• No results found

Het willen verhogen van het welbevinden van het kind

4.2 Deelvraag 2: Welke motieven hebben Nederlandse ouders in de stad en op het

4.2.6 Het willen verhogen van het welbevinden van het kind

Naast het willen verhogen van de leerresultaten als voornaamste reden, gaven ouders ook aan dat het verhogen van het welbevinden een belangrijke reden is voor het inschakelen van schaduwonderwijs. Voor sommige ouders is dit zelfs belangrijker dan de ondersteuning op vakinhoudelijke aspecten. Andere ouders gaven aan dat ze beide aspecten even belangrijk vinden.

Het willen verhogen van het welbevinden in Amsterdam

In Amsterdam gaven bijna alle deelnemende ouders aan dat het verhogen van het zelfvertrouwen van het kind een belangrijke reden is voor het inschakelen van de ondersteuning:

“Voor 100%, dat is natuurlijk het grootste doel. Het kind moet zich ook natuurlijk beter voelen […] meer zelfvertrouwen krijgen in hoe die dat doet.” (Amsterdamse ouder)

Amsterdamse deelnemers gaven aan dat het behalen van slechte scores of een leerachterstand ervoor zorgt dat het kind zich onzeker voelt. In sommige gevallen is de ondersteuning dan ook deels gericht op het verhogen van het zelfvertrouwen van de leerling en deels op

vakinhoudelijke doelen. Bij iets minder dan de helft van de Amsterdamse deelnemers was er sprake van faalangst bij het kind. Dit lijkt dan ook een belangrijke reden te zijn voor het inschakelen van individuele ondersteuning:

“Ze had gewoon een soort van angst ontwikkeld voor rekenen waardoor het niet meer ging.” (Amsterdamse ouder)

Het willen verhogen van het welbevinden in Friesland

In Friesland wordt de ondersteuning ook ingezet om het zelfvertrouwen van het kind te verhogen en/of faalangst tegen te gaan. Bijna alle Friese deelnemers gaven aan dat ze met schaduwonderwijs onzekerheden weg willen nemen. Net iets meer dan de helft van de bevraagde ouders zegt faalangst tegen te willen gaan met bijles:

“Ja dat vinden wij heel belangrijk dat daar eerst aandacht aan wordt besteed. [Mijn man en ik willen…] voorop staat dat onze kinderen gelukkig zijn en dan komt leren echt op de tweede

plek.” (Friese ouder) 4.2.7 Vergelijking

Er zijn overeenkomsten en verschillen te benoemen ten aanzien van de motieven van ouders in de stad en op het platteland voor het gebruik van schaduwonderwijs. Er worden zeven overeenkomsten genoemd: ten eerste wordt schaduwonderwijs door deelnemers in zowel Amsterdam als in Friesland gebruikt om leerresultaten te verhogen. Ten tweede gaven alle respondenten in zowel Amsterdam als Friesland aan dat hun kind een inhoudelijke

leerachterstand heeft en dat schaduwonderwijs ingezet wordt zodat het kind het niveau van de jaargroep bij kan houden. Ten derde zijn alle Amsterdamse en bijna alle Friese deelnemers ontevreden over de kwaliteit van het reguliere onderwijs en ontevreden over de

mogelijkheden tot individuele ondersteuning op de eigen basisschool en ze vinden dat de basisschool tekortschiet in het adequaat begeleiden van hun kind. Dit is dan ook een reden om schaduwonderwijs in te zetten. Daarentegen geven ouders vaak niet de desbetreffende

schaduwonderwijs door zowel Friese als Amsterdamse deelnemers ingeschakeld omdat specialistische kennis over een bepaald leerprobleem volgens ouders niet aanwezig is op de eigen basisschool. Ten vijfde wordt schaduwonderwijs door zowel Amsterdamse als Friese deelnemers ingezet omdat ouders zichzelf niet competent genoeg voelen of niet over voldoende kennis beschikken om hun kind te ondersteunen. Te weinig tijd hebben om als ouder je kind te ondersteunen lijkt geen relevant motief te zijn voor het inschakelen van schaduwonderwijs, noch in Amsterdam, noch in Friesland. Ten zesde gebruiken respondenten uit beide groepen schaduwonderwijs om conflicten ten aanzien van schoolwerk te vermijden. Tot slot is het verhogen van het zelfvertrouwen van het kind voor beide groepen deelnemers een belangrijk motief voor het inschakelen van schaduwonderwijs.

