• No results found

Voorschrijfgedrag behandelende artsen

Artikel 1. §1. Het RIZIV wordt belast met het uitvaardigen van richtlijnen voor de behandelende artsen

omtrent de aanvaardbare duur van arbeidsongeschiktheid voor de meest voorkomende pathologieën.

§2. Artikel 2 van de verordening uitkeringen wordt aangepast. De behandelende artsen zullen enkel nog

de duur mogen voorschrijven zoals in de richtlijn van het RIZIV staat. Indien zij een langere duur willen voorschrijven, zullen zij een bijkomend medisch verslag met hun motivatie moeten toevoegen bij het certificaat voor arbeidsongeschiktheid.

Transversale toepassing re-integratieprocedure

Artikel 2. Het tweede lid van artikel Art. I.4-72 Codex over het welzijn op het werk wordt geschrapt, zodat de re-integratieprocedure wel toegankelijk wordt voor arbeidsongeschikten in het kader van een arbeidsongeval of beroepsziekte.

Artikel 3. Art. 22bis van de Arbeidsongevallenwet wordt vervangen door de volgende tekst:

“Art. 22bis. De getroffene heeft recht op een onderzoek naar de re-integratiemogelijkheden, zoals bepaald in hoofdstuk VI van de Codex over het welzijn op het werk”

Artikel 4. Art. 22ter van de Arbeidsongevallenwet wordt geschrapt.

Artikel 5. In art. 34 van de arbeidsovereenkomstenwet wordt een derde lid toegevoegd:

“Dit artikel is niet van toepassing op arbeidsongeschiktheden ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte.”

73

Re-integratieprocedure

Artikel 6. Art. I.4-73, §3, 3e lid Codex over het welzijn op het werk wordt aangepast als volgt:

“De preventieadviseur-arbeidsarts moet de werkpost of werkomgeving van de werknemer onderzoeken met het oog op het nagaan van de mogelijkheden tot aanpassing van deze werkpost.”

Artikel 7. Art. I.4-74, §3 Codex over het welzijn op het werk wordt aangepast als volgt:

“De werkgever bezorgt het re-integratieplan aan de werknemer binnen een termijn van maximum 40 werkdagen.”

Artikel 8. Art. I.4-74,§4 Codex over het welzijn op het werk wordt aangepast als volgt:

“Een werkgever die na het overleg bedoeld in §1 geen re-integratieplan opmaakt omdat hij meent dat dat technisch of objectief onmogelijk is, of om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist, motiveert dit in een verslag.

Hij bezorgt dit verslag aan de werknemer, de preventieadviseur-arbeidsarts en aan de met het toezicht belaste ambtenaren binnen dezelfde termijn als bedoeld in §3.”

Artikel 9. Er wordt een art. 127/1 toegevoegd aan het sociaal strafwetboek met de volgende tekst:

“Re-integratieprocedure

Met een sanctie van niveau 3 wordt bestraft:

1° De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer die de termijn van art. I.4-73, §5 Codex over het welzijn op het werk niet respecteert;

2° De werkgever die de termijn van art. I.4-74,§3 Codex over het welzijn op het werk niet respecteert; 3° De werkgever die onvoldoende maatregelen onderzocht heeft voor de re-integratie van de

werknemer.”

Artikel 10. De termijn vermeldt in art. I.4-75, §1 wordt verlengd naar 10 werkdagen.

Artikel 11. Een art. 215septiesdecies met volgende tekst wordt toegevoegd aan het Koninklijk besluit

van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994:

“De uitkeringen worden verminderd met 10% wanneer de verzekerde:

1° Geen gevolg geeft zonder geldige verontschuldiging aan de uitnodiging van de preventieadviseur- arbeidsarts, zoals voorzien in art. I.4-73, §3 Codex over het welzijn op het werk;

74

Artikel 12. Art. 215duodecies Koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de

verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 wordt als volgt aangepast:

Ҥ1. In de volgende gevallen start de adviserend arts zelf zonder verwijl een re-integratietraject gericht op sociaalprofessionele re-integratie op:

1° de gerechtigde is, op het moment van de in artikel 215decies, §2, bedoelde inschatting, geplaatst in categorie 1, de gerechtigde is nog altijd arbeidsongeschikt na zes maanden, de gerechtigde is niet meer verbonden door een arbeidsovereenkomst en de adviserend arts maakt, op basis van het medisch dossier van de gerechtigde, een nieuwe inschatting dat het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt te zijn desgevallend na herscholing of een beroepsopleiding;

