• No results found

opdracht 10

Bekijk op bladzijde 82 van het lesboek bron 13.

10a Wat ligt er op de kar die de mannen trekken?

10b Bedenk waar de mannen en de vrouw heen gaan.

10c Bommenwerpers zijn voor het eerst in 1914 gebruikt. In de Tweede Wereldoorlog werden

opdracht 11

Lees op bladzijde 82 van het lesboek de tekst

‘Jodenvervolging’.

11a Bijna iedereen die de Ariërverklaring kreeg, vulde hem in. Waarschijnlijk dachten de

11b Noem drie andere anti-Joodse maatregelen die de Duitsers namen.

11c Wat was het uiteindelijke doel van al die maatregelen?

opdracht 12

Bekijk op bladzijde 82 van het lesboek bron 14.

12a Wat voor gebeurtenis zie je op bron 14?

12b Bedenk wat er zal gebeuren met de mensen die in de rij staan.

12c Bedenk wat er zal gebeuren met de man die probeert te ontsnappen.

Wist je dat?

Het zuiden van Nederland in de herfst van 1944 werd bevrijd, maar dat het noorden pas in mei 1945 werd bevrijd?

Het noorden eerst nog een verschrikkelijke hongerwinter moest doormaken voordat het in mei 1945 werd bevrijd?

5 - 2 - 1 - 3 - 6 - 7 - 4 - 8

Huisraad.

Bijvoorbeeld: naar familie, naar een ruimte waar vluchtelingen worden opgevangen.

De verwoestingen door de oorlog werden nog groter. Steden werden door bommen verwoest en burgers kwamen om.

De Duitsers wisten wie Joods was, ze ontsloegen hierna Joden die ambtenaar/onderwijzer waren.

Joodse ambtenaren/onderwijzers werden ont-slagen. Joden mochten niet met het openbaar vervoer. Bepaalde plekken werden verboden.

Het dragen van een Jodenster werd verplicht.

De Joden oppakken en vermoorden.

Joden worden opgepakt door de Duitsers.

Ze worden waarschijnlijk naar Westerbork gestuurd en van daaruit naar een

concentratiekamp, waar zij worden gedood.

Hij zal waarschijnlijk meteen weer gepakt worden en dan de doodstraf krijgen.

24

opdracht 13

Lees de tekst in figuur 4.

13a Onderstreep de boodschap die de Duitse overvalwagens lieten horen.

13b Wat bedoelden de Duitsers met ‘aftocht’?

13c Denk je dat het meisje heeft geweten wat de Duitsers bedoelden met ‘aftocht’?

13d Hoe slaagt het meisje erin om de oorlog te overleven?

13e Het is een wonder dat het meisje het heeft overleefd. Bedenk wat er mis had kunnen gaan.

13f Haar ouders en zus zaten ondergedoken. Wat is er met hen gebeurd?

13g Leg uit dat de oorlog voor dit meisje niet voorbij was in 1945.

opdracht 14

Lees op bladzijde 83 van het lesboek de tekst

‘Dagelijks leven’.

Welke gevolgen had de bezetting voor:

14a het bestuur van Nederland?

14b de pers?

14d voedsel?

14e gebouwen en infrastructuur?

opdracht 15

Bekijk op bladzijde 83 van het lesboek bron 15.

15a Wanneer is deze foto gemaakt?

15b Waaraan heeft dit gezin gebrek?

Figuur 4

Op de vlucht

20 juni 1943. Ik ben een Joods meisje van

Dat ze de Joden zouden oppakken en naar een concentratiekamp brengen.

Waarschijnlijk wel, ze liep gevaar door te vluchten en toch doet ze het. Ze moet wel geweten hebben dat haar iets vreselijks te wachten stond.

Ze vlucht en houdt zich verborgen voor de Duitsers, ze neemt een nieuwe naam aan en krijgt een baan bij een dominee in een dorp.

De Duitsers hadden haar kunnen aanhouden, de mensen in het dorp hadden haar kunnen verraden.

Ze zijn opgepakt en vermoord in concentratie-kampen.

Ze had de oorlog overleefd, maar ze heeft haar hele gezin verloren. Het verdriet om zo’n groot verlies gaat nooit over.

De Duitsers werden de baas in Nederland. Alle partijen werden verboden, behalve de NSB.

De Duitsers controleerden de pers, er waren alleen berichten die gunstig waren voor henzelf. Dat heet propaganda.

Mannen werden verplicht in Duitsland te gaan werken.

Er was tekort aan voedsel en andere spullen.

Er werd veel schade aangericht aan gebouwen en infrastructuur.

Tijdens de winter van 1944.

Goede warme kleding, schoenen, dekens, waar-schijnlijk ook eten en brandstof, maar op de foto is wel wat brandhout te zien en wat eten.

Thema 10 Europa Blok 2 Tweede Wereldoorlog

25

opdracht 16

Lees de tekst in figuur 5.

16a Onderstreep wat er voor deze persoon niet veranderde tijdens de oorlog.

