• No results found

C Welvaart en welzijn in Europa

Blok 4 Jij en Europa

Veel mensen hebben het idee dat Europa ver van hen af staat. Maar Europa regelt veel voor ons allemaal. Daarom onderzoek je in dit blok wat Europa betekent voor jou.

DEELVRAAg VAN DIT BLOk:

Wat betekent Europa voor jou?

opdracht 1

Lees de introtekst.

Bekijk in het lesboek de titels, teksten en bronnen van blok 4.

1a Waarover gaat dit blok?

1b Kies een van de volgende vragen uit en geef er antwoord op.

Europees paspoort: handig op reis?

Leren of werken in het buitenland: lijkt jou dat

Voel jij je een Europeaan?wat?

Hoe verschillend zijn Europeanen?

1c Welke drie onderwerpen staan er in dit blok?

1 2 3

opdracht 2

Lees op bladzijde 92 van het lesboek de tekst

‘Reizen’.

Bekijk op bladzijde 92 van het lesboek bron 36.

2a Hoe laat deze foto zien dat het voor

Nederlanders makkelijk is om te reizen in de EU?

2b Noem nog twee voordelen van de EU voor Nederlandse toeristen.

1

2

opdracht 3

Lees op bladzijde 92 van het lesboek de tekst

‘Leren en werken’.

3a Waarom besteedt de Europese Unie veel aandacht aan jongeren?

3b Vind jij dat een goed idee van de Europese Unie?

opdracht 4

Lees op bladzijde 92 van het lesboek de tekst

‘Europese identiteit’.

Lees de tekst in figuur 1.

4a Waarom mocht Margit niet zeggen: ‘De Fransen doen vervelend?’.

4b Ben je het eens met de leraar van Margit?

4c Leg uit hoe een Europese school kan bijdragen aan de vorming van een Europese identiteit.

Figuur 1

Voor de kinderen van Europese ambtenaren is een

Wat betekent Europa voor mij?

Eigen antwoord.

reizen

leren en werken Europese identiteit

Er is een speciaal loket voor mensen met een EU-paspoort (dus ook Nederlanders).

Met de euro kun je in verschillende Europese landen betalen.

Het noodnummer is in alle landen van de EU hetzelfde.

Nieuwsgierigheid stimuleren om in het buitenland te leren of werken. Toekomstige kiezers voor zich winnen.

Eigen antwoord.

Omdat het niet belangrijk is dat ze Frans zijn, maar dat ze vervelend doen.

Eigen antwoord.

Als je met leerlingen uit verschillende landen in de klas zit, leer je die kinderen goed kennen. Je ziet dan dat je meer overeenkomsten hebt dan verschillen. Je gaat je verbonden voelen met andere Europeanen.

Thema 10 Europa Blok 4 Jij en Europa

45

opdracht 5

Lees op bladzijde 92 van het lesboek bron 37.

5a Welke symbolen van de EU ken jij?

5b Teken in figuur 2 de Europese vlag.

5c Bedenk waarom het Europese volkslied geen tekst heeft.

5d Welke symbolen van Nederland ken jij?

feestdagen:

vlag:

lied:

5e Bedenk: waarom hebben landen hun eigen symbolen?

5f Wat is er volgens jou nog meer nodig om van een land een land te maken waarmee de inwoners zich verbonden voelen?

5g Lukt het de EU om op een land te lijken?

opdracht 6

Bekijk op bladzijde 93 van het lesboek bron 38.

Er is geen Europees voetbalteam. Stel je eens voor: de sterkste voetballers uit heel Europa verzameld in één elftal! Dat zou een heel sterk team zijn.

6a Denk jij dat de twee Oranjefans op de foto ook supporters van dat Europese elftal zouden worden? Leg je antwoord uit.

6b Zouden Nederlanders de kleur oranje willen inruilen voor een blauw pak met gouden sterren, denk je?

6c Tegen welk team zou dat Europese elftal moeten spelen?

6d Welk symbool van de Unie (lees bron 37 nog maar eens) past het best bij al die nationale voetbalteams met hun supporters?

opdracht 7 verdieping

Bekijk figuur 3 op de volgende bladzijde.

