• No results found

5. Conclusie & discussie

5.1 Conclusie

Deelvraag 1 Wat is de visie van bedrijfsartsen op zingeving en de plaats hiervan binnen de zorg en specifiek binnen de bedrijfsgezondheidszorg?

De respondenten vinden het vanuit hun holistische opvatting van gezondheid belangrijk dat (bedrijfs)artsen zo nodig aandacht aan zingeving in het (werk)leven van patiënten besteden. Het is in hun ogen een voorwaarde voor het leveren van goede zorg. In het spreken over zingeving gebruiken de respondenten verschillende betekenissen van zingeving door elkaar, zowel onderling als op individueel niveau. In de praktijk associëren zij zingeving vooral met ‘dat wat iemand belangrijk vindt’, ‘kunnen doen wat je belangrijk vindt’, met (de invloed van) geloof, en met werk als zingevingsbron. Volgens de respondenten is duurzame inzetbaarheid direct verbonden met zingeving. Werk is volgens een aantal respondenten duurzaam als het bij de persoon past, zingevend is en hij/zij het lange tijd kan blijven doen. Hierbij verwijzen een aantal respondenten expliciet naar het capability concept. Respondenten noemen de volgende zinervaringsaspecten: doelgerichtheid, waardevolheid, regie/controle,

verbondenheid, je potentieel tot uitdrukking kunnen en mogen brengen (zelfexpressie), en positieve gevoelens. In het kader van het verkrijgen van regie/controle, wordt door alle respondenten verwezen naar een proces van oriëntatie en heroriëntatie op het (werk)leven, naar een zingevingsproces.

Deelvraag 2 Wanneer is aandacht voor zingeving van patiënten door bedrijfsartsen aan de orde?

De respondenten geven aan dat patiënten zingevingsvragen stellen als zij de controle/regie kwijt zijn. Zij zien in hun praktijk zingevingsvragen bij: ingrijpende levensgebeurtenissen; somatische problemen, vooral bij ernstige en/of chronische ziekte van de patiënt of hun naaste; overbelasting, psychische problemen en burn-out; het werk niet (meer) leuk vinden; leeftijdsgebonden crisis. Naast de persoonlijke en werkcontext speelt volgens een aantal

respondenten ook de (veranderende) maatschappelijke context hierbij een belangrijke rol, zoals langer moeten doorwerken, veranderingen in het werk zelf, en een toegenomen behoefte aan zinvol werk.

Deelvraag 3 Wat betekent aandacht voor zingeving in contact met patiënten (en hun werkgever) door bedrijfsartsen in de praktijk?

Met het oog op duurzame werkhervatting is het doel van de begeleiding door bedrijfsartsen de patiënt te helpen bij het verkrijgen of versterken van regie/controle, waardoor het verstoorde evenwicht wordt hersteld. Bij het in kaart brengen van de (gezondheids)situatie van de patiënt hebben zij specifiek aandacht voor wat voor patiënten binnen de verschillende

levensdomeinen belangrijk is. Zij focussen zich vervolgens wel weer vooral op

(zingevings)vragen met betrekking tot het werk. Deze zijn doorgaans niet los te zien van de andere levensdomeinen. Aandacht hebben voor zingeving betekent in de praktijk dat

bedrijfsartsen een stukje meelopen in het zingevingsproces van de patiënt, dit zien zij als onderdeel van een breder ontwikkelingsproces. Hierbij treden zij vooral op als

procesbegeleider. Indien mogelijk, passend en gewenst ondersteunen zij de patiënt bij dit proces actief door het bieden van coaching, waarbij zij de patiënt helpen te analyseren wat er speelt. Hierbij kan de focus ook liggen op onderzoeken hoe iemand ondanks beperkingen nog kwaliteit van leven of gezondheid kan ervaren. De werkcapabilities bieden volgens een paar respondenten met betrekking tot zingeving in/van werk naast een richtinggevend denkkader ook praktische handvatten. De begeleiding is sterk cognitief van aard en vooral doel- en oplossingsgericht. Een aantal respondenten geeft aan dat mensen hun verhaal laten doen en daar naar luisteren in zichzelf al van waarde kan zijn voor de patiënt; hierbij noemen een paar respondenten presentie. De mate waarin bedrijfsartsen zelf begeleiding bij zingevingsvragen bieden, verschilt. Dit hangt samen met het probleem/de vraag van de patiënt en/of werkgever, met de ruimte die het contract hiervoor wel/niet biedt, en met hoe de individuele bedrijfsarts zelf in het werk en in het leven staat. Veel van de respondenten geven aan zingevingsvragen van patiënten, tot op zekere hoogte, graag zelf met hen te bespreken. Met het oog op

