• No results found

DEEL II NEDERLAND

DEEL 3 BUITENLANDS RECHT

C. ENGELAND & WALES

1. POLYGAMIE IN HET ENGELSE RECHT

1.1 Definitie van polygame huwelijken

Het Engelse recht onderscheidt drie categorieën huwelijken, namelijk (a) monogame huwelijken, (b) potentieel polygame huwelijken en (c) feitelijk polygame huwelijken. Onder het begrip polygaam huwelijk worden in het Engelse recht zowel feitelijk als potentieel polygame huwelijken verstaan.2 Een huwelijk wordt beschouwd als potentieel polygaam indien één der partijen op het moment van huwelijksluiting met de eerste echtgenoot de bevoegdheid heeft om op basis van het recht van de plaats van voltrekking te huwen met een tweede echtgenoot, ook al is het huwelijk de facto monogaam.3 Het feit dat de echtgenoot niet de intentie heeft om een tweede huwelijk te sluiten is hierbij irrelevant.4

1.2 Civielrechtelijk kader

Om in Engeland een rechtsgeldig huwelijk te sluiten moet de huwelijkssluiting voldoen aan de vereisten van de Marriage Act 1949 en de Registration of Marriages Regulations 1986.5 Daarnaast kent de Matrimonial Causes Act 1973 een aantal limitatieve gronden voor nietigverklaring van een huwelijk.6 Op grond van sec. 11(b) van deze wet kan een huwelijk nietig worden verklaard indien het gesloten is tussen personen waarvan tenminste één echtgenoot al is getrouwd met een ander.7 Polygamie is derhalve niet toegestaan in het Engelse familierecht.8

Onder het Engelse recht kunnen polygame situaties zich óók voordoen wanneer er geen formele plechtigheid heeft plaatsgevonden. In Poon v. Tan hadden partijen zeventien jaar samengewoond in China zonder dat tussen hen een formeel huwelijk was gesloten.9 Nadat hun relatie was verbroken is de man getrouwd met een andere vrouw. De Engelse Court of Appeal bepaalde dat de eerste relatie moet worden gekwalificeerd als een huwelijk aangezien het common law vermoeden van huwelijk (presumption of marriage) ook geldt indien

1 In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan het Engelse recht. In grote lijnen komt de situatie in Schotland en Noord-Ierland overeen met die in Engeland, maar gelet op het feit dat er in deze jurisdicties weinig jurisprudentie is gewezen, is het niet mogelijk om, net als voor het Engelse recht, een gedetailleerde beschrijving in dit rapport op te nemen. Onder Engeland wordt verstaan Engeland en Wales.

2 Collins, 2006, p. 836, §17-138.

3 Collins, 2006, p. 835, Rule 69(1).

4 Muhammad v. Suna (1956) S.C. 366, Khan v. Khan [1963] V.R. 203.

5 Lowe en Douglas, 2007, p. 52-64.

6 Mits het huwelijk na 31 juli 1971 tot stand is gekomen.

7 Lowe en Douglas, 2007, p. 67-73. Zie verder §6.4.1.

8 Het gebrek aan steun voor polygamie werd recentelijk weer verwoord in de House of Lords: Hansard, HL Debates, 23 april 2008, col. 306WA, per Lord HUNT.

het ‘huwelijk’ in het buitenland heeft plaatsgevonden.10 Omdat het eerste ‘huwelijk’ nooit geldig werd ontbonden, werd de eerste vrouw ontvankelijk verklaard in haar echtscheidingsverzoek en de echtscheiding werd uitgesproken op gronden van onredelijk gedrag, gelegen in het aangaan van de tweede relatie. Sinds 5 december 2005 kent Engeland naast het huwelijk ook een andere formele relatievorm, namelijk het civil partnership dat slechts is opengesteld voor paren van gelijk geslacht.11 Het monogamiebeginsel is ook terug te vinden in de civil partnership wetgeving. Op basis van sec. 2(1) Civil Partnership Act 2004 mogen slechts twee personen een partnerschap laten registeren. Bovendien kent de Civil Partnership Act 2004 bepalingen om te voorkomen dat een persoon een partnerschap laat registeren, terwijl hij of zij al met een andere persoon is gehuwd of geregistreerd.12 Tegelijk met de invoering van de Civil Partnership Act 2004 werd de Matrimonial Causes Act 1973 aangepast om te voorkomen dat iemand een huwelijk sluit nadat hij een partnerschap heeft laten registeren.13 Indien een polygaam civil partnership wel tot stand komt, is het nietig.14

1.3 Strafrechtelijk kader

Het Engelse recht kent ook strafrechtelijke bepalingen ten aanzien van het sluiten van een polygaam huwelijk. Op grond van sec. 57 Offences Against the Persons Act 1861 kan iemand die al getrouwd is, strafrechtelijk worden vervolgd indien hij een tweede huwelijk sluit.15 De reikwijdte van deze wettelijke bepalingen is niet beperkt tot het Engelse grondgebied, maar is ook van toepassing op de volgende twee situaties:16

1. indien een Brits onderdaan17 een polygaam huwelijk sluit, ongeacht de plaats van de tweede huwelijkssluiting;18

2. indien een onderdaan van een land van het Britse Gemenebest een polygaam huwelijk sluit in een land dat niet hoort tot het Britse Gemenebest of Ierland.19

10 Lowe en Douglas, 2007, p. 64-66. Het weerleegbare vermoeden bestaat uit twee vormen: (a) indien partners een huwelijkse plechtigheid hebben ondergaan en vervolgens samenwonen als waren zij getrouwd, worden zij als getrouwd beschouwd of (b) indien partners samenwonen als waren zij getrouwd, worden zij geacht getrouwd te zijn.

