• No results found

Voor peuters met een ontwikkelings- of taalachterstand, ook wel doelgroepkinderen genoemd, hebben we mogelijkheden binnen een VVE groep. Als de pedagogisch

medewerker denkt dat een peuter baat zou kunnen hebben bij de VVE groep, overlegt ze dit met de ouder. Deelname aan de VVE groep kan ook op verzoek van de ouder (met indicatie GGD kinderarts) of op aanraden van de logopediste. Bij deelname aan de VVE groep komt het kind vier dagdelen van 4 uren, dus totaal 16 uren, bij ons spelen. Tijdens deze ochtenden wordt de peuter extra gestimuleerd op de gebieden die hij of zij het best kan ontwikkelen. Er zijn regelmatig ouderochtenden en huisbezoeken. Tijdens de

huisbezoeken wordt samen met de ouders een boekje voorgelezen en besproken en daarbij wordt een toepasselijk spel of attribuut gebruikt. De ouders mogen daarvan een aantal weken gebruik maken om zelf mee aan de slag te gaan. Ouders worden geïnformeerd middels een nieuwsbrief/themablad, tablet of whiteboard in de groep. Intensieve begeleiding van het kind kan een (taal)achterstand helpen te voorkomen of terug te dringen.

Bij Kinderopvang Borne wordt gewerkt met het VVE-programma Kaleidoscoop.

Vanuit de VVE groep wordt tijdens de nationale voorleesdagen een bezoek aan de bibliotheek gebracht. Tevens krijgen alle kinderen binnen Kinderopvang Borne een uitnodiging om zich gratis aan te melden als lid van de Bornse bibliotheek.

Werkwijze VVE groep

Themagericht werken binnen de VVE groep.

Binnen de groep wordt met thema’s gewerkt. Deze bestrijken een periode van 4 tot 6 weken (afhankelijk van thema, periode in het jaar, enzovoort). Er is een informatieblad over het thema voor de ouders. Hierop kunnen zij zien;

• wat het thema is

• worden de accenten van het thema vermeld

• de veel voorkomende woorden staan hierop genoteerd

• de liedjes en versjes die aan bod komen staan erop

• adviezen voor activiteiten thuis rond dit thema worden gegeven

• extra activiteiten vanuit de peutergroep worden vermeld (dit zijn er meer dan in een reguliere groep, dit om de interactie tussen ouder en kind mede te bevorderen).

Huisbezoeken

Daar waar de pedagogisch medewerkers het wenselijk vinden vinden er huisbezoeken plaats. De bedoeling is de interactie tussen ouder en kind te bevorderen. Ook worden de versjes en liedjes van het Themablad besproken. Zo merk je direct of thuis de adviezen van het blad geïntegreerd worden in de dagelijkse situatie. Verder kunnen pedagogisch medewerkers tips t.a.v. spelen met je kind, samen opruimen, samen zingen, enzovoort geven. Zo hopen we, dat de kinderen bijvoorbeeld meer woorden leren, gedragsmatig veranderen (in positieve zin) en dat de ouders meer met de kinderen ondernemen.

Hoe ziet een ochtend binnen de VVE groep eruit?

Inloop en eerste spelmoment 

Bij binnenkomst kunnen de ouders gedurende de eerste 15 minuten een activiteit doen met het kind. Ook is er de gelegenheid om een kort gesprekje te voeren met de

pedagogisch medewerker. Na een kwartiertje kun je de ouders vragen om naar huis te gaan en vervolgen jullie het programma. De speelontwikkelomgeving is ingericht met

activiteiten rondom een thema. Er valt veel te ontdekken. Daarnaast vinden er activiteiten plaats ter voorbereiding op de overgang naar de basisschool. Daarna is het tijd om op te ruimen. 

Kringmoment (vooruitkijken) 

Hierna gaan de kinderen in de kring of in twee kringen. Tijdens dit moment begroeten de  kinderen elkaar en de pedagogisch medewerker. Daarnaast wordt tijdens dit moment de  dagritme kaarten besproken. Dit geeft de kinderen een goed van veiligheid en een  voorspelbaarheid. Daarnaast geeft het de kinderen een gevoel van tijd. De dagritme kaarten hangen in volgorde van links naar rechts, ter voorbereiding op het latere leren lezen. Na deze korte kring vindt er een educatieve kring plaats, dit wordt gedaan in twee kleine kringen onder leiding van de pedagogisch medewerkers. Tijdens deze kring wordt er voorgelezen of een spelletje gedaan, of een andere activiteit. 

