• No results found

DEEL II NEDERLAND

11. RELEVANTE REGELGEVING

11.2 Wetboek van Strafrecht

De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt:

1. aan een der misdrijven omschreven in de Titels I en II van het Tweede Boek, en in de artikelen 192a, 192b, 192c, 197a, 197b, 197c, 206, 237,272 en 273 alsmede – voor zover het betreft een misdrijf, gericht tegen de rechtspleging van het Internationaal Strafhof, als bedoeld in artikel 70, eerste lid, van het op 17 juli 1998 te Rome tot stand gekomen Statuut van Rome inzake het Internationale Strafhof (Trb. 2000, 120) – in de artikelen 177, 177a, 178, 179, 180, 189, 200, 207a, 285a en 361;

2. aan een feit hetwelk door de Nederlandse strafwet als misdrijf wordt beschouwd en waarop door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld.

3. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 240b, 242 tot en met 250 en 273f, voor zover het feit is gepleegd ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt dan wel aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 300 tot en met 303, voor zover het feit oplevert genitale verminking van een persoon van het vrouwelijke geslacht die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt;

4. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 138a, 138b, 139c, 139d, 161sexies, 225, 226, 227, 240a, 240b, 326, 326c, 350, 350a en 351, voor zover het feit valt onder de omschrijving van de artikelen 2 tot en met 10 van het op 23 november 2001 te Budapest tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken (Trb. 2002, 18, en 2004, 290).

Artikel 90octies

Waar van huwelijk of echtgenoot wordt gesproken wordt, met uitzondering van artikel 449, daaronder mede begrepen geregistreerd partnerschap dan wel geregistreerde partner.

Artikel 237

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:

1. hij die opzettelijk een dubbel huwelijk aangaat;

2. hij die een huwelijk aangaat, wetende dat de wederpartij daardoor een dubbel huwelijk aangaat.

11.3 Wet Conflictenrecht Huwelijk Artikel 1

Deze wet is van toepassing op de huwelijksvoltrekking in Nederland indien, in verband met de nationaliteit of de woonplaats van de aanstaande echtgenoten, met betrekking tot de vraag welk recht de vereisten tot het aangaan van het huwelijk beheerst een keuze moet worden gedaan, alsmede op de erkenning in

Nederland van in het buitenland voltrokken huwelijken. Deze wet is niet van toepassing op de bevoegdheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Artikel 2

Het huwelijk wordt voltrokken

a. indien ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk van het Nederlandse recht en een van hen de Nederlandse nationaliteit bezit of in Nederland zijn gewone verblijfplaats heeft; of

b. indien ieder der aanstaande echtgenoten voldoet aan de vereisten tot het aangaan van een huwelijk van de Staat waarvan hij de nationaliteit bezit. Bij het bezit van meer dan een nationaliteit geldt het recht van de Staat waarvan de betrokkene de nationaliteit bezit, waarmee hij alle omstandigheden in aanmerking genomen, de sterkste band heeft.

Artikel 3

1. Ongeacht artikel 2 kan geen huwelijk worden voltrokken indien die voltrekking onverenigbaar zou zijn met de openbare orde en in ieder geval indien:

a. de aanstaande echtgenoten de leeftijd van vijftien jaren niet hebben bereikt;

b. de aanstaande echtgenoten elkaar van nature of door adoptie bestaan in de rechte lijn of, van nature, als broeder en zuster;

c. de vrije toestemming van een der aanstaande echtgenoten ontbreekt of de geestvermogens van een van hen zodanig is gestoord, dat hij niet in staat is zijn wil te bepalen of de betekenis van zijn verklaring te begrijpen; d. in strijd zou worden gehandeld met het voorschrift dat een persoon tegelijkertijd slechts met één andere persoon door het huwelijk verbonden kan zijn;

e. in strijd zou worden gehandeld met het voorschrift dat zij die een huwelijk willen aangaan, niet tegelijkertijd door een geregistreerd partnerschap mogen zijn verbonden.

2. De voltrekking van een huwelijk kan niet worden geweigerd op de grond dat volgens het recht van een Staat waarvan een van de aanstaande echtgenoten de nationaliteit bezit aan die voltrekking een beletsel in de weg staat dat in strijd is met de Nederlandse openbare orde.

Artikel 4

Wat de vorm betreft kan een huwelijk in Nederland slechts rechtsgeldig worden voltrokken ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand met inachtneming van het Nederlandse recht, behoudens de bevoegdheid van buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren om, in overeenstemming met de voorschriften van het recht van de door hen vertegenwoordigde staat, aan de voltrekking van huwelijken mede te werken indien geen der partijen uitsluitend of mede de Nederlandse nationaliteit bezit.

Artikel 5

1. Een buiten Nederland gesloten huwelijk dat ingevolge het recht van de Staat waar van de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is of nadien

rechtsgeldig is geworden, wordt als zodanig erkend.

2. Een buiten Nederland ten overstaan van een diplomatieke of consulaire ambtenaar voltrokken huwelijk dat voldoet aan de vereisten van het recht van de Staat die die ambtenaar vertegenwoordigt, wordt als rechtsgeldig erkend tenzij die voltrekking in de Staat waar zij plaatsvond niet was toegestaan.

3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder recht mede begrepen de regels van internationaal privaatrecht.

4. Een huwelijk wordt vermoed rechtsgeldig te zijn, indien een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit.

Artikel 6

Ongeacht artikel 5 wordt aan een buiten Nederland gesloten huwelijk erkenning onthouden, indien deze erkenning onverenigbaar zou zijn met de openbare orde. Artikel 7

De artikelen 5 en 6 zijn van toepassing, ongeacht of over de erkenning van de rechtsgeldigheid van een huwelijk als hoofdvraag, dan wel als voorvraag in verband met een andere vraag wordt beslist.