11 Curry-Sumner, 2005, p. 212.

12 Sec. 3(1)(b) Civil Partnership Act 2004.

13 Sec. 11(b) Matrimonial Causes Act 1973 gewijzigd door sec. 261(1) jo. Sch. 27, para. 40 Civil Partnership Act 2004; in werking getreden: Art. 2(2), SI 2005/3175.

14 Sec. 49(a), jo. 3(1)(b) Civil Partnership Act 2004. Zie verder §8.

15 De opgelegde straf mag niet meer dan zeven jaar gevangenis straf zijn. Voor toepassing van deze bepaling zie R v. Sagoo (Mohinder Singh) [1975] Q.B. 885. Iemand die een polygaam huwelijk heeft voltrokken in het buitenland voordat hij of zij werd toegelaten tot Engeland, wordt niet geacht bigamie te hebben gepleegd: R v. Sarwan Singh [1962] 3 All E.R. 612 en Polonsky [1971] Criminal Law Review 401.

16 Hirst, 2003, p. 232.

17 Onder Britse onderdaan wordt verstaan een British citizen, British overseas citizen, British overseas territories citizen en British national (overseas): sec. 3(1) British Nationality Act 1948 jo. sec. 51(1) British Nationality Act 1981.

18 House of Lords, R v. Earl Russell [1901] AC 446.

In 2007 werd in acht gevallen20 aan iemand een straf opgelegd voor het plegen van bigamie.21

Het is opvallend dat deze strafrechtelijke bepaling niet van overeenkomstige toepassing is verklaard op civil partnerships. Sec. 80 Civil Partnership Act 2004 bepaalt echter wel dat leveren van valse informatie aan de huwelijksambtenaar een strafbaar feit van dezelfde categorie is.22 In 2007 werd deze bepaling voor het eerst toegepast in een procedure waarin een vrouw werd beschuldigd van het registeren van een civil partnership, terwijl zij nog getrouwd was met een man.23

2. RATIO POLYGAMIEVERBOD

Van oudsher neemt Engeland een afwijzende houding in tegenover polygame huwelijken.24 Hoewel de redenen hiervoor moeilijk precies te achterhalen zijn, is door verschillende auteurs een aantal verklaringen aangedragen. Sommige auteurs verklaren de oorsprong van het polygamieverbod door te verwijzen naar de invloed van het christendom in het Britse Koninkrijk.25 De strafbaarstelling van bigamie in 1604 door Koning James I is bijvoorbeeld gebaseerd op een nauwe interpretatie van de Bijbel.26 Deze auteurs verwijzen vaak naar de beroemde uitspraak van Lord PENZANCE in Hyde v. Hyde and Woodmansee in 1866 waarin werd gesteld dat “marriage, as understood in Christendom, may for this purpose by defined as the voluntary union for life of one man and one woman, to the exclusion of all others”.27 De beslissing in Hyde v. Hyde and Woodmansee bleef echter niet zonder kritiek.28 Aangezien het Engelse recht sinds 1836 een burgerlijke vorm van het huwelijk naast het religieuze huwelijk kent,29 kan religie derhalve niet de enige reden voor de rechterlijke afkeer tegen polygamie zijn.30

Meer dan kwart eeuw geleden heeft PARASHAR de ongastvrije houding van het Engelse recht tegenover polygamie gekwalificeerd als een “rather condescending and intolerant attitude that was prevalent at that time towards Afro-Asian culture”.31 Volgens MORSE zijn er verschillende redenen voor deze houding.32 Ten

20 Ministry of Justice, Criminal Statistics 2007, London: HMSO, 2007, Vol. 2, Deel 1, Tabel S2.1A. De straffen variëren van een boete (1 keer), voorwaardelijke gevangenisstraf (3 keer) tot onvoorwaardelijke gevangenisstraf (2 keer).

21 Voor de ingewikkelde toepassing van deze bepalingen binnen het Verenigd Koninkrijk zie Hirst, 2003, p. 233-234 en Crown Cases Reserverd, R v. Joseph Topping (1856) Dears. 647, 169 E.R. 881.

22 Een vergelijkbare straf bestaat ook ten aanzien van het geven van valse informatie met betrekking tot het sluiten van het huwelijk: sec. 3(1) Perjury Act 1911.

23 The Guardian, 6 augustus 2007: www.guardian.co.uk/uk/2007/aug/06/gayrights.ukcrime. Zij kreeg acht maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 100 uur taakstraf.

24 Shah, ICLQ 2003, p. 369-400, 374; Fawcett en Carruthers, 2008, p. 918. Janssen, 1964.

25 Shah, ICLQ 2003, p. 374 en Masson, Bailey-Harris en Probert, 2008, p. 49.

26 Chapman, 2001, p. 26.

27 Court for Divorce and Matrimonial Causes (Divorce Court), Hyde v. Hyde (1866) LR 1, P&D 130, 133.

28 Zie bijvoorbeeld: Poulter, ICLQ 1976, p. 478-486.

29 Marriage Act 1836 en Births and Deaths Registration Act 1836.

30 Fawcett en Carruthers, 2008, p. 919.

eerste worden op deze wijze seksuele relaties door fraude, bedrog en intimidatie van overheidswege ontmoedigd. Ten tweede wordt mogelijke publieke belediging ten opzichte van de eerste vrouw vermeden. Ten derde voorkomt een verbod op de erkenning van polygame huwelijken verwarring in het openbare registratie systemen.33

Ondanks het verschil in mening met betrekking tot de grondslag van het polygamieverbod is het verbod an sich algemeen geaccepteerd.