16b Onderstreep wat er voor deze persoon wel veranderde tijdens de oorlog.

16c Wat was het ergste gevolg van de oorlog waar deze persoon iets van merkte?

16d Vergelijk de belevenissen van het meisje uit figuur 4 en het kind uit figuur 5.

opdracht 17

Lees nogmaals de tekst in figuur 5.

Lees op bladzijde 148 van het lesboek vaardigheid 7 Bronnen gebruiken.

17a Stel je doet onderzoek naar het dagelijks leven in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Is deze bron dan bruikbaar?

17b Is deze bron betrouwbaar?

17c Deze bron alleen is niet voldoende om je onder-zoeksvraag te beantwoorden. Bedenk wat voor

opdracht 18

Lees op bladzijde 83 van het lesboek de tekst

‘Meedoen of verzet?’.

Lees de tekst in figuur 6.

18a Onderstreep welke straf er stond op het hebben van een radio.

18b Welk begrip vind jij het best passen bij deze bron?

Kies uit: verzet – propaganda – onderduikers.

Leg je antwoord uit.

Figuur 5

Oorlog op het platteland bij Den Haag

‘De eerste oorlogsjaren gingen vrij rustig voorbij.

Figuur 6

Tijdens de Duitse bezetting werden radio’s

De hongerwinter.

Het meisje uit figuur 4 liep zelf gevaar, maar overleefde wonderbaarlijk de oorlog. Het kind uit figuur 5 merkte zelf niet veel van de oorlog.

Ja, want hij gaat over wat een meisje merkte van de oorlog.

Ja, het meisje wil vertellen hoe haar eigen belevenissen waren tijdens de oorlog. Ze zal niet expres dingen zeggen die niet waar zijn.

Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: foto’s uit die tijd, verslagen van andere mensen (ook van volwassenen) uit andere plaatsen. Verslagen van de Duitsers.

Eigen antwoord, zie voorbeelden op pagina 30.

26

opdracht 19 verdieping

Een Nederlandse ambtenaar had al voor de oorlog een persoonsbewijs bedacht dat heel

19a Leg uit wat het doel was van het verplichte persoonsbewijs.

19b Waarom was het voor het verzet een groot probleem dat het persoonsbewijs zo moeilijk was te vervalsen?

19c Wat is jouw mening over wat deze ambtenaar heeft gedaan?

opdracht 20

De meeste Nederlanders kozen niet voor

meedoen en ook niet voor verzet. Zij probeerden

opdracht 21

Bekijk op bladzijde 81 van het lesboek bron 12.

a

gebruik de atlas.

21a Welke huidige landen veroverde Japan in 1942?

gebruik gB 200 (BB 122).

21b Japan bezit weinig grondstoffen om zelf energie op te wekken voor de industrie. Welke

21c In 2011 werd Japan getroffen door een hevige aardbeving, gevolgd door een tsunami. Daarbij

21d Wat moet Japan volgens jou doen?

Dan wisten de Duitsers altijd wie je was.

Om Joden en andere mensen waar de Duitsers jacht op maakten te redden, was het nodig persoonsbewijzen te vervalsen.

Eigen antwoord. Misschien heeft de ambtenaar geen slechte bedoelingen gehad en had hij niet in de gaten wat de Duitsers van plan waren.

Maar hij werkte wel mee met de bezetter en als hij goed had nagedacht, had hij kunnen weten dat het paspoort de Duitsers in staat zou stellen om precies te weten wie wie was en zo hun tegenstanders snel op te sporen.

Eigen antwoord.

Zuid-Korea, Noord-Korea, gebieden in China, Taiwan, Indonesië, Thailand, Cambodja, Vietnam, Laos, Myanmar (Birma), Maleisië, Filipijnen.

Aardolie, aardgas en steenkool.

Dan wordt het land nog sterker afhankelijk van de import van energie.

Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: zoveel mogelijk besparen op energie, veiligheidseisen

aan kerncentrales strenger maken, meer alternatieve energie opwekken, zoals zonne-energie, windenergie en waterkracht.

Thema 10 Europa Blok 2 Tweede Wereldoorlog

27

ga naar:

www.mundo-online.nl

ExTRA OEfENBLAD VAARDIgHEDEN

Vraag aan je docent of je het extra oefenblad Onderzoek doen over de

Tweede Wereldoorlog moet maken.

opdracht 22

Bb

ga naar www.mundo-online.nl en maak de opdracht ‘Slag bij Arnhem’.

opdracht 23 op een rij

23a Wat was het begin van de Tweede Wereld-oorlog?

23b Hoe verliep de oorlog in het begin?

23c Hoe raakten de VS betrokken bij de oorlog?

23d Wat was een ommekeer in de oorlog?

23e Wanneer begon de grootste geallieerde aanval op Duitsland?

opdracht 24 deelvraag

De deelvraag was: Welke gevolgen had de Tweede Wereldoorlog voor Europa?

Schrijf zo veel mogelijk gevolgen op de korte termijn op.