op zekere hoogte is dit wel door De La Cuesta & Sandelowski (2005) gedaan door hun benadering van de materiële cultuur lens. In hun onderzoek naar dementie en zorg illustreren zij hoe een thuisomgeving verandert van de zorgverleners wanneer zij een familielid in hun huis opnemen om zo zorg te kunnen verlenen. Echter blijft hun benadering voornamelijk gefocust op de praktische veranderingen door het veranderen van de functies een huis; de hybrisatie. Dit wil zeggen dat naast dat een huis een plek is waar het familieleven zich afspeelt, door de komst van dementerende het huis ook de functie krijgt als klinische zorgverlening. Naast dat deze hybridisatie van het huis invloed heeft op de sociale relaties tussen de familieleden (zoals beschreven door De La Cuesta & Sandelowksi, 2005) zal dit ook hun thuis beïnvloeden. De overlap tussen de fysiek en sociale grenzen zou in een vervolg onderzoek een belangrijker aspect kunnen zijn.

53 Vervolgonderzoek naar deze twee aspecten kan op die manier bijdragen aan een beter begrip van de impact van mantelzorg op families.

Het laatste discussiepunt heeft betrekking op het concept thuis. Een van de aanvullende manieren om een aanknopingspunt te hebben in het praten over thuis was de foto elicitatie (opheldering door middel van foto’s). Na het eerste bezoek heb ik de families nogmaals opgebeld om te vragen naar een tweede bezoek. Afhankelijk van de situatie heb ik of voor dit tweede bezoek, of indien er een derde bezoek zou zijn (of gepland stond) aan het einde van het tweede bezoek gevraagd of de familieleden met één tot vijf foto’s zouden kunnen vastleggen wat voor hen thuis is. Hierbij ben ik zelf niet verder ingegaan op wat thuis is, om zo weinig mogelijk invloed te hebben op wat ze fotograferen. Dit was echter soms moeilijk wanneer de respondenten hier specifiek naar vroegen. Waarop ik alsnog probeerde om zo weinig mogelijk los te laten, door bijvoorbeeld te zeggen dat ik benieuwd ben naar waar zij zich thuis voelen of waar zij aan denken als ze aan thuis denken. Deze foto elicitatie is voornamelijk gebruikt om materiaal te hebben om over thuis te beginnen en een eerste indruk te krijgen van hoe de respondenten hier naar kijken.