• No results found

Welke (organisatorische) randvoorwaarden zijn nodig opdat bedrijfsartsen

4. Resultaten deelvragen

4.4 Welke eisen stelt het aandacht schenken aan zingeving van patiënten aan de

4.4.3 Welke (organisatorische) randvoorwaarden zijn nodig opdat bedrijfsartsen

voelen zij zich hierin voldoende gefaciliteerd?

Naast de specifieke attitude, kennis en vaardigheden, zijn ook bepaalde (organisatorische) randvoorwaarden nodig om in het contact met de patiënt aandacht aan zingeving te kunnen besteden. Dit zijn: voldoende tijd, een vertrouwensrelatie met de patiënt, veiligheid/rust, de ruimte en het vertrouwen van de werkgever van de patiënt, en een organisatie/arbodienst die de bedrijfsarts hierin faciliteert. Deze licht ik hieronder nader toe.

Voldoende tijd

De bedrijfsarts moet nu en dan echt de tijd kunnen nemen voor de patiënt. Er moet dus voldoende tijd zijn voor een consult. Alle respondenten geven aan dat een eerste consult van drie kwartier nodig is om de problematiek op alle factoren goed in kaart te kunnen brengen en daarbij aandacht te kunnen besteden aan zingeving. Voor vervolgconsulten volstaat hiervoor een halfuur. Heleen en Ingrid voelen zich hierin binnen hun externe arbodienst voldoende gefaciliteerd. Zowel Fenna (interne arbodienst) als Jos (externe arbodienst) hebben voor een (eerste) consult een halfuur. Zij nemen/krijgen de vrijheid om soepel met hun tijd om te gaan; als ze maar voldoende patiënten zien. Dat betekent dat ze soms langer de tijd nemen voor een consult. Fenna geeft aan dat ze zo tijd bespaart op vervolgconsulten. Meerdere respondenten noemen dit als werkwijze om zo efficiënt mogelijk met de gegeven tijd om te gaan en

hierbinnen toch voldoende ruimte voor patiënten te creëren. Voor Jos is een gevolg van deze keuze dat hij regelmatig de administratie in zijn eigen tijd afhandelt.

Een vertrouwensrelatie met de patiënt

Een vertrouwensrelatie met de patiënt is volgens alle respondenten een voorwaarde om het met de patiënt over zingeving te kunnen hebben. Dat betekent dat bedrijfsartsen patiënten op hun gemak moeten kunnen stellen. Hierbij is de eerder geschetste attitude van belang.

Daarnaast is het volgens de respondenten van belang dat bedrijfsartsen duidelijk uitleggen wat

hun rol en werkwijze is, waarom ze persoonlijke vragen (met betrekking tot zingeving)

stellen, en wat ze met die informatie doen. Patiënten verwachten namelijk niet altijd dat de bedrijfsarts persoonlijke vragen stelt. Volgens Fenna vinden sommige mensen het bedreigend en niet bij een bedrijfsarts passen: “Ga ik toch niet allemaal aan jou vertellen, jij wilt me alleen maar aan het werk hebben”. In dit kader ziet Heleen integriteit als belangrijke “competentie” voor alle zorgverleners en zeker ook voor bedrijfsartsen. De respondenten noemen onafhankelijkheid/onpartijdigheid als belangrijke randvoorwaarde voor de vertrouwensrelatie met de patiënt.45 Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat de

bedrijfsarts onafhankelijk, onpartijdig is. Ze moeten volgens Jos vertrouwen hebben in de bedoelingen van de bedrijfsarts. Hij spreekt liever over onpartijdigheid dan over