professionaliteit is er ook een grens aan in hoeverre respondenten zelf patiënten begeleiden bij zingevingsproblematiek. De respondenten behoren binnen de bedrijfsartsenpopulatie tot de minderheidsgroep die coaching tot haar taak rekent. Ook de mate waarin respondenten patiënten voor begeleiding bij zingevingsproblematiek doorverwijzen, verschilt. Als ze verwijzen, doen ze dit vooral naar (arbeids)psychologen, bedrijfsmaatschappelijk werkers en coaches met wie ze bekend zijn. De keuze hangt mede af van wat de patiënt wil. Aandacht voor zingeving in het contact met werkgevers betreft meestal stimulering van goed

werkgeverschap, maar kan ook gaan over het bestaansrecht van de organisatie en welke waarden voor een organisatie belangrijk zijn.

Deelvraag 4 Welke eisen stelt het aandacht schenken aan zingeving van patiënten aan de professionaliteit van bedrijfsartsen?

Betreffende de attitude vinden respondenten de volgende zaken belangrijk: de patiënt respectvol benaderen vanuit een open, onbevooroordeelde houding; belangstellend zijn; empathie tonen; oog hebben voor verschillen en voor gehanteerde referentiekader(s).

Aanvullend noemen enkele respondenten: nieuwsgierigheid/verwondering, gelijkwaardigheid, lef, het hebben van een bepaalde gevoeligheid om signalen op te pakken, de waarde van luisteren in zichzelf, presentie, en ‘jezelf zijn’. ‘Jezelf inzetten’ vereist zelfkennis en zelfreflectie. Met betrekking tot de vereiste vaardigheden noemen alle respondenten de gerichtheid op het helpen bij het behouden of zo nodig vergroten van de regie van de patiënt door te analyseren wat er speelt. Respondenten benadrukken vooral het belang van

communicatieve vaardigheden en betekenissen niet voor de ander invullen. Aanvullend noemen enkele respondenten: het verkennen van de vraag achter de vraag en het herkennen van signalen van zingevingsvragen. Volgens een paar respondenten volstaan de ‘normale’ communicatieve vaardigheden. In het kader van zelfzorg nemen respondenten een grens in acht bij het adresseren van zingevingsvragen van patiënten met betrekking tot het bewaken van de volgende zaken: eigen taken, bevoegdheden, expertise/scope, en de balans tussen afstand en nabijheid. Alle respondenten vinden het belangrijk om in intervisie moeilijke casuïstiek te kunnen bespreken met collega’s; dit hoeven niet per se bedrijfsartsen te zijn. Een paar respondenten vinden in deze ook supervisie belangrijk. Het benoemen van vereiste specifieke kennis leek wat lastiger. Alle respondenten geven aan, vanuit het (holistische) standpunt dat de mens in zijn geheel moet worden bezien, dat ‘kennis van de mens in de breedte’ van belang is. De meesten geven aan dat kennis van religies en andere culturen nodig is. Aanvullend worden kennis van de ontwikkelingspsychologie, van de invloed van de leefwereld, en van zingeving genoemd. Jos geeft aan dat je specifieke kennis nodig hebt als een denkkader van waaruit je zaken kunt duiden. Alle respondenten geven aan dat een zekere mate van levenservaring, van ervaringskennis van belang is. Bedrijfsartsen moeten volgens de respondenten in dit kader over de volgende (organisatorische) randvoorwaarden beschikken: voldoende tijd voor een consult, een vertrouwensrelatie met de patiënt, veiligheid/rust, ruimte en vertrouwen van de werkgever van de patiënt, en een organisatie/arbodienst die de

bedrijfsarts hierin faciliteert.

Geen van de respondenten heeft expliciet aangegeven niet over de in hun ogen benodigde attitude, kennis, vaardigheden en randvoorwaarden om aandacht aan zingeving te kunnen besteden te beschikken. Iedere dokter moet volgens de respondenten beschikken over kennis van zingeving, zodat deze kan worden ingezet wanneer nodig. Aandacht voor zingeving moet volgens hen in de opleiding aan bod komen; toen zij de opleiding volgden was dit (nagenoeg) niet het geval.