• No results found

Vrijwilligers met dit hoofdmotief vinden het vooral belangrijk om zich in te zetten voor een ‘goede zaak’, zoals de bestrijding van isolement, sociale uitsluiting en discriminatie, of de bevordering van onderling contact en begrip. In deze groep zijn relatief veel hoogopgeleiden met een baan te vinden. Ze zijn vooral actief in de buurt(huizen);

in de zorg en de speeltuinen vind je ze sporadisch. Ook zien we in deze groep veel gepensioneerden, die graag iets zinvols willen doen voor de buurt en vooral in de zorg.

Actief voor de buurt

Vrijwilligers die actief zijn voor de buurt, doen dat op verschillende manieren. Bijvoor-beeld in de regiegroep van hun wijk, waar bewoners met elkaar bespreken welke bewo-nersinitiatieven en vrijwilligersactiviteiten geld krijgen uit het wijkbudget (zie ook hoofdstuk 1). Op de vraag waarom ze speciaal voor de regiegroep kozen, noemen ze hun verantwoordelijkheid als buurtbewoner voor een goede besteding van het wijkbudget, of hun vergadertechnische of andere vaardigheden waarmee zij de regiegroep denken te kunnen helpen.

“In de regiegroep van De Horizon zitten allemaal bewoners.

Over het algemeen weten die niet heel veel van vergaderen en van financiën. Ik had het idee dat er toch iets meer daadkracht en doorzettingsvermogen nodig zou zijn om in zo’n

regiegroep te zitten, met het oog op hoe het financieel zit, hoe de centen verdeeld worden en hoe ze die criteria bepalen.

49

Omdat ik door mijn werk wel wat van financiën weet, dacht ik:

misschien kan ik daaraan bijdragen.”

(vrijwilliger buurthuis De Horizon)

Een andere reden voor vrijwilligers om voor de regiegroep te kiezen, is dat ze zoveel mogelijk willen bijdragen aan de kwaliteit van samenleven in de wijk. Zoals Andries, een dertiger met een parttime baan en een gezin met drie kinderen. Hij is lid van de regiegroep van buurthuis Wegwijzer en is daarnaast bij verschillende buurtinitiatieven betrokken.

“Ik geniet onwijs van deze wijk. Van het bijzondere

samenleven hier met allerlei verschillende culturen. Alleen al in mijn portiek wonen we met vijf nationaliteiten. Maar het is ook een wijk met allerlei problematieken waarvan je denkt: ja, daar zou een hoop beter aan kunnen. Allerlei zichtbare of minder zichtbare conflicten die door de wijk heen lopen. En juist in zo’n wijk denk ik, kun je veel betekenen. Dat is voor mij vooral een kwestie van hier in de buurt leven en zoveel mogelijk betrokken zijn bij alles wat hier gebeurt.”

(vrijwilliger buurthuis Wegwijzer)

Voor Arjan, eveneens een dertiger met een baan, begon het ermee dat hij de buurt wat leuker wilde maken. Hij legt uit:

“Ik heb een drukke baan, een druk gezin, dan wil ik me hier niet bezighouden met dingen waar ik geen energie van krijg. Dat zie ik bij veel bewoners hier. Mensen organiseren dingen die vooral dicht bij henzelf blijven en kijken wat ze leuk vinden.

Dat vind ik voor mezelf ook heel belangrijk. Ik heb toen samen met een buurman het initiatief genomen voor een speelplek in het park, waar iedereen kan recreëren en voetballen. Want dat was er gewoon niet, er was alleen een hoop zand met veel hondenpoep. Hier in buurt zijn veel grote honden of van die vechtersachtige types, dus als zo’n hond in het park los rondloopt, is dat heel dominant, je kunt geen kant op.”

(vrijwilliger speeltuin Het Bloemenveld)

Na de speelplek rolde Arjan van het een in het ander. Hij werd lid van de herinrichtings-groep en de groenherinrichtings-groep, en raakte via die weg betrokken bij de speeltuin. Voor andere buurtbewoners is het buurthuis of de speeltuin de plaats van waaruit zij met vrijwilligers-werk proberen bij te dragen aan de kwaliteit van het leven in de buurt. Dat geldt

bijvoor-50

beeld voor twee jonge vrouwen, die in een buurthuis laagdrempelige educatieve activiteiten en ontmoetingen organiseren voor verschillende generaties Marokkaanse vrouwen:

“We hebben oudere vrouwen die bij ons komen, maar ook jongere moeders en meiden. Voor allemaal hebben we activiteiten. En allemaal met als doel dat ze gaan meedoen met de samenleving.”

(vrijwilliger buurthuis Wegwijzer)

In de buurthuizen zijn vaak gepensioneerden te vinden die graag iets nuttigs voor de buurt(bewoners) willen doen. In buurthuis Het Zonnetje voert Liesbeth, die sinds een jaar met pensioen is, een dag per week intakegesprekken op een sociaal spreekuur.