7a Voor welke twee zaken heeft de Europese Unie de grootste betekenis vinden Europeanen?

1

2

7b Belangrijke doelen van de EU zijn de vrede en welvaart in Europa bevorderen. Hebben de

Figuur 2

Eigen antwoord.

Bijv.: er worden heel veel verschillende talen gesproken. In welke taal moet je de tekst dan schrijven? En waar moet de tekst over gaan?

Eigen antwoord.

Eigen antwoord.

Eigen antwoord.

Daarmee bevestigen landen hun identiteit.

Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: dezelfde taal spreken, een gemeenschappelijke geschiedenis hebben, nationale helden hebben.

Nee, Europeanen voelen zich niet erg Europees. De Dag van Europa is heel onbekend.

Eigen antwoord.

Eigen antwoord. Het zou wel wennen zijn, omdat oranje al een lange traditie heeft. Maar het kan best.

Eigen antwoord. Bijvoorbeeld tegen het Afrikaanse team, Team Noord-Amerika, team Zuid-Amerika.

Eenheid in verscheidenheid.

Nee, vrede staat nog wel redelijk hoog, maar welvaart staat heel laag in het rijtje met de betekenis van de EU.

Vrij reizen, studeren en werken in de EU.

De euro.

46

opdracht 8

Voel jij je een Europeaan?

8a Nummer de volgende zeven begrippen. Plaats een 1 bij het begrip dat volgens jou het best bij jou past.

Eigen antwoorden Wereldburger

Europeaan

Nederlander

inwoner van de provincie inwoner van de stad inwoner van de wijk anders, namelijk:

8b Vergelijk jouw top 7 met die van andere leerlingen in de klas. Wat valt op?

opdracht 9

Bekijk de figuren 4 en 5.

9a Maak van de gegevens in figuur 4 een staafdiagram in figuur 5.

9b Het aantal mensen dat heeft gestemd voor de Tweede Kamer is tussen 1981 en 2010

afgenomen / stabiel gebleven / toegenomen.

Het gemiddelde ligt rond de %.

9c Het aantal mensen dat heeft gestemd voor het Europese Parlement is tussen 1979 en 2009 afgenomen / stabiel gebleven / toegenomen.

Het gemiddelde ligt rond de %.

9d Hoe groot is het verschil in de gemiddelde opkomst bij de Nederlandse en Europese verkiezingen?

9e Wat zegt dit over hoe belangrijk kiezers het Europese Parlement vinden?

9f Vind jij dat terecht? Leg je antwoord uit.

Vrijheid om te reizen, studeren en werken overal in de Europese Unie Euro Geldverspilling Vrede Democratie Culturele diversiteit Meer macht in de wereld Bureaucratie Onvoldoende grenscontrole Meer criminaliteit Verlies van culturele identiteit Economische voorspoed Sociale bescherming

45%

40%

25%

24%

23%

23%

23%

21%

17%

14%

13%

13%

10%

WAT BETEKENT DE EUROPESE UNIE VOOR U PERSOONLIjK?

Figuur 3 Bron: Eurobarometer 2010.

Eigen antwoord.

80

45

35%

De kiezers vinden het parlement niet zo belangrijk, want de opkomst bij de verkiezingen is veel lager dan bij de Tweede Kamer.

Eigen antwoord.

Thema 10 Europa Blok 4 Jij en Europa

47

opdracht 10

Bekijk op bladzijde 93 van het lesboek bron 39.

10a In welke twee landen zijn de meeste inwoners het eens met de stelling?

10b In welk land zijn de meeste inwoners het oneens met de stelling?

10c De bevolking van de landen bij vraag 10a zijn minder godsdienstig dan in het land van vraag 10b. Bedenk hoe godsdienst een rol kan spelen in de opvatting over werkende moeders.

10d Zal het moeilijk zijn om over het recht om te werken van vrouwen regels op te stellen die voor heel Europa gelden?

Figuur 5 Staafdiagram over de opkomst in Nederland bij verkiezingen van de Tweede Kamer en van het Europese Parlement.

