• No results found

Wijkwelzijnsbedrijf Introductie

In document Hoofdstuk 2 Ontwikkelingen in beeld (pagina 40-45)

In het scenario ‘wijkwelzijnsbedrijf’ is de wijk de klant van Dukdalf. Dukdalf combineert het bieden van voorzieningen voor burgers met het activeren van burgers in de wijk. Dukdalf verzorgt het casemanagement voor bewoners die ondersteuning nodig hebben. Dit is een bredere doelgroep dan de gebruikelijke indeling naar uitkering (WWB, WIJ, Wsw, Wajong, Werken naar Vermogen). Dukdalf ondersteunt het sociale netwerk in de wijk. Als wijkwelzijnsbedrijf vult Dukdalf gaten door werkzaamheden zelf uit te voeren met de (klassieke) doelgroep, maar

ondersteunt het ook bewoners die zelf klussen doen in hun wijk. De scheidslijn tussen trajecten en opbouwwerk verdwijnt. Dukdalf is een vooruitgeschoven post van de gemeente in de wijk.

De inkomsten van Dukdalf komen in dit scenario uit uiteenlopende bronnen, variërend van ‘welzijnsgeld’ tot vergoedingen voor individuele voorzieningen voor kwetsbare burgers tot betaling door burgers en bedrijven voor geleverde diensten.

Toetsing scenario

In onderstaand schema wordt het scenario ‘Dukdalf als Wijkwelzijnsbedrijf’ nader uitgewerkt.

Scenario 4: Wijkwelzijnsbedrijf

1 Koers De opdracht die het wijkwelzijnsbedrijf Dukdalf krijgt van de gemeente, is volledig gericht op het versterken van het zelforganiserend vermogen van de bewoners van Maassluis.

In dit scenario is de uitdaging voor Dukdalf om, in de wijken van Maassluis, (groepen) bewoners te activeren en zich te laten inzetten voor hun buurt en hun buurtbewoners. Dukdalf wordt, met andere woorden, het motortje dat het

zelforganiserend vermogen aan de praat moet krijgen en houden. Het leveren van producten en diensten met de doelgroep uitkeringsgerechtigden wordt hierbij ondersteunend ingezet.

Het doel van deze benadering is om, door de inzet van bewoners, de inzet van professionals terug te brengen. Dit versterkt de eigen kracht van bewoners van de gemeente Maassluis. Door de inzet van vrijwilligers én mensen uit de doelgroep uitkeringsgerechtigden te combineren wordt een besparing gerealiseerd.

2 Doelgroepen In het scenario van een wijkwelzijnsbedrijf behoren in beginsel alle bewoners van Maassluis tot de doelgroep van Dukdalf. Het bevorderen van welzijn en participatie van bewoners is immers de opdracht die Dukdalf in dit scenario krijgt.

Voor bewoners die ondersteuning nodig hebben om te kunnen functioneren in hun privé-, sociale of werkdomein, helpen de casemanagers van Dukdalf deze ondersteuning organiseren.

Zo veel mogelijk door het sociale netwerk van betrokkene te versterken enerzijds en door de inzet van de ‘enge’ doelgroep van het participatiebeleid9 anderzijds.

In dit scenario is Dukdalf geen specialist meer in het domein van werk en inkomen: voor zaken als re-integratie en beschut werk schakelt het wijkwelzijnsbedrijf specialisten in.

9 Hiermee worden bedoeld: de mensen met een uitkering, mensen met een SW-indicatie en mensen

3 Effecten Het wijkwelzijnsbedrijf Dukdalf draagt bij aan sociale

samenhang en leefbaarheid in de wijk en aan het zelfstandig functioneren en participeren van de bewoners van Maassluis.

Op het gebied van de mentale en fysieke gezondheid van de bewoners heeft wijkwelzijnsbedrijf Dukdalf vooral een

signalerende functie.