onafhankelijkheid: “[I]k ben onpartijdig in die zin dat voor mij het belang van de een tegenover de ander niet zwaarder weegt”. Esther spreekt liever over onafhankelijkheid. Dat betekent voor haar “dat je gaat voor de oplossing waar iedereen blij mee is”. Ze geeft aan dat het uiteindelijk dan toch vaak in de oplossing voor de werknemer zit, “want daar heeft de werkgever ook het meeste aan; die werknemer moet weer functioneren”. Jos geeft aan dat voor vertrouwen in de onpartijdigheid van de bedrijfsarts geen ruimte is bij werkgevers die repressie als de beste manier van verzuimbegeleiding zien. “Als maar enigszins het gevoel van controle voorop staat, dan zal je nooit komen tot de verbinding die nodig is om tot dit soort verdiepingen door te dringen. Er moet echt vertrouwen zijn.”

Veiligheid/rust

In aansluiting op bovengenoemde zaken moet de bedrijfsarts volgens de respondenten de patiënt een veilige ruimte bieden; letterlijk en figuurlijk. Volgens de respondenten moet de patiënt de bedrijfsarts kunnen vertrouwen, erop kunnen vertrouwen dat wat gezegd wordt, tussen hen blijft. Daarin speelt het beroepsgeheim dat artsen hebben en het uitleggen hiervan volgens Jos een belangrijke rol. Daarnaast moet volgens hem ook de fysieke ruimte waar het gesprek plaatsvindt, veilig voelen; deze moet privacy en rust bieden.

De ruimte en het vertrouwen van de werkgever van de patiënt

De bedrijfsarts moet ook de ruimte en het vertrouwen krijgen van de leidinggevende en/of werkgever van de patiënt. De contractuele voorwaarden moeten hierin voorzien. Een contract moet mogelijk maken dat de bedrijfsarts voldoende tijd voor patiënten heeft. Daarbij moet de bedrijfsarts de vrijheid hebben om zelf het proces van begeleiding in te plannen. Dat betekent

45 Het is een gegeven dat patiënten kunnen twijfelen aan de onafhankelijkheid/onpartijdigheid van de

bedrijfsarts. Dit is vaak ingegeven door het feit dat hun werkgever de bedrijfsarts kiest en zijn/haar diensten betaalt. Zij redeneren dan dat de bedrijfsarts in de eerste plaats het belang van de werkgever dient, ook als dit niet in het belang is van de werknemer.

ruimte om zelf vervolgafspraken te maken en de lengte van consultduur te plannen (Jos). Het vraagt volgens Esther van de werkgever vertrouwen in de tijdsbesteding en het advies van de bedrijfsarts. Alle respondenten verwijzen hier naar de ‘uitgeklede’ contracten die bepaalde werkgevers wensen af te sluiten. Hierin is te weinig tijd opgenomen voor consulten met werknemers (15 à 20 minuten inclusief rapportage) en zij hebben ook niet altijd (gemakkelijk) toegang tot de bedrijfsarts als zij dat nodig achten, bijvoorbeeld omdat casemanagers de regie over de begeleiding hebben. Zowel een deel van de zelfstandig gevestigde bedrijfsartsen als een deel van de bedrijfsartsen in dienst van een arbodienst werken volgens dit soort

contracten. De respondenten die werkzaam zijn als zelfstandige geven dit mede als reden waarom ze voor zichzelf zijn begonnen; zij bepalen nu zelf onder welke voorwaarden zij willen werken en dit soort contracten wijzen ze af. Ook de andere respondenten geven aan dat zij niet volgens dergelijke contractuele voorwaarden willen werken.

Organisatie/arbodienst die de bedrijfsarts hierin faciliteert

Voor de bedrijfsartsen die in loondienst zijn, is er ook een taak weggelegd voor hun

werkgever. De werkgever moet de bedrijfsarts voldoende faciliteren in de in deze paragraaf genoemde voorwaarden.

Geen van de respondenten heeft expliciet aangegeven niet over de in hun ogen benodigde attitude, kennis, vaardigheden en (organisatorische) randvoorwaarden om aandacht aan zingeving van patiënten te kunnen besteden, te beschikken.