%

1979 1981 1982 1984 1986 1989 1994 1998 1999 2002 2003 2004 2006

100 90 80 70 60 50 40 30 20 10

0 2009

Tweede Kamer Europees Parlement

2010

Figuur 4 Gegevens over de opkomst in Nederland bij verkiezingen van de Tweede Kamer en van het Europese Parlement.

Jaar Verkiezingen Verkiezingen Tweede kamer Europees Parlement

1979 57,8%

1981 87%

1982 81%

1984 50,6%

1986 85,8%

1989 80,3% 47,2%

1994 78,8% 35,6%

1998 73,3%

1999 30%

2002 79,1%

2003 80%

2004 39,3%

2006 80,4%

2009 36,5%

2010 74,4%

Finland en Denemarken.

Polen.

Eigen antwoord. Sommige religies geloven in verschillende taken voor man en vrouw.

Ja, dat zal moeilijk zijn. Omdat er in de verschillende Europese landen andere opvattingen heersen over vrouwen die werken.

48

opdracht 11

Lees op bladzijde 93 van het lesboek bron 40.

11a Waarom werd de Britse staat veroordeeld door het Europese Hof?

11b Leg uit dat dit voorbeeld laat zien dat een Europese wet boven een nationale wet gaat.

opdracht 12

a

Bekijk gB 86A en gB 86D (BB –).

12a In welke drie Europese landen voelen de inwoners zich het meest Europeaan?

1 2 3

12b Noem twee landen waar het vertrouwen in de Europese Unie het grootst is.

1 2

12c Noem twee landen waar het vertrouwen in de Europese Unie het laagst is.

1 2

opdracht 13

Bb

ga naar www.mundo-online.nl en maak de opdracht ‘Europese uitwisseling’.

opdracht 14 op een rij

Maak de volgende zinnen af.

Door de vorming van de Europese Unie kun je makkelijker reizen in Europa. Met een Europees

kun je zonder controle de grens tussen EU-landen over. En in veel landen van de EU kun je met de betalen.

De Europese is niet

sterk: mensen voelen zich vooral verbonden met hun land, en de opkomst bij Europese

is laag. Er zijn

ook grote in normen en

waarden tussen de Europese landen. De EU richt

zich steeds meer op .

Als zij meer van elkaar weten, wordt samenwerken binnen Europa makkelijker.

opdracht 15 deelvraag

De deelvraag is: Wat betekent Europa voor jou?

15a Voel jij je Europeaan?

15b Noem ten minste drie zaken die Europa regelt waar jij mee te maken hebt. De Britse staat mag geen lijfstraffen toestaan.

De Britse staat werd door het Europese hof veroordeeld, omdat het nog lijfstraffen toestond.

België Zwitserland Bosnië

Kies uit: Portugal, Italië, Hongarije, Moldavië en Albanië.

Kies uit: Groot-Brittannië, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland en Servië.

paspoort

euro ga naar:

www.mundo-online.nl Kennen en kunnen

Als je klaar bent met dit blok kun je:

uitleggen op welke drie manieren de EU reizen in Europa makkelijker maakt.

uitleggen wat de EU doet om jongeren te betrekken bij Europa.

uitleggen waarom de Europese identiteit niet sterk is ontwikkeld.

met een voorbeeld uitleggen dat een Europese wet ook op jouw leven invloed heeft.

Eigen onderwerp.

identiteit

verkiezingen

verschillen

jongeren

Eigen antwoord.

Bijvoorbeeld: Je kunt reizen, werken en studeren in andere landen van de EU.

De EU maakt veel regels die in Nederland gelden.

Je betaalt met de euro.

Thema 10 Europa Blok 4 Aantekeningen

49

Eindsprint

50

opdracht 1

Maak het schema in figuur 1 compleet.

1a Vul de woorden waarvan al een letter is gegeven 1b Zet de volgende woorden op de goede plek.aan.

loopgravenoorlog – 1939 – welvaart – oorlogsschade – Europese Unie – 1929 – democratie – Joden –1942 – D-day – koloniën – Marshallhulp – Koude – vrede – werken – 27 – eurocommissaris – Europees Parlement – invoerheffingen – euro

Figuur 1

Eerste Wereldoorlog Oorzaken:

n

b tussen landen

Duitsland had geen .

Soort oorlog:

Einde: Duitsland verliest en moet de

betalen.