Speelwerken en Speelleren 

Hierna gaan de kinderen spelen, in de groep of buiten. Tijdens het spelen speelt de pedagogisch medewerker actief mee in de hoeken of een andere spelactiviteit. 

Fruit eten 

Daarna is er tijd voor het eetmoment. Tijdens dit eetmoment zijn de kinderen actief en delen het eten uit en schenken zelf hun drinken in. Daarna is het tijd om je eigen schaaltje en beker op te ruimen. Tijdens het eetmoment is er de gelegenheid om te terug te kijken op de activiteiten welke de kinderen in de ochtend hebben gedaan. Dit kan eventueel concreet worden gemaakt door hierbij concrete materialen te gebruiken. 

In het voedingsbeleid hebben we een aantal afspraken gemaakt rondom het eetmoment. 

• Voordat we aan tafel gaan wassen we onze handen. De pedagogisch medewerker 

maakt de handen schoon van de kinderen die dit nog niet zelf kunnen. 

• Elke dag zijn er een aantal kinderen die helpen met het dekken van de tafel.

Zij zijn hier samen met de pedagogisch medewerker verantwoordelijk voor. 

• We eten het fruit met een schil. 

•  Alle kinderen aan tafel! 

• We bespreken kort wat we in de ochtend hebben gedaan (terugkijken) even gebruiken we hierbij voorwerpen zodat de kinderen die nog niet kunnen praten, dit met een voorwerp duidelijk kunnen maken. Tevens gebruiken we hiervoor de dagritme kaarten. 

• We zingen een liedje voordat we gaan eten. 

• De pedagogisch medewerkers eten met de kinderen mee, ze eten hetzelfde als de 

kinderen. Kinderen mogen zelf hun drinken inschenken. 

• Tijdens het fruit eten wordt er besproken wat er wordt gegeten. We ontdekken met elkaar de verschillende smaken 

Na het eten ruimen de kinderen hun eigen bakje en beker op 

• Als afsluiting bespreken we het vervolg van het ochtendprogramma. De kinderen maken een plannetje wat ze gaan doen. 

Speelwerken en Speelleren 

Na het eetmoment wordt het tweede gedeelte van de ochtend met de kinderen besproken.

Er kan een groepsactiviteit plaatsvinden: dansen, zingen, muziek maken. Er kan nog een  spelmoment plaatsvinden of buiten gespeeld worden. 

Broodmaaltijd 

Het eetmoment is een gezellig moment aan tafel. Tijdens dit moment vindt er een gesprek plaats met de kinderen over wat er die dag heeft plaatsgevonden, wat we nu doen en wat we gaan doen. (taalontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling). Tevens ontwikkelen we de smaak van de kinderen, door verschillende soorten eten aan te bieden, kinderen leren keuzes te maken. Als laatste bevorderen we tijdens het eetmoment de

zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de kinderen. Kinderen ontwikkelen een gevoel van competentie tijdens het eten door ze zelf hun brood mogen smeren, zelf kunnen kiezen en zichzelf verzorgen. 

In het voedingsbeleid beschrijven we het tafelmoment: 

• Voordat we aan tafel gaan wassen we onze handen. De pedagogisch medewerker 

maakt de handen schoon van de kinderen die dit nog niet zelf kunnen. 

• Elke dag zijn er een aantal kinderen (vanaf het moment dat ze kunnen lopen) die helpen met het dekken van de tafel. Zij zijn hier samen met de pedagogisch medewerker verantwoordelijk voor. 

• Alle kinderen aan tafel! 

• We bespreken kort wat we in de ochtend hebben gedaan (terugkijken) even gebruiken we hierbij voorwerpen zodat de kinderen die nog niet kunnen praten, dit met een voorwerp duidelijk kunnen maken. Tevens gebruiken we hiervoor de dagritme kaarten. 

• We zingen een liedje of een ander ritueel plaats voordat we gaan eten. 

• Kinderen vanaf 2,5 jaar smeren zelf hun boterham. En deze kinderen schenken zelf hun drinken in met behulp van een klein kannetje. Uiteraard kijkt de pedagogisch 

medewerker welke kinderen eraan toe zijn in hun ontwikkeling om hun eigen boterham te smeren. 

• Kinderen mogen zelf een keuze maken uit het aanbod zoals eerder is

aangegeven in het voedselbeleid. Eerst maken ze een keuze maken uit de schijf van vijf aanbod. Bij de volgende boterham uit de dagkeuze. 

• Pedagogisch medewerkers eten met de kinderen mee, ze eten hetzelfde brood en 

maken een keuze uit het beleg waar ook de kinderen uit kunnen kiezen. Ze hebben  hierbij een actieve voorbeeldfunctie. 