2° de gerechtigde is, op het moment van de in artikel 215decies, §3, bedoelde inschatting, geplaatst in categorie 1, de gerechtigde is nog altijd arbeidsongeschikt na zes maanden en de adviserend arts maakt, op basis van het medisch dossier van de gerechtigde, een nieuwe inschatting dat het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt te zijn desgevallend na herscholing of een

beroepsopleiding;

3° de gerechtigde is, op het moment van de in artikel 215decies, §3 bedoelde inschatting, geplaatst in categorie 3, de adviserend arts herbekijkt om de twee maanden de situatie van de gerechtigde en bij dergelijke herevaluatie is gebleken dat voor de gerechtigde het opnemen van een beroep op de reguliere arbeidsmarkt mogelijk lijkt te zijn desgevallend na herscholing of een beroepsopleiding; 4° de gerechtigde is overeenkomstig artikel 215decies, §3 in categorie 4 geplaatst;

5° het re-integratietraject van de werknemer die definitief ongeschikt is om het overeengekomen werk uit te voeren is beëindigd zoals bedoeld in artikel I.4-76, §1 van de codex over het welzijn op het werk. §2. De adviserend arts nodigt de gerechtigde uit voor een gesprek om een re-integratieplan te

bespreken. Desgevallend verwijst hij de gerechtigde door naar de begeleider van de diensten en instellingen van de Gewesten en de Gemeenschappen die deelnemen aan de socioprofessionele re- integratie.”

Artikel 13. De artikelen 215terdecies, 215quaterdecies en 215quinquiesdecies Koninklijk besluit van 3

juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 worden opgeheven.

Artikel 14. Het art. 153, §2, 2e lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 wordt vervangen door volgende tekst:

“De adviserend arts volgt de socio-professionele re-integratie van de arbeidsongeschikte gerechtigden op. Hij neemt alle nuttige maatregelen die kunnen bijdragen tot de beroepsherinschakeling van de gerechtigde.”

75

Berekening uitkering bij gedeeltelijke werkhervatting

Artikel 15. Het geïmmuniseerd bedrag in art. 230, §1 Koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van

de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 wordt verhoogd naar 30%

Deel 5. Conclusie

Uit het voorafgaande kan er geconcludeerd worden dat er de laatste jaren heel wat mogelijkheden zijn gecreëerd om te re-integreren, vooral binnen de ZIV-wetgeving voor loontrekkenden. Hierbij werd een procedure gecreëerd die transversaal is tussen de ZIV-wetgeving en de codex over het welzijn op het werk. Er werd een samenwerking beoogt tussen alle betrokken partijen, zijnde de adviserend arts, PAAG, werknemer en werkgever. Helaas werden de beroepsziekten en arbeidsongevallen uitgesloten van deze wetswijzigingen, waardoor zij in de praktijk geen re-integratiemaatregelen hebben gezien de wettelijke bepalingen in de praktijk dode letter blijken te zijn.

De nieuwe bepalingen in de ZIV-wetgeving en de codex over het welzijn op het werk werden gecreëerd vanuit een optiek van vrijwillige re-integratie. Recentelijk werd er toch nagedacht over een

sanctioneringsmechanisme. In Nederland is al gebleken dat een meer dwingende aanpak zeker zijn vruchten afwerpt. Ook vanuit de adviserend artsen en de PAAG is er de vraag om sancties in te voeren, om het re-integratieverhaal beter te doen slagen. Enkel de Nationale Arbeidsraad pleit voor het behoud van de vrijwillige re-integratie, omdat zij ervan overtuigd zijn dat er enkel op vrijwillige basis kans op slagen is.

De wetgever heeft een duidelijke voorkeur voor re-integratie via gedeeltelijke werkhervatting bij de werkgever, gezien de sociale zekerheid hier het meest bij wint door de besparing op de betaalde uitkeringen en de inning van belastingen op het verworven loon. Daarentegen is het voor

arbeidsongeschikten zonder arbeidscontract toch mogelijk om te re-integreren na het doorlopen van een beroepsopleiding.