Tweede Wereldoorlog

In : economische crisis, extra zwaar in Duitsland.

Hitler aan de macht:

einde aan de , begin van

vervolging van .

In begint Hitler de Tweede Wereldoorlog.

In begint Japan oorlog in Oost-Azië.

1944: : grote geallieerde invasie.

EUROPA

Na de oorlog

VS bieden Europa hulp aan voor wederopbouw: , ook aan D .

Scheiding West- en Oost-Europa: Oorlog

Europese samenwerking

Doel: en .

Samenwerking heet sinds 1993: . Aantal landen in 2012: .

Bestuur

Europese Commissie:

Elk land levert een .

Bedenkt w .

C of landen zich aan de wetten houden.

:

– Gekozen door de burgers.

– Stemt over wetsvoorstellen.

Raad van de Europese Unie:

– Bestaat uit m uit de lidstaten.

– Stemt over wetsvoorstellen.

Wat regelt de EU?

Eén munt:

Open grenzen:

– Personen mogen binnen de EU vrij reizen.

– Er zijn binnen de EU geen

. – Spaargeld mag je in een ander land op

een rekening zetten.

– EU-burgers mogen in alle landen van de

EU .

ationalisme

ondgenootschappen koloniën loopgravenoorlog

oorlogsschade

1929

democratie Joden 1939

1942 D-day

Marshallhulp uitsland

Koude

vrede welvaart

Europese Unie 27

eurocommissaris etten

ontroleert

Europees Parlement

inisters

euro

invoerheffingen

werken

Thema 10 Europa Eindsprint

51

Figuur 3 opdracht 2

Bekijk op de bladzijden 142 en 143 van het lesboek de Tijdwijzer.

Bekijk de tijdbalk in figuur 2.

2a Kleur de volgende perioden met een eigen kleur op de tijdbalk.

Eerste Wereldoorlog: -

Tweede Wereldoorlog: -

Koude Oorlog: -

2b Zoek de jaartallen van de volgende

gebeurtenissen in de Tijdwijzer en in blok 3.

A economische crisis:

B EEG opgericht:

C Russische revolutie:

D Hitler aan de macht:

E EGKS opgericht:

F EU opgericht:

2c Zet de letters van de gebeurtenissen uit vraag 2b op de juiste plaats in de tijdbalk van figuur 2.

2d Een belangrijk doel van de Europese

samenwerking was het voorkomen van oorlog.

Hoe lang is er al vrede in Europa?

opdracht 3

c

Deze opdracht doe je met z’n tweeën.

a

gebruik de atlas.

gebruik de kaart in figuur 3.

3a Een van jullie noemt de namen van de landen die bij de letters a t/m z horen. De ander kijkt in de atlas of het antwoord klopt.

3b Draai nu de rollen om en doe hetzelfde voor de nummers 1 t/m 20 van de steden in Europa.

1914 1939 1945

1918 1945 1989

1929 1957 1917 1933 1951 1993

Sinds 1945.

Figuur 2

1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000

1900 2010

Eerste Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog Koude Oorlog

A B

C D E F

52

antisemitisme (blok 1 LB blz. 76) Haat tegen Joden.

Antisemitisme werd door Hitler enorm aangewakkerd.

bondgenootschap (blok 1 LB blz. 74)

Afspraken tussen twee landen dat zij elkaar zullen helpen als een van beide aangevallen wordt.

Frankrijk, Engeland en Rusland vormden voor de Eerste Wereldoorlog een bondgenootschap.

communisme (blok 3 LB blz. 86)

Economisch systeem waarin de staat de eigenaar is van de bedrijven en niet de ondernemers.

China heeft een communistische economie.

D-Day (blok 2 LB blz. 80)

Dag (6 juni 1944) waarop de geallieerden een grote invasie in Frankrijk uitvoerden om Duitsland te verslaan.

Na D-Day duurde het nog bijna een jaar voor de Geallieerden heel Europa hadden bevrijd.

dictatuur (blok 1 LB blz. 77)

Politiek systeem waarin één persoon of één partij alle macht heeft.

Hitler maakte van Duitsland een dictatuur.