4 Verbinding Als wijkwerkbedrijf wordt Dukdalf een vooruitgeschoven post van de gemeente in de wijk. Omdat het wijkwerkbedrijf een brede opdracht krijgt, kan het op wijkniveau de verbinding leggen tussen welzijn, veiligheid, leefbaarheid en

dienstverlening.

In het wijkwelzijnsbedrijf wordt de verbinding gemaakt tussen het versterken van de sociale infrastructuur en leefbaarheid enerzijds en het activeren van individuen uit de ‘enge’

doelgroep anderzijds.

Voor een aantal opgaven van de gemeente Maassluis kan Dukdalf in dit scenario slechts beperkt een bijdrage leveren. Zo is het niet aannemelijk dat het wijkwelzijnsbedrijf erg succesvol zal zijn in het realiseren van uitstroom vanuit de bijstand of andere uitkeringen naar de reguliere arbeidsmarkt.

5 Andere partijen In dit scenario is Dukdalf, zowel op individueel als op collectief niveau, de spin in het web van bewoners, gemeente en

maatschappelijke organisaties. Op het moment dat Dukdalf deze rol in volle omvang waarmaakt zullen andere instellingen naar verwachting meer op de achtergrond gedrongen worden.

Het wijkwelzijnsbedrijf zal dan ook gezien worden als

concurrent voor onder andere Careyn, SWS, E25 en StOED.

Aansluiting van Dukdalf bij het gebiedsoverleg van bewoners, gemeente, MaasDelta en politie ligt in dit scenario voor de hand.

Als Dukdalf de rol slim speelt, kunnen dat ook de

samenwerkingspartners van het wijkwelzijnsbedrijf zijn. Het wijkwelzijnsbedrijf verbindt immers initiatieven van bewoners en maatschappelijke organisaties die bijdragen aan het realiseren van de verstrekte opdracht. Denk daarbij bijvoorbeeld aan: woonbegeleiding (Maasdelta),

armoederegelingen (gemeente) of zorgverlening (Careyn, Argos).

Het feit dat er op dit moment geen sterke

wijkwelzijnsorganisatie in Maassluis is, geeft ruimte voor zo’n nieuw initiatief.

6 Financiën Als wijkwelzijnsbedrijf zullen de inkomsten van Dukdalf bestaan uit bijdragen vanuit de gemeentelijke begroting voor welzijn, vrijwilligerswerk, wijkopbouw en jongerenwerk. Deze budgetten staan echter onder druk en zijn reeds vastgelegd in subsidies aan bestaande instellingen.

Daarnaast ontvangt Dukdalf in dit scenario vergoedingen voor het bieden van werk aan de doelgroep dagbesteding en Wsw (beschut).

De vergoedingen voor verrichte diensten en geleverde producten zijn aanvullend. Denk hierbij aan: beheer buitenruimte, toezicht, persoonlijke dienstverlening, huishoudelijke hulp, klussendienst.

Dukdalf combineert deze verschillende geldstromen én de inzet van de verschillende typen burgers van Maassluis en kan daardoor besparingen realiseren voor de gemeente Maassluis.

Als Dukdalf er in slaagt om meer mensen uit de ‘enge’

doelgroep (behoud van uitkering of SW-subsidie) en vrijwilligers in te zetten bij het leveren van de genoemde diensten, kan Dukdalf tegen lagere kosten bijdragen aan participatie en leefbaarheid.

7 Organisatie Dukdalf wordt als wijkwelzijnsbedrijf centraal in de wijk gepositioneerd. Dat betekent dat Dukdalf ook fysiek in de wijken van Maassluis aanwezig zal moeten zijn, bijvoorbeeld in wijkwinkels of buurtcentra. Dit gaat gepaard met investeringen en vaste lasten voor huur en kantoorkosten.