Artikel 8

Deze wet is niet van toepassing op de erkenning van de geldigheid van huwelijken die zijn voltrokken voor de dag van haar inwerkingtreding.

11.4 Haags Huwelijksverdrag 1978

HOOFDSTUK I. DE VOLTREKKING VAN HET HUWELIJK

Artikel 1

Dit hoofdstuk is van toepassing op de vereisten die in een Verdragsluitende Staat voor de voltrekking van het huwelijk worden gesteld.

Artikel 2

De vorm van de huwelijksvoltrekking wordt beheerst door het recht van de Staat waar het huwelijk wordt voltrokken.

Artikel 3

Het huwelijk wordt voltrokken:

1. wanneer de aanstaande echtgenoten voldoen aan de materiële vereisten, gesteld in het interne recht van de Staat waar het huwelijk wordt voltrokken, en een van hen de nationaliteit van die Staat bezit of er zijn gewone verblijfplaats heeft; of

2. wanneer elk der aanstaande echtgenoten voldoet aan de materiële vereisten, gesteld in het interne recht dat toepasselijk is ingevolge de verwijzingsregels van de Staat waar het huwelijk wordt voltrokken.

Artikel 4

De Staat waar het huwelijk wordt voltrokken kan van de aanstaande echtgenoten elk dienstig bewijs verlangen van de inhoud van een vreemd recht dat ingevolge de voorgaande artikelen van toepassing is.

Artikel 5

Het recht dat door dit hoofdstuk als toepasselijk is aangewezen, wordt slechts dan niet toegepast indien zulks kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van de Staat waar het huwelijk wordt voltrokken.

Artikel 6

Een Verdragsluitende Staat kan, in afwijking van artikel 3, onder 1, zich het recht voorbehouden ten aanzien van de echtgenoot die niet de nationaliteit van die Staat bezit en er geen gewoon verblijf houdt, zijn interne recht niet toe te passen op de materiële huwelijksvereisten.

HOOFDSTUK II. DE ERKENNING VAN DE GELDIGHEID VAN HET HUWELIJK

Artikel 7

Dit hoofdstuk is van toepassing op de erkenning in een Verdragsluitende Staat van de rechtsgeldigheid van een in een andere Staat voltrokken huwelijk.

Artikel 8

Dit hoofdstuk is niet van toepassing op:

1. huwelijken voltrokken ten overstaan van een militaire autoriteit; 2. huwelijken voltrokken aan boord van een schip of een luchtvaartuig; 3. huwelijken bij volmacht;

4. postume huwelijken; 5. vormloze huwelijken.

Artikel 9

Het huwelijk dat rechtsgeldig is tot stand gekomen volgens het recht van de Staat waar het is voltrokken, of dat volgens dat recht later rechtsgeldig wordt, wordt in iedere Verdragsluitende Staat met inachtneming van de bepalingen van dit hoofdstuk als zodanig beschouwd. Het huwelijk dat ten overstaan van een diplomatiek of consulair ambtenaar overeenkomstig diens recht is voltrokken wordt eveneens als rechtsgeldig beschouwd, mits deze huwelijksvoltrekking in de Staat waar het huwelijk is voltrokken niet verboden is.

Artikel 10

Wanneer een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit, wordt het huwelijk vermoed rechtsgeldig te zijn tot het tegendeel is bewezen.

Artikel 11

Een Verdragsluitende Staat kan slechts weigeren de geldigheid van een huwelijk te erkennen indien, volgens het recht van die Staat, een der echtgenoten op het tijdstip van dat huwelijk:

1. reeds gehuwd was; of

2. aan de andere echtgenoot in de rechte lijn verwant was of de broer of zuster van die echtgenoot was, hetzij door bloedverwantschap, hetzij door adoptie; of

de noodzakelijke ontheffing had verkregen; of

4. geestelijk niet in staat was zijn toestemming te geven; of 5. niet vrijelijk zijn toestemming tot het huwelijk had gegeven.

Niettemin kan in het onder 1 van het vorige lid bedoelde geval de erkenning niet worden geweigerd indien het huwelijk later geldig is geworden door de ontbinding of de nietigverklaring van het eerdere huwelijk.

Artikel 12

De regels van dit hoofdstuk zijn mede van toepassing, indien de vraag van de erkenning van de geldigheid van een huwelijk bij wijze van voorvraag, in verband met een andere vraag moet worden beantwoord. Niettemin behoeven deze regels niet te worden toegepast wanneer deze andere vraag, volgens de verwijzingsregels van de Staat waar die vraag moet worden beantwoord, door het recht van een niet-verdragsluitende Staat wordt beheerst.

Artikel 13

Dit Verdrag verzet er zich niet tegen dat in een Verdragsluitende Staat rechtsregels worden toegepast welke voor de erkenning van in het buitenland gesloten huwelijken gunstiger zijn.

Artikel 14

Een Verdragsluitende Staat kan weigeren de geldigheid van een huwelijk te erkennen, indien deze erkenning kennelijk onverenigbaar is met zijn openbare orde.

Artikel 15

Dit hoofdstuk is van toepassing ongeacht het tijdstip waarop het huwelijk is voltrokken. Niettemin kan een Verdragsluitende Staat zich het recht voorbehouden dit hoofdstuk niet toe te passen op een huwelijk dat is voltrokken vóór het tijdstip waarop dit Verdrag voor die Staat in werking is getreden.