Ze zegt: “Ik wil dienstbaar zijn voor een ander en toch niet te veel van mijn eigen tijd in beslag laten nemen. Daarom doe ik dit.” Een andere gepensioneerde, Mies, is al vrijwilliger zolang ze zich kan heugen. Ze is 78 jaar en penningmeester van de ontspanningsvereniging die al sinds jaar en dag bestaat. Ze vindt het belangrijk dat er in buurthuis Het Baken activiteiten zijn voor ouderen, “waardoor ze gezellig bij elkaar kunnen zitten en wat drinken. Dat betekent dan ook dat de eenzaamheid een beetje weggaat.” Ze vertelt dat het tegenwoordig heel moeilijk is om vrijwilligers te vinden en dat ze daarom haar penningmeesterwerk blijft doen. “Als er een ander was om het over te nemen, was ik met mijn leeftijd allang gestopt.” Kees, 77 jaar, is na zijn pensioen actief geworden in buurthuis De Fontein. “Wat ik zelf vroeger niet heb gehad, wil ik nu anderen geven.” De grote trots van Kees is de schilderclub die hij heeft opgericht. Een sinds kort gepensioneerde vrijwilliger is Dennis, een Surinaamse zestiger, die heel graag anderen helpt met van alles en nog wat:

“Mijn aard is dat ik graag anderen help. Dat zit in mijn hele familie, wij helpen graag. Dat komt omdat wij het klappen van de zweep kennen, we hebben zelf ook een hoop meegemaakt, dus we weten in wat voor ellende de mens terecht kan komen.

Het gaat om een soortgenoot, een mens in problemen. Ik heb hier in buurthuis Het Zonnetje nu een centraal punt en vanuit hier ben ik bereikbaar voor wat voor hulp dan ook. Als het kan, spring ik zeker bij. Ik zie het als mijn verantwoording voor de wijk. Dat gaat voor mij niet over een gebied, maar over de mensen. En als ik dan weer naar huis ga, dan ben ik blijer en tevredener dan iemand die 2500 euro verdient. (…) Ik krijg er energie van als ik iemand geholpen heb.”

(vrijwilliger buurthuis Het Zonnetje)

Met deze laatste uitspraak – energie krijgen door een ander te helpen – brengt Dennis onder woorden wat voor veel vrijwilligers geldt: ze krijgen een gevoel van voldoening als

51

ze zien hoe blij een ander is met hun hulp. Tonkens e.a. (2009) noemen dit ‘weerkaatst plezier’. Dit weerkaatst plezier zien we veel terug bij de ‘wereldverbeterende’ vrijwilligers.

Actief in de zorg

Onder de vrijwilligers in de zorg troffen we relatief veel gepensioneerden aan die het belangrijk vinden iets voor een ander te doen. Sommigen van hen hebben speciaal voor de zorg gekozen, omdat ze bij het verzorgen van hun inmiddels overleden ouders of partner hebben gemerkt hoe waardevol vrijwilligers kunnen zijn. Henny is zo iemand.

Ze is vrijwilliger bij dagbesteding voor ouderen met lichte dementie of een andere zorgindicatie.

“Ik ben vrij vroeg opgehouden met werken, ik was 62 jaar. Toen dacht ik: ‘Ik wil toch nog wel iets doen wat enig nut heeft en ook met oude mensen’. Want ik had aan de ouderdom van mijn moeder gezien dat het niet makkelijk was om oud te worden. Dat is de reden dat ik hier begonnen ben. Ik vind het contact met die oude mensen prettig. Hun eigen manier van mens-zijn. Het zijn mooi gegroeide bomen, grillig gegroeid, maar volgroeid.”

(vrijwilliger dagbesteding Noorderhaven)

Ook andere vrijwilligers noemen het prettige contact met de ouderen als motief om in de zorg te werken. Een van hen zegt: “Oude mensen, die hebben iets gepresteerd in de maatschappij, daar wil ik wel iets voor terug doen.” Hier klinkt eveneens het weerkaatst plezier op uit verschillende verhalen. Henk, een vrijwilliger bij de dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking, vertelt:

“Wat me veel genoegen geeft is dat je leuke reacties krijgt van patiënten. Ze vinden het over het algemeen fijn dat je wat aandacht aan ze schenkt. En dat je in het contact met het personeel merkt dat ze blij zijn dat je ze een aantal dingen uit handen neemt. Dat geeft jou ook weer voldoening.”

(vrijwilliger dagbesteding Hartmannstraat)

Naast gepensioneerden zien we in de zorg een enkele hoogopgeleide vrijwilliger met een betaalde baan. Paul werkt bijvoorbeeld vier dagen per week als sales manager, zijn vijfde dag wilde hij ‘nuttig’ invullen.

“Ik had een dag niks te doen. Nu help ik een dag in de week bij de dagbesteding. Het is een moment van rust vergeleken bij wat ik op mijn werk doe. Het haalt je even uit dat ritme.

En verder helpt het ook tegen te veel piekeren. Dan kom ik

52

hier en dan denk ik: ‘Ach, wat stelt het nou allemaal voor, wat zit ik nou te zeuren over dat ik iets niet kan kopen of dat ik een boete heb gekregen?’”

(vrijwilliger dagbesteding Schoolmeesterstraat)