De motieven van de wetgever om re-integratie te stimuleren zijn duidelijk vanuit een besparingsoptiek, gezien de stijgende druk op de sociale zekerheid. De wetgever heeft een stuk van de dotaties van de ziekenfondsen afhankelijk gesteld van resultaten binnen de re-integratiematerie, waardoor ook zij financieel gestimuleerd worden om mee te stappen in het re-integratieverhaal. Zowel de adviserend artsen als de PAAG geven aan dat een re-integratie de genezing van de betrokkene ten goede kan komen. Tenslotte is er voor de werkgever niet altijd van groot belang om mee te werken aan de re- integratie, gezien het is gebleken dat velen het kostenefficiënter vinden om iemand nieuw aan te nemen en op te leren dan een werkplek aan te passen zodat een arbeidsongeschikte werknemer terug zou kunnen komen.

76 Met de huidige reglementering worden in de praktijk heel wat problemen ondervonden. De grootste problemen zijn het vrijwillig karakter van de reglementering (en dus het ontbreken van sancties om de re-integratie af te kunnen dwingen) en het feit dat tot hier toe 70% van de gestarte re-

integratieprocedures geëindigd zijn in een C4 omwille van medisch overmacht. De financiële stimulans voor verzekerden in de ZIV-wet met een laag inkomen is sinds de wetswijziging van 2018 ook voor een stuk verdwenen. De reglementering behaalt dus zeker de beoogde doelstelling niet en zorgt momenteel enkel voor extra werk bij de ziekenfondsen, preventiediensten en werkgevers.

Wegens het uitblijven van een regering, is het momenteel nog onduidelijk wat de toekomst zal brengen. Wel is duidelijk dat alle politieke partijen verder willen werken aan het re-integratieverhaal (de één al op meer dwingende wijze dan de andere). Gebaseerd op de problemen die in praktijk worden

ondervonden, alsook op rechtsvergelijking met andere landen (voornamelijk Nederland en Noorwegen), werd dan ook een wetsvoorstel geformuleerd in deze masterproef teneinde de procedure te

versimpelen en re-integratie via gedeeltelijke werkhervatting nog meer te kunnen stimuleren. Er zal een mentaliteitswijziging nodig zijn bij de werkgevers en werknemers omtrent re-integratie. Ze moeten dit als iets positiefs gaan zien, terwijl het nu soms nog als negatief ervaren wordt. Daarnaast is er momenteel ook het chronisch tekort aan adviserend artsen waar dringend iets aan gedaan moet worden. De wetswijziging zal aan deze laatste elementen niet meteen iets wijzigen, maar kan een goede basis vormen naar de toekomst toe.

77

Bibliografie

Wetgeving

Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, BS 24 april 1971 Burgerlijk Wetboek (Nederland)

Codex over het welzijn op het werk (2017), BS 2 juni 2017

Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 109 van 12 februari 2014, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de motivering van het ontslag, BS 20 maart 2014

Koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een

moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, BS 7 augustus 1971

Koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, BS 31 december 1991

Koninklijk besluit van 19 mei 1995 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten voor de uitoefening van de medische controle door de geneesheren-inspecteurs van Fedris, BS 30 juni 1995 Koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, BS 31 juli 1996

Koninklijk besluit van 26 september 1996 tot vaststelling van de wijze waarop de aanvragen om schadeloosstelling en om herziening van reeds toegekende vergoedingen bij het Fonds voor de beroepsziekten worden ingediend en onderzocht, BS 9 oktober 1996

Koninklijk besluit van 12 maart 2003 tot vaststelling van de wijze en van de termijn van aangifte van een arbeidsongeval, BS 2 april 2003

Koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het KB van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, BS 31 december 2014

Koninklijk besluit van 28 oktober 2016 tot wijziging van het KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers wat de re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers betreft, BS 24 november 2016

Koninklijk besluit van 4 februari 2018 tot wijziging van het KB van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering, gecoördineerd op 14 juli 1994, BS 9 februari 2018

78 Koninklijk besluit van 21 november 2018 tot vaststelling van de verdelingswijze van de

administratiekosten onder de landsbonden, BS 4 december 2018

Koninklijk besluit van 11 juni 2019 tot vaststelling van de verdelingswijze van de administratiekosten onder de landsbonden, BS 17 juni 2019

Prot. van 19 juli 2007 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie ten gunste van de personen met een handicap, betreffende het begrip redelijke aanpassingen in België krachtens de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, BS 20 september 2007

Richt. 2000/78/EG van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep

Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap van 6 december 2006

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, BS 22 juli 2009

Verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80,§1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, BS 26 november 1997

Wet op Arbeidsongeschiktheidsverzekering (Nederland)

Wetten van 3 juni 1970 betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970, BS 27 augustus 1970

Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten, BS 22 augustus 1978

Wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994

Wet van 13 juli 2006 houdende diverse bepalingen inzake beroepsziekten en arbeidsongevallen inzake beroepsherinschakeling, BS 1 september 2006

Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007

Wet van 10 augustus 2015 tot verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpensioen en tot wijziging van de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen en de minimumleeftijd voor het overlevingspensioen, BS 21 augustus 2015

Wet 20 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid, BS 30 december 2016

79 Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, BS 30 mei 2007

Wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen, BS 31 december 2013

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, BS 30 juli 1992 Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Nederland) Ziektewet (Nederland)

Rechtspraak

Cass. 21 januari 1985, RW 1985-86 Cass. 18 mei 1992, Arr.Cass. 1992, 886 Cass. 19 oktober 1992, RW 1992-93, 857 GwH, 28 mei 2009, nr. 28/2009

GwH, 28 maart 2013, nr. 51/2013, BS 24 mei 2013 (ed. 2)

HvJ, 11 april 2013, C-335/11 en C-337/11, Ring en Skouboe Werge HvJ 18 maart 2014, C-363/12

HvJ 18 december 2014,C-354/13

HvJ 1 december 2016, C-395-15, Daouidi HvJ 18 januari 2018, C-270/16, Ruiz conejero

80

Rechtsleer

A. MORTIER, “Vers une (ré)activitation des personnes en incapacité de travail?” in A. FRY, A. MORTIER, G. PYCKE, J. CLESSE, R. LINGUELET, A. FARCY, F. LAMBRECHT EN M. SIMON, Actualités et innovations en droit social, Luik, Athemis, 2018

BOSERET, A., “Einde van de arbeidsovereenkomst wegens medische overmacht in een nieuw jasje in 2017”, SocWeg 2017, nr. 16

COMMISSIE TOT HERVORMING VAN DE BEROEPSZIEKTEN 21E

EEUW, “Commissie tot hervorming van de beroepsziekten 21e eeuw. Eindverslag”, BTSZ, 2018

D. CACCAMISI, “Le trajet de réintégration des travailleurs en incapacité de travail: un aperçu de la réforme et de ses conséquences sur la force majeure médicale”, Ors., 2018

D. DE MEYST, “Discriminatie wegens ziekte in arbeidsbetrekkingen” in X, Ziek op het werk, dus afgeschreven? Colloquium van 17 mei 2018 door Progress Lawyers Network, Brussel, 2018

DAVAGLE, M., Incapacité de travail et inaptitude au travail: droits et obligations de l’employeur et du travailleur, Waterloo, Kluwer, 2017

DE GREEF, V. EN DEROUBAIX, H., “De hervorming voor de werknemers in arbeidsongeschiktheid onder de regering-Michel I: Fiat Lux [er zij licht]?”, BTSZ, 2018

DELOOZ, P. EN KREIT, D., Les maladies professionnelles, Larcier, 2008

F. LAMBINET en S. GILSON,”Quelques réflexions sur le sort du travailleur qui n’est pas complètement apte à reprendre le travail convenu après une incapacité de travail” in DAVAGLE, M., Le maintien au travail de travailleurs devenus partiellement inaptes, Arthemis, 2013

H., FONCK, “Recente studie over beslissingen van arbeidsgeneesheren, beroepsmogelijkheden en syndicale strategie”, in X, Ziek op het werk, dus afgeschreven? Colloquium van 17 mei 2018 door Progress Lawyers Network, Brussel, 2018

HUYS, J., “Herstel van gezondheid en arbeidsongeschiktheid in de arbeidsongevallenverzekering” in X, Vijftig jaar sociale zekerheid... en daarna?, Brussel, Ministerie van Sociale Voorzorg, 1995

INSTITUUT VOOR SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT, Ontwerp van wetboek sociale zekerheid, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 1978

J. MATTHYS, Arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en handicap. Transversaal overzicht doorheen het Belgisch recht, Gent, Larcier, 2011

M. VAN SPRUNDEL, “Beoordeling van de fysieke en economische arbeidsongeschiktheid” in R. JANVIER, Y. JORENS en A. VAN REGENMORTEL, Sociaal Werk(t), Ereboek Josse Van Steenberge, Brugge, Die Keure, 2010, 453

81 M. DAVAGLE, F. LAMBINET EN S. GILSON, « Licencier en raison de l’état de santé du travailleur constitue-t-il un motif manifestement déraisonnable de licenciement? » in X, La rupture du contrat de travail : entre harmonisation et discrimination, Limal, Anthemis, 2015

