• No results found

De capability approach (CA) is een breed normatief kader voor de evaluatie en beoordeling van individueel welbevinden en sociale voorzieningen, beleidsvorming, en voorstellen met betrekking tot sociale veranderingen in de maatschappij. De CA wordt in veel disciplines gebruikt, voornamelijk in ontwikkelingswetenschappen, maatschappijwetenschappen, sociaal beleid en politieke filosofie (Robeyns, 2005). Het belangrijkste kenmerk van de CA is de focus op capabilities; dat wil zeggen dat wat mensen daadwerkelijk in staat zijn te doen en te zijn (Van der Klink et al., 2011; Robeys, 2005; Sen, 1992). Dit contrasteert met benaderingen die zich richten op het geluk of de behoeftebevrediging van mensen, of op het subjectief welbevinden, of op inkomsten, uitgaven, of consumptie.

Sommige aspecten van de CA kunnen worden herleid tot Aristoteles, Adam Smith, en Karl Marx. De CA in haar huidige vorm is met ingang van de jaren tachtig in de vorige eeuw ontwikkeld door de econoom en filosoof Amartya Sen, en is later (in de jaren 1990 en verder) door de filosoof Martha Nussbaum ingrijpend doorontwikkeld. Zij gebruikt de benadering als basis voor een (partiële) theorie van rechtvaardigheid (Robeyns, 2005; Van der Klink et al., 2011).

De CA stelt dat individuen de capabilities moeten hebben om de plannen voor hun leven te bedenken, na te jagen en te herzien (Venkatapuram, 2011; Van der Klink et al., 2016). Er zijn drie elementen van belang in de CA, namelijk capabilities, functionings – waarin waarden worden benadrukt – en vrijheid (Van der Klink et al., 2016). Op persoonsniveau houdt ‘capability’ in dat iemand de vrijheid heeft om te doen of te zijn wat hij wil in relatie tot de verschillende combinaties van mogelijkheden die hij heeft (Sen, 1999; Van der Klink et al., 2016). Vrijheid is volgens Sen enerzijds de mogelijkheid het eigen leven en de eigen

leefomgeving mede vorm te geven en anderzijds de mogelijkheid om gewaardeerde doelen te bereiken. Capability is daarbij het geheel van taken die voor mensen waardevol en belangrijk zijn, en die ook daadwerkelijk binnen hun bereik liggen. Sen spreekt van het geheel van

functionings: beings and doings that people have reason to value. Juist vanwege de waarde

die aan deze taken wordt toegekend in de betreffende context, zijn het taken die binnen ieders bereik zouden moeten liggen (Van der Klink et al., 2011, 2016). Voorbeelden van

functionings zijn: werk, rust, kunnen lezen en schrijven, gezond zijn, deel van een

gemeenschap uitmaken, en worden gerespecteerd (Robeyns, 2005).

Het gaat er volgens Sen niet alleen om welke hulpbronnen er zijn en hoe een situatie subjectief door betrokkenen wordt ervaren – dat is sterk onderhevig aan ‘responsshift’, dat wil zeggen dat mensen hun normen aanpassen aan hun situatie –, maar om de vraag over welke mogelijkheden leden van een samenleving daadwerkelijk

Capabilities representeren dus de kans en het vermogen van een persoon om waardevolle resultaten te bereiken, rekening houdend met de relevante persoonlijke kenmerken en externe factoren (Van der Klink et al., 2016).

Alkire (2005) illustreert de rijkdom van het capability concept met een eenvoudig voorbeeld met betrekking tot fietsen: als iemand de fysieke eigenschappen en de vaardigheden heeft om te fietsen, kan hij fietsen. Bezit hij echter geen fiets of beschikt hij niet over een fiets dan ‘kan’ hij niet fietsen. Ook als er geen wegen zijn die geschikt zijn om te fietsen, ‘kan’ hij niet fietsen. En als er een uitgaansverbod van kracht is, ‘kan’ hij evenmin fietsen. Capability omvat al die aspecten: persoonlijke bronnen (de fysieke eigenschappen en vaardigheid om te fietsen), materiële bronnen (beschikken over of toegang hebben tot een fiets, en een fysieke (geschikte) weg), en sociale omgeving (geen uitgaansverbod) die in staat stelt en waardoor middelen en eigenschappen daadwerkelijk kunnen worden benut om de functioning van fietsen tot uitvoer te brengen (ervan uitgaande dat dit een waardevolle functioning is binnen de gegeven context) (Alkire, 2005; Van der Klink et al., 2011, p. 346; 2016, p. 73, 74). De crux en de complexiteit bij capability zit dus in de combinatie van de verschillende betekenissen van het ‘kunnen’, dat zowel verwijst naar: 1. in staat zijn tot; 2. de mogelijkheden hebben; en 3. in staat gesteld worden.

Net als bij fietsen gaat het bij werk om al deze verschillende aspecten van capability; van het identificeren van een waardevolle functioning, tot het in staat zijn tot, als om het in staat gesteld worden. Anders gezegd: het gaat zowel om de individuele werkende die in staat en gemotiveerd moet zijn om te werken, als om de context waarbinnen dit plaatsvindt, die het mogelijk moet maken om gewaardeerde taken uit te voeren, die bijdragen aan doelen die die voor de persoon van belang zijn en die worden gewaardeerd door de werkgever (Van der Klink et al., 2011, p. 346; 2016, p. 73, 74).

Van der Klink et al. (2011) geven aan dat voor het veld van arbeid en gezondheid en duurzame inzetbaarheid het verrichten van arbeid als zodanig in zeer algemene zin kan worden beschouwd als een capability in de zin van Sen, mits die arbeid aangemerkt kan worden als een waardevolle activiteit (p. 348).

Bronnen

Alkire, S. (2005). Capability and functionings: definition & justification. HDCA Introductory Briefing Note. Boston: Human Development and Capability Association.

Klink, J.J.L., van der, Bültmann, U., Brouwer, S., Burdorf, A., Schaufeli, W.B., Zijlstra, F.R.H., & Wilt, G.J. ,van der (2011). Duurzame inzetbaarheid bij oudere werknemers, werk als waarde. Gedrag & Organisatie, 24(4), 342-356.

Klink, J.J.L., van der, Bültmann, U., Burdorf, A., Schaufeli, W.B., Zijlstra, F.R.H., Abma, F.I., …, & Wilt, G.J., van der (2016). Sustainable employability – definition,

Scandinavian Journal of Work, Environment & Health, 42(1), 71-79. doi:

10.5271/sjweh.3531

Robeyns, I. (2005). The Capability Approach: a theoretical survey. Journal of Human

Development, 6(1), 93-114. doi: 10.1080/146498805200034266

Sen, A.K. (1999). Development as Freedom, New York: Knopf.

Sen, A.K. (1992). Inequality reexamined. Oxford: Oxford University Press.

Venkatapuram, S. (2013). Health, vital goals, and central human capabilities. Bioethics, 27(5), 271–279.

Bijlage 3. Oproep respondenten middels een direct mail aan de leden van de NVAB