Er is ook een vijftal verschillen te noemen. Ten eerste is een opmerkelijk verschil dat alle Amsterdamse ouders binnen dit onderzoek schaduwonderwijs gebruiken om een hoog

opleidingsniveau en een hoge sociaal/maatschappelijke positie voor hun kind te verzekeren. In Friesland blijkt dit voor minder deelnemers een relevant motief te zijn. Ten tweede wordt schaduwonderwijs door Amsterdamse ouders gebruikt om het kind op een bepaalde

middelbare school in te laten stromen. Ondanks dat leerlingen ingeloot worden op een middelbare school, oefenen ouders invloed uit door ervoor te zorgen dat het niveau van het kind overeenkomt met het niveau dat op de middelbare school aangeboden wordt. Zo vergroot je als ouder de kans dat je kind daadwerkelijk geplaatst wordt. Voor Friese respondenten geldt dit niet. Volgens Friese respondenten hebben ze ruime keuzevrijheid ten aanzien van het kiezen van een middelbare school omdat kinderen niet op een bepaalde school ingeloot hoeven te worden. Dit is in Amsterdam wel het geval. Ten derde wordt schaduwonderwijs door Amsterdamse deelnemers ingeschakeld zodat ouders zekerder zijn dat hun kind goede leerprestaties kan behalen. Friese deelnemers hebben dit motief niet, maar gebruiken schaduwonderwijs zodat ze het gevoel hebben aan hun plicht als ouder te hebben voldaan. Ten vierde wordt schaduwonderwijs door een aantal Amsterdamse respondenten gebruikt als second opinion wanneer ouders het niet eens zijn over de inschatting van de basisschool ten aanzien van de cognitieve mogelijkheden van het kind. Dit motief wordt niet door Friese deelnemers gebruikt. Tot slot wordt schaduwonderwijs door meer Friese dan Amsterdamse respondenten ingeschakeld om faalangst en onzekerheden te verminderen en om

Concluderend kan gesteld worden dat de motieven van ouders in de stad overeenkomsten en verschillen vertonen met de motieven van ouders op het platteland. Zo zijn er meer

Amsterdamse dan Friese respondenten die competitieve motieven hebben voor het gebruik van schaduwonderwijs. Amsterdamse respondenten schakelen schaduwonderwijs vaker in om een hoog opleidingsniveau voor hun kind te verzekeren dan Friese respondenten. Beide groepen noemen remediërende motieven voor het gebruik van schaduwonderwijs in verband met een inhoudelijke leerachterstand of leerprobleem bij het kind. Het is dan ook logisch dat noch de Amsterdamse noch de Friese respondenten schaduwonderwijs daarnaast ook

gebruiken omwille van verrijkende motieven. Beide groepen respondenten hebben daarnaast ook compenserende motieven, maar er zijn meer Amsterdamse respondenten die ontevreden zijn over de kwaliteit van het reguliere basisonderwijs. Ook hebben Amsterdamse

respondenten vaker motieven die passen bij het uitbesteden van ouderlijke taken. Tot slot schakelen Friese respondenten schaduwonderwijs vaker in om het welbevinden van hun kind te verhogen.

4.3 Deelvraag 3a: Welke omgevingsfactoren zijn van invloed op de motieven voor het gebruik van schaduwonderwijs?

Omgevingsfactoren kunnen invloed hebben op het gebruik van schaduwonderwijs. In dit onderzoek is gekeken naar omgevingsfactoren schoolaanbod, gebruik van schaduwonderwijs door omgeving en basisschooladvisering. De bevindingen worden per omgevingsfactor en per gebied beschreven. Tot slot worden beide gebieden met elkaar vergeleken.