• Tijdens het eetmoment wordt er een gesprekje gevoerd. Bijvoorbeeld wat eet je, wat vind je lekker. Of wellicht heeft iemand een leuk verhaal te vertellen.

Pedagogisch medewerkers zijn zoveel mogelijk in gesprek met de kinderen. En

stimuleren het gesprek tussen de kinderen. Het is een moment van interactie (taalontwikkeling). 

• Als de kinderen klaar zijn met eten, brengen ze zelf hun bordje, bestek en beker naar het aanrecht. 

• De kinderen helpen allemaal met opruimen door de spulletjes weer terug te brengen in de keuken. Samen verantwoordelijk. (aan het einde van het tafel moment kunnen de kinderen eventueel helpen met het vegen van de vloer) 

• Daarna gaan ze hun mond en handen poetsen zodat ze weer helemaal schoon zijn. Ze kunnen dit zelf voor de spiegel doen. We gebruiken hiervoor washandjes.

Kinderen welke dit niet zelf kunnen doen worden geholpen door de pedagogisch medewerkers of de pedagogisch medewerker doet het voor. 

• We zitten ongeveer 20 minuten aan tafel. De pedagogisch medewerkers kijken goed of de kinderen nog betrokken zijn. 

Kringmoment 

Wellicht is er na het eetmoment nog tijd om een activiteit met de kinderen te doen.

Afhankelijk van de tijd die er nog over is, kan er een spelletje worden gedaan, zingen, voorlezen enz.  

Gezamenlijke afsluiting met ouders 

De ochtend wordt afgesloten met een gezamenlijke kring. We nodigen de ouders uit om hier de bij aan te sluiten. We kijken samen terug op de ochtend, wat hebben we gedaan, ontdekt en wellicht kunnen we samen nog eens een spelletje spelen waarin we samen iets nieuws ontdekken. Daarna nemen we afscheid van elkaar! 

Activiteiten voor en met ouders

Voor elke schoolvakantie wordt een koffieochtend georganiseerd. De ouders komen een half uur eerder, doen een activiteit met hun kind en kunnen vragen aan de pedagogisch medewerkers stellen. Daarnaast is er elk jaar in februari rond het voorleesontbijt een bezoek aan de bibliotheek. Het belang van voorlezen wordt benadrukt. Ouders krijgen een gratis biebpasje. In maart wordt er een themaochtend georganiseerd bv over

taalontwikkeling bij kinderen. In april of mei wordt de kinderboerderij bezocht. In juli wordt er een uitje met ouders georganiseerd.

Vorderingen van peuters/ doorgaande lijn :

Peuters worden via een versie van” Kijk op ontwikkeling” gekoppeld aan de

sleutelervaringen (Kaleidoscoop) geobserveerd. Op grond van deze observaties worden gerichte activiteiten gedaan om de ontwikkeling van de kinderen te stimuleren. Deze observaties gebeuren doorlopend en worden vastgelegd in de kindmap. Uiteindelijk wordt dit in een overdrachtformulier naar de basisschool geplaatst. Als kinderen 4 jaar worden, vindt er warme overdracht plaats. Het overdrachtformulier wordt samen met de ouders en de toekomstige leerkracht besproken, zodat aan een doorgaande ontwikkelingslijn wordt gewerkt.

Ouders ontvangen elke maand een nieuw themablad met uitleg over wat de VVE groep die periode gaat doen. Er vinden huisbezoeken plaats. Door het thuisbezoek van de

pedagogisch medewerkers wordt in bijna alle gevallen bereikt dat de pedagogisch medewerker een nog vollediger beeld krijgen van de thuissituatie zodat ze beter kunnen anticiperen op wat het desbetreffende kind nodig heeft om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen als voorbereiding op de basisschool. Het doel is dan ook om de overgang naar de basisschool zo soepel mogelijk te laten verlopen. Daarnaast wordt er vanuit de

organisatie een actieve bijdrage geleverd in de gemeentelijke werkgroep VVE om de doorgaande lijn voor- en vroegschools te verbeteren en te optimaliseren.

Werkoverleg VVE groepmedewerkers

Er vindt een werkoverleg plaats waarin de medewerkers van de VVE groepen per kwartaal onderling overleg hebben. Doel van het overleg is: kind-besprekingen houden en

afstemming over aanpak zowel pedagogisch als Kaleidoscoop aanbod. De pedagogisch beleidsmedewerker nodigt de betreffende medewerkers hiervoor uit. Daarnaast heeft elke groep 4 keer per jaar een teamvergadering.