Europese Commissie (blok 3 LB blz. 89)

Het bestuur van de Europese Unie. In de Commissie zitten eurocommissarissen.

De Europese Commissie heeft besloten tot een ophokplicht voor alle tamme vogels.

Europese Economische gemeenschap (EEg) (blok 3 LB blz. 88)

Vroegere organisatie waarin een aantal Europese landen samenwerkten op economisch gebied. Het doel was vrede en welvaart voor alle Europeanen.

In 1957 waren zes landen lid van de EEG.

Europees Parlement (blok 3 LB blz. 89)

Groep mensen die is gekozen door de Europese burgers om het bestuur van de Europese Unie te controleren.

Het Europees Parlement stemt over alle wetsvoorstellen.

Europese Unie (EU) (blok 3 LB blz. 88)

Organisatie waarin een groot aantal Europese landen samenwerkt op economisch en politiek gebied. Het doel is vrede en welvaart voor alle Europeanen.

In 2007 waren er 27 landen lid van de EU.

IJzeren gordijn (blok 3 LB blz. 87)

Grens tussen Oost en West tijdens de Koude Oorlog.

Dwars door Europa liep het IJzeren Gordijn.

kapitalisme (blok 3 LB blz. 86)

Economisch systeem waarin ondernemers eigenaar zijn van de bedrijven en niet de regering.

De Verenigde Staten hebben een kapitalistische economie.

koude Oorlog (blok 3 LB blz. 87)

Conflict tussen Oost en West (1945-1989) waarbij geen geweld werd gebruikt.

Tijdens de Koude Oorlog waren mensen in West-Europa bang voor een aanval met kernwapens vanuit de Sovjetunie.

loopgraven (blok 1 LB blz. 75)

Greppels waarin soldaten zich verschuilen om van daaruit de vijand te beschieten.

De Eerste Wereldoorlog was een loopgravenoorlog.

Marshallplan (blok 3 LB blz. 86)

Plan van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken om Europa economisch te helpen met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog.

Met geld van het Marshallplan kon Nederland beginnen aan de wederopbouw.

Begrippen

Thema 10 Europa Begrippen

53

nationalisme (blok 1 LB blz. 74) Trots op je eigen land.

Het nationalisme in Europa was een van de oorzaken voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

nazi (blok 1 LB blz. 76)

Aanhanger van het nationaal-socialisme, de politieke leer van Hitler.

Nazi’s gaven de Joden de schuld van alle problemen in Duitsland.

propaganda (blok 1 LB blz. 83)

Reclame voor bepaalde politieke ideeën.

Door propaganda gingen veel Duitsers geloven dat Hitler een goede leider was voor Duitsland.

Raad van de Europese Unie (blok 3 LB blz. 89) Groep ministers uit alle EU-landen die stemt over alle wetsvoorstellen van de Europese Commissie.

De ministers van Landbouw komen bijeen in de Raad van de Europese Unie om over een nieuwe landbouwwet te stemmen.

rassenleer (blok 1 LB blz. 76)

Theorie die stelt dat het ene ras beter is dan het andere.

De nazi’s waren aanhangers van een rassenleer.

ga naar:

www.mundo-online.nl

supermacht (blok 3 LB blz. 86)

Land dat erg veel politieke macht heeft.

Tijdens de Koude Oorlog stonden de supermachten Verenigde Staten en Sovjetunie tegenover elkaar.

Verenigde Naties (VN) (blok 3 LB blz. 89)

Organisatie van landen uit de hele wereld met als doel de vrede en veiligheid in de wereld te bewaren.

De Verenigde Naties hebben besloten een VN-leger naar Kosovo te sturen.

wisselkoers (blok 3 LB blz. 88)

De prijs die je voor buitenlands geld betaalt.

De wisselkoers van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro is hoog.

54

Illustratieverantwoording

Vormgeving & opmaak: In2vorm, Barchem

Cartografie: EMK, Deventer

Technisch tekenwerk: In2Vorm, Barchem

Beeldresearch: Lineair Fotoarchief, Arnhem

Verbaal Bureau voor Visuele Communicatie, Velp

Foto omslag: Ognen Teofilovski / Reuters

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Thema 10 Europa Illustratieverantwoording

55