MATTHYS, J., “Re-integratie in het arbeidsproces na een arbeidsongeval, een beroepsziekte of bij arbeidsongeschiktheid”, Con.M., 2012, afl.2

MONTEBOVI, S., “Werk boven Ziekte. Een vergelijking van de re-integratieregels tijdens ziekte in België en Nederland. En wat met grensoverschrijdende (platform)arbeid?”, BTSZ, 2018

S. CLAESKENS EN W. VAN DAMME, “Werkhervatting na arbeidsongeschiktheid: mogelijkheden tot re-

integratie in de uitkeringsverzekering voor werknemers en de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen” in A. VAN REGENMORTEL, L. DE MEYER en V. VERVLIET (eds.), Actuele problemen van het

socialezekerheidsrecht, Brugge, Die Keure, 2015

S., DECEUNINCK, “Re-integratie na ziekte: mogelijkheid om terug te gaan werken of middel om te

ontslaan?” in X, Ziek op het werk, dus afgeschreven? Colloquium van 17 mei 2018 door Progress Lawyers Network, Brussel, 2018

S. KLOSSE, “Schadeleer als basis voor de moderne sociale zekerheid” in R. JANVIER, Y. JORENS en A. VAN REGENMORTEL, Sociaal Werk(t), Ereboek Josse Van Steenberge, Brugge, Die Keure, 2010, 267

S., REMOUCHAMPS, “Quels droits pour le travailleur ayant perdu une partie de sa capacité de travail? Réflexions critiques autour du trajet de réintégration” in X, Ziek op het werk, dus afgeschreven? Colloquium van 17 mei 2018 door Progress Lawyers Network, Brussel, 2018

STROOBANTS, T., “Het lot van het gewaarborgd loon bij volledige en gedeeltelijke werkhervatting”, SocWeg 2015, nr. 15

STROOBANTS, T., “Spontane raadpleging bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer: een voldongen feit voor de werkgever?”, SocWeg, 2018

V. VERDEYEN, “Arbeidsongevallen” in PUT, J., VERDEYEN, V. en STEVENS, Y., Praktijkboek sociale zekerheid, Voor de onderneming en de sociale adviseur, Kluwer, 2016, 376

VAN CROMBRUGGHE-DE JAEGHER, B., “De arbeidsongevallenverzekering: een toekomstmodel” in X, Vijftig jaar sociale zekerheid... en daarna?, Brussel, Ministerie van Sociale Voorzorg, 1995

VAN EECKHOUTTE, W., Handboek Belgisch Socialezekerheidsrecht, Kluwer, 2016

VAN GOSSUM, L., SIMAR, N., STRONGYLOS, M. EN MASSART, G., Les accidents du travail, Brussel, Larcier, 2018 VANHEGEN, M., Arbeidsongeschiktheid en re-integratie in het arbeidsrecht, Brugge, Die Keure, 2017, 108 VAN LANGENDONCK, J., Een andere kijk op sociale zekerheid, Antwerpen, Intersentia, 2009

82 VERLOES, K., “Re-integratieprocedure voor langdurig zieke werknemers”, SocWeg, 2017, nr. 2

VERLOES, K., “Vragenronde: re-integratieprocedure voor (langdurig) arbeidsongeschikte werknemers”, SocWeg, 2017, nr. 15

VIAENE, J., HUYS, J., JUSTAERT, M., LAHAYE, D., SIMOENS, D. en VAN STEENBERGE, J., Actuele uitdagingen voor de sociale zekerheid, III, Brugge, Die Keure, 1990

Andere bronnen

Adv. RvS nr. 59.741/1 bij het KB van 28 oktober 2016 tot wijziging van het KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers wat de re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers betreft, BS 24 november 2016 (ed. 2)

Adv. RvS nr. 60.022/2 bij het KB van 8 november 2016 tot wijziging van het KB van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wat de sociaalprofessionele re-integratie betreft, BS 24 november 2016

Adv. RvS 62.578/2 bij het KB 4 februari 2018 tot wijziging van het KB van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering, gecoördineerd op 14 juli 1994, BS 9 februari 2018

Beleidsverklaring Sociale Zaken en Gezondheidszorg, 13 november 2014, Kamer doc 54 0020 (2014/2015)

CAO van 07/05/2018 met betrekking tot de re-integratie in geval van tijdelijke of definitieve medische ongeschiktheid, PC 328.03

Dries Bervoet, Vakbond en werkgevers botsen over langdurig zieken, De Tijd, 16 november 2019