Daarnaast zal Dukdalf nieuwe stafmedewerkers moeten aantrekken: het gaat vooral om mensen met ‘opbouwwerk’-competenties en mensen die kunnen opereren in het netwerk tussen bewoners, gemeente en andere organisaties.

Ook aan het begeleiden van werkzaamheden worden hogere eisen gesteld: het managen van de inzet van uiteenlopende doelgroepen vraagt om meer dan het aansturen van eenvoudig productiewerk. Het zal slechts beperkt mogelijk zijn om de huidige werkbegeleiders en jobcoaches zich te laten ontwikkelen tot deze nieuwe functies.

Doordat Dukdalf zich in dit scenario voor een belangrijk deel terugtrekt uit het domein ‘werk’, wordt een groot deel van de huidige infrastructuur overbodig. Dit levert desinvesteringen op voor locaties en bedrijfsmiddelen. Het afscheid nemen van medewerkers op het terrein van ontwikkeling en re-integratie, gaat gepaard met frictiekosten.

8 Verwachtingen Het is een grote stap van het huidige Dukdalf naar een

wijkwelzijnsbedrijf. Niet alleen moet men van het domein ‘werk’

overstappen naar het domein ‘welzijn’, ook wordt van Dukdalf verwacht de centrale speler te worden in het sociale domein van Maassluis. Gezien de beperkte zichtbaarheid van Dukdalf in de Maassluise samenleving op dit moment, is het realiseren van deze positie op korte termijn onwaarschijnlijk. Tot slot is de financiële toekomst van een wijkwelzijnsbedrijf erg onzeker.

5.5 Analyse van de scenario’s

Hierboven zijn de vier ontwikkelscenario’s voor Dukdalf getoetst aan de hand van het vastgestelde kader Belangrijke criteria in het toetsingskader zijn:

• aansluiting bij de koers voor participatie in Maassluis;

• financieel economisch duurzaam

• is het scenario kansrijk gezien huidige organisatie?

In deze paragraaf worden de vier scenario’s tegen elkaar afgewogen; conclusies en aanbevelingen over de doorontwikkeling van Dukdalf volgen in hoofdstuk 6.

Scenario’s 1 en 2: aansluiting op het huidige Dukdalf

In de scenario’s 1 en 2 concentreert Dukdalf zich op één van de beide huidige kernactiviteiten (re-integratie respectievelijk beschut werken). Door schaalvergroting en het opzoeken van nieuwe markten voor die kernactiviteiten wordt geprobeerd de krimp in de huidige markt(en) op te vangen.

In scenario 1 (re-integratiebedrijf) moet geïnvesteerd worden om op de private markt een positie op te bouwen. Het is de vraag of dat past bij een gemeentelijk bedrijf.

Verder is een belangrijke randvoorwaarde in dit scenario: de bereidheid van de gemeenten Vlaardingen en Schiedam om hun re-integratiebudget te besteden bij Dukdalf. In scenario 2 (beschut- werkbedrijf) blijft de gemeente de belangrijkste opdrachtgever. Voor een deel van de organisatie van Dukdalf voelt het toeleggen op beschut werk als ‘terug naar af’. De ontwikkeling van Dukdalf in dit scenario zal ten koste gaan van de huidige leveranciers van dagbesteding. Hier loopt de gemeente Maassluis een risico met betrekking tot de geloofwaardigheid van de koers

(organisatiebelangen zijn ondergeschikt).

De scenario’s 1 en 2 zijn realistisch vanuit de ontwikkelmogelijkheden van de huidige organisatie. Onderdeel van beide scenario’s is afstemming met de gemeenten Vlaardingen en Schiedam en hun SW-bedrijven (TBV en BGS).

In de scenario’s 1 en 2 focust Dukdalf op één kernactiviteit. De scenario’s sluiten minder aan bij de ambitie om te vernieuwen door te verbinden, een belangrijk element in de koers van Maassluis.

In document Hoofdstuk 2 Ontwikkelingen in beeld